Wat is een realistische dialoog?

Een dialoog schrijven waarbij het lijkt alsof de personages van vlees en bloed zijn. Het klinkt als iets wat niet moeilijk is, maar er zit een zekere paradox in het begrip ‘realistisch’ zodra het om dialogen gaat. Wat realistisch is voor mensen en voor personages scheelt meer van elkaar dan je misschien zou denken.

Mensen: tja, dus…Eh, lekker weertje, hè?

Tenzij mensen een toespraak voorbereiden, zijn we niet zulke vlotte praters als we denken, als het om grammatica of het onderwerp gaat. In onze gesprekken hoor je eindeloze ‘uh’tjes, stopwoordjes en de onderwerpen zijn vrij vaak nogal eenvoudig. Of we praten relatief veel van hak op de tak.  Schrijf maar eens een gesprek van tien minuten extreem precies uit, dus inclusief alle ‘zeg maar’ ‘uhm’ en grammaticale fouten. Je zal merken dat zelfs iemand die iets interessants vertelt, echt niet zo vloeiend praat als het lijkt…

En dan heb je nog de ‘hoeishetmetjes’ en de ‘lekkerweertjevandaags.’ Beleefdheidszinnetjes die zelfs in het echte leven geen oprecht antwoord verwachten of die het ijs willen breken, maar verder nietszeggend zijn.  

Denk eens aan het verhaaltempo als je je door zes van zulke bladzijdes heen moet worstelen, gewoon om erachter te komen: die zijn verliefd, of proberen een datum te prikken…
Oftewel: neem ‘een realistisch klinkende dialoog’ vooral niet te letterlijk, daar wordt hij alleen maar onleesbaar en traag van.

Personages zijn slimme gedachtelezers

Is het je al eens opgevallen dat personages in een goede dialoog altijd een weerwoord klaar hebben? Soms in de context van een ruzie, maar soms ook gewoon in een vriendschappelijk gesprek. Dat komt omdat geen papier mag  ‘verspillen’ aan de ‘lekkerweertjes’.
 Personages snappen bovendien in zekere zin bijna altijd wat de ander onuitgesproken zegt of voor boodschap heeft. Bijna alsof ze gedachten kunnen lezen. Dit houdt de vaart in een dialoog.

De filmklassieker ‘Jurassic Park’ heeft een scène die dit heel goed laat zien.
Een rijke investeerder heeft door DNA-onderzoek dinosaurussen opnieuw kunnen creëren en heeft daar een attractiepark bij gemaakt: ‘kom naar de dino’s kijken!’ De wetenschappers die bij hem aan tafel zitten vertellen waarom dat dat evolutionair gezien een slecht idee is. Dát zeggen ze hardop. Niet letterlijk, maar nog wel onsubtiel zeggen ze ook: jij bent ontzettend dom bezig. Tussen de regels door en iets subtieler zeggen ze ook: jij hebt een veel te groot ego.

Dat is ook nog duidelijk, maar het feit dat het niet wordt uitgespeld voor de kijker en die boodschap toch overkomt, laat de kwaliteit van de dialoog zien: tussen de regels door wordt er nog extra informatie duidelijk gemaakt. Er zitten meerdere lagen in.   
De personages hebben dat zelf ook in de gaten: O, dus jij noemt me dom en egoïstisch? Hier is een tegenargument: “Wat als ik een met uitsterven bedreigd diersoort zou redden met deze kennis? Daar zou jij als bioloog niets op tegenhebben.” (Lees: alsof ik alleen maar slecht ben! En ook:  jouw argument valt ook in duigen wanneer…)

Personages: vaart met meerdere lagen maakt een dialoog realistisch

In de scène van Jurassic Park leert de kijker met de dialoog ook dat de wetenschappers de natuur hoger in het vaandel hebben staan dan de vooruitgang van de wetenschap. En dat de investeerder liever wegkijkt in plaats van zijn eigen falen toe moet geven.

