De plaats van de puzzelstukjes van een plottwist in een verhaal

Als je een diepzinnig of spannend verhaal schrijft, komt daar vroeg of laat een plottwist bij kijken. Maar je kan niet aan een plottwist beginnen voor je aan het verhaal zelf begonnen bent. Dat is de basisregel voor een plottwist. Maar hoe zit het dan met die kleinere onderdelen die de plottwist maken: de puzzelstukjes?

De opbouw van een plottwist

Een belangrijke basisregel van een plottwist is: eerst investeren, dan omkeren. Een lezer moet eerst weten waar het verhaal over gaat, voordat je het over een compleet andere boeg kan gooien. Maar dat gaat over de twist zelf. Dat moment dat zegt: “En nu gebeurt er ineens iets anders.” Tot dat moment zit een plottwist als het ware verstopt. Als een lezer zoekt, kan die puzzelstukjes vinden, maar een plotwist is niet zoals een verhaallijn die je ziet ontvouwen. Wat dat betreft heeft een plottwist niet echt een opbouw in de zuivere zin van het woord.

De zichtbaarheid van puzzelstukjes

Omdat een plottwist dus verstopt zit en geen opbouw heeft, kan je op ieder moment in je verhaal puzzelstukjes voor een plottwist geven. Gebruik symboliek, woordspeling, of hint naar een onderliggend verhaalthema. Die vrijheid en creativiteit om daar een beetje mee te spelen heb je nodig om de plottwist ook de nodige onvoorspelbaarheid en onzichtbaarheid te geven. Dat komt dus mooi uit: als iets verstopt zit, zit het het plot ook niet in de weg. Tegelijkertijd moeten de puzzelstukjes ook te herleiden zijn of een symboliek hebben die een ‘o ja-effect’ met zich meebrengen zodra de onthulling daar is. Dat brengt ons bij een vuistregel voor puzzelstukjes van een plottwist:

Het plot heeft altijd voorrang op een puzzelstukje, maar het puzzelstukje moet wel zichtbaar blijven in de lopende tekst of het plot.

Een zichtbaar puzzelstukje aan het begin van een verhaal

Een puzzelstukje van een plottwist mag zichtbaar zijn aan het begin van een verhaal. Sommige puzzelstukjes hebben een mooi grijs gebied die een hint geven die er achteraf duimendik bovenop liggen, maar waar je niet meteen bij stilstaat. Een goed voorbeeld hiervan is het personage Remus Lupos uit de Harry Potterserie, die later in het boek een weerwolf blijkt te zijn. Remus komt uit het verhaal van Romulus en Rumus, die door een wolf worden opgevoed en Lupos ligt heel dicht bij het latijnse Lupus, wat wolf betekent. Als je geen reden hebt om daar twee keer over na te denken, valt dat niet zo snel op. Het is te raden, maar zonder context wordt de lezer daar niet echt toe uitgenodigt.
Wees er bij dit soort zichtbare puzzelstukjes wel alert op dat je ook met hele (taalkundig) slimme lezers te maken kan hebben, die de hint wél meteen snappen. Weet dus in ieder geval in hoeverre het erg is als de mensen je hint wel meteen in de smiezen hebben. Desnoods kan je die nog wat verplaatsen.
Om erachter te komen of je puzzelstukje past aan het begin van je verhaal, vraag je een handjevol mensen of proeflezers: “Ik heb hier een woordspeling. Snap jij hem?” En geef desnoods een beetje context. Zo kun je testen hoe overduidelijk – of juist niet- je verwijzingen zijn.

De rol van een puzzelstukje aan het begin van een verhaal

Natuurlijk kan het ook dat je juist van het begin af aan wil dat je lezer een puzzelstukje, of een bepaalde symboliek opmerkt. Dat kan een hele goede plek zijn om meteen duidelijk te maken waar je lezer op moet letten, of om te vertellen waar die aan toe is wat betreft thema’s verhaallijnen of de karaktertrekken van je personage. Om te weten of je daarin te veel ergens de nadruk op legt, of te veel van de lezer verwacht als het gaat om ‘kan je dit raden?’ kijk je nog eens naar de vuistregel die eerder is genoemd. Het plot heeft voorrang. Als je op wat voor manier een goede introductie riskeert om er maar voor te zorgen dat de lezer iets snapt, dan kan het puzzelstukje nog wel even op zich wachten.
Een eenvoudig voorbeeld hoe dit mis kan gaan, is met een As you know Bob-achtige dialoog:

“Harry, vergeet je paraplu niet, er is een fikse regenbui voorspeld” als het je bedoeling is om een spreekwoordelijke storm aan te kondigen. Die symboliek is te voordehandliggend, zo niet cliché. Als je nooit zou schrijven dat het ene personage de ander aan een paraplu zou herinneren omdat het de dialoog zou vertragen, schrijf het er dan zeker niet in omwille van die symboliek.

Vagere puzzelstukjes in het begin van het verhaal

Als je een puzzelstukje wil maken van een symboliek die niet zo algemeen bekend is, ga dan niet uit van veel voorkennis van de lezer. Zelfs als de symboliek uiteindelijk een duidelijk en diepgaand thema vormt. Een voorbeeld:

De meeste mensen weten wel dat Japan bekend staat om kersenbloesems, maar meestal niet dat ze daar symbool staan voor vergankelijkheid en bepaalde filisofieën. Als je verhaal zich (toch) in Japan af gaat spelen, kan je kennismaking met de kersenbloems en de bijbehorende symboliek laten afspelen op het moment dat de bloesems in volle bloei staan. Je personage is dan een van velen die de bloesems komen bewonderen. Dat werkt beter dan wanneer je hoofdpersoon in het vliegtuig al een filosofisch ingesteld persoon tegenkomt die tussen de regels door (‘achteraf’) al een Japanse filisofie belichaamt.

De andere valkuil is dat je tijdens je eerste scène in Japan dan iedereen laat praten over hoe bijzonder het is dat die bloesems maar twee weken bloeien en dat een enkele regenbui ze kan verwoesten. Of nog erger: dat een reisleider de hele filosofie achter die bloesems haarfijn uitlegt aan iedereen die langskomt. Probeer het dan juist subtiel te houden. Laat je personage bijvoorbeeld heel erg van het moment genieten, in de wetenschap dat het mooie hier en nu weer overgaat. Dat is ook vergankelijkheid. Laat de bloesems dan het decor zijn voor dat gevoel. De link met het symbool komt dan later wel.

De foto bij deze blogpost heb ik dit voorjaar zelf gemaakt. Als geheugensteuntje: probeer je eens voor te stellen dat je dit voor je ziet en je ter plekke gaat bedenken wat de symboliek is achter de bloesems, of de geschiedenis van de tempel. Geloof me, dat doe je niet 😉

Wat doet de trope van een misverstand met het plot?

