Als je een ander verhaal schrijft dan je dacht – deel 1

Je start met een verhaalidee in je hoofd. Zo gaat de heldenreis verlopen, dit zijn de belangrijkste plottwists en de personages moeten door deze karaktertrekken de lezer aan gaan spreken. Maar dan ben je aan het schrijven en blijkt je boek door de aan- of afwezigheid een scène een compleet andere toon of ingang te krijgen. Wat doe je dan?

“Wat is er met mijn verhaal gebeurd?!”

“Ik wilde schrijven over de avonturen van een backpacker die wereld over reisde en zich nooit wil settelen, omdat de roep van het avontuur te groot is. Maar nu is de vlugge verliefdheid in Azië uit hoofdstuk 4 uitgegroeid tot een compleet gezinnetje met twee kinderen en een koophuis in hoofdstuk 20.’ Wat is er gebeurd met het verhaal dat ik wilde schrijven?”

Dit voorbeeld is wat extreem, maar het komt voor dat je op een bepaald moment een heel ander verhaal lijkt te schrijven dan je in gedachten had. Wat dan?

Waarom ben je begonnen met schrijven?

Los van het inhoudelijke verhaal: waarom ben je überhaupt begonnen met schrijven? Om mensen over je eigen ervaringen te vertellen of als een uitlaatklep van creativiteit? In het eerste geval wil je dat de grote lijnen en bepaalde lijnen in het verhaal blijven kloppen met de waarheid. Als je een fictieve roman schrijft, kan je wat meer denken: ik kan een compleet nieuwe held bedenken, als het moraal maar hetzelfde blijft. Of je kan het verhaalthema helemaal omgooien, als je verhaal zich maar op Mars afspeelt…
Hoewel het bij een autobiografische roman lastig is om aan te passen, staat zowel bij fictie als eigen belevingen een vraag centraal:

Wat is de kern van mijn verhaal die al het andere in het boek moet dragen?

Is dat:

  • een held van wie je kan leren?
  • een waarschuwing over huiselijk geweld?
  • een verhaalthema dat verder bediscussieerd mag worden?
  • een boodschap die licht aan het eind van de tunnel biedt?
    Probeer te ontdekken wat de reden is voor jouw schrijven. Of was, in het geval van het moment waarop je verhaal anders loopt.

Wanneer is het misgelopen?

Op een bepaald moment ging je verhaal de ‘verkeerde’ kant op. Kun je achterhalen welk moment dat is? Omdat je zelden chronologisch elk hoofdstuk van je verhaal afwerkt kan dat lastig zijn. Spring je net zoals veel andere schrijvers van het ene hoofdstuk naar het andere, dan kan je op de zaken vooruit lopen.
De held moet in hoofdstuk 7 assertief zijn geworden. Dus je schrijft hoofstuk 7 en denkt dan: o, wat een mooie scène, daar wil ik wel naartoe werken. Dus schrijf je een week daarna in hoofdstuk 4 al over een minder verlegen held om het verschil niet al te groot te maken. En dan heeft je verhaal ineens vanaf de start een zelfverzekerde held.

Ga zo speuren naar het ‘verkeerde moment’.
* Klopt je tijdlijn nog? Zijn er geen dingen ingeslopen die elkaar tegenspreken, of cruciale momenten weggelaten?
* Pak je personagebiografie erbij. Heb je iets in een scène of plot geschreven dat daar niet mee overeenkomt?
Op een moment als dit laat een personagebiografie zijn nut zien: het is het overzicht dat je helpt consistent te blijven. Houd je zoveel mogelijk aan de zaken die je daarin hebt vastgelegd, om te voorkomen dat je steeds een ‘ander verhaal’ kan schrijven.
* Is je hoofddoel nog wel de rode draad van het verhaal?
Als je held de wereld rondreist om dorpje per dorpje een school op te zetten en zo analfabetisme de wereld uit te helpen, kan het zomaar gebeuren dat die iemand tegenkomt die zegt: “Nu Winnie naar school gaat, bloeit ze helemaal op.” Om je held vervolgens Winnies persoonlijke mentor te maken. Dat is prima voor hoofdstuk 29, maar te vroeg voor hoofdstuk 2…
Kijk in dat geval eens naar de kleine verhalen die alle losse hoofdstukken of scènes op zichzelf vertellen. Waarschijnlijk is er op kleinere schaal een ander idee of verhaal ingeslopen dat een eigen leven is gaan leiden. Lees alles nog eens chronologisch door, dan weet je waar de eerste ‘foute hints’ beginnen. Kom je erachter dat zowel in hoofdstuk 3 als in hoofdstuk 8 iets niet klopt, neem dan de tijd om even rustig na te denken.
Is ‘het verhaal van hoofdstuk 3’ om wat voor reden dan ook leuker of fijner om over te schrijven dan ‘het verhaal van hoofdstuk 8?’ Schrijf dan gerust een boek over ‘hoofdstuk 3 ook al had je ‘hoofdstuk 8’ in gedachten. Als je verhaal verandert, is aanpassen onvermijdelijk. Dan kan je maar beter verdergaan met het verhaal dat je het meest aanspreekt.

