Je personage en diens trauma

Als je een personage gaat schrijven, biedt een personagebiografie een handig overzicht van diens doen en laten en geschiedenis. Wat moet je in dat document toevoegen en wat is optioneel?
Deze week een toelichting bij de essentiële kennis over trauma’s.

Waarom is dit belangrijk om dit te weten?

Een trauma blokkeert de groei van je personage en kan dus ook het plotverloop blokkeren. Als je weet wat je personage voor trauma’s heeft, kan je voorkomen dat de verhaallijn stil komt te staan, of dat je je personage sterker wegzet dan het is.  Je kan er ook achterkomen dat je personage sterker is dan je dacht, als je van het trauma weet.  

Staat dit gegeven vast?

Ten behoeve van dit artikel maak ik onderscheid tussen twee verschillende soorten trauma’s: het klinische trauma en het persoonlijke trauma.
Het klinische trauma is ernstig; medicatie en therapie zijn vereist. Het persoonlijke trauma is niet zo ernstig, maar voor het personage kan het wel zo voelen: “Ik heb een trauma van die ene keer dat ik door een hond werd gebeten.” Waarschijnlijk krijgt je personage daar geen PTSS van, maar het zal in nabijheid van een hond nog wel bevriezen en bang worden.

Een klinisch trauma is zodanig ernstig dat het gedurende het verhaal een grote rol zal blijven spelen, een persoonlijk trauma kan worden overwonnen. Natuurlijk kan dat bij PTSS ook het geval zijn, in zoverre dat je personage er op een draaglijke manier mee leert omgaan. Maar dat moet dan wel het overgrote deel van de heldenreis betreffen, niet als een probleem dat tijdens de heldenreis ‘toevallig’ ook nog op het pad komt.

Wat kan je te weten komen?

Bedenk dat je personage in een traumamoment bevriest. Dat betekent dat het -in dat moment (!)-  niet op een bepaalde manier kan handelen. Dat heeft bij een persoonlijk trauma de oorzaak in een bepaalde overtuiging of herinneringen. Stel dat je personage vroeger is gepest. De ergste wonden zijn geheeld, maar je personage is daardoor bij nieuwe kennismakingen nog altijd verlegen, terwijl het vrienden de oren van het hoofd kan kletsen. Toch blijft je held bij nieuwe kennismakingen denken: Wat als ik niet aardig gevonden wordt? Ergens weet je personage waarschijnlijk wel dat het niet meteen gepest gaat worden. En toch…

Kijk wat de achterliggende overtuigingen kunnen zijn:

  • Ik ben niet grappig genoeg
  • Ik heb niks interessants te vertellen
  • Ik ben nog steeds het ‘dikkertje’ van de klas
  • Als ze zouden weten dat ik ben gepest, vinden ze me een watje

Het zou kunnen dat een van deze dingen waar is voor dit ene moment, maar meestal zit het tussen de oren. Het nare is dat er een kip-of-ei-situatie kan ontstaan. Doordat het persoonlijke trauma een eigen leven gaat leiden, kan het je personage uit angst niet interessant genoeg te zijn, dan maar niet meer naar kennismakingbijeenkomsten gaat. Dan is het op den duur niet moeilijk om te denken dat nieuwe mensen je niet zien zitten…

Of het nu bang is om door de mand te vallen, aangevallen te worden, uitgescholden te worden of…  De redenen dat je personage blijft bevriezen is iets om mee te nemen voor de groei van de heldenreis.

Moet je dit in je verhaal laten terugkomen?

Een heldenreis draait om groei. Zodra jou een mogelijk trauma opvalt als je het personage aan het ontdekken bent, moet je het dus in het verhaal uitwerken. Houd wel in de gaten dat je het persoonlijke trauma niet groter maakt dan het hoeft te zijn en het klinische trauma niet onderschat.

Dit artikel verscheen eerder op Schrijven Online.

Foto door Julia Taubitz op Unsplash.

Je personage: hier ligt het wakker van

Als je een personage gaat schrijven, biedt een personagebiografie een handig overzicht van diens doen en laten en geschiedenis. Wat moet je in dat document toevoegen en wat is optioneel?
Je kan opschrijven waar je personage wakker van ligt. Zo kom je te weten waar het bang voor is, waar het zich machteloos over voelt of wat het mentaal achtervolgt.

Wanneer kan dit relevant zijn?