“Had dat dan gezégd!” Dat citaat is niet ongewoon, in het echte leven, maar ook in boeken. Want já, zeg één ding wel of niet, en het verloop van het plot kan er volledig door veranderen. Soms is dat erg, soms kan dat je verhaal juist erg interessant houden. Hoe vind je de balans tussen ‘de mond houden’ en juist wel iets zeggen als je een goede spanningsboog in het verhaal wil houden?

Het is een misverstand!

Misverstanden zijn er in allerlei soorten en maten. Voor verhalen zijn ze onmisbaar, omdat een miscommunicatie of gebrek aan informatie een ´gat´ vormt in het plot, wat de lezer de gelegenheid heeft om de puzzelstukjes bij elkaar te zoeken. Als je alles aan de lezers en de personages zou ´voeren´, is er niets meer aan. Er is geen spanningsboog meer, personages weten hoe ze rechtstreeks op hun doel af kunnen gaan, hoeven elkaar niet meer te leren kennen… Kortom: misverstanden vormen in zekere mate de eigenlijke bouwstenen van een plot. Om een goede start te maken, volgt hier een overzicht van misverstanden die je in je plot kan gebruiken:

  • Informatie wordt onvolledig gegeven of verkeerd begrepen waardoor een personage verkeerd gaat handelen
  • Personages menen onterecht hetzelfde te denken als de ander en gaan invullen voor de ander. Denk aan iemand die romantische signalen (uit valse hoop) verkeerd leest en daardoor denkt dat de liefde wederzijds is.
  • Het wereldbeeld van het personage bepaalt de bril zodanig dat er tussen de zender en ontvanger van de communicatie iets misgaat. Vaak heeft dit overlappen met moraal. Denk aan een ouder die het kind probeert te leren dat als je geld vindt op straat het juiste moet doen: hou het niet zelf, maar geef het aan de politie moet geven. En het kind dan zegt: ik zou het aan iemand geven die honger heeft, niet aan de politie. Het is toch het juiste om mensen in nood te helpen?
  • Personages vinden elkaar heel vervelend of juist helemaal geweldig en schatten de ander totaal verkeerd in, omdat ze op hen projecteren of omdat het andere personage een masker draagt.

Wat is het doel van je misverstand?

De manier waarop je de verschillende soorten misverstanden uit kan werken is haast eindeloos, omdat er zoveel verhalen bij te bedenken zijn. Liefdesverhalen, moordcomplotten, familiekronieken, wereldgeschiedenis en alles ertussenin kunnen een misverstand met zich meebrengen. Als je gaat beginnen aan een verhaal waar een misverstand een grote rol speelt, bedenk dan vooral wat het doel is, niet zozeer wat de gevolgen zijn. Dat maakt de structuur van je plot en je verhaalthema een stuk duidelijker. Het lijkt misschien niet meer dan een verschil in mindset, maar de uitwerking kan daarmee heel veel veranderen. Kijk maar eens:

gevolg als uitgangspuntvoorbeeldresultaatdoel als uitgangspuntvoorbeeldresultaat
een relatie eindigt“Het is niet wat je denkt”Het risico op een cliché is grooteen relatie eindigthet wordt duidelijk waarom een personage geen relatie kan behoudenJe krijgt een Harry Potter onder de Harry’s: je leert een personage echt kennen
de mentor wordt vermoordde held moet zelf zijn weg zoeken Dit is geen verhaal, maar een beat in een plotformatde mentor wordt vermoorder wordt duidelijk hoe gevaarlijk de vijand isDe spanningsboog loopt op
het kind leert opkomen voor het goedeer moet een enkele dramatische gebeurtenis aan vooraf gaanhet verhaal werkt toe naar een gebeurtenis, niet naar de reis van een personagehet kind leert opkomen voor het goedeHet kind leert moedig te zijnDe groei naar moed kan een pageturner worden

Wanneer gaat een misverstand in een verhaal te ver?

Een misverstand – hoe groot of klein ook- kan te ver gaan. Dat kan je vrij makkelijk herleiden: vraag jezelf af: was dit nou echt nodig? Je kan die zin benaderen vanuit het oogpunt van de lezer, maar ook vanuit het oogpunt van jou als schrijver.
Neem het voorbeeld van iemand die niet durft op te biechten verliefd te zijn en later in het verhaal dat zegt. Uiteindelijk wordt het toch gezegd omdat de ander gaat emigeren en wordt het ‘nu of nooit’.
“Had het dan gezegd! Als ik wist dat er iemand verliefd op me was, had ik me niet zodanig eenzaam gevoeld dat ik het gevoel te krijgen beter te kunnen emigreren…”

Een lezer kan bijvoorbeeld denken:
– Wat cliché, was dat hele verhaal nou echt nodig?
– Goed dat dit gebeurt, ik wilde graag dat ze bij elkaar kwamen en ik vond de aanloop spannend. Dat was nodig!
– Je had een vriend die aanbood Cupido te spelen: hoezo heb je dat niet gedaan? Dit misverstand was niet nodig.

Jij als schrijver moet denken: waaróm is dit misverstand nodig? Denk weer terug aan de doelen van een misverstand.

– Er moet een karaktertrek van het personage duidelijk worden
– Het personage moet iets leren
– Dit misverstand legt een thema of symboliek bloot
– Het is een grote schakel voor een plottwist
– Het is spannend voor de plotopbouw

Als je weet waarom dit misverstand er moet zijn, kan je beter aftasten hoe lang het misverstand een podium krijgt en hoe groot het moet zijn. Een karaktertrek laten zien behoeft geen misverstand van een compleet hoofdstuk, maar een belangrijke aanloop voor een plottwist moet dat misschien wel.

Vervolgens kun je proberen in te schatten waarom en hoeverre het misverstand voor de lezer zichtbaar is, zoals hierboven beschreven. Zou het kunnen dat je met dat misverstand een darling schrijft? Moet je het misverstand wat langer rekken of op andere manieren laten terugkomen als het een heel thema moet dragen? Hoe verhoudt dit misverstand zich in de schakels van een plottwists, enzovoorts.

Probeer misverstanden goed af te wegen. Tenzij verwarring een centraal thema in het verhaal is, kan je (grotere) misverstanden beter slechts af en toe inzetten. Anders krijg je met een hoop deus ex machina te maken. Maar als je die afweging goed maakt, zal je lezer altijd nieuwsgierig blijven naar de afloop van het verhaal en is succes bijna altijd gegarandeerd.

Foto door Jon Tyson via Unsplash

Zo maak je de puzzelstukjes van een plottwist

Een plottwist is vaak een van de meest spraakmakende delen van een verhaal en heeft daarom een goede opbouw nodig. De puzzelstukjes moeten goed in elkaar vallen om een conclusie te kunnen trekken die de lezer versteld doet staan. Maar wat zijn de vereisten voor die puzzelstukjes?

