Moraal op de achtergrond: zo blijft een boodschap leesbaar

Als je een moraal wil vertellen, is het grootste doel dat het inspireert en misschien wel de grootste angst dat het er te dik bovenop ligt. Dat is niet helemaal onterecht. Niets leest zo vervelend en wordt zo slecht ontvangen als een wijzend vingertje, al dan niet met een bepaalde politiek of sociaalmaatschappelijk gekleurde boodschap. Toch kan je bepaalde een boodschap heel goed meegeven, zonder dat het opvalt, maar wel op een manier die toch heel goed beklijft.

Zo deel je een boodschap niet: de ‘sterke vrouw’

De sterke vrouw trope waarin een vrouw uitgegroeid tot een figuur dat beter is dan mannen nu ze het glazen plafond heeft gebroken en iedereen afblaft is een goed voorbeeld van hoe je een boodschap niet moet delen. Zij heeft haar oorsprong in het principe van de doorgeslagen trope. De schrijver wil zó graag een bepaalde boodschap delen dat die daardoor in hyperbolen verzandt en hetgeen wat zo slecht is, uiteindelijk bij de held(in) van het verhaal alsnog wordt uitgedragen. Denk aan: ‘Mannen zijn slecht omdat ze iedereen afblaffen in hun machtspositie,’ waarna de vrouwelijke CEO en heldin van het verhaal precies hetzelfde doet. Maar dan is het oké, want mijn boodschap is dat er meer vrouwen aan de top moeten komen.

Het moge duidelijk zijn waarom dit krom en vervelend leest. Maar laten we er toch ook schrijftechnisch naar kijken. Als het hele plot gaat om een vrouw die haar weg naar de top behaald om beter te zijn dan de schreeuwende mannen aan de top, om op het laatst ook iedereen af te blaffen, dan begint ze bij nul, om vervolgens ook bij nul te eindigen. Niet alleen dat. Diezelfde nul aan het begin wordt ook nog eens gezien als 100, 1000 of een ander groot winnend getal dat het gewoon niet is: het blijft hetzelfde dat in het begin zo ongewenst was.
Vertaal dat nu eens naar een centraal conflict zonder doel om een moraal uit te dragen. Hou het lekker simpel, want dan zie je goed hoe belachelijk dat principe eigenlijk is:
Een jongen is te verlegen om een meisje verkering te vragen en moet daarvoor het zelfvertrouwen zien te vinden. Eerst is hij zo verlegen dat hij in haar aanwezigheid niet durft te spreken, gedurende het verhaal gaat dat stapje voor stapje beter. Uiteindelijk volgen er gesprekken, die steeds diepgaander worden en uiteindelijk krijgt de jongen verkering omdat hij het meisje in de weken erna weer volledig gaat negeren en niet meer tegen haar durft of wil praten. Misschien zit er zelfs geen oogcontact meer in.

Geen antagonist als tegenslag, maar de dagelijkse werkelijkheid

In een verhaal met een overduidelijk storend moraal is het vaak de held VERSUS, met hoofdletters. Je held is niet alleen iemand die net als ieder ander een leven heeft met daarbij de doodnormale doelen als: het gezinnetje gelukkig houden, een fijn sociaal leven en misschien dromen van een groter huis. Nee, er moet ook gevochten worden tegen iets of iemand. Denk hierbij aan uitspraken als:
* We moeten de straat op voor…
* Ik wil vechten tegen ‘het systeem’
* Deze manier van…. Moet stoppen!
* Dit kan niet langer en als niemand anders het doet, doe ik het wel

Hoewel verhalen met een held die zo’n uitgesproken doel heeft interessant kunnen zijn, lopen ze het risico om prekerig te worden. Probeer daarom datgene wat jij of je personage zo vervelend vinden geen uitgesproken tegenstander te geven. Dus Robin Hood gaat niet die ene rijke koning bestrijden en de feministe heeft geen blaffende mannelijke baas om tegenop te boksen, waarvan ze weet waar hij te vinden is: derde deur links op de zesde verdieping.