Het kan erg handig zijn om te weten waar je personage niet van kan slapen zodra je weet waar de uitdagingen in de heldenreis van je personage gaan liggen. In ieder verhaal zijn er momenten waarop je personage even vastloopt. Bij dat vastlopen hoort ook een zekere mate van bevriezen. Maar hoe zich dat kan uiten, is niet altijd even duidelijk. Als je je kan inbeelden waar je personage ’s nachts over ligt te woelen, kan dat een stap in de goede richting zijn om dat uit te vinden.

Wat kan je te weten komen?

Je personage zou als een roosje slapen als het kon oplossen waar het nu wakker van ligt. Dat betekent dus dat er een bepaalde machteloosheid in het spel is. Kijk eens hoe die machteloosheid tot stand is gekomen. Wat ontbreekt je personage? Moed, middelen, vaardigheden, verstand, mentale veerkracht of is het simpelweg het slachtoffer van een reeks ongelukkige toevallen? Deus ex Machina kan ook nadelig werken voor je personage…
Zodra je weet wat er speelt, weet je ook hoe je iets in gang kan zetten om het plot van slot te halen. Je weet dan namelijk wat je personage nodig heeft om te kunnen groeien.

Staat dit gegeven vast?

Een heldenreis is dynamisch, dus je personage zal zelden tot nooit over hetzelfde piekeren. In het begin van het boek moet het de comfortzone nog verlaten. Als het dat in hoofdstuk 7 al gedaan heeft, dan is diezelfde horde aan het einde van het verhaal helemaal niet zo eng meer.
De enige belangrijke uitzondering daarop is een trauma. Traumaverwerking is erg complex en is niet zomaar opgelost. Negen van de tien keer is een trauma overwinnen niet onderdeel van een plot, maar vormt dat het volledige verhaalthema. Dat is niet voor niets; als je een trauma minder erg maakt dan het is, komt het verhaal als geheel al gauw als slecht geschreven over.

Wanneer is dit belangrijk genoeg om uit te schrijven?

Meestal is dit gegeven het benoemen waard, maar hoef je er geen uitgebreide toelichting op te geven. Als het goed is, blijkt door het plot heen al wat er in het hoofd van je personage rondspookt. Daar kan show, don’t tell bij helpen. Als je personage een trauma heeft, kan het juist helpen om een (flashback)scène te wijden aan een van die vreselijke slapeloze nachten om te laten zien dat hier serieuze mentale problemen in het spel zijn, niet slechts wat zenuwen voor een aankomende vergadering of een belangrijk examen.

Dit artikel verscheen eerder op Schrijven Online.

Foto door Megan te Boekhorst on Unsplash

Je personage: de eerste keer dat…

Als je een personage gaat schrijven, biedt een personagebiografie een handig overzicht van diens doen en laten en geschiedenis. Wat moet je in dat document toevoegen en wat is optioneel?
Deze week een toelichting over ‘De eerste keer dat…’

Deze aanvulling voor je personagebiografie kan je pas noteren als je in de fase bent dat je je personage zo goed kent, dat je het kan ‘interviewen’. Je personage is dan al zodanig realistisch voor je dat je er rechtstreeks dingen aan kan vragen. Het kan er net als een echt mens eigen, unieke antwoorden op geven.

De vraag die je je personage stelt is: “Wat was voor jou een belangrijke eerste keer?”

Wat kan je te weten komen?

Het onderwerp dat je personage benoemt zegt wat je personage meerdere keren heeft meegemaakt en wat erg belangrijk is geweest in diens hele leven. Of het laat zien dat die eerste keer heeft een keerpunt heeft ingeluid. Ik geef een voorbeeld om dit te verduidelijken:
Als je het personage specifiek vraagt naar de eerste keer, dan is dat iets wat je personage zich zal herinneren. Maar hoe vaak is het verliezen van je maagdelijkheid iets wat je leven bepaalt? Het is memorabel, maar vaak niet tekenend voor de rest van een leven. Die carte blanchevraag naar ‘de eerste keer dat…’ is iets waarvan je aan kan voelen dat er naar iets speciaals wordt gevraagd. Daarom zal je personage over iets vertellen wat ertoe doet of heeft gedaan voor hem of haar.  