Dit maakt een goede plottwist

Om bij het begin te beginnen: wat zijn vuistregels voor een goede plottwist?
* De plottwist moet te herleiden zijn: je moet gedurende het verhaal puzzelstukjes geven
* Eerst investeren, dan omkeren
* Een plottwist staat altijd in dienst van het verhaal en dient nooit enkel te worden ingezet als middel om te choqueren.

Lees hier de basisuitleg over plottwist nog eens na: er is een aantal dingen die essentieel zijn voor een plottwist om te slagen, nog buiten het geven van hints om. Maar als we het dan toch over hints gaan hebben, hoe bouw je die dan op voor een plottwist?

Een groep van schakels

Voor een lezer moet een plottwist voelen als het oplossen van een puzzel: nu alle stukjes op hun plaats vallen, is de afbeelding erop erg logisch en verklaren die de mysterieuze dingen in het boek. Als schrijver moet je het anders aanpakken: zie de hints in eerste instantie niet als puzzelstukjes, maar als schakels. Uiteindelijk moeten die schakels die een plottwist vormen, een logisch oorzaak-gevolg vormen. Dan heeft de plottwist een verband dat je lezer uiteindelijk kan zien. Als je een plottwist tijdens het schrijven behandelt als een stel puzzelstukjes die al dan niet toevallig bij elkaar passen, wordt het een onoverzichtelijk zooitje en is er niets meer te herleiden.

Er zijn talloze manieren hoe je deze schakels kan groeperen. Eigenlijk zit de truc al in het woord: kijk welke raakvlakken je kan vinden. Zijn er elementen die in eerste instantie mijlenver uit elkaar liggen, waardoor de lezer zoals bedoeld in het duister tast, maar waar bij nader inzien toch wel veel overeenkomsten in zitten?

Denk hiervoor breed en niet al te moeilijk; voor een goede basis van een verhaal, baken je sowieso al een aantal dingen af of stel je juist zaken centraal. Denk aan: wat is je grootste verhaalthema? Wat is de boodschap van je verhaal? Welke archetypes komen in je verhaal voor? Zijn deze archetypes vooral de helden of juist de vijanden? Dat brengt je al eind op weg. Ga maar na: het voelt geforceerd, zo niet helemaal fout om in een verhaal dat bol staat van machtsmisbruik, moord en overspel de plottwist te maken: maar toen bleek de machtswellustige moordenaar gewoon de droom te hebben om een lieve huisvader te zijn. Natuurlijk zou het theoretisch kunnen als je alles goed uitwerkt, maar in eerste instantie zijn de voorgenoemde thema’s te groot als contrast met thema’s als liefde, geborgenheid en regelmaat, die aansluiten bij het beeld van een fijn gezinsleven.
Als je een plottwist uit wil werken, moet je alle schakels in het butterfly-effect eerst goed hebben uitgewerkt in je opschrijfboekje: laat een van die schakels weg en de puzzel voor de lezer is aan het eind is niet logisch of incompleet.

De andere kant van de medaille en het grijze gebied

In bovenstaande uitleg zit een zekere paradox. Een plottwist is een plottwist omdat je iets niet verwacht, dus moet het uit onverwachte hoek komen, niet uit de ‘bekende’ hoek waar je het hele boek al over schrijft. En toch zou je bij het schrijven van een plottwist het niet te ver van de ‘bron’ moeten zoeken. Dat zit zo:

Noem het de andere kant van dezelfde medaille of het grijze gebied, maar dingen die compleet tegenovergesteld lijken, hebben vaak een -soms verrassend grote- overlap. Al is het maar ‘achter de schermen’ of via het masker waarachter je personage zichzelf of diens bedoelingen kan verstoppen.

Zo kan een personage dat super zorgzaam lijkt, uiteindelijk de compleet egocentrische en narcistische moordenaar zijn. Deze twee karakteristieken zijn namelijk de twee uitersten van hetzelfde principe: hoeveel je (niet) over hebt voor een ander. Onze moordenaar kan dus prima zorgzaam lijken -ja, zelfs zijn- als die eerst geld inzamelt voor het goede doel. Alleen blijkt dat ‘goede doel’ later niet Unicef te zijn, maar de plannen om zijn aardsvijand om te leggen. In zijn -hetzij gestoorde- optiek is de moordenaar heel zorgzaam voor zichzelf en is dat wel degelijk een goed doel.

Daarom werkt het voorbeeld van de gezinsleven verlangende moordenaar niet. Een gezinsleven staat voor rust, reinheid en regelmaat, moord eerder voor ruw, rottend en richtingsloosheid.

Als je dus iets laat gebeuren wat later een plottwist gaat vormen, moet je taalkundig heel slim, zo niet regelrecht sluw zijn. Datgene wat de plottwist maakt, moet als het ware de advocaat voor beide partijen of extremen kunnen zijn. Het moet – op het eerste gezicht- voor beide uitersten of mogelijkheden kunnen opgaan.
Als een schakeltje niet in dezelfde ‘cirkels van extremen’ past, dan is dat vaak het moment waarop je informatie weg moet laten ten behoeve van het mysterie dat de plottwist spannend maakt.

Wanneer is er iets te verschillend?

De oplettende lezer zegt misschien: “Maar twee verschillende extremen hebben soms óók weer iets gemeen: zodra er twee extremen in het spel zijn, komt diezelfde paradox vroeg of laat weer bovendrijven.”
Goed opgelet 😉 Daarom kan een liefhebbende vader nog steeds een moordenaar zijn, of een moordenaar een liefhebbende vader. Maar dat vergt meer schakels voor een werkende plottwist.
In dit geval moet je de grijze cirkels meer verkleinen. Zoek het dan niet in het al dan geliefd zijn of liefde kunnen voelen, bijvoorbeeld. Dat kan op tientallen, zo niet honderden manieren vorm krijgen. Werk dan bijvoorbeeld het willen en nodig hebben van de personages verder uit, zodat je daarin kan nuanceren. Dan kom je er misschien achter dat het te maken heeft met het vervullen van ambities. Dat is nog steeds breed, maar al iets minder specifiek.

Blijf zo verkleinen tot je een overeenkomst hebt gevonden en je kan van de schakels puzzelstukjes gaan maken waar zowel jij als de lezer uiteindelijk van kunnen smullen!

Het plot van een verhaal uitdenken

Het plot is een van de belangrijkste dingen in een verhaal. Daarom moet je het goed uitwerken. Maar voor je het kan uitwerken, moet je het uitdenken. Dat voorkomt een hoop schrapwerk en zorgt ervoor dat je een plottwist tijdig goed in de steigers hebt staan.

Wat voor plotschrijver ben je?