Een goede dialoog is dan misschien niet realistisch in de letterlijke zin van het woord, maar het voelt wel zo, omdat die nergens stokt en de vaart erin houdt. Met argumenten over en weer, of omdat je als lezer tussen de regels door meer over de personages te weten komt op een manier die niet geknutseld of dramatisch overkomt.

Wil je een dialoog realistisch houden, kijk dan naar meerdere motieven en de snelheid waarin die elkaar opvolgen en laat wat meer los wat iemand letterlijk zou zeggen.

Dit artikel verscheen eerder op Schrijven Online.
Foto door Azzadiva Sawungrana on Unsplash.

‘As you know Bob’: De draak van een dialoog op de uitlegpreekstoel

Een goede dialoog neemt je lezer helemaal mee in het verhaal. Een slechte dialoog haalt je lezer er helemaal uit. Een van de doodsteken van een dialoog is het verschijnsel dat bekend staat als ‘As you know, Bob’.  Daarin wordt omwille van de uitleg aan de lezer iets besproken, wat zo onnatuurlijk klinkt dat je hele verhaal een lachertje kan worden. Hoe ziet dat er precies uit en hoe kan je dit gesprek met ‘Bob’ voorkomen?

Personages zijn zich bewust van hun publiek

‘As you know Bob’ kan je samenvatten als: personages hebben weet van de lezer als een toeschouwer van hun leven die geïnformeerd moet worden. Want waarom zouden ze dit anders zeggen?

Dat ‘dit’ is iets wat nieuwe informatie is voor de lezer. Maar de personages vergeten deze informatie pas als ze een zodanige klap op het hoofd krijgen dat ze hun hele leven vergeten zijn.
Voorbeelden:

  • Levenslange vrienden die elkaar wekelijks spreken: ‘Zoals je weet, is mijn broer al maanden ziek. Dus ik moet nu naar het ziekenhuis om hem bij te staan voor een controle.’
  •  ‘Hey, broertje, lang niet gezien!’
    Een naam is natuurlijker dan het algemene, alles verklappende ‘broertje’.  Sla holle beleefdheidsfrasen als  ‘Lang niet gezien’ over en begin de scène liever aan de tafel bij het kerstdiner waar blijkt dat broertje niet lekker in zijn vel zit. Dan kan je hoofdpersoon uit eigen beweging vragen wat er scheelt.

Vragen om een ‘as you know Bob’ te voorkomen

Een vuistregel is dat een dialoog al heel wat ‘As you know Bob’ af is als je onthoudt dat informatie delen nooit belangrijker is dan een plot op een natuurlijke manier aan de gang te houden. Om dat te controleren kan je jezelf een paar vragen stellen:

Moet de lezer dit nú weten?

Is het belangrijk dat de lezer op exact dit moment weet dat:
* de personages familieleden zijn, als ze elkaar bij binnenkomst begroeten?
Of kan je de erfenis die tijdens het kerstdiner ter sprake komt, dat duidelijk maken? Dan heb je meteen een spanningsboog.
* De vriend naar het ziekenhuis en de zieke broer gaat?
Wat moet de spanning van deze scène maken? De zieke broer, het feit dat de vriend nu niet beschikbaar is voor je protagonist, het feit dat de vriend iets halsoverkop gaat doen, waardoor hij iets vergeet te doen, dat later belangrijk is voor het plot…?
Kortom: wat maakt dat de gesprekspartner van Bob dit zou zo uitleggen? Waarschijnlijk is er iets ernstigers of anders aan de hand dat zich niet leent voor letterlijke uitleg, als je er wat langer over nadenkt. Zelfs als dit personage er ‘gewoon’ wil zijn voor zijn zieke broer, dan kan het alsnog anders:

“Ik wil er nu zijn voor Jeroen, dus ik ben naar het ziekenhuis.” Punt.  Dan is de echte uitleg aan de lezer er al van af. Dat brengt ons bij vraag twee:

Wat als de lezer ‘dit’ niet weet?

Idealiter schrijf je zo dat de lezer geïnteresseerd blijft, ook al weet hij de details van ‘dit’ niet. Een ‘as you know Bob’  vertelt meestal iets dat in het grote geheel geen verschil maakt, als er sprake zou zijn van een net iets ander detail, of wanneer de lezer dat detail niet weet.