Enkele voorbeelden:

  • De eerste keer dat de professionele pianist een kleinschalig concert hield.
  • De eerste keer dat een naaste overleed, bij iemand die (mede daardoor) doodsbang is om te sterven.
  • De eerste keer dat een alcoholist dronk(en werd).
  • De eerste keer dat iemand een blauwtje liep en diegene na nog talloze afwijzingen de hoop op romance heeft opgegeven.

Wanneer kan dit relevant zijn?

‘De eerste keer dat…’ kan handig zijn als je met veel flashbacks werkt. Dan kan je het gebruiken als verklarende scène en uitschrijven waar de angst, passie of het trauma vandaan komt. Of je nu met of zonder flashbacks schrijft: je hoeft dit moment niet per se expliciet te vermelden. Maar het is wel altijd handig om te weten welke eerste keer je personage aanhaalt om over te vertellen. Iets dat zo belangrijk voor het leven van je personage is (geweest) komt direct of indirect ergens je plot terug. Al is het maar omdat het je personage heeft gevormd en daar bepaalde drijfveren uit ontstaan.

Staat dit gegeven vast?

De eigenlijke gebeurtenis van een eerste keer is natuurlijk onveranderlijk. Maar je personage kan wel anders naar dit moment gaan kijken. Dat proces is vaak een groot onderdeel van de heldenreis. Het kan twee kanten op: iets wat klein leek, bleek erg groot en kreeg een vlindereffect, zoals het eerste drankje van een alcoholist. Of iets wat het leven bepaalde kan worden afgesloten door een ruzie uit te praten, in therapie te gaan, enzovoorts. Daardoor kan het weer wat meer op de achtergrond verdwijnen.

Wanneer is dit belangrijk genoeg om uit te schrijven?

Negen van de tien keer schrijf je ‘de eerste keer dat…’ niet expliciet uit. Maar het komt wel terug in belangrijke zaken die je personage vormen of bepalen. Denk aan zaken als grote angsten, doelen in het leven, redenen om (niet) op te geven en zelfbeeld. Je schrijft het indirect dus altijd uit, maar het is een kwestie van aftasten welke manier het beste bij je verhaal past.

Dit artikel verscheen eerder op Schrijven Online.

Foto door NoName_13 via Pixabay

Je personage: waarvan raakt het van slag?

Als je een personage gaat schrijven, biedt een personagebiografie een handig overzicht van diens doen en laten en geschiedenis. Wat moet je in dat document toevoegen en wat is optioneel?
Deze week een toelichting over datgene waarvan je personage van slag raakt.

Wanneer kan dit relevant zijn?

Het is altijd handig om te weten waarvan je personage van slag raakt. Ga maar na wat er dan gebeurt: je personage raakt in paniek en weet even niet wat het moet doen. Of verdriet, angst of woede neemt het voortouw. Je leert hiermee niet alleen wat de zwakke plekken zijn van je personage, maar ook wat het doet als het door emoties geen controle meer heeft of kan nemen over de situatie. Dat gegeven kan je gebruiken om belangrijke keerpunten in je plot te bedenken.

Is dit altijd hetzelfde?

Je personage kan van slag raken om twee redenen. De eerste reden is in essentie simpel: je personage is op dit exacte moment bang (voor het onweer buiten, om te laat te komen, dat het inderdaad de slechte ouder is die het vreesde te zijn…)
Maar het kan ook zijn dat je personage niet in diens beste toestand verkeerd. Dat kan zo klein zijn als snibbig worden als je te lang niets gegeten hebt, of om het minste in tranen uitbarsten omdat je personage aan een mentale taks zit en het tijd wordt om een psycholoog op te zoeken. Kijk dus goed of dit een tijdelijke, kleine uitbarsting van verlies van geduld betreft, er een grotere angst in het spel is of dat er meer aan de hand is. Dan weet je zeker dat de mate van de uitbarsting ook aansluit bij de situatie en kan je er ook realistischer over schrijven.

Wat kan je te weten komen?

Een kenmerk van de narratieve held is dat die vrijwel altijd controle moet hebben over zijn eigen verhaal – al is het maar om een pixie-personage te voorkomen. Als de held van slag is, gaat dat niet. Je krijgt op zo’n moment te weten wie of wat het van je personage kan overnemen en wat moet gebeuren om je held weer op de rit te krijgen. Je leert zo wie de spreekwoordelijke echte vrienden zijn, en ook waar je personage nog mogelijkheden heeft om te groeien in zijn heldenrol.

Wanneer is dit belangrijk om uit te schrijven?