Er is geen perfecte manier om te beginnen met schrijven. Sommige schrijvers plannen alles tot in de puntjes voordat ze beginnen met schrijven. Anderen schrijven de grote lijnen uit en zien wel waar het schip strandt zodra ze met schrijven beginnen. Maar zelfs de schrijvers van de laatste categorie doen er goed aan om het een en ander uit te werken voor ze starten met een verhaal neerpennen. Het is een ding om aan versie negentien van hoofdstuk een te beginnen omdat je alwéér een geniale ingeving hebt gekregen. Het motiveert een stuk minder als versie twintig van hoofdstuk een voor je ligt omdat je opnieuw alles in je plot moest bijschaven…

Wat maakt een plot?

Personages, subplots, verhaalthema’s, interpersoonlijke relaties, heldenreizen, wetten van je worldbuilding… eigenlijk maakt alles wat deel uitmaakt van je verhaal deel uit van je plot. Dat zou in ieder geval moeten, want alles wat niet bijdraagt aan het plot – in grote of kleine vorm- is vrijwel altijd verspilling van woorden. Die soort zaken moet je dus schrappen. Maar als je nog niet weet wat er komen gaat, hoe weet je dan wat er in ieder geval zeker moet worden uitgedacht, uitgewerkt en opgeschreven?

Verhaalthema of moraal

Je kan met een verhaalidee beginnen waar je maar wil. Misschien zie je mooie bergen voor je en is dat de plaats waar je jouw nieuwe verhaal wil laten afspelen. Of ben je geïnteresseerd in de luchtvaart en wil je daarom van je hoofdpersonage een piloot maken. Maar zodra je je gaat bedenken wat belangrijk is om globaal uit te werken, kijk dan niet verder dan je verhaalthema of moraal. Dit is namelijk het kort en krachtige: als het erop aankomt, gaat mijn boek over X. Bijvoorbeeld:
* liefde
* familie is belangrijker dan vrienden ( of andersom)
* reizen maken
* iemand die vanuit armoede in de Quote 500 belandt

enzovoorts, enzovoorts. Waarom is dit het belangrijkste? Omdat een thema of moraal een verhaal aan elkaar breidt en een logisch geheel van allerlei losse elementen maakt. Het verhaalthema is een soort butterfly-effect, maar dan zonder de chaos. (Het butterfly-effect wordt ook wel de chaostheorie genoemd.)
Waar een ‘traditioneel butterfly-effect’ over oorzaak en gevolg, gevolg en nog meer gevolg gaat, is een verhaalthema als het ware datgene waar alles terug naar toe gaat. Terug naar de oorzaak. Een voorbeeld:

Je schrijft over een gebroken gezin. Het eerste waar je aan denkt is misschien een scheiding. Maar als een gezin gebroken is -al dan niet door een scheiding- kom je onherroepelijk ook zaken als verdriet, verwarring, ruzie en eenzame momenten tegen. Zodra je weet wat er aan de basis van je verhaalthema ligt, kan je vandaaruit van alles en nog wat verzinnen. Of liever, dan is de kans groot dat het als vanzelf komt bovendrijven.

Het hoofdpersonage en de heldenreis

Als je weet dat je over een gebroken gezin gaat schrijven en weet wat onderliggende subthema’s zijn, komt het hoofdpersonage vaak in ruwe schetsen al naar voren. Het moet ellende meemaken. En, omdat een held een centraal conflict nodig heeft om te groeien, blijft dat altijd in hetzelfde straatje van het verhaalthema. Je personage zal bijvoorbeeld een groeiproces doorgaan wat betreft omgaan met verdriet. Dat is een logisch voortvloeisel uit het thema van een gebroken gezin. Misschien bedenk je dan als vanzelf ook dat het personage eerder introvert is dan extravert. Zo kan je langzaam maar zeker een personagebiografie beginnen te maken.

Subplots en medepersonage als spiegels

Je subplots en medepersonages zijn sterk op het moment dat ze als een spiegel werken van het verhaalthema en/of je hoofdpersonage. Bijvoorbeeld:
* is je held verlamd door schaamte over een gebroken gezin? Laat zijn beste vriend zijn baan verliezen. (Lees: er is ook iets gebroken, en er komt ook verlies, verdriet en verwarring bij kijken.)
* Als je held moet leren om met verdriet om te gaan, komt hij mensen tegen die ook verdriet hebben gehad. Deze mensen zijn ook aan het leren om met verdriet om te gaan, of kunnen dat al.
* Als je thema verslaving is, kan je hoofdpersonage aan de drugs zijn. Een ander personage is ook verslaafd, maar wel aan iets wat minder opvalt, omdat de maatschappij die verslaving wat meer accepteert. Denk aan werkverslaafd, of verslaafd aan de smartphone.

Plottwist: zo kan het ook

Omdat een plottwist hints moet geven om goed te werken, moet je die vooraf in je opschrijfboekje goed uitwerken. Bedenk tijdens het uitdenken van een plottwist dat die het thema naar voren moet laten komen in een vorm die de lezer niet verwacht. De twist moet een gevoel opleveren dat zegt: ‘zo kan het ook’. Deze zin betreft dan wederom het verhaalthema of het moraal. Wat voorbeelden:
* Het thema is ouderschap:
Je hoofdpersonage heeft al heel lang problemen met zijn vader en heeft daardoor nooit een echt vaderfiguur gehad. Plottwist: uiteindelijk vindt je personage het langverwachte vaderfiguur in zijn nieuwe baas, met wie hij een fijne band opbouwt. Nee, de baas is niet de biologische vader, maar hij vervult wel een vaderrol. “Zo kan het ook.”
* Het thema is liefde:
Iemand doet alle moeite om de ware te vinden, maar dat lukt maar niet. Dan gaat diegene in een kinderdagverblijf werken, waar er eindeloze liefde voor en van de kinderen aanwezig is. Het is geen romantische liefde, maar het is liefde in een andere vorm. “Zo kan het ook.”

Dit is óók liefde. Als je je laat beperken tot gebruikelijke definitie van liefde die naar romantiek verwijst, kan je jezelf en daarmee je verhaal enorm beperken. Bedenk bij een verhaalthema wat het nog meer kan betekenen dan het eerste beeld dat in je opkomt. Dan zijn subplots en plottwists een stuk makkelijker te bedenken.
Foto door Kateryna Hliznitsova op Unsplash.

Als je deze zaken in het achterhoofd houdt, wordt de kans dat je je complete verhaal om moet gooien een stuk kleiner. Ga zelf maar eens aan de slag met deze tips om zo ook te knutselen met je worldbuilding, subplots, scènes en karakterrtrekken van je personages.

Veel plezier en succes!