Onderwerpen in een autobiografie

Veel mensen schrijven om eigen ervaringen te delen. En het echte leven is veel wispelturiger dan de papieren wereld. Dat bakent zich niet zo makkelijk af als een fictieve roman. Als je wil schrijven over een gewelddadig huwelijk kunnen de gesprekken met de psycholoog over je vervelende kindertijd er makkelijker insluipen. Het is niet ongewoon dat er dan oorzaken en gevolgen naar boven komen. Dat kan afdwalen in de hand werken. Dit kan je enigszins voorkomen door een lijstje te maken van directe oorzaken en gevolgen. Zie je een directe oorzaak en gevolg ontbreken, wees dan voorzichtig om dat mee in je verhaal te nemen.
Denk aan: ik heb onveilige hechting gekend, dus ik kan mensen slechter vertrouwen: direct oorzaak en gevolg.
Ik was verlegen, dus een buitenbeentje, dus meer vatbaar voor pesterijen, dus uiteindelijk ook een prooi voor iemand die zich als mijn redder voordeed en me zag, dus werd ik verliefd op een gewelddadige partner… Verlegenheid en gewelddadige partner is geen direct oorzaak en gevolg. Hoe meer van dit soort ‘dussen’ je hebt, hoe eerder je een of meerdere daarvan kan of zelfs moet schrappen om je verhaal op de rit te houden.

Het is niet meteen slecht als je plotseling een ‘ander verhaal’ hebt. Volgende week kijken we wat je kan doen als je verhaal eigenwijs aan het worden is, zonder dat je het hele boek opnieuw hoeft te schrijven.

Foto door Mick Haupt, verkregen via Unsplash

Hoe begin je met reviseren aan je boek?

Als je dan eindelijk je boek klaar hebt, volgt er altijd nog een rondje revisie voor je het naar een uitgever stuurt, of het aan lezers geeft. Hoe pak je dat aan? Je kan natuurlijk je rode pen tevoorschijn halen en krabbelen waar je kan, maar er zijn ook een aantal trucjes die je kan gebruiken om het toch al rommelige proces van reviseren net iets makkelijker te maken.

Reviseren begint al vóór de start

Je boek echt nakijken kan natuurlijk pas als het geschreven is. Maar je maakt het jezelf een stuk makkelijker als je al bepaalde checklistjes maakt zodra je aan het schrijven begint. Geen zorgen: vaak zijn dit lijstjes die je al maakt om in de tekentafelfase alles duidelijk te krijgen. Je hoeft dus geen uren te besteden aan deze lijstjes. Hoewel deze checklistjes per genre kunnen verschillen -een uitwerking van een moord is niet nodig in een streekroman- doe je er goed aan om in ieder geval een handvol lijstjes voor te bereiden.

Checklistjes voor aanvang van reviseren

De checklistjes voor aanvang van het schrijven moet je heel breed houden: je hebt immers nog vrijwel tot geen inhoud. Deze lijstjes zijn dus om de absolute basis af te kunnen vinken. Daarom bestaan ze uit een concrete vraag. Voorbeelden
* Het centraal conflict: volgt dat de drie-aktenstructuur?
* Plottwist: Is die aanwezig? Zo ja: wordt de onthulling op een logische plaats in het verhaal gegeven?
* Tijdlijn: zitten er gaten in? (Lees: zijn er geen onlogische tijdssprongen, of wordt er een tijdsperiode onbedoeld overgeslagen?)
* Is mijn einde open of gesloten? Is dat nog steeds zoals ik in de eerste brainstormfase had bedacht?