Vroeg of laat gaat je personage een keer van slag raken. Het ideale moment hiervoor is als ‘het harnas uit gaat’: dat moment waarop je personage zich niet groot kan of hoeft te houden en iets of iemand door datgene heen kan prikken dat die stoere titel van held heeft opgeleverd.
De succesvolle CEO heeft net een telefoontje gehad over een geliefde die ziek is geworden. Je kan al het geld van de wereld hebben, gezondheid koop je er niet mee af.
De docent vertelt dat hij weet dat de populairste jongen op school stoer doet omdat hij niet weet hoe hij om moet gaan met zijn vader die zijn moeder slaat.
Natuurlijk kan je personage ook op andere momenten van slag raken, maar als je personage gedwongen wordt het harnas uit te doen, kan dat een mooi keerpunt voor je plot zijn, in plaats van alleen maar (dramatische) opvulling. Je scène krijgt er in ieder geval wel meer diepgang van.

Dit artikel verscheen eerder op Schrijven Online.

Foto by Ryan Snaadt on Unsplash.

Je personage: het lievelingskostje

Als je een personage gaat schrijven, biedt een personagebiografie een handig overzicht van diens doen en laten en geschiedenis. Wat moet je in dat document toevoegen en wat is optioneel?
Deze week een toelichting over het lievelingskostje. Als je wat met taal en associaties durft te spelen, kan dat een schat van informatie opleveren.

Wanneer kan dit relevant zijn?

Laten we eerst eens kijken wat een lievelingskostje over je personage kan zeggen. Het kan een show, don’t tell zijn van een bepaalde levenswijze. Neem kaviaar. Dat is niet het lievelingskostje van iemand die dat nooit geproefd heeft als diegene dat domweg niet kan betalen. Iemand die dol is op maaltijdshakes, zal met waarschijnlijk veel met (gezond) gewicht en beweging bezig zijn.
Je kan ook spelen met symboliek. Zo is het suikerzoete meisje dol op pannenkoeken met een lading stroop en schrikt de pittige tante niet van sterk gekruide curry, integendeel zelfs.

Soms kan iets tussen de regels door veel over je personage zeggen. Nu gaan we echt spelen met taal! ‘Wat de boer niet kent, dat vreet hij niet.’  Boer Piet is daarom niet alleen dol op aardappels met vlees en groenten, maar gaat ook van zijn lang zal ze leven Nederland niet verlaten. Dat ‘gekke buitenland’, met andere talen, gewoontes en – jawel – eten, dat hoeft van hem allemaal niet zo.

Je hoeft niet per se zaken over je personage te kennen die je tussen de regels door iets meer vertellen, maar als je dit soort dingen opmerkt, doe er dan vooral je voordeel mee. Wie weet waar je nog meer achter komt…

Staat dit gegeven vast?

Natuurlijk kan je lievelingskostje veranderen, anders waren we met zijn allen nog net zo dol op frietjes als toen we kleuters waren. Hoewel je favoriete eten an sich weinig zegt, kan het feit dat je smaak letterlijk verandert, wel een mooie manier zijn om de groei of verandering van je personage aan te duiden.
Ammenooitniet zou jouw personage in hoofdstuk 1 slijmerige, glibberige, zoute oesters eten. Maar in hoofdstuk 4 is er wel een overwinning als die bij het proeven best lekker blijken. Het personage is de comfortzone uitgegaan en daarmee gegroeid. Speel op zo’n zelfde manier ook met symbolieken. Het eten van de oesters kan dan een aanleiding zijn om symbolisch aan te geven dat ook de smaak van je personage vanaf nu ook in andere opzichten  gaat veranderen. Een paar hoofdstukken later is de kledingstijl van je personage veranderd. Misschien kan je ook wel te weten komen of daar – los van eten of de symboliek van smaak-  een expliciete reden voor is.
Gaat je personage zich bijvoorbeeld stijlvoller kleden nu het meer zelfvertrouwen heeft gekregen?

Wanneer is dit belangrijk genoeg om uit te schrijven?

Het lievelingskostje wordt pas belangrijk in de zuivere zin van dat woord wanneer je het gebruikt zoals in dit artikel: als symboliek, of een  waardevolle informatie die je tussen de regels door oppikt. Natuurlijk kan het lievelingskostje ook gewoon een grappig, onbelangrijk detail blijven wat grappig is voor jou als schrijver, maar om verder niets mee te doen.