Als je dit hebt uitgedacht, ben je klaar om je boek te gaan schrijven

Een goede voorbereiding van je boek voorkomt dat je tijdens het schrijven onnodig veel moet verbeteren. Sommige mensen bereiden zich tot in de puntjes voor voordat ze beginnen met schrijven, anderen maken een globale planning. Er bestaat geen echte handleiding voor een goede voorbereiding, maar je doet er wel verstandig aan in ieder geval de volgende zaken uit te werken voor je begint met schrijven.

1. Doe globaal onderzoek naar je onderwerp

Als je ergens over gaat schrijven, moet je weten hoe het werkt. Anders komt je verhaal ongeloofwaardig over. Daarom moet je schrijfonderzoek doen en daar moet je meteen mee beginnen. Je kan je onderzoek voortzetten tijdens het schrijven, maar zorg wel dat je de basiskennis over je onderwerp hebt vergaard. Het schiet niet op om te beginnen te schrijven over een logopediste als je denkt dat die alleen maar weet hoe ze kinderen kan laten stoppen met lispelen. Je moet op zijn minst weten dat een logopedist ook deskundige therapie kan geven bij stotteren, slikproblemen, taalproblematiek, stemstoornissen en zelfs dyslexie.

2. Ken je personages

Je moet je personages meer dan alleen oppervlakkig kennen, anders kom je vast te zitten met je plot. Als je alleen nog maar weet dat je personage hard werkt en hartelijk is, kan je beter nog even wachten met je verhaal schrijven. Het is leuk dat je dat weet, maar het zegt maar weinig over hoe je personage op de oproep van zijn heldenreis gaat reageren. Doet hij dat gemakkelijk omdat hij ook trots is? Of juist niet omdat hij zijn gezin niet achter wil laten? Dat zijn allemaal factoren die een belangrijke bijdrage leveren aan hoe je personage zich door het verhaal heen beweegt. Zorg dat je zijn algemene levensgeschiedenis kent, zijn belangrijkste normen, waarden en zijn dromen en angsten.

3. Bepaal het centrale conflict

Je moet een zekere continuïteit kunnen bewaken in je verhaal. Tijdens het schrijven, maar zeker ook daarvóór. Als je niet weet wat het centrale conflict van je personage is en wat hij grofweg zal moeten of willen doen om dat aan te gaan, wordt het vrijwel onmogelijk om je verhaal logisch op papier te krijgen. Je kan het centrale conflict zien als houvast waar je steeds weer op terug kan vallen. Als je dat nog niet bepaald hebt, heb je dus te weinig om op voort te borduren.

4. Bepaal eventuele plottwists

Mocht je plottwists in je verhaal willen gaan gebruiken, bepaal die dan vóór je begint. Je moet gedurende het verhaal kleine aanwijzingen geven voor de lezer. Het maakt niet echt uit in welk hoofdstuk ze precies staan, maar je kan niet zomaar losse regels aan aanwijzingen in een bestaande scène plakken. Als je dat wel doet, loop je het risico dat je de toon, thema of het doel van een hele scène ineens verandert. Daarom moet je vooraf weten of er een plottwist komt, zodat je tijdens het schrijven kan bepalen wanneer je de aanwijzingen geeft.
 

Dit artikel verscheen eerder op Schrijven Online.

Vier controlepunten voor je plottwist

Plottwists zijn geweldig om je lezer op het puntje van de stoel te houden. Maar hij kan ook op diezelfde stoel in slaap vallen als een plottwist misgaat. Met deze vier punten controleer je of je plottwist goed gaat werken.

1 Heb je hints gegeven?

Het belangrijkste bij het schrijven van een plottwist is dat je vooraf hints geeft. Een plottwist moet aanvoelen als een puzzel die onverwacht past. De lezer wist niet dat hij een puzzel aan het maken was. Toch beseft hij nu dat je hem al die tijd puzzelstukjes hebt gegeven, nu hij de puzzel in zijn geheel ziet. “Oh, wacht even. Fred is straatarm. Nu snap ik waarom hij zei dat hij het leuker vond om creatieve cadeautjes te maken van sloophout dan dure cadeaus te kopen. En die versleten schoenen waren niet bedoeld om hip en nonchalant over te komen.” Als je dat soort hints niet geeft, komt de plottwist uit de lucht vallen en dan werkt die niet.

2 Klopt het doel van je plottwist?

Soms wordt een plottwist ingezet om te choqueren, maar dat werkt nooit. Het doel van je plottwist moet altijd zijn: de stukjes van de onverwachte puzzel moeten passen.
Er wordt zomaar iemand doodgeschoten door een personage. Ha! Hier schrikt de lezer van, want dit zag hij niet aankomen!
Dat klopt, dat zag de lezer niet aankomen. Maar hij snapt nu ook totaal niet waarom de schutter dat doet, of waarom nú. De lezer is de draad van het verhaal nu helemaal kwijt. Het duurt weer even voordat je zijn waardering of aandacht weer terugkrijgt. Als dat al gebeurt…

3 Heb je geïnvesteerd voordat je omkeerde?

Als je wil dat je plottwist werkt, is de tegeltjeswijsheid: eerst investeren, dan pas omkeren. Wil de voorgenoemde schietpartij indruk maken, dan moet de lezer al in de schutter geïnvesteerd hebben. Hij moet weten wat hem bezighoudt, hoe hij als persoon is: “Wat?! Harry zou dat nooit doen! Hij is een liefhebbende, burgerlijke vader.” Ja, dat klopt, maar kijk nog eens goed naar alle puzzelstukjes. Hij is inderdaad een lieve burgerlijke vader, maar er kan ook nog iets heel anders meespelen…
Dan pas wordt de schok van de plottwist groot. Je moet een ander beeld krijgen van iets waarvan je altijd dacht het heel anders was. Twist betekent draaien. Jij moet als lezer nu met je gedachten als het ware ‘de andere kant op draaien met het plot’. Als een plottwist uit de lucht komt vallen, valt er niets te draaien. Dan is het een gegeven dat als feit wordt gezien. Een feit dat óf geen indruk maakt, óf alleen maar verwarring zaait.

4 Past de plottwist bij het personage of het verhaal?

Je moet dus zorgen dat de puzzelstukjes passen en dat je in een personage hebt geïnvesteerd voordat je een plottwist in gang kan zetten. Maar pas op dat je die puzzelstukjes niet te geforceerd gaat maken. Je kan van een conservatieve huisvrouw een agressievelinge maken met de juiste omstandigheden en puzzelstukjes. Dat zou een mooie plottwist kunnen zijn. Maar bedenk goed waarom je haar in eerste instantie een lieve vrouw hebt gemaakt. Als zij in je verhaal is om liefde, toewijding en regelmaat te symboliseren, gaat je plottwist aan zijn doel voorbij.
Dan kun je beter de geniepige oom laten inbreken in het ouderlijk huis.
Ga altijd nog even na of de plottwist wel past bij het personage en de verhaallijn in het algemeen. Een plottwist moet altijd in dienst staan van het verhaal of de personages, niet andersom.