Merk op dat je nog helemaal niet ingaat op het karakter van je personages, de kwaliteit van je schrijftechniek. Daar hoef je nog niet op te letten tijdens deze zeer globale revisieronde. Als je deze eerste punten nagaat (bijvoorbeeld door na te gaan of je ieder punt van de drie-aktenstructuur kan afvinken) zal je de grootste fouten in het verhaal ontdekken als die er nog zijn. Meestal zie je daardoor ook wat andere fouten, waardoor je een kettingreactie krijgt aan wat nodig is aan revisies.
“O, mijn heldin beleeft geen crisis. Dan is ze misschien óók meer Mary Sue dan me lief is…”Als dat zo is, moet er heel veel terug naar de tekentafel. Zoveel, dat het nog helemaal geen zin heeft om je om verdiepende details druk te maken…

Waarom schreef je? Wat staat centraal?

Als je de eerste revisieronde hebt doorstaan, kan je gaan bedenken waarom je nu eigenlijk schreef, en wat jouw boek zo uniek maakt. Ik heb het dan over de stijl, niet over het eigenlijke plot.
Iedere schrijver heeft zo zijn voorkeur of specialisatie als het een bepaalde stijl betreft.
Als ik als uitgever jou voor mij zou hebben en ik zou zeggen: “Er zijn hier drie schrijvers en die hebben exact dezelfde achterflaptekst geschreven. Wat mij betreft verschilt jouw verhaal dus niet van anderen. Vertel mij eens waarom ik jouw verhaal dan moet kiezen, en die twee andere niet?”

Wat is het nou echt dat jouw verhaal van de bladzijdes af laat spatten?

Je weet waarschijnlijk wel van jezelf wat jouw schrijversstem uniek maakt. Wilde je met dit boek de lezer meenemen naar een andere wereld en doe je dat met prachtige sfeeromschrijvingen? Of word je blij van het intensief uitwerken van personages? Bedenk: je schrijft niet alleen omdat je iets op papier wil zetten, maar waarschijnlijk ook omdat je een bepaald aspect van schrijven of jouw schrijfstijl graag op de voorgrond wil zetten.
Als je schrijft op een manier waar je blij van wordt, is dat vaak ook je sterke punt. Bij je sterke punt komen vaak ook schrijftechnieken kijken. Bedenk welke dat zijn en ga die nog eens goed na.
Als je heel gedetailleerd kan schrijven, ga dan eens na in hoeverre Chekhov’s gun je goed gelukt is. Of, als jouw medepersonages altijd erg sterk zijn, ze ook een goed uitgewerkte eigen heldenreis hebben.
Maak vervolgens van deze aspecten een lijstje met afvinkpunten en ga die in detail na. Let op je persoonlijke valkuilen, algemene aandachtspunten en ga eens na hoe ver je al bent.

Checklist van feedback

Je hebt misschien ook feedback van je proeflezers verwerkt. Kijk ten slotte nog eens in welk opzicht jouw verhaal in zijn geheel nu veranderd is en of dat op zijn punt weer gevolgen heeft voor personageontwikkelingen of plottwists, zoals je bij het eerste globale checklistje al deed. Maar doe dat nu wel in detail, zodat je alles wat loszit, weer kunt vastschroeven 😉

Ideale manier van reviseren?

Met bovenstaande tips moet je al een heel eind kunnen komen met een eerste revisieronde voor je boek. Kijk wat bij je past en ook vooral welk genre je schrijft. Hou er ook rekening mee dat na een eerste volledige revisieronde er bijna altijd een tweede volgt (en een derde en misschien zelfs een vierde…) Weet dan dat je op een bepaald moment revisie moet gaan uitbesteden om niet in de valkuil van de blinde vlek te vallen.
Als je dat al gedaan hebt, of daar geen behoefte aan hebt, is er altijd nog een laatste truc. Daar heb je echter wel wat tijd voor nodig.
Leg je boek minstens drie maanden helemaal weg. Je mag zelfs die ene mooie zin niet meer teruglezen. Leg het manuscript achter slot en grendel! Na die drie maanden lees je het nog eens helemaal van voor tot achter, als het even kan in een zitting of enkele dagen. Als je dan je eigen boek kan lezen zonder je aan foutjes ( groot of klein) te ergeren, mag je erop vertrouwen dat het goed is!

Maar net als bij schrijven geldt dat er geen waterdichte regels zijn. Probeer het uit en kijk waar je eindigt. Succes!