Dit artikel verscheen eerder op Schrijven Online.

Je personage: de verborgen leugen

Als je een personage gaat schrijven biedt een personagebiografie een handig overzicht van diens doen en laten en geschiedenis. Wat moet je in dat document toevoegen en wat is optioneel?
Deze week een toelichting bij de essentiële kennis over de verborgen leugen.

Wat is de verborgen leugen?

In dit artikel wordt met de verborgen leugen bedoeld: datgene wat het personage zichzelf wijsmaakt, hoe het tegen zichzelf liegt. Dus niet: “Nee, schat, ik ben niet vreemdgegaan…” Maar: “Nu ik weet dat ik onvruchtbaar ben, kom ik daar wel overheen,” terwijl je personage diep vanbinnen weet dat het daar altijd groot verdriet om zal blijven houden.

Waarom is dit belangrijk om dit te weten?

Als je personage tegen zichzelf liegt, is dat vanuit mentale zelfbescherming. De pijn van de achterliggende waarheid is te groot om echt onder ogen te zien. Dat betekent ook dat er iets ongemakkelijks blijft sluimeren in het onderbuikgevoel of het hoofd van je personage. Bewust of onbewust gaat je personage dingen doen of uit de weg om dat rotgevoel niet naar de oppervlakte te laten komen. Met andere woorden: die weggestopte leugen kan invloed hebben op het complete doen en laten van je personage.

Staat dit gegeven vast?

Een verborgen leugen is in bepaalde opzichten net zo belangrijk als het centrale conflict. Soms is het er ook een onderdeel van, of vormt het dat zelfs. Daarom is de leugen zelf niet veranderlijk, maar wel dynamisch: je personage zal er gedurende het verhaal anders naar kijken of mee leren omgaan. Dat is allemaal afhankelijk van wat het leert met het vallen en opstaan binnen het centrale conflict.

Wat kan je te weten komen?

De verborgen leugen legt het grootste pijnpunt van je personage bloot. Het verschilt per verhaal hoe groot en belangrijk dat pijnpunt is. In het ene verhaal is de heldenreis het aangaan van de pijn die bij de leugen komt lijken. Andere keren beperkt het zich tot een enkele scène met veel gewicht.
Neem iemand met onvruchtbaarheid. Als het ene na het andere koppel in de vriendenkring kinderen krijgt, is het niet onlogisch dat je personage bij de volgende zwangerschapsaankondiging in plaats van dolenthousiast uiteindelijk een keer afgemat ‘proficiat’ zegt. Als de aanstaande ouders dat persoonlijk opvatten, kan dat voor een tijdelijke dip in de vriendschap zorgen. Dat maakt een pijnlijke, heftige en dynamische scène, maar het hoeft niet meteen de basis van het verhaal te vormen.
Hoe dan ook, je leert waar je personage geïrriteerd, moedeloos, kwaad of verdrietig van wordt. Dat is kennis die altijd bruikbaar is.

Moet je dit in je verhaal laten terugkomen?

Je kan zelf beslissen of je personage uiteindelijk deze leugen doorziet of niet. Als dat zo is, houd er dan rekening mee dat dat een heel verwerkingsproces met zich meebrengt. (Hoe heb ik mezelf al die tijd zo kunnen bedriegen?!) Dat is altijd een belangrijk deel van de heldenreis dat je niet over kan slaan. Als de leugen niet uitkomt, is het nog wel handig om hem voor jezelf duidelijk te hebben. Al is het maar omdat je dan subtiel kan spelen met zaken waar je personage mee worstelt, voor terugdeinst of voor wegloopt. Dat komt de spanningsboog altijd ten goede, omdat de lezer zich dan altijd af zal vragen: ‘Wat is er toch aan de hand?’ In die nieuwsgierigheid en afwachting zal de lezer de pagina’s blijven omslaan.

Dit artikel verscheen eerder op Schrijven Online.

Foto door Annie Spratt op Unsplash.

Je personage: wat zou het doen met een miljoen?

Als je een personage gaat schrijven, biedt een personagebiografie een handig overzicht van diens doen en laten en geschiedenis. Wat moet je in dat document toevoegen en wat is optioneel?
Deze week een toelichting bij de essentiële kennis over wat het zou doen met een miljoen.


Waarom is dit belangrijk om dit te weten?