Dit artikel is eerder verschenen op Schrijven Online.

Zo smult je lezer van je cliffhanger, en jij als schrijver ook

De cliffhanger: de zinnen aan het eind van een stuk waarvan de lezer denkt: wow, wat gebeurt hier nou? Dat meen je niet! Of: hoe gaat het verhaal nu verder?
De zinnen waardoor de lezer spijt krijgt dat hij naar zijn werk moet vertrekken of dat net nu de baby honger krijgt.
De zinnen waarvan jij als schrijver denkt: yes! Ik heb het goed gedaan, want mijn lezer blijft geïnteresseerd. Iedereen weet wat cliffhangers zijn, maar hoe schrijf je ze?

Verschillende soorten cliffhangers

Cliffhangers komen altijd op ‘het einde’: het einde van een paragraaf, hoofdstuk, boek of de achterflaptekst. Het doel is om de lezer duidelijk te maken: blijf lezen, er komt iets veelbelovends aan. Een cliffhanger kan verschillende tonen hebben en op verschillende manieren worden uitgewerkt. Als je de goede cliffhanger uitkiest, gaat het verhaal goed verder. Laten we kijken naar de vier soorten cliffhangers die er zijn.

De ‘volgend hoofdstuk’ cliffhanger

Bij deze cliffhanger eindigt het hoofdstuk met een zin waarvan de lezer aanvoelt dat hij (vrij) letterlijk in de eerste zin(nen) van het volgende hoofdstuk het antwoord op een belangrijke vraag krijgt.
Een voorbeeld uit Harry Potter en de steen der wijzen, waarin Harry erachter komt wie hem het hele boek heeft dwarsgezeten:
… en toen was hij aan de andere kant, in de laatste kamer. Er was al iemand – maar niet Sneep. Het was zelfs Voldemort niet.

Maar wie is het dan? Vertel het me!
We zijn aan het eind van een hoofdstuk. Dus lees het volgende hoofdstuk maar…
De eerste zin van het volgende hoofdstuk is: Het was Krinkel.

Dit soort cliffhanger hoeft niet zó letterlijk een onthulling te geven, maar de vuistregel is de belofte aan je lezer: lees een zin/ hoofdstuk verder en ik beloon je voor het feit dat je zo lang bent blijven lezen.
Deze cliffhanger kan je gebruiken als inzet voor de laatste onthulling, zoals in de climax van akte drie van het save the cat schema. Nu gaan we langzaam maar zeker afronden, maar we doen het wel spectaculair!

De sfeercliffhanger

Deze cliffhanger onderstreept de sfeer van datgene wat net is gebeurd. Je kan hem herkennen aan de show don’t tell. Iemand wordt gedumpt: De deur sloeg met een klap achter me dicht. Het gejank van de zieke hond van de buren was door te muren heen te horen. Dat geluid hield me de hele nacht wakker.

Iemand slaagt voor een opleiding: Ze keek de zaal in. Haar ouders grijnsden van oor tot oor. Terwijl de eerste zonnestralen in een week door de ramen kropen, wist Rebecca dat de wereld op haar stond te wachten.

Rebeccas gevoelens kunnen een prima cliffhanger zijn als je ze goed omschrijft.

Zoals je misschien merkt, zijn deze cliffhangers gevoelig voor clichès of klef taalgebruik. Let goed op je gebruik van symboliek, om te voorkomen dat de cliffhanger niet veelbelovend, maar irritant wordt. Zoek een passende balans.
Deze cliffhanger kun je vrijwel altijd gebruiken.

De serieuze cliffhanger

De serieuze cliffhanger hangt vaak samen met een ziekte of de dood van een geliefd personage. Zodra dat personage de slechte prognose krijgt of (in de armen van een geliefde) sterft, wordt het menens.
Onze helden zijn op een gevaarlijke missie. Er zijn al wat gevechten geweest of dagen met een lege maag. Maar de groep had er altijd vertrouwen in dat het goed zou komen. Want ze hadden een wijze mentor bij zich die altijd een oplossing had. Of een spierbundel die de fysieke blokkades weg kon halen.
Maar dan breekt de spierbundel zijn beide armen. Nu wordt de missie moeilijker, want er is nu niemand meer die met gevaarlijke wolven durft te worstelen. Of de mentor sterft. Wat moeten ze nu zonder zijn wijsheid?
Met zijn laatste krachten duwde de tovenaar het magische amulet in de hand van zijn leerling. “Denk eraan,” zei hij met trillende stem. “Je moet het schoonspoelen in de Pure Fontein om de vloek weg te wassen.” Toen ademde hij niet meer. Terwijl de tranen van de leerling op het gezicht van de tovenaar vielen, hoorde het reisgezelschap in de verte het geluid van het aanstormende leger van de vijand.

De serieuze cliffhanger is dat moment waarop zowel je personages als je lezer beseffen: Ai… Het was al ingewikkeld, maar nu wordt pas echt verdrietig, gevaarlijk of eenzaam. Deze cliffhanger is ideaal toe te passen bij de stap van obstakel of ramp in het schema van save the cat.
Je kan deze cliffhanger aanvullen met een sfeercliffhanger. Al kun je ook stoppen bij het moment dat het kwaad geschied is, zoals het moment dat de mentor sterft.

De soapcliffhanger

“Ik weet dat jij hem hebt vermoord!”
“Richard is betrapt op het bezit van harddrugs…”
“De DNA-test wijst uit dat jij mijn vader helemaal niet bent.”

Een soapcliffhanger is als een glimp opvangen van het volgende grote (film)drama

De soapcliffhanger: de goeie ouwe DUM DUM DUMMM-cliffhanger die je in soaps ziet. Hij komt -verrassing- vooral voor in soaps en zijn kenmerken vormen ook een S.O.A.P.:
Spectaculair;
Ongenuanceerd;
Aanwezige;
Plottwist.

Zoals je in S.O.A.P. kan zien, zijn deze cliffhangers ideaal voor een plottwist. Let extra goed op de O: ongenuanceerd. Een televisiesoap kan daadwerkelijk ongenuanceerd zijn, omdat de kijker op ongenuanceerde dingen is voorbereid, of ze zelfs verwacht. Zoals mijn oma vaak zegt: “Die acteur stopt met Goede Tijden Slechte Tijden, maar als hij de serie weer in wil, wordt zijn vermoorde personage gewoon weer tot leven gewekt. Zo gaat dat in soaps.”
Dus dan is: “Ik heb vandaag je doodverklaarde moeder in de stad gezien,” niet eens zo raar en heerlijk ongenuanceerd.