Of je personage het broertje of de oom lang niet gezien heeft, maakt geen verschil meer als er later om een erfenis wordt gevochten. En of Jeroen nu lijdt aan kanker of hartfalen, en of hij nu een vriend of een broer is: iedereen snapt dat je als het niet goed met iemand gaat, je een bezoek wil brengen.

Je kan de kans op een ‘As you know Bob’  verminderen door goed te kijken of informatie in het hier en nu en de details daarvan een verschil maken. Vaak is dat niet zo. Dat maakt het schrappen van deze draak van een dialoog al een stuk makkelijker.

Dit artikel verscheen eerder op Schrijven Online.
Foto door Thriday via Unsplash

In dialoog met je personage: voice dialogue

Voice dialogue is het principe dat iedereen innerlijke stemmen heeft met een bepaald karakter. Spreek je jezelf streng toe? Dan is dat de stem van Politieagent. Heb je een stem die zegt dat je goed bezig bent? Dan is dat de stem van Lieve Juf. Gebruik dit principe om de heldenreis goed af te stemmen en levendig te maken.

Wie staat er aan het roer in je hoofd?

De innerlijke stem die zegt dat je geweldig, een watje, of te perfectionistisch bent. Of die zegt dat je je klein moet houden, wat meer op je grote mond moet letten… Je gedachten schieten soms alle kanten op. Het kan helpen om die gedachten te groeperen en daar personages van te maken. Dat is het globale idee van Voice dialogue. Zo kan je makkelijker naar een/ je groeiproces kijken. Merk je dat de strenge stem die je Politieagent hebt genoemd wel erg vaak aan het woord is? Besluit dan dat Lieve Juf Politie van de preekstoel haalt. Dan hoor je weer even een aanmoedigend woord van jezelf.

Voice Dialoguepersonages maken

Kijk eens of je al voice dialoguepersonages hebt. Die vind je in gedachten als:
* Ik zeg vaak tegen mezelf dat…
* Inwendig heb ik vaak gedachten die vinden dat ik ….. ben/moet zijn
* Soms kom ik over als een … Dat is op momenten wanneer ik…

Gedachteovertuiging/ innerlijke stem mogelijke naam voice dialoguepersonage
Ik ben lui….. dus ik moet meer sportenTrainer Loopband
Ik doe mijn best…… en dat is goed genoeg Coach Pieter
Ik ben af en toe wel erg filosofisch…… dan ik lijk wel dertig jaar ouder Oma Sofie
Ik ben niet goed genoeg…en hoor daarom nergens echt bij Siem

Merk op aan de namen van deze personages dat je daarmee iedere kant op kan. Je kan je een bijna cartooneske naam geven, de naam associëren met die van iemand anders, woordspelingen gebruiken of ‘gewoon’ een naam verzinnen. Alles mag als het voor jouw beleving klopt.

Het is handig om dit principe eerst bij jezelf uit te proberen om iets bekender te raken met het idee. Je kan het oppervlakkig houden, maar je kan ook diep psychologisch graven. Ook hierbij geldt: kijk wat je lukt, wat voor je werkt en wat nog houdbaar is. Probeer het dan uit voor je personages.

Aandeelhoudersvergadering

Als je de voice dialoguepersonages voor je held hebt bedacht, kan je een aandeelhoudersvergadering gaan houden met hen. Niet in de economische zin, maar iets letterlijker: wie van deze personages heeft het grootste aandeel in het leven/ hoofd van je held? Iemand die erg onzeker is, zal vaker bezoek krijgen van Trainer Loopband en Siem. Waarschijnlijk zijn die vooral aanwezig in het begin: onzekerheid is in boeken vaak een mooi thema om in te kunnen groeien, om als comfortzone te verlaten. Je zou dan kunnen zeggen dat het personage als doel kan hebben om Coach Pieter de overhand te laten krijgen. Maar als dat het gewenste resultaat is, wie kan daar dan bij helpen? Oma Sofie? Misschien: filosofisch zijn kan zorgen voor een goede introspectie. Maar als je personage zich daardoor oud en versleten voelt, kan Siem met haar in discussie gaan. Dan heeft hij misschien daarin te veel de overhand. Mis je misschien nog een personage? Wat dacht je van Stan? Hij twijfelt continu. Niet zozeer aan zichzelf, maar wat de beste oplossing of manier van handelen, of überhaupt waar is. Hij kan dus vertegenwoordigen hoe je held zot wordt van dat continue heen en weer van Coach Pieter naar Trainer Loopband.

