Zo kan je schrappen op grote schaal: deel 2

Je bent begonnen met een grote revisieronde en weet al dat je soms heel radicaal moet schrappen. Soms moeten hele hoofdstukken worden geschrapt of tot enkele zinnen worden ingekort om de vaart in je verhaal te houden. Hoe kan je naar je hele boek kijken om te zien wat mag blijven in je schrapronde, zonder dat je alsnog vervalt in schrappen per scène, alinea of zelfs zin?

Korte terugblik: scènes schrappen

Zoals je al kon lezen in het voorbeeld van vorige week, kan het nodig zijn om je eerste inleidende hoofdstukken compleet te schrappen. Om het voorbeeld van Simon en Jonna nog maar eens te gebruiken. Stel dat je wil schrijven hoe deze kinderen hun eerste jaar in de brugklas gaan beleven. De verleiding kan dan groot zijn om de hoofdstukindeling – let op, hoofdstukindeling, niet scène-indeling!- ongeveer zo op te stellen:

Hoofdstuk 1: een normale dag in groep 8
Hoofdstuk 2: kermis
Hoofdstuk 3: afscheidsmusical
Hoofdstuk 4: de eerste dag van de brugklas

met het idee dat de lezers moet weten wat voor vlees ze in de kuip hebben voordat ze mee kunnen leven met de brugklasavonturen van Simon en Jonna. En als gevolg dat je daar ook vele honderden, zo niet duizenden woorden aan moet besteden. Maar dat is niet zo. Als je de kermisscène uit zou schrijven zoals het voorbeeld van vorige week, kan dat je introductiescène vormen, en kan je hoofdstuk 1 ‘de rest van hoofdstuk 2’ en hoofdstuk 3 helemaal schrappen. Afhankelijk van waar je het brugklasavontuur precies wil starten, kan zelfs hoofdstuk 4 misschien ook helemaal de laan uit worden gestuurd. Vraag jezelf bijvoorbeeld af: gaat het om de spanning van de eerste dag, of wil je vooral schetsen hoe het leven als brugklasser is voor deze kinderen?

Wat wil ik vertellen met een scène?

Hoeveel je uiteindelijk gaat schrappen, is afhankelijk van wat je met een scene of een hoofdstuk wil vertellen. Precies dat moet het uitgangspunt worden als je op grote schaal wil schrappen. Bedenk daarbij of je écht een complete scène of een compleet hoofdstuk nodig hebt om dat duidelijk te maken. Kan je een hoofdstuk vervangen door een enkele scène of een scène door (een) enkele zin(nen)? Je zal ervan schrikken hoe vaak dat het geval is.

Om te bedenken wat je precies wil vertellen met een scène of hoofdstuk, kan je kijken wat de functie ervan is:
* spanning oproepen
* hints geven naar een latere plottwist
* in het hoofd van een personage duiken
* iets introduceren (een idee, personage, omgeving…)
* sfeer omschrijven
* een ‘pauze’ van rust inlassen na een heftige scène
* een overgang naar een volgende akte

enzovoorts.

Selecteren van hoofdstukken en scènes bij het schrappen

Het is een flinke klus, maar het helpt wel om je hele boek kritisch onder de loep te nemen, zonder in details te verzanden. Noteer van ieder hoofdstuk (en later ook van iedere scène, als je echt fanatiek bent) welk van de bovenstaande functie(s) je hoofdstuk heeft, voordat je de tekst opnieuw gaat lezen. Dan ga je er nog blanco in en kun je je niet laten afleiden door wat er daadwerkelijk geschreven staat, maar hou je de aandacht bij wat er hoort te staan.
Lees vervolgens je hoofdstuk. Als je de functies niet op de checklistje staan, mag je ze zonder genade schrappen. Twijfel je nog, dan kan je wat meer gaan inzoomen. Van hoofdstuk ga je naar scène, of van scène naar alinea. Hebben die kleinere gedeelte de functie wel? Dan kan je overwegen om iets te verschuiven.

Schuiven met scènes

Het kan gebeuren dat je een briljante scène hebt geschreven, maar dat die niet in het hoofdstuk past, omdat de functie van de scène niet aansluit bij die van het hoofdstuk. Gooi die scène dan alsjeblieft niet zomaar weg! Ga in plaats daarvan andersom werken. Schrijf op wat voor functie(s) die scène heeft en kijk vervolgens waar die scène nog wel tot zijn recht kan komen. Hou daarbij wel rekening met zaken als:
* staat een eventuele hint naar een plottwist nog wel logisch?
* zijn alle personages op die nieuwe plek in het verhaal al bekend genoeg voor de lezer om met hen mee te leven?
* komt het doel van de scène niet in de knoop met de functie van de akte waarin je hem naartoe verhuist?