Maar in verhalen kom je daar niet zo makkelijk mee weg. Een romanlezer verwacht meer realisme en subtiliteit dan een soapkijker. Voor een handreiking over hoe (on)genuanceerd de O in je S.O.A.P. moet zijn: lees hier over regieaanwijzingen en hoe je bepaalt hoe spectaculair je iets kan, moet of niet hoeft te maken.

Veel plezier met het schrijven van je cliffhangers!

Foreshadowing: zo schrijf je een geheim dat je hele boek verklapt

Foreshadowing is het geven van een belangrijke hint over een grote onthulling. Alleen is die hint zo groot dat er van een verrassende onthulling weinig overblijft. De lezer zal dan eerder geïrriteerd zijn dan verrast. Hoe kun je hints geven zonder dat er foreshadowing ontstaat?

Voorkom foreshadowing: ken je eigen verhaal

Je moet precies weten hoe je verhaal in elkaar steekt voordat je hints kan geven. Weet welke details later in het verhaal belangrijk worden. Ga maar na: hoe moet tantes kandelaar ooit een aanwijzing naar een aankomende ruzie om de erfenis worden als jij als de schrijver niet eens weet dat de kandelaar:
* een hoge emotionele waarde heeft;
* het enige waardevolle erfstuk is in een staartarme familie;
* überhaupt bestaat?
Haal deze informatie uit je personagebiografie of je schrijfonderzoek.

Het is belangrijk om een aantal voorbeelden als deze te gebruiken. Niet één, want dat maakt de aanwijzing te vaag. (Tenzij je die ene hint gaat uitmelken, maar dan duw je de informatie alsnog door de strot van je lezer, als in een infodump.) Gebruik ze ook niet te veel, want dan wordt de onthulling voorspelbaar en niet langer indrukwekkend.

De standaardreactie na een foreshadowingontknoping…

Foreshadowing per genre

Sommige hints zijn bijna als vanzelf een cliché, omdat ze vaak gebruikt worden in een bepaald genre of verhaalthema.
Je hoofdpersonage zit vast op een onbewoond eiland. Hé, daar komt flessenpost aanspoelen!
Zou het iets bevatten dat het personage van totale mentale inzinking weet te behoeden? Goh, hoe verzin ik dat toch…
In een romantisch drama wordt in opa’s huis een oude weggestopte brief gevonden. Op zolder. Met een strikje eromheen. Weet je zeker dat opa nooit heeft getwijfeld of hij wel met oma moest trouwen?
Ik weet in ieder geval zeker dat we er nu achter komen dat oma niet opa’s enige liefde is geweest.

Daar is ie weer: de goeie ouwe verzegelde liefdesbrief. Wat zou er nu toch met het verhaal gebeuren…?

Als iets cliché aanvoelt, is er sprake van foreshadowing, niet van een goede hint. Het lastige van foreshadowing versus hints geven is dat je met iets logisch moet komen, anders gaat je lezer de hint niet snappen. Als de puzzel op het eind van je verhaal niet lijkt te passen of te ingewikkeld is, helpt dat ook niet. Daarom zijn clichés zo populair: ze helpen je lezer iets makkelijk te begrijpen. Maar als het gaat om spanningsopbouw, zijn ze alles behalve handig. Hints geven binnen een bepaald genre vraagt een vergelijkbare techniek als het gebruik van clichés en tropes. Je moet weten hoe, waarom en in welke mate je ze gebruikt en hoe je ze kan verbuigen. Lees daar hier alles over.

De belofte van spanning: uitstellen van de ontknoping

De gouden regel om foreshadowing te voorkomen is: wat je ook doet, geef de onthulling niet onmiddellijk nadat je de hint hebt gegeven. Een hint belooft bepaalde spanning: een geheim dat zich langzaam ontrafelt, een moord die geleidelijk wordt opgelost of een opbloeiende romance. Daar smult een lezer van, omdat dat een verháál belooft, geen simpel feit. Laten we Roodkapje als voorbeeld nemen.
Roodkapje komt de wolf tegen. Je hebt een verhaal als je het sprookje op de vertrouwde manier verder vertelt, inclusief spanningsopbouw.
Roodkapje kwam een wolf met gevaarlijke tanden tegen. Wat een engerd! Roodkapje holde verder, maar de wolf had haar binnen drie tellen opgeslokt. Dat klinkt niet als een verhaal dat eeuwen mee kan gaan, toch? Het is alles behalve spannend. Na de hint van de scherpe tanden wordt Roodkapje vrijwel meteen opgegeten.
Zelfs al zou de houthakker Roodkapje daarna onmiddelijk bevrijden, dan nog zal de opluchting niet groot zijn. Je hebt namelijk niet lang genoeg in spanning gezeten om ergens opgelucht over te kunnen zijn.

Als de wolf je meteen opeet, heb je niet de tijd om de tanden te bekijken die hem zo eng maken…

Stel de ontknoping dus uit. Afhankelijk van hoe groot de hint en de ontknoping moeten zijn, kan dat variëren van een aantal alinea’s tot complete delen van een boekenreeks.

The green mile: een hemels voorbeeld van een hint

In de film ‘The green mile´ is een briljant voorbeeld te vinden van zowel uitstellen van de ontknoping als een standaard trope in je voordeel gebruiken.
In het begin van de film zie je de hoogbejaarde Paul naar een oude film kijken. In die film dansen een man en vrouw op een lied met de tekst I´m in heaven. Paul is zo geraakt dat hij hard begint te huilen.
De trope waarvan hier wordt uitgegaan (en die de kijker dus aanneemt als logische verklaring) is dat Paul ooit met zijn overleden vrouw op dit liedje heeft gedanst en dat hij haar vreselijk mist. Pas op het einde van de film kom je erachter dat dat niet zo is.

Paul werkte als gevangenisbewaker en moest gevangenen executeren. John, een van de veroordeelden, bleek niet alleen onschuldig, maar ook een godswonder: hij kon ziektes genezen en gestorvenen terug tot leven wekken. Paul wist van zijn krachten en zijn onschuld, maar moest hem toch terechtstellen.
Als laatste verzoek voor zijn dood wil John nog een keer een film zien. Hij krijgt dezelfde film te zien als de kijker in het begin en is geraakt door die dansscène. Nu blijkt dat Paul in het begin niet huilde om een overleden geliefde, maar om het immense berouw dat hem plaagt omdat hij een wonder van God heeft gedood.

Dit is een prachtig voorbeeld van ‘een cliché omdraaien’: het is de tegenpool van wat je verwachtte van de trope:
* een gevangene en zijn cipier versus twee geliefden;
* een aankomende executie versus een belofte van een/ de hemel.