Hoe vind je de voice dialoguepersonages?

Als je in de fase bent beland dat je personage al levensecht is geworden voor je geestesoog, dan kan je je personage vragen wie er allemaal in het hoofd aan het kletsen is. Ben je nog niet zover, lees de personagebiografie dan nog eens door. Tussen de regels door kan je waarschijnlijk wel wat personages vinden.

Is je personage onzeker, kritisch en gevoelig voor groepsdruk? Dan is de kans groot dat Scarlett regelmatig opduikt en je heldin vertelt dat ze toch echt meer aandacht aan haar uiterlijk moet besteden, voordat ze als enige in haar klas vol zestienjarigen straks geen vriendje heeft die haar mee naar het schoolfeest vraagt.

Heb je al bedacht dat het je personage wraak gaat nemen? Dat is nogal heftig. Ergens zit daar waarschijnlijk een niet genezen psychologische wond. Wat is dat? Verdriet, woede, schaamte? Je kan dit onzichtbare, weggestopte deel van je ook een naam (Onno) geven. Dat kan helpen om dit belangrijke deel niet vergeten mee te nemen. Als je in je opschrijft in je opschrijfboekje ‘Onno moet nog een keer in een scène voorkomen’ is dat concreter en makkelijker uit te werken en onthoud je dat beter dan ‘Ooit moet Geert nog eens zijn verleden onder ogen zien.’

Balans in voice dialogue, balans in je plot

Als je de aandeelhoudersvergadering hebt, kan het handig zijn om te noteren hoe vaak ieder voice dialoguepersonage grofweg aan het woord komt, of waarvan je denkt die vaak in het verhaal terug moet komen. Turven kan hierbij erg overzichtelijk zijn. Zo voorkom je dat je alsnog met je plot afdwaalt, of van het hoofdplot een subplot maakt, of andersom.
Als je personage ernaartoe moet groeien dat coach Pieter het meest aan het woord is, dan zullen Siem en trainer Loopband het vaak met elkaar eens zijn. Toch maakt het voor het centraal conflict veel uit wie van de twee het is. Als je personage vooral van de bank af komen, heb je meer scènes nodig waarin Trainer Loopband aan het roer staat. Siem kan namelijk ook een veel breder of zelfs een ander verhaal met zich meebrengen, zoals onzekerheid over het sociale voorkomen. Verdeel op die manier de rollen en het aandeel van de voice dialoguepersonages over je plot en dan krijgt dat een stevige basis. Hoewel deze interne personages niet zichtbaar aan het woord hoeven te komen, kunnen ze je achter de schermen enorm helpen om je held levendiger te laten lezen.

Een dialoog schrijven: start de ruzie

Een van de duidelijkste momenten dat je het verschil ziet tussen echte personen en personages is tijdens een gesprek. Houd je een dialoog waarheidsgetrouw, dan komt alles in je boek tot stilstand. Een dialoog moet juist een element zijn waar er heel veel informatie duidelijk wordt, zodat alles weer vooruit kan, of er dingen ontdekt kunnen worden. En dat bereik je met ruzie.

Het nut van een dialoog vanuit schrijversperspectief

Een lezer kijkt mee in een fictieve wereld door de ogen van personages. Dus als die gedachten verwoorden, is dat een uitstekende manier om meer te weten te komen over hun beleving van de wereld, of om de voortgang van het plot of een verhaalthema verder te kunnen uitdiepen. Ook kun je met een dialoog in het hoofd van je personage duiken en daarmee verborgen motieven blootleggen. Daarmee kan het centraal conflict ook duidelijker worden.

