De waarheid van je personage

Als je over personages schrijft, is het onvermijdelijk dat je op een bepaald moment iets moet schrijven wat in jouw beleving niet klopt, maar wel in die van je personage. Het is dan belangrijk om dat onderscheid te kunnen maken. Waarom is dat zo en wat levert dat op voor je verhaal?

Kijk naar de wereld

Als schrijver moet je goed kunnen observeren. Daarom kan je niet zonder een opschrijfboekje. Maar je moet niet alleen goed letten op verschillen in landschappen en kledij van mensen. Het is voor een schrijver ook essentieel om op te merken en ook te erkennen dat mensen een verschillende kijk op de wereld hebben.

Stelling Gaat op voor Gaat niet op voor
Ik moet hard werken om eten op de tafel te krijgen een alleenstaande vader met een laag inkomen en vier kindereneen miljonair
Ik voel me prettig in mijn lijfeen topsporter die het heerlijk vindt om te traineneen anorexiapatiënt
Mijn land is veiligNederlandersmensen uit Jemen
Frietjes zijn een traktatiede gemiddelde kleuter iemand die geen friet lust

Kijk eerst altijd wat onomstotelijk waar is, voordat je jouw mening of die van je personage gaat vaststellen en/of uitschrijven. Van biefstuk naar gehakt moeten overgaan is geen voedselonzekerheid. Dit klinkt misschien als een open deur, maar je zal ervan schrikken hoe vaak een overtuiging al bepaalde feiten kan verkleuren.

De overtuiging van je personage

Onze miljonair heeft met de blogpost meegelezen en is op zijn teentjes getrapt: ”Ik voel me ontzettend onzeker en gestrest als ik niet weet of ik de biefstuk kan eten die ik gewend ben te eten. Nu moet ik ineens overstappen op simpel gehakt!”
Dan mag je met je ogen rollen en denken dat dit verwende nest zijn mond moet houden. Desondanks moet je als schrijver erkennen dat dit voor de beleving van de miljonair wel de zuivere waarheid is. Dan kan hij objectief iets fout definiëren of zich volgens veel andere mensen aanstellen, voor hem is deze zorg echt en oprecht. Als hij gewend is om biefstuk te eten en gehakt ziet als voedsel voor de mislukte armoedzaaier, is het niet gek dat gehakt eten hem onzeker maakt. Dat staat voor hem gelijk aan een mislukt leven leiden.

Op deze manier moet je de overtuigingen van je personages als een soort heilige waarheid aannemen. Een waarheid die door anderen geaccepteerd, betwist of bekritiseerd mag worden, maar toch waar is. Je zou het filosofisch kunnen maken: ”Je personage mag dan misschien niet altijd de zuivere waarheid spreken, hij liegt in ieder geval nooit tegen zichzelf.” Dat laatste woord is het toverwoord. Je personage heeft een bepaalde bril waardoor hij de wereld inkijkt en die kan hij niet zomaar afzetten.

Belang van persoonlijke waarheid

Als je je personages waarheid in het midden laat, wordt het daardoor ongrijpbaar en je verhaal ook.
Neem het eenvoudige voorbeeld van de friet nog eens. Als je personage friet lekker vindt, maar ook constant dingen zegt als: “Maar ik kan ook begrijpen dat mensen het niet zo lekker vinden, hoor! Het is vet en zonder een sausje is het ook maar een beetje saai van smaak,” dan is je hoofdpersoon niet meer veel waard in een epos getiteld: De frietfan.
Dit voorbeeld ligt er duimendik bovenop, maar de essentie is hetzelfde als het gaat over de archetype rol die een personage heeft. En zijn meningen, overtuigingen en zienswijzen zijn daar ook onderdeel van. Die moet je dus ook min of meer constant houden voor een goed verhaalverloop.

Frietjes. Je personage kan ervan vinden wat hij wil, maar…. Niks maar. Als jouw personage frietjes (niet) lekker vindt, dan is dat gewoon zo.

Waarheid onderzoeken is een oorzaak vinden

Het wordt het meestal pas lastig om goed over een persoonlijke waarheid te schrijven op het moment dat die tegen jouw persoonlijke morele kompas indruist of als die verschrikkelijk is. Denk aan:
* Een moeder mishandelt haar kinderen.
* Iemand drinkt stevig door tijdens een familiebijeenkomst
* Je personage stemt op een politieke partij waarvan jij de ideeën ronduit eng vindt.

Als je personage een nazi is, zal je dat personage het liefst eendimensionaal laten om zijn gedachtegang maar niet goed te keuren en liever nog meteen uit je verhaal schrijven. Zo simpel werkt het niet, maar gelukkig is er een pluspunt: je hoeft niets goed te keuren. Je moet alleen snappen waarom je personage idiote of enge dingen doet. Een nazi is daar een goed voorbeeld van. Die is duidelijk geïndoctrineerd door propaganda. Als je uitzoekt hoe propaganda werkt en uiteindelijk ook inwerkt op je personage, dan heb je de oorzaak, is het duidelijk wat de (hetzij verknipte) waarheid van je personage is en is je personage niet eendimensionaal meer. Dan zeg jij (direct of indirect) als schrijver echt niet zomaar dat jij het oké vindt wat de nazi’s allemaal deden (tenzij je de rest van je verhaal erg slecht uitwerkt, maar dat is iets heel anders).
Als je wil oefenen met dit idee, kijk dan eens naar mijn schrijfoefening de schijnheilige engel.

Niet alle oorzaken van verschrikkelijke waarheden zijn zo heftig als indoctrinatie. Denk ook aan bijvoorbeeld financiële problemen, een gebrek aan opvoeding of mentale problemen of stoornissen. Wat het ook is, zorg ervoor dat je de oorzaak vindt en goed naar voren laat komen om je personage geloofwaardig te houden.
Vergeet ook niet dat je medepersonages in kan zetten om het nodige tegengas te geven als een persoonlijke waarheid van een personage erg ver gaat. Dan neutraliseer je de toon van je verhaal ook wat meer.

Plaats een reactie