Kijk in plaats daarvan eens hoe zich dat dagelijks manifesteert, zonder op te vallen. Deze paradox werkt in je voordeel. Want hoe valt het nog op dat je wil schrijven over de onrechtvaardigheid van extreme armoede als je held amper te eten heeft, maar wel een doorzettingsvermogen heeft om daaruit te komen?
Zelfs deze vraag is een paradox, zie je dat? De dagelijkse werkelijkheid is als je het goed doet, interessant genoeg om over te schrijven. Als je dan erin slaagt om die dagelijkse werkelijkheid niet te overromantiseren en het onrecht op een natuurlijke manier te portretteren, dan is de lezer waarschijnlijk wel empatisch genoeg om met je held mee te leven: “Tjee, wat is het erg dat hij zó weinig eten en geld heeft. En dat is zo bij meer mensen, dat zag ik in de dagelijkse gang van zaken; de meesten werden uitgebuit. Daar zou iets aan gedaan moeten worden.”

Als je met het leven van een personage meeleeft, doe je dat ook met zijn omstandigheden. Dan hoef je het hoe en wat daarachter niet eindeloos toe te lichten, dat wordt dan vanzelf duidelijk. Het verhaal is ook herkenbaarder zodra het probleem abstracter wordt: hoe vaak kunnen wij naar de derde deur links op de zesde verdieping gaan en te zeggen: ‘zodra die vent is opgehoepeld, ben ik van het probleem af. Ik ga maar even tegen hem schreeuwen en dan neem ik het over als hij er niet meer is’? Het (echte) leven is stukken genuanceerder en hoe meer je van die nuance mee kan nemen in je boodschap, hoe meer de boodschap bij de lezer aan zal komen. Het zal heel goed kunnen dat die boodschap niet zo makkelijk meer te definiëren is voor de lezer. Maar het zorgt er wel voor dat je boek minder snel vergeten wordt. En je boodschap ook. Al is het maar omdat je lezer met een specifieke emotie en een diepgaande vraag je boek dichtslaat.

In de blogpost van volgende week ga ik de duidelijke moraalridder en de prettige boodschapper naast elkaar zetten, zodat je het verschil goed kan zien en wat meer kan oefenen met dit principe.

Doel en boodschap van je verhaal

Zodra je een verhaalthema voor je verhaal hebt bepaald, moet je gaan nadenken over het doel van je verhaal. Het zet de toon voor je boek en bepaalt in grote mate hoe de lezer het zal interpreteren.

Verhaalthema in je boek

Het verhaalthema is een belangrijke bouwsteen voor je verhaal. Het bepaalt in hoge mate het verhaalverloop, de wereld van je personages en soms zelfs het centrale conflict. Het thema draagt een duidelijke boodschap uit. Dan is het niet meer nodig om over het doel van je tekst na te denken, toch? Nou… Nee.

Doel van je tekst

Zoals je op school hebt geleerd, kan een tekst meerdere doelen hebben:
* vermaken;
* informeren;
* aanzetten tot handelen;
* overtuigen.

Het ligt voor de hand om te denken dat als je een verhaal schrijft, je wil vermaken. En dat zal bij een roman, in welk genre dan ook, ook het primaire doel blijven. Maar als je een verhaal schrijft, kun je er niet omheen dat je indirect vanwege je plot, thema, setting of personages ook de andere tekstdoelen ook meeneemt.

Informeren
Als je schrijft over slavernij, informeer je de lezer ook. Je moet schrijfonderzoek doen, als je wil dat je verhaal een beetje overeind blijft staan. Zo krijgt de lezer bijvoorbeeld te weten:
* hoe tot slaaf gemaakten werden behandeld;
* hoe een dag van een tot slaaf gemaakte eruit zag;
* hoe tot slaaf gemaakten werden verkocht en of ze zich al dan niet konden vrijkopen.

Als schrijver van een fictief verhaal is dit niet je doel, maar het zit toch in de tekst verweven. Hetzelfde geldt voor de andere overgebleven schrijfdoelen.

Aanzetten tot handelen
De film Avatar is hier een goed voorbeeld van. In de verre toekomst wordt er een nieuwe, prachtige planeet ontdekt. Er worden mensen naar de planeet gestuurd om contact te leggen met de inheemse bevolking, met het uiteindelijke doel bepaalde grondstoffen te delven. Als later blijkt dat daarvoor het complete ecosysteem verwoest moet worden, komen de hoofdpersonages in opstand.
De boodschap: ‘Ga zuinig om met onze prachtige planeet Aarde.’ (Stop met regenwouden omkappen enzovoorts).
Het is overduidelijk dat bij deze film vermaak op de eerste plaats staat, met de vele actiescènes en de uitgebreide ontdekkingsreis op de planeet Pandora. Maar alsnog is ´aanzetten tot handelen´ in deze film duidelijk zichtbaar.