Het nut van een gesprek vanuit personageperspectief

Je personage is een sociaal wezen, net als echte mensen. Daarom zal het met anderen willen praten. Maar bij een dialoog is een grijs gebied te vinden tussen personen en personages. Dat grijze gebied kan je goed onthouden met het zinnetje:

Ik heb iets te vertellen

In het geval van mensen moet je dat letterlijk zien: “ik wil je vertellen over mijn werkdag, hoe vreselijk ik het weer vind, waarom ik dit een geweldig boek vind…”
Bij een personage is dat eerder figuurlijk, zo niet schrijftechnisch: ik heb iets te vertellen over het plot, het verhaalthema, onderlinge relaties tussen personages, enzovoorts.

Daarom kan een mens eindeloos doorkeuvelen over het weer en is dat nooit – of pas na heel lang- vervelend, maar irriteert het bij personages vrijwel onmiddellijk als het om iets eenvoudigs gaat. Het sluit niet aan bij het achterliggende doel van de schrijver om in een dialoog altijd iets meer uit te diepen dan er daadwerkelijk wordt gezegd.

Achterliggende doel van een dialoog: ruziemaken

Een conflict is in een verhaal niet hetzelfde als ruziemaken. Een conflict is waar je held van groeit, een ruzie is die eindeloze: ‘ja maar (jij)…’ in een verbaal gevecht.
Maar op eenzelfde manier is een dialoog ook altijd een ruzie, zonder dat er meteen vazen sneuvelen of stemmen verheven worden.

In een dialoog betekent ruzie dat er altijd sprake is van aanvallen (‘ja, en [wat ik zeg klopt ook] ..’) of verdedigen ‘nee, want…[hier heb jij niet aan gedacht]’. Net als bij het verschil tussen ruzie en conflict in de narratieve zin is aanvallen en verdedigen en de bijbehorende ‘ja maar’ en ‘nee want’ niet letterlijk. Zie het meer als een ‘aanvulling’ op hetgeen wat de ander net heeft gezegd. En ja, soms is dat inderdaad ruziën of discussiëren, maar het kan net zo goed een lieflijk gesprek tussen een moeder en kind zijn:
“Wat was het leuk in de dierentuin vandaag!”
“De leeuw had zulke grote tanden, hè, mama?” (Ja, het was leuk en [de leeuw was het indrukwekkendst])
“Daar kon hij een zebra mee opeten!”
“De leeuw zat zo mooi op de rots te brullen” (Nee de leeuw eet geen zebra op, want [de leeuw was te druk met brullen op de rots])” Wat ook kan: (“Ja en [ik kon bij het brullen zijn grote tanden zien waarmee hij die zebra op kon eten]).

Afhankelijk van hoe moeder dit interpreteert, kan dit gesprek verdergaan:

Hoort ze vooral de nee, dan zegt ze misschien: “Hoe hard denk je dat een leeuw kan brullen?” Hoort ze de ja, dan vraagt ze: “Zou je dat zielig vinden, als de leeuw de zebra op zou eten?” om het gesprek verder op gang te houden.

Een echte discussie in een dialoog

Natuurlijk wordt er ook wel eens echt gediscussieerd in een dialoog. Dan is het zaak dat je binnen de regel van ‘ja en’ ‘nee, want’ uiteenzet waarom personages vinden wat ze vinden. In een echte discussie is er niets zo vervelend als het argument: omdat ik dat vind. In een boek is die irritatie nog drie keer groter, omdat het verder geen inzicht geeft in wat personages denken, waarom ze dat denken en het het verdere plot ook niet vooruit helpt. Dialogen zijn bij uitstek momenten waarop je kan zaaien en oogsten. Denk aan de echtelijke ruzie over de afwas. Dat gaat echt niet meer over de vuile vaat als het argument valt: ik doe het hele huishouden altijd, en jij doet nooit wat (nee, ik ben geen nutteloze partner [want ik ben hier degene die altijd alles regelt]) (Ja, jij bent wel de schuldige [en jij bent degene die alles fout doet])

