Een tijdlijn maken voor je verhaal

Een tijdlijn maken is ontzettend belangrijk als je een verhaal gaat schrijven. In je verhaal gebeurt niet alles chronologisch en dan is het fijn als je een overzicht maakt van wanneer wat gebeurt. Zelfs als alles netjes van A naar B gaat, kan je een fijne houvast hebben aan een tijdlijn.

Waarom schrijf je een tijdlijn?

Als je een verhaal schrijft, maak je meestal een ruwe schets van gebeurtenissen. Daarin staat de rode draad van het verhaal, maar ook nog wat andere gebeurtenissen om het verhaal wat meer inhoud te geven. In die andere kortere verhaallijnen kunnen dingen voorkomen die de rode draad beïnvloeden en daarmee invloed hebben op de tijdlijn. Neem een huisje-boompje-beestje verhaal. Het stel wordt verliefd, gaat trouwen en krijgt een kindje. Als je deze volgorde aanhoudt in het verhaal, lijkt het in eerste instantie moeilijk om de (chronologische) draad kwijt te raken.

Voorbeeld: makkelijk de chronologische draad kwijt

Het stel trouwt in december 2018 en jij hebt bedacht dat het na de huwelijksnacht meteen raak is. Het kindje zou dus in september geboren moeten worden. Zo heb je je rode draad bepaald. Maar later in je uitwerking bedenk je dat een vriendin tegen de bruid zegt: “Zou je wel meteen beginnen met proberen zwanger te raken? Jullie hebben een superavontuurlijke en lange huwelijksreis gepland! Als het meteen raak is, zit je daar in aan de andere kant van de wereld met ochtendmisselijkheid…”
“Daar zit iets in…”
Je schuift de geboorte van het kind op en het kindje wordt niet in 2019, maar in 2020 geboren. Dat geeft al meteen een hele andere kraamtijd voor moeder, met een lockdown: moeilijkere regels voor bij de echo, minder bezoek in de kraamtijd…

Personagebiografie als houvast

Qua jaartal is 2020 een redelijk extreem voorbeeld, maar je ziet waarschijnlijk wel dat iets opschuiven een groot gevolg kan hebben. Om niet in de knoop te raken met jaartallen, leeftijd en levensloop, is het verstandig om je personagebiografie als houvast te gebruiken. Geef je personages allemaal een exacte geboortedatum. Niet: “ergens in de jaren tachtig”, maar: dd-mm-jjjj. Dan weet je bijvoorbeeld ook: Dochter is in 2000 25 jaar oud, Vader is dan 65. Als dochter dan in 2003 bevalt, is Vader net een jaartje met pensioen.
Dat is best handig om te weten. Opa zal een stuk makkelijker kunnen oppassen als hij niet aan het werk is.

Tijdlijn en het butterfly effect

Als je een tijdlijn hebt die je goed bijhoudt, voorkom je een verkeerd butterfly-effect.
Het butterfly-effect komt in elk verhaal in meer of mindere mate voor. Als je zomaar iets opschrijft betreffende de verstreken tijd of het jaartal, is het onvermijdelijk dat je vroeg of laat iets opschrijft wat in je tijdlijn niet meer klopt. Bijna alles heeft een samenhang of een oorzaak en gevolg. Zeker wat betreft de rode draad in je verhaal of belangrijke subplots, moet je er alert op zijn dat je weet waar je eventuele dingen verandert.

Als je bewijs wil hebben hoe een kleine verandering in de tijd grote gevolgen kan hebben voor de toekomst, moet je de filmklassieker ‘Back to the future‘ maar eens kijken.

Tijdlijn en de algemene geschiedenis

Als je schrijft over een ‘hoofdstuk in de geschiedenis’ dat al voorbij is, kun je daar je voordeel mee doen. De Tweede Wereldoorlog is daar een goed voorbeeld van. Je kan de geschiedenisboeken gebruiken om bepaalde historische gebeurtenissen als ijkpunt te nemen en aan de hand daarvan een personagebiografie aan te passen of zelfs te maken.

In Nederland duurde de oorlog van 1940 tot en met 1945. Dat is een tijdsbestek van vijf jaar. Kinderen en jongeren uit die tijd hebben dus een groot deel van hun leven of tijdens een belangrijk moment van hun ontwikkeling de oorlog meegemaakt. Een geboortejaar kan een belangrijk verschil uitmaken voor de invulling van hoe iemand de oorlog meemaakt. Wat voorbeelden:
1875: je bent 65, in die tijd hoogbejaard. De kans is heel klein dat je het eind van de oorlog meemaakt. Wat doet dat met je mentale toestand als je je daar bewust van bent?
1925: je wordt negentien in 1944. In het heetst van de strijd wordt je opgeroepen voor het leger, waardoor je in levensgevaar kan gaan verkeren.
1927: je wordt negentien in 1946. Hoewel je slechts twee jaar jonger bent dan het personage hierboven, is de oorlog over zodra de dienstplicht zou gelden en hoef je dus niet naar het front, met alle bijkomende mogelijke gevolgen.
1933: je bent zeven tot en met twaalf jaar als het oorlog is. Je bent inmiddels oud genoeg om de hele oorlog bewust mee te krijgen.
1944: je wordt geboren in de hongerwinter. Je herinnert je later niets van de oorlog, maar door de hongersnood kan je wel een groeiachterstand hebben gekregen. Dat kan van invloed zijn op de manier waarop je (lijf) verder ontwikkelt.

Voor het verhaalthema kan je tijdlijn dus ook van groot belang zijn. Het maakt voor je personage veel uit of hij drie of drieëntwintig jaar is in 1943. Dat is het verschil tussen ‘oorlogsgeheimen in een familie waar je hoofdpersonage later pas achter komt’ of ‘traumaverwerking’.

Tijdlijn en plottwists

Vanwege het eerder genoemde butterfly-effect is het ook belangrijk dat je weet welke gebeurtenissen een samenhangende oorzaak en gevolg hebben. Zeker bij een plottwist. Een plottwist gaat erom dat er ‘opeens’ iets anders gebeurt dan de lezer verwacht. Maar dat opeens komt wel op een bepaald/ specifiek moment. Omdat je moet weten welke puzzelstukjes je aan de lezer geeft, moet je ook weten wat je al voor informatie hebt weggeven en welke niet. Een tijdlijn kan hier ook houvast voor bieden. Een onverwachte zwangerschap met de uitgerekende datum in september betekent dat je tijdens oud en nieuw nog niets van de zwangerschap weet. Dus dan gaat de vriend van de aanstaande ouders geen nieuwjaarswensen geven: “Dat het maar een mooi jaar mag worden met het uitgebreide gezin.” Dan weet je dat je ergens in maart je personage hints kan laten geven.

Plaats een reactie