Schrijfoefening: de kinderdroom van je personage

Kinderdromen zijn optimistisch, groots en in een bepaald opzicht erg naïef. Maar ze kunnen je ook leren waar de diepste wensen van je personage liggen. Als kind leer je vroeg of laat dat de wereld niet zo mooi is als je hoopt. En toch houden we ook als volwassene een bepaalde hoop of idealen. En uit idealen worden waarden geboren. Oftewel: als je de kinderdroom van je personage weet, leer je zijn innerlijke verlangens en de beweegredenen beter kennen en kan je de personagebiografie verder uitwerken.

Inspiratie van de oefening

De documentairefilm Human inspireerde mij tot het maken van deze schrijfoefening. Met dank aan het interview met Argus. Als antwoord op de vraag: ‘wat is de betekenis van het leven’ zegt hij: “Dat je niet uit het oog verliest wat je als (onschuldig) kind in de wereld wilde zien, zoals een wereld zonder bedelaars, waarin iedereen gelukkig is.”

Toegegeven: ik moet het eerste (jonge) kind nog tegenkomen dat zegt dat hij later de politiek in wil vanwege de macht die je dan soms hebt. Hij zou ook niet meer rijk willen zijn als je zou zeggen dat je dan misschien -hoewel niet altijd- anderen daarvoor uit moet buiten. Jonge kinderen hebben simpelweg een incompleet -of naïef zo je wil- wereldbeeld.
Maar tegelijkertijd: zeg als volwassen activist wat je de wereld uit wil vechten -of dat nu armoede, kinderarbeid of oorlog is- wat wordt er dan wel eens gezegd? “Doe niet zo kinderachtig. Dat is niet mogelijk.” Noem me pietluttig, maar ik vind de woordkeuze voor ‘kinderachtig’ erg veelzeggend, zowel letterlijk als figuurlijk.

Casus Argus

Laten we Argus uit de clip ook als casus nemen. Zijn kinderdroom om armoede uit de wereld te helpen, kan een goede show don’t tell zijn. Vooral omdat hij zich afvraagt waar die kinderdroom -of boodschap zoals hij het noemt- toch is gebleven.
Als je het jongetje Argus had gevraagd wat hij nog meer zou willen zien in de wereld, zou hij omdat hij een kind is waarschijnlijk ook nog dingen hebben gezegd als geen oorlog, geen dierenleed en geen ziekte. En toch geeft de volwassen Argus het voorbeeld van de bedelaar. Hij zegt ook letterlijk: “Je ziet de bedelaar niet meer en je stopt erom te geven.” Dit geeft twee belangrijke dingen aan. Hij vindt het vreselijk dat mensen/volwassenen minder geven om de medemens en hij vindt waardigheid van een medemens een groot goed. Anders zou hij dit voorbeeld niet benoemen met deze bitterzoete toon.

Je zou dit kunnen vertalen naar twee kernwaarden:
* Leed moet worden erkend in plaats van genegeerd;
* Behandel iedereen met waardigheid, ongeacht afkomst of mogelijke problemen.

Dit zou je al kunnen vertalen naar een mogelijk beroep dat bij hem past: hospik.

Kinderen zullen minder snel terugdeinzen om te handelen als ze iets als noodzakelijk goed zien.
Foto: Bastogne Medic, door Jeroen Koppes via werkaandemuur.nl

Nuance in de schrijfoefening

Hospik is misschien iets te makkelijk als een ideaal beroep voor Argus. Ik moet het eerste jonge kind nog tegenkomen dat zijn schouders ophaalt als het ziet dat iemand pijn heeft. Maar de meeste kinderen willen ook graag piloot (de wereld ontdekken) onderwijzer (kennis opdoen en