Altijd meer zeggen dan er gezegd wordt

Op die manier moet er in een dialoog altijd meer bedoeld worden dan er eigenlijk gezegd wordt. Zodat je later in het plot kan zeggen: en daarom ging Karin vreemd met Gerard, omdat híj wel eens iets regelde in het huishouden. Een belangrijk plotpunt, waar het hele verhaal naartoe liep door middel van een goede expositie in een dialoog verstopt. Terug naar het idee dat:
“Lekker weertje!’
” Ja, lekker weertje, hè?
in een boek zelden tot nooit werkt in een dialoog. De oorzaak daarvan is dat er niet meer wordt bedoeld dan de ‘mededeling’ dat het lekker weer is. Het geeft geen verdere inkijk in het hoofd van het personage, het is geen zaaien en oogsten in een plot. dat tot uiting kan komen.. Dat wil niet zeggen dat je daar niets mee kán.
Soms is het zo simpel als veranderen naar: “alweer die stomme regen, nu kan ik alweer niet gaan fietsen…” [nee, ik ben hier niet blij mee, want nu zie ik mijn fietsmaatjes alweer niet…]

Als je er dan nog voor zorgt dat je wat kleine, persoonlijke maniertjes van personages en algehele sfeeromschrijving aan toevoegt is je dialoog al snel vlot en levendig. Voeg daarbij nog de regel van actie en reactie toe en je dialoog spat van de pagina’s af.

Foto door Daniel Lonn on Unsplash.

Meer weten over het schrijven van een dialoog? Je kan ook mijn cursus volgen.

Dialogen in een filmscript

Omdat je in een film niet in het hoofd van een personage kan kijken, moet je personage zijn gedachten verwoorden. Daar zijn dialogen geschikt voor. Maar hoe voorkom je dat er ontzettend saai en te veel of juist te weinig duidelijk wordt uitgesproken?

Een film is visueel

Omdat je in een film alles moet kunnen zien en er relatief weinig aan de verbeeldingskracht kan worden overgelaten, moet je voor een film duidelijk kunnen schrijven. Lees hier mijn inleiding over het schrijven van een filmscenario.
Buiten het gegeven dat je in een film van alles kan zien, kan je ook dingen horen, door geluidseffecten en muziek. Goede acteurs kunnen ook al een hoop vertalen. Je hoeft dus niet bang te zijn dat je alles moet ‘tellen’; show don’t tell kan ook via andere middelen dan schrijven worden verwezenlijkt. Toch blijft het belangrijk om te bedenken dat de tekst die je schrijft juist méér moet doen dan alleen iets zeggen (lees: hapklaar vertellen wat er speelt, door het ronduit zo op te schrijven.) Probeer zoveel mogelijk tussen de regels door iets te vertellen over je personages of de omstandigheden. Dialogen zijn daar uitermate geschikt voor.

Filmdialoog en het personagekarakter

Ironisch genoeg kan het show don’t tell principe in zijn letterlijke zin helemaal omgekeerd uitpakken als je een goede dialoog schrijft in een film. Door iets te zeggen, laat je zien hoe iets in elkaar steekt. Dat kan je met bijna iedere situatie doen, maar juist als het om het beschrijven van karakter gaat, is een goede dialoog belangrijk. Als je een personage hebt dat altijd chagrijnig is, kun je dat niet altijd met een boos gezicht laten rondlopen. Mimiek is in verhouding tot gesproken woorden relatief subtiel. Je moet het vaker of meer uitvergroot laten terugkomen om het echt op te laten vallen. En als je personage echt de hele tijd met een boos hoofd rondloopt, wordt dat ook weer ongeloofwaardig. Al is het maar dat je niet weet waarom hij steeds zo boos is: je kan niet in zijn hoofd kijken. Je kan een ander personage natuurlijk naar het waarom laten vragen, maar dan neem je tell overdreven letterlijk.
Wat dan helpt, is om te kijken naar welke karaktertrekken of omstandigheden je personage nog meer heeft. Kijk daarvoor in je personagebiografie en ga het een en ander combineren.

