Een van de manieren waarop je als schrijver informatie kunt schrappen, is door te kijken naar hoeveel tijd je ermee bespaard als je bepaalde infodumops weg zou halen. Om dat idee contreter te maken, kan je ieder woord zien als een bepaalde tijd die je lezer en je personage aan je tekst besteden.
Infodump en ‘As you know Bob’
Hier kan je meer lezen over de basis van infodump. Pas goed op zodra je informatie met je lezer gaat delen. Voor je het weet, vertel je over zo veel details of geef je zoveel onbelangrijke informatie, dat het plot op slot komt te staan.
In een dialoog is het soortgelijke verschijnsel, ‘As you know Bob‘ daarbij een welbekende valkuil. Dat worden er dingen gezegd die totaal niet nodig zijn, omdat de personages die tegen elkaar praten dat allang weten. Denk aan: levenslange vrienden die elkaar wekelijks spreken: “Zoals je weet, is mijn broer al maanden ziek. Dus ik moet nu naar het ziekenhuis om hem bij te staan voor een controle.”
Als je As you know Bob in je achterhoofd houdt om vooral niet te schrijven, dan kan je daarmee makkelijker ontdekken hoe je infodumps kan sorteren. Om vervolgens de nodige informatie te behouden en alle andere aankleding te schrappen.
Je reinste tijdverspilling
As you know Bob komt in ieder genre voor. Van romantische verhalen waarin het tienermeisje haar beste vriendin voor de zoveelste keer vertelt waarom haar vlam toch zó knáp is tot in de actiethriller waarin de IT-deskundige die halsoverkop door de overheid wordt ingehuurd om een code te kraken en zo een oorlog te voorkomen, nog even geïnstrueerd wordt over de werking van het codeersysteem waar hij al een deccenium mee werkt: “zoals je weet, is dit beveiligingssysteem erg gevoelig: een keer een verkeerd wachtwoord en je ligt er een halfuur uit.”
Er kan dus weinig op het spel staan, zoals bij de giechelende meisjes. Maar het kan ook een kwestie zijn van leven of dood, zoals bij de IT-er. Hoe dan ook is een as you know Bob tijdverspilling van de bovenstente plank. Voor zowel je lezer, als voor je personages.
Vanuit het perspectief van de lezer is dit makkelijk te begrijpen. Als je op een boek van 400 pagina’s een paar duizend van dit soort dumps kan schrappen, heeft die het boek een halfuur eerder uit. En dus meer tijd voor een volgend boek. Of gewoon weer tijd om te stofzuigen. Als je niet op de leesbeleving inlevert, is je lezer je altijd dankbaar voor die tijdwinst.
Bij een personage is die tijdwinst te halen in eerder tijd voor actie. Of, zo je wil, tijd weer om verder te gaan van informatie delen naar het eigenlijke plotverloop. Stel je daarbij voor dat voor elk woord dat jij als lezer leest, er afhankelijk van de mate van urgentie er een seconde of een minuut verstrijkt in de papieren wereld van je personage. Dan laat je het tienermeisje:
“Waarom hij zo’n hunk is? Dat weet je toch, Tess? Omdat hij een sexy stem heeft en gewoon zo lief is! Hij kan ook nog eens onverwacht grappig uit de hoek kan komen. En heb je al gezien hoe gaaf zijn haar altijd zit?!”
dus drie kwartier wachten. In die tijd hadden de bezoemvriendinnen een versierplan kunnen bedenken, daar de eerste schets van kunnen maken en al een eerste berichtje naar Romeo kunnen sturen. Lees: als het om het plot gaat, had je al een compleet hoofdstuk verder kunnen zijn.
Wat betreft de IT-er:
“Zoals je weet, is dit beveiligingssysteem erg gevoelig: een keer een verkeerd wachtwoord en je ligt er een halfuur uit. Dat kan het einde van ons land betekenen.”
Wil je als lezer lezen over saaie uitleg of wil je in die metaforische kleine halve minuut meemaken waarin onze held met bloeddruk torenhoog hoopt dat hij het niet gaat verknallen?
Het plot gaat voor
Als je meerdere details moet delen, zie dan ieder woord als een tijdeenheid die voor je personage of je lezer erg kostbaar is. Je las al hoe dat in een dialoog werkt, maar hetzelfde idee gaat op voor sfeeromschrijvingen. Stel je in dat geval voor dat jij als beginnende enthouiaste stadsgids de lezer een rondleiding geeft. In dit geval door de betreffende tuin, museum of kamer. Maar het plot is in dat geval jouw strenge leidinggevende. “Deze mensen hebben betaald voor de korte, goedkopere versie van de rondleiding. Hadden ze de uitgebreide rondleiding gewild, dan hadden ze daarvoor moeten dokken. Geen gratis extraatjes, hè? Als je de grote lijnen hebt uitgelegd, is dat voldoende. Hup, hup, opschieten. De volgende groep komt er weer aan. Ik heb meer werk te doen.”
Die laatste zin mag je letterlijk nemen. Het plot heeft werk te doen, het moet het verhaal aan de gang blijven houden.
Is het voor de lezer (voor nu) voldoende om te weten dat de tuin heerlijk ruikt en prachtige kleuren heeft, ga dan niet van iedere bloem en iedere plant hun latijnse naam en hun belang voor het algehele ecosysteem van deze tuin beschrijven.
Het verhaal van tante Bep
Cliché tante Bep doet haar naam eer aan. 1000 woorden -meer dan zestien uur! Over tijdverspilling gesproken 😉 – later denk je: waar ging het nou over? Als je vermoed dat je tante Bep aan het woord hebt gelaten, schrijf dan eerst eens die aantal zinnen uit.
Bep is blij met de geboorte van haar eerste kleinkind, maar met haar oudste kind botert het al even niet meer.
In plaats van eindeloos vertellen hoe schattig baby’s en hoe verwend de jeugd is, vat je dat liever samen in enkele rake uitingen, waarna Bep iets anders gaat doen, concrete hulp vraagt, of aan serieuze zielenroerselen gaat doen. Kortom: verbreek de cirkel van het beppen en kijk hoe het plot weer aan het roer kan staan. Dat scheelt een hoop tijd. En daar zullen zowel je papieren personages als je lezer je dankbaar voor zijn.
Foto door Jon Tyson verkregen via Unsplash