Omdat deze hint wordt uitgesteld, heeft de kijker de tijd gekregen om in de personages en het verhaal te investeren. Daardoor voel hij zich meer betrokken en komt deze ontknoping (heel!) hard aan. De kijker huilt net zo hard als de oude Paul bij het vooruitzicht dat John gaat sterven.

Een plottwist schrijven: fantastisch of fataal

Een plottwist is een goed middel om het verhaal spannend te houden of om voor een spectaculair einde te zorgen. Als je het goed doet, schrijf je fantastisch. Doe je het verkeerd, dan stort je verhaal als een kaartenhuis in elkaar.

Wat is een plottwist?

Een plottwist is een verandering in het plot die een lezer niet aan ziet komen. De kernwoorden van een plottwist zijn: ‘plotseling’ en ‘onverwacht’. Als er plotseling (plot-seling 😉 ) iets gebeurt wat een lezer niet kan voorspellen, heb je een plottwist.

Waarom schrijf je een plottwist?

Een plottwist houdt de lezer scherp. Er gebeurt iets nieuws dat het verhaal interessant houdt en waardoor de lezer betrokken blijft. Het voorkomt soms dat een verhaal langdradig wordt. Hierom kun je een plottwist in het midden van het verhaal plaatsen. Aan het eind van een boek kan een plottwist dienen als een missend puzzelstukje met als boodschap: “Niets is wat het leek.” De geldschieter van het mooie meisje was niet de suikeroom, maar een heimelijke aanbidder, bijvoorbeeld.

Wat zijn de voorwaarden voor een plottwist?

Elke plottwist is anders, maar op een paar dingen moet je altijd letten:
* Geef hints.
* Zorg ervoor dat die hints te herleiden zijn.
* Schrijf gebeurtenissen die logisch zijn voor de personages en omstandigheden.

Hints in een plottwist

Als je een plottwist maakt, moet je vooraf hints geven. Zodat de twist, hoe onverwacht ook, wel logisch en te herleiden is. Als de buurman de vader van je hoofdpersonage blijkt te zijn, dan moet die buurman wel een paar keer in het verhaal terugkomen. Of, als je de buurman mysterieus wil houden, moet moeder vroeger er wel een paar keer stiekem tussenuit geknepen zijn om wie weet wat te gaan doen. Gezellig de slaapkamer van de buurman inspecteren, zo blijkt dan uiteindelijk.

Logische plottwists

Je plottwitst moet logisch zijn voor het personage of de omstandigheden, anders verwar je je lezer. Neem een streng gereformeerde huisvrouw. Ze heeft eerder conflicten over het geloof gehad met haar zoon en daardoor geen contact meer met hem. Als plottwist is het dan verstandig om dat conflict betreft religie centraal te stellen. Begin dan niet opeens over een dreigende kernoorlog.

Waar gaat het mis met een plottwist?

Dit gaat zoal mis bij het schrijven van een plottwist:
* Er is geen tijd besteed aan het opbouwen van het plot.
* De rol van de personages die in de twist voorkomen zijn niet duidelijk.
* De twist choqueert, maar helpt het verhaal niet verder.

De gouden regel bij plottwists: eerst investeren, dan omkeren

Zorg er bij een plottwist als allereerst voor dat je lezer geïnvesteerd heeft in het personage of het verhaal. Je kan pas iets verdraaien als de lezer weet wat er speelt en over wie het gaat. Pas als je lezer weet wat voor invloed iets heeft op het verhaal of de personages (investeren) kun je een plottwist inzetten (omkeren).

Vergelijk het met slecht nieuws: je leest in de krant het nieuws dat er een anonieme vrouw aan borstkanker is gestorven. Dat is triest, maar kanker overkomt meerdere mensen en je kent deze dame niet. Je hebt medelijden en gaat daarna verder met je leven. Maar als kanker een geliefde treft, komt dat veel harder aan, omdat je een relatie hebt opgebouwd met die persoon. Je moet je lezer een kans geven om een relatie met personages op te bouwen, wil je indruk maken met een plottwist.
Ook voor het verhaal en zijn omstandigheden is het belangrijk dat de lezer weet wat er speelt, wil hij beseffen wat voor invloed een verandering kan hebben. De zin: `Ieder gezin in deze straat moet vijfduizend euro aan de gemeente betalen´ is een crisis voor een achterstandswijk. Die mensen moeten alles op alles zetten om daarna nog te kunnen overleven. Inwoners van Bevery Hills bestellen gewoon een fles dure champagne minder, zonder verder echt verschil te merken.

Wie of wat brengt de plottwist op gang?

Datgene dat de plottwist op gang brengt, moet een bepaalde geloofwaardigheid hebben. Als je hoort: “We gaan met het vliegtuig op vakantie!” klinkt dat als de veelbelovende Turkse zon als je echtgenoot met twee vliegtickets wappert. Als je kleuter dat zegt nadat hij met krukjes een vliegtuig heeft nagebouwd en een teddybeer een pilotenpet heeft opgezet, krijg je Turkije voorlopig nog niet te zien.

Nee, lieverd, ik geloof ook niet dat jij die vliegtickets naar Turkije hebt geboekt…

Bedenk wie wat zegt. Is het een betrouwbaar iemand of de roddeltante van een boerendorp? Ga als een journalist te werk. Als dit personage zomaar wat lijkt te zeggen of te doen, gaat de plottwist niet werken. Dat geldt ook voor omstandigheden. Roep in Nederland dat er een tornado komt en iedereen raakt in paniek. Zeg dat in de centrale staten van de Verenigde Staten en de mensen lopen geroutineerd naar de schuilkelder. Kortom: een plottwist moet indrukwekkend en van gewicht zijn. En dat is in elke situatie anders.

Een plottwist is een puzzelstukje, geen schok

Laat het duidelijk zijn: plottwists werken niet als ze willekeurig worden ingezet. Je moet er naartoe werken en ze moeten logisch zijn. Als een plottwist uit de lucht komt vallen, snapt je lezer niets meer. Een plottwist moet een missend puzzelstukje zijn dat het verhaal een andere draai geeft.
Gebruik een plottwist daarom niet als middel om te choqueren. Als je een lezer wil laten schrikken, is het veiliger om (een geliefde van) je hoofdpersonage iets ergs te laten overkomen. Als je lezer is geïnvesteerd in je verhaal komt de schok goed over en blijft het verhaal stevig.

Zorg ervoor dat je plottwist als een puzzelstukje naadloos in de puzzel van je plot past.

Moet je een plottwist wel of niet inzetten?

Je kan een plottwist overwegen om de aandacht van je lezer vast te houden en het verhaal interessant te maken. Soms is dat echter niet nodig. Er is dus geen pasklaar antwoord op die vraag. Maar hoe dan ook: gebruik de plottwist met mate en werk hem goed uit. Dat is het verschil tussen een fantastisch of vreselijk verhaal.