Toegegeven, het is een cliché, maar het is erg handig om te weten wat je personage met een miljoen zou doen. Een miljoen is namelijk een geldbedrag waarmee je heel wat hindernissen uit de weg kan halen. Je kan er studie volgen aan de universiteit zonder in geldnood of schulden te komen, hypotheken aflossen, een duur medicijn voor een zeldzame ziekte mee bekostigen, of zonder zorgen eerder stoppen met werken en pensioneren in een verafgelegen paradijs. Deze hindernissen gelden echter voor de meeste mensen. Er is ook een handjevol mensen voor wie een miljoen een schijntje is. Dan kan je je afvragen: wat zou je personage doen met wat voor diegene niets voorstelt, maar waar je in de praktijk wel een project mee op poten zou kunnen zetten?

Wat kan je te weten komen?

Geld maakt niet gelukkig, maar het kan wel verschillende dingen voor elkaar krijgen, zoals je al kon lezen. Als je personage ergens het geld niet voor heeft, dan wordt het dus ergens in gehinderd. Het kan niet doen wat het graag zou willen doen. Bedenk dus: wat zou mijn personage doen als geld geen bezwaar is? Dat kan een droom weerspiegelen, maar ook andere karaktertrekken van je personage blootleggen. Als het (plotseling) rijk is, is het dan gul met dat geld, of juist krenterig? Dat kan vrijgevigheid of egoïsme laten zien, of de angst controle (over het geld) te verliezen. Wat het antwoord daarop ook is, meestal is dat informatie die je ergens wel terug kan laten komen in je verhaal, of die zelfs broodnodig is om over je personage te weten.

Staat dit gegeven vast?

Net zoals een droom in de loop der tijd kan veranderen, kan het ook veranderen hoe en waaraan je personage geld besteedt. Denk aan verschillende levensfasen. Een dertiger zet waarschijnlijk geld opzij zodat de kinderen later kunnen studeren. Bij een pensionaris of hoogbejaarde is het waarschijnlijker dat die het in een keer aan iets uitgeeft om nog een laatste wens te vervullen.
Maar dit gegeven kan ook van de een op andere dag veranderen.  Als je huis van de een op de andere dag door natuurgeweld verwoest wordt, dan ga je het geld niet meer aan een luxe wereldreis besteden… Gebruik deze vraag dus gerust óók om na te denken over mogelijke, spannende, plottwists.

Moet dit gegeven in je verhaal terugkomen?

De welbekende miljoenvraag is een mooi voorbeeld van iets dat je bijna altijd in de personagebiografie laat staan en niet met de lezer deelt. Gebruik je bevindingen uit de bovenstaande alinea’s als show, don’t tell of om je personage verder uit te werken. Laat je het personage zomaar antwoord geven op de miljoenvraag, dan komt het vaak als een infodump over.
De miljoenvraag is vaak een ‘personage in ontwikkeling’- vraag. Een vraag die jij als schrijver jezelf stelt aan de tekentafel. En de tekentafel hoort niet in een uitgewerkt verhaal thuis.

Dit artikel verscheen eerder op Schrijven Online.

Foto door Robert Anasch op Unsplash.

Je personage: het standbeeld

Als je een personage gaat schrijven, biedt een personagebiografie een handig overzicht van diens doen en laten en geschiedenis. Wat moet je in dat document toevoegen en wat is optioneel?
Als je er meerwaarde in ziet, bedenk dan eens voor wie je personage een standbeeld neer zou zetten.


Wanneer kan dit relevant zijn?

Iemand een standbeeld gunnen, vertelt wie de persoonlijke held van je personage is, of naar wie het zelfs opkijkt. Dat laatste is voer voor een thriller. Wanneer je personage iemand verafgood, is het belangrijk om te weten hoeveel macht die ‘inspirerende’ persoon over je personage heeft. Als je personage vanuit aanbidding naar iemand kijkt, wordt het een prooi voor mensen met slechte bedoelingen. Daar kan je vast een plot mee aanvullen of zelfs bedenken. Je personage hoeft daarvoor niet eens in persoonlijk contact te staan met diens ‘persoonlijke god’. Als je personage helemaal geobsedeerd is door Elon Musk, kan je het in de extreme ban van Twitter laten komen…

Staat dit gegeven vast?