Aanpassen van scènes

Mocht je gaan schuiven met scènes, wees dan niet bang om (kleine) aanpassingen te maken. Stel dat de functie van de scène perfect past, maar hij ineens plaats vindt in het bos, waar het in eerste instantie het strand betrof. Ga eerst even na hoe belangrijk de eigenlijke locatie is. Misschien is daar wel een goede reden voor. Zo niet, pas het dan aan. Uiteindelijk is het zelden zo dat lezers iets zeer waarderen om een detail als locatie. Ja, dat zijn details, ook al lijkt het tijdens zo’n revisieronde niet zo. Een lezer keurt makkelijker iets af om iets wat niet logisch is of passend is. Natuurlijk kan je lezers aangenaam verrassen met een goede scène. Maar meestal zijn de scènes die een lezer ook nog na het dichtslaan van een boek nog bijblijven, geen resultaat van schuiven en reviseren. Die scènes zijn van zichzelf al pico bello.

De laatste controle bij het schrappen op grote schaal

Probeer het lezen van je boek als geheel, die allerlaatste controle, ook echt tot het laatst te bewaren, als je vrijwel zeker weet dat alles op zijn plek staat en alles wat geschrapt en verschoven is, op zijn plek staat. Als je na ieder hoofdstuk reviseren het hoofdstuk weer opnieuw gaat lezen ( afzonderlijk of het hele verhaal tot aan het betreffende hoofdstuk) dan zie je het grote plaatje niet meer. Het mogen dan de ‘details op grote schaal zijn’ maar iets talloze keren lezen zorgt er alsnog voor dat je een blinde vlek ontwikkelt voor dingen die je al zestien keer gelezen hebt. En dan kun je niet meer objectief reviseren, op welke schaal dan ook.

Foto door Kelly Sikkema verkregen via Unsplash.

Drie tips voor genadeloos goed schrappen

Schrijven is schrappen” is een veelgehoord mantra in de schrijverswereld. Het houdt in dat de eerste versie van je verhaal vrijwel nooit de beste is. Je moet herschrijven en delen schrappen. Maar schrappen moet je goed doen, anders blijft er niets van je verhaal over. Met deze tips schrap je talloze woorden en wordt je tekst als vanzelf makkelijker leesbaar. 

1. Kijk naar je beschrijvingen

Een van de makkelijkste manieren om een bladzijde te vullen is door te omschrijven. Veelvoudig of in detail, in beide gevallen kan het zomaar meerdere regels aan tekst opvullen. Als je schrijft over blauwe ogen in detail: ‘Hij had ogen die zo blauw waren als een lapis lazuli edelsteen. De diepdonkerblauwe kleur deed denken aan een oceaan met eindeloos veel diepte, zeedieren en avonturen. Ze waren om in weg te dromen.’ Als je dat schrapt en ‘Hij had diepblauwe ogen om in weg te dromen’ laat staan, scheelt dat vijventwintig woorden. 
Je kan ook te veel omschrijven: ‘Hij had een groene, versleten muts op, er zaten scheuren in de mouwen van zijn jas, zijn schoenen kraakten en zijn nagels waren vies.’ Dan kun slechts een aantal dingen opschrijven: ‘Hij had scheuren in zijn jas en zijn groene muts was versleten.’ Dat scheelt twaalf woorden. 
Als veel uitgebreide omschrijvingen hebt, schrap je zo makkelijk duizenden woorden op je volledige manuscript!

2. Deel niet alles wat je weet

Als je personages gaat ontwikkelen, leer je ze kennen als je beste vrienden. Daardoor kom je bijvoorbeeld te weten wat hun lievelingskostje is. In je enthousiasme wil je dat ook graag met je lezer delen. Maar soms zijn dit soort leuke feitjes eerder onnodige opvulling van papier. Het vertraagt je verhaal onnodig. Als je twijfelt of iets nuttig of interessant is, vraag je dan af: “Kan de lezer het verhaal nog volgen als hij dit niet weet?” Is het antwoord ja, kijk dan of je (een gedeelte) van de gegeven informatie kan schrappen.


3. Maak een dialoog wat minder waarheidsgetrouw

Personages praten niet zoals echte mensen dat doen. Let er voor de grap eens op hoe vaak iemand in een gesprek stopwoordjes en tussenwerpsels als ‘uhm’, ‘uhh’ of ‘nou’ in een zin zegt, ook als diegene niet aarzelt of verlegen is. In een boek geven deze woordjes al zo’n soort betekenis aan. Houd dit in gedachten en neem je dialogen nog eens goed onder de loep. Heb je je personages misschien iets te realistisch laten praten?

Een moeder die haar kind vraagt om boodschappen te doen zal realistisch gezien zeggen: “Schat, neem je uh, melk en kaas enne.. brood, is er nog…? Ja, maar uh doe toch.. o nee, er ligt nog in de vriezer, dus ja, uh.. nee. Melk en kaas is uh genoeg, dus tot straks, lieverd.”
In een tekst zegt diezelfde moeder met dezelfde gemoedstoestand: “Neem je brood en kaas mee, schat? O wacht even, er ligt nog brood in de vriezer. Melk en kaas is genoeg. Tot straks, lieverd!” Voilà, dat scheelt veertien woorden en je zin is beter leesbaar.

Dit voorbeeld is extreem, maar het idee blijft hetzelfde. Zijn je personages misschien langdradig in hun woordkeuze, of herhalen ze elkaar om te bevestigen dat ze naar elkaar luisteren? Soms is een ‘realistische’ dialoog te realistisch voor een boek. 

Dit artikel verscheen eerder op Schrijven Online