Voorbeelden van karakteruitwerkingen in dialoog

Om duidelijk te maken hoe dat in de praktijk werkt, is hier een aantal personages met verschillende karaktertrekken en omstandigheden.

PersonageKenmerken van het personage
Lydia rijkeluiskindje, niet zo goed op school, dol op oude culturen
Boazuit op macht, slecht in zelfreflectie, eenzaam
Akramsociaal, gek op techniek, had een strenge moeder

Deze personages hebben liefdesverdriet en kloppen aan bij Sjors de psycholoog om erover te praten. Lydia komt eerst.

SJORS
Waarom is het uitgegaan?

LYDIA
Ik kon steeds minder met hem afspreken, want ik had heel veel bijles. Hij vond dat we elkaar te weinig zagen.

SJORS
Denk je dat je iets had kunnen doen om hem dichtbij je te houden?

LYDIA
Ik had hem een duur cadeau kunnen geven. Zo maakt mijn vader het ook altijd goed als hij lang weg is geweest. Wist je dat ze in oudere volkeren ook altijd dure cadeaus gaven als teken van liefde?

Nu is Boaz aan de beurt.

SJORS
Weet je wat er mis is gegaan in de relatie?

BOAZ
Geen idee. Die vrouw zei gewoon ineens dat ze genoeg van me had.

SJORS
Is er vaker een relatie zo geëindigd?

BOAZ
Al mijn zeven relaties zijn zo geëindigd.

SJORS
Dat is best vaak, voor datzelfde einde. Had je een goede relatie met je ouders?

BOAZ
Ik betaal je niet om over mijn jeugd te zitten ouwehoeren. Ik wilde het over mijn relaties hebben, dus dat gaan we hier bespreken en niets anders!

SJORS
Klopt, je kwam voor je relatie. Maar misschien kan ik je helpen een pijnpunt te ontdekken waar het steeds misloopt.

BOAZ
(met tranen van woede in de ogen)
Ik heb verdomme geen pijnpunten, zielenknijper! En ik zit heus niet weg te kwijnen in mijn eentje. Ik heb niemand nodig!

Als je niet eenzaam bent en geen pijnpunten hebt, waarom schrééuw je dan dat je niemand nodig hebt en word je boos als iemand oppert dat je zwaktes hebt, Boaz?

Akram is de hekkensluiter.

SJORS
Denk je te weten waar het mis is gegaan?
AKRAM
Ik vond haar aanwezigheid te vanzelfsprekend; ik deed te weinig moeite voor haar. Ik was vaak ook bij andere vrienden. Daar heb ik wel spijt van… Ik schaam mezelf. Ik zou het liefst nu gewoon een week in de garage zijn en niets anders doen dan aan auto’s sleutelen. .
SJORS
Je mag best afleiding zoeken, hoor. Daar is niks mis mee.
AKRAM
(lachend)
Dus ik hoef niet meteen mijn hele jeugd naar boven te halen?

Sjors grinnikt.

SJORS
Nee hoor! Al zou ik je wel aanraden om veel groente en fruit te eten. Dat geeft je extra weerstand en dat kan je goed gebruiken als je liefdesverdriet hebt.

AKRAM
Verdorie nog aan toe Sjors! Dacht ik dat je niet als mijn strenge moeder zou klinken en dan herinner je me nog aan haar door te benadrukken extra groente te eten. Man, dat heeft ze er mij als kind geprobeerd in te rammen. Zo erg dat ik nu nog steeds misselijk wordt als ik alleen al naar broccoli kijk.

Sjors en Akram lachen.

Je ziet dat het belangrijk is om tussen de regels door iets duidelijk te maken. Soms kan dat relatief duidelijk, andere keren mag je het overlaten aan context en andere dingen als mimiek en regieaanwijzingen binnen de gesproken tekst. Je mag een personage langer of korter laten praten. Wat dat betreft is er geen goed of fout. Maar nog meer dan in een boek is het in een film zeer vermoeiend als je personages ellenlang of inhoudsloos praten. Zorg er daarom voor dat de woorden die wel worden uitgesproken zowel letterlijk als figuurlijk veelzeggend zijn.