Het klinkt wat zoetsappig, maar uiteindelijk is het in veel verhalen het doel dat je personage een standbeeld voor zichzelf neer zou zetten. Het kan dan immers met een goed en trots gevoel terugkijken op diens eigen persoonlijke groei en heldenreis. Maar gedurende die heldenreis zal je personage verschillende mensen bewonderen, omdat die al zijn waar je personage naartoe groeit.  Dit gegeven kan dus veranderlijk zijn.
Een bonustip voor de thrillerschrijvers onder jullie: je kan er een plot van maken dat iemand die zo trots is op persoonlijke groei inderdáád een standbeeld voor zichzelf neer wil zetten en grootsheidswaanzin krijgt…

Wat kan je te weten komen?

Je zou een standbeeld neerzetten voor iemand om grofweg twee redenen. Omdat je wil zijn zoals diegene in doen en laten, of omdat diegene het boegbeeld is van het uitdragen van waarden die je personage bewondert.
“Mijn vriendin verdient een standbeeld, omdat zij zo heldhaftig heeft gevochten tegen haar ziekte.”
“Nelson Mandela verzette zich tegen apartheid en aangezien ik racisme het grootste probleem op de wereld vindt, is het terecht dat die man standbeelden heeft gekregen.”
Dus zo kom je te weten wat je personage bewondert, belangrijk vindt, of uit wil dragen in het leven.

Wanneer is dit belangrijk genoeg om uit te schrijven?

Het is zelden tot nooit belangrijk voor de lezer om zo uitgesproken te weten wie bewondering oogst bij je personage. Liever ziet je lezer door show, don’t tell hoe het personage zelf in het leven staat. Maar de kennis over de ‘standbeeldheld’ van je personage helpt wel om dat middels diezelfde techniek uit te werken in je boek.

Dit artikel verscheen eerder op Schrijven Online.

Je personage: de grootste droom

Als je een personage gaat schrijven, biedt een personagebiografie een handig overzicht van diens doen en laten en geschiedenis. In dat overzicht kan de grootste droom niet ontbreken.

Waarom is dit belangrijk om dit te weten?

Een droom is iets waar je je zinnen op zet, of waar je heimelijk van – inderdaad – droomt. Met goede moed of schoorvoetend, de droom is datgene waar je personage in een verhaal voor moet gaan om het verhaal lopende te houden. Een droom voor ogen houden kan ervoor zorgen dat je personage de hoop niet verliest als het valt, het nodige zelfvertrouwen geven, het kan het laatste lichtje in de duisternis zijn, of wanneer zelfs dat gedoofd is, het slot van een droevig verhaal betekenen. Kortom: de droom is de belichaming van een hoop narratieve voorwaarden.

Wat kan je te weten komen?

De grootste droom is van zo’n grote narratieve waarde omdat die ontzettend veel over je personage kan vertellen. Als de grootste droom is om de nieuwe Einstein te worden, geeft dat talent en interesse in exacte vakken aan. Als je personage zich volop de droom stort, kan dat getuigen van zelfvertrouwen, maar ook van roekeloosheid. Is je personage bang zich in het avontuur van dromenjagen te storen, dan is die berekenend of onzeker. Bedenk ook eens wat je personage ervoor over heeft om de droom te bereiken. Wat zou het ervoor opofferen? Dat kan ook een onverwachte en zelfs duistere kant laten zien. Karaktereigenschappen, talenten, persoonlijkheid en normen en waarden: de grootste droom geeft een ware schat aan informatie.  

Staat dit gegeven vast?

In de basis staat de droom vast in een verhaal. Je personage gaat niet dromen van een succesvolle carrière op Wall Street om even later naar een rustig huisje-boompje-beestje bestaan te verlangen. Dat zouden twee aparte verhalen zijn. Je personage kan – en gaat! – echter wel met de droom ‘meegroeien.’ Onze aandelenhandelaar zal bijvoorbeeld naar New York gaan emigreren, waar hij eerst zei dat in Amerika wonen niet zijn ding was. Of hij legt de lat wat lager en gaat eerst in Nederland in aandelen handelen. Dan wordt hij in New York niet in het diepe gegooid en kan hij met de werkervaring die hij heeft opgedaan, later in de Verenigde Staten indruk maken.
Het is mogelijk om de droom te laten veranderen, doordat het pesonage een groei heeft doorgemaakt, maar je moet dan genoeg tijd nemen voor deze groei om de grote verandering geloofwaardig te maken.
Je personage zal zichzelf of de droom kneden om de kans van slagen van de droom zo groot mogelijk te maken. Soms doet het lot dat voor hem: dan overkomen je personage dingen waardoor hij op plan B over moet gaan om de droom nog na te kunnen jagen.