Overtuigen
Je schrijft een dystopie met moord en doodslag als thema. In jouw fictieve rechtstaat is de doodstraf bij moord toegestaan. Dat op zichzelf zegt niet zo veel.
Als je personages ertegen in opstand komen, lijkt het erop dat je als schrijver het niet eens bent met de doodstraf.
In een andere versie wordt de doodstraf vaak en niet exclusief voor moord toepast. Je personages geven het oplossen van hongersnood voorrang, zonder over de doodstraf na te denken. Dan lijkt het er al meer op dat je de doodstraf niet per definitie afkeurt.

Je held en je slechterik zijn belangrijke aanwijzingen voor jouw mening.

‘Think what you write’ zou ik hier nog aan toevoegen 😉

Je personages als boodschappers van je waarden

Je hoofdpersonage en zijn tegenstander (of dat nu een persoon, een systeem, geloof of omstandigheid is) zijn vaak de uitdragers van jouw waarden. Je hoofdpersonage zal datgene belichamen dat je oké vindt, de tegenstander wat je slecht vindt (of op zijn minst waar je vraagtekens bij zet). Zij krijgen allebei een uitgebreid podium om hun normen en waarden uit te dragen, want samen vormen ze het centrale conflict. Let er dus goed op wat je deze personages laat zeggen, doen of uitdragen.

Onderschat de onderliggende boodschap niet!

Het verhaal dat je nu schrijft, wordt een wereldwijde bestseller. Wat wil je dat de mensen ervan meekrijgen?
Een optimistisch scenario, maar dit is mijn punt: weet je zeker dat datgene wat je onder jouw naam de wereld in stuurt iets is waar je achter kan staan? Kan je dat nog steeds als miljoenen mensen het boek lezen en jouw boodschap als zeer waardevol wordt gezien? Persoonlijk vind ik het je verantwoordelijkheid als schrijver om altijd de grenzen van een onderliggende boodschap te bewaken. Zodat als iemand je boek leest, het geen nare gedachten in hoofden kan prenten. Bij horror is de lezer erop ingesteld dat er dingen gebeuren die niet door de beugel kunnen, maar bij andere genres ligt het er niet zo dik bovenop en kan het zeer schadelijk zijn.

De romantische engerd

Helaas is het romantische genre hier een voorbeeld van. Deze (Engelstalige) video legt dit op een sarcastische manier goed uit.
De alfaman is zo’n beetje hetzelfde als Joe Sixpack en die bijkomende problemen blijven. Merk ook op: extreem jaloers en dwingend gedrag wordt geromantiseerd.
Helaas is het niet zo dat mensen zwart-wit fictie en non-fictie van elkaar kunnen scheiden. Ze staan er niet altijd bij stil dat wat romantisch lijkt in een boek of film, zeer grote reden tot zorgen zou zijn in het echte leven. De romantische klassieker: ‘The notebook‘ heeft een paar duidelijke voorbeelden:

* Noah dreigt met zelfmoord als Allie niet met hem uit wil gaan;
* Noah stuurt Allie een jaar lang elke dag een brief en krijgt nooit antwoord. Dat zijn 365 brieven. Lees: dat is ronduit stalken. De kans is nihil dat dat gebrek aan antwoord komt doordat alle brieven onderschept worden, maar dat is precies wat er in de film gebeurt. Zo wordt het idee: ‘ze horen bij elkaar’ ten koste van alles goedgepraat. Ook al zouden die acties in het echte leven eng of gevaarlijk zijn.

En dames, willen jullie nog steeds met Noah uit? (Copyright: New Line Cinema)

Nog steeds zijn er miljoenen jonge meiden op de wereld die hun vriendjes verwijten niet als Noah te zijn. Ik heb medelijden met die jongens… Boeken en films als The notebook scheppen op grote schaal verkeerde verwachtingen van liefde bij tieners en soms ook nog bij volwassenen.

Je weet nooit wat voor draagvlak je boek gaat krijgen, of dat nu bij één persoon is of bij miljoenen mensen. Wees er dus zeker van dat je duidelijkste boodschap er een is waar je persoonlijk achter staat.