In een autobiografie schrijf je je eigen levensverhaal. Daardoor kan het lijken alsof je alles over je leven op mag of op moet schrijven voordat het interessant is. Dat is niet zo: je moet een goed verhaal hebben. Hoe werkt dat met een autobiografie?
Het onderwerp van je autobiografie
Ik schreef in deze blogpost al dat je bij een autobiografie je onderwerp moet kiezen. In zekere zin is iedereen namelijk meerdere mensen tegelijk. Je bent bijvoorbeeld niet alleen een leraar, maar ook een broer, echtgenoot en een immigrant. Zodra je over je leven als leraar gaat schrijven, geeft dat heel andere dingen om over te schrijven dan wanneer je schrijft over je ervaringen met migreren. Bepaal je hoofdonderwerp dus voordat je begint met schrijven.
Jouw waarheid of jouw beleving?
Als je autobiografisch schrijft, doe je dat vanuit jouw beleving. Je schrijft hoe jij iets hebt meegemaakt, of hoe het is om zijnde X in het leven te staan. Bedenk vooraf of jij voornamelijk je ervaringen wil delen met de wereld, of ook (subtiel) wil laten doorschemeren dat jij iets weet wat anderen niet weten. Dat hoeft niet meteen iets te zijn als: “Ik weet hoe ik een bedrijf moet runnen, in mijn levenswerk zet ik mijn werkwijze uiteen.” Soms kan het zo subtiel zijn dat je het zelf niet eens beseft. Je kan de proef op de som nemen door jezelf de volgende vraag te stellen:
Is de volgende stelling op mijn autobiografie van toepassing?
Ik heb X meegemaakt, dus ik weet hoe het is om….
Zo nodig kan je ‘meemaken’ vervangen door ‘zijn’ of ‘hebben’. Je krijgt dan voorbeelden als:
* Ik heb de oorlog meegemaakt, dus ik weet hoe het is om honger te lijden;
* Ik heb een universiteitsdiploma, dus ik weet wat hoe het is om hard te studeren;
* Ik ben gehandicapt, dus ik weet hoe het is om lichamelijk zwak te zijn.
Als je deze stellingen afzonderlijk leest, dan neem je waarschijnlijk aan dat dat wel moet kloppen. Maar hoe zit het dan met:
* de hoge pief die vanuit zijn ivoren toren de oorlog gade kan slaan, zonder ooit op voedselbonnen over te hoeven gaan?
* een uitzonderlijke studiebol zoals Stephen Hawking, die zelfs een zeer ingewikkelde studie met twee vingers in de neus kon volgen?
* de gemiddelde paralympiër?
Ja, dit zijn eerder uitzonderingen dan de regel. Maar je moet wel beseffen dat je altijd van de waarheid van je personage uit moet gaan, en niet van een algemene aanname. Zeker niet bij een autobiografie. Je kan beter deze stelling nastreven:
Ik heb X meegemaakt. Zo is dat voor mij (geweest).

De risico’s van waarheid als uitgangspunt
Als je je persoonlijke ervaringen als de zuivere waarheid beschouwt kan je arrogant gevonden worden. Maar wat vanuit schrijversperspectief misschien nog wel belangrijker is: je verhaal wordt er vreselijk saai van. Of beter gezegd: dan heb je geen verhaal. Tenzij je iemand als Elon Musk of Jeff Bezos bent, zullen je lezers je niet geloven als je beweert dat je dé waarheid in pacht hebt als je schrijft over het runnen van een succesvol bedrijf. Ze zullen je waarschijnlijk arrogant vinden. (En zelfs als je Musk of Bezos bent, is dat laatste niet uitgesloten…)
Ik heb geen boeken over deze mannen gelezen, ook al weet ik dat ze er zijn. Maar ik kan me voorstellen wat er in die boeken staat, om ze interessant te maken:
* een deel van de jeugd;
* hoe de liefde voor uitvinden / zakendoen is ontstaan;
* de eerste stappen van het bedrijf;
* de tegenslagen die zijn doorstaan (het centraal conflict).
Deze elementen moeten betrekking hebben op de persoonlijke omstandigheden of belevingen van Musk of Bezos.
Anders hou je het bij feiten en dan heb je geen boek, maar eerder een artikel met een titel als: ‘Met deze tien stappen bouwde Bezos zijn Amazonimperium.’ of een zakelijk rapport.
Een boek wordt niet interessanter door de hoofdpersoon zelf, maar vanwege de belevenissen die de hoofdpersoon meemaakt. Dáárom wordt om het even welk boek waarin een persoon/personage centraal staat (met plezier) gelezen.

Waarom lezen we?
Lezen over een ander persoon geeft een kijkje in een andere wereld. Je kan met een persoon meeleven, emoties voelen en in spanning zitten, zonder dat jou iets overkomt. Zo ga je met ridder mee op avontuur om een draak te verslaan. Je voelt dezelfde adrenaline vóór het gevecht en dezelfde trots als de draak is verslagen. Maar je loopt niet het risico om geroosterd te worden. Lezen is dus eigenlijk emoties beleven zonder fysieke of doorlopende risico’s. Maar om die emoties te voelen, moet je wel met een personage mee kunnen leven. En daarvoor moet je hem eerst leren kennen. En dat lees je altijd in een goede (auto)biografie. Want daarin zitten altijd:
* belangrijke elementen van de personagebiografie;
* een centraal conflict, en het verlaten van een comfortzone;
* het wordt duidelijk wat de angst is van je personage
enzovoorts.
Zo kan je met een persoon mee gaan leven en wordt iemand als Musk in plaats van een soort onsterfelijke God plotseling ook weer een gewoon mens. Dan gaan lezers zich meer identificeren met mensen die mijlenver van hen en hun manier van leven afstaan. Precies zoals je ook al voorkomt dat je hoofdpersonage een Mary Sue wordt. Zo wordt een biografie over Jeff Bezos veel meer en veel interessanter dan dat eerder genoemde korte artikel. En daarom worden dat soort (auto)biografiën ook daadwerkelijke bestsellers. Mensen weten diep vanbinnen best dat het lezen van zo’n (auto)biografie je niet meteen een handleiding voor absurd rijk worden geeft. Nee, ze willen de spanning en sensatie van een verháál.
Dat betekent dus ook dat je geen Bezos of Musk hoeft te zijn om genoeg materiaal te hebben voor een autobiografie. (Gelukkig maar 😉 ) Je moet er alleen voor zorgen dat je lezers met jouw persoonlijke beleving gaan meeleven.