Moet je dit in je verhaal laten terugkomen?

De grootste droom moet beslist in een bepaalde vorm terugkomen. Het hoeft niet altijd letterlijk – al komt dat wel vaak voor. Maar een afspiegeling ervan is wel een absolute voorwaarde. Stel dat je personage een wereldreis wil maken. Dan hoeft dat niet te gebeuren of zelfs maar een mogelijkheid te zijn. Als je personage blut is, houdt het gewoon op. Maar laat je personage dan wel fan zijn van reisprogramma’s, verschillende talen leren, of verschillende keukens leren koken. Met andere woorden: laat merken dat je met een globetrotter te maken hebt.
Een droom bepaalt zo veel van de (beleef)wereld van je personage dat je een compleet ander personage zou hebben als die droom er niet toe zou doen of iets anders zou zijn.

Dit artikel verscheen eerder op Schrijven Online.

Foto door Wolf Zimmermann on Unsplash

Je personage: het uiterlijk

Als je een personage gaat schrijven, biedt een personagebiografie een handig overzicht van diens doen en laten en geschiedenis. Wat moet je in dat document toevoegen en wat is optioneel?
Deze week een toelichting over uiterlijk dat je kan toevoegen als je er meerwaarde in ziet.

Wanneer kan dit relevant zijn?

Om ervoor te zorgen dat je lezer zich enige voorstelling bij je personage kan maken, is het belangrijk om de uiterlijkheden van je personage te geven. De valkuil daarvan is de hoeveelheid. Deel je te weinig, dan is je personage te vaag om een beeld van te krijgen, deel je te veel, dan zet je paradoxaal genoeg de verbeelding van je lezer op slot.
Wat of hoeveel je ook deelt: beschrijf het uiterlijk van je personage niet in de eerste pagina’s: Dat is een cliché van de bovenste plank.

Staat dit gegeven vast?

Op een paar punten na kan je bijna alles aan je uiterlijk veranderen. Je haar kan je verven, je lippen kan je stiften of laten opvullen, je kan gekleurde lenzen indoen… En ook kledingstijl kan je onder uiterlijk scharen. Als je in je achterhoofd houdt dat je – met een beetje hulp of fantasie –  zó veel aan je uiterlijk kan veranderen, kan je gaan bedenken welke uiterlijkheden ook echt iets over jouw personage zeggen. Als je van nature een brunette bent, maar daar niet bij nadenkt, is dat anders voor iemand die haar haren bruin heeft geverfd en zich nu ein-de-lijk sexy voelt.
Als je op die manier over uiterlijkheden denkt, zet je al een eerste stap naar de beslissing van wat je over je personage deelt en wat niet.

Wat kan je te weten komen?

Zodra je weet welke uiterlijkheden belangrijk zijn voor je personage, weet je vaak ook wat en in welke mate uiterlijk iets betekent voor diegene. Kleding en make-up dragen en in welke stijl, kan een show, don’t tell zijn van sociaaleconomische status of een bepaalde culturele groep waartoe je personage behoort. Ook erfelijke zaken spelen een rol: ook al gaat je personage niet naar de plastisch chirurg: iedereen is wel in zekere mate tevreden of ontevreden over bepaalde lichaamsdelen. Doet dat (uiterlijke) zelfbeeld iets met je personage? Zo ja, dan is dat iets wat je kan – zo niet moet –  benoemen.

Wanneer is dit belangrijk genoeg om uit te schrijven?

Zelden is iemands haarkleur een belangrijk punt in het plot of een uit het oog springend detail wat betreft het uiterlijk. Toch vormt zoiets algemeens een basis voor de beeldvorming van een personage. Maar kies voor maar een of twee van deze standaarddingen over je personage om weg te geven. Haarkleur, kapsel, oogkleur, lengte… Dat maakt meestal niet zoveel uit. Leg liever de nadruk op een uniek kenmerk, zoals een opvallende moedervlek, wel heel erg stompe vingers of de twee gouden tanden. Zo onderscheidt jouw hoofdpersoon zich van alle duizenden zwartharige vrouwen die in alle andere boeken voorkomen.

Dit artikel verscheen eerder op Schrijven Online.

Foto door Михаил Секацкий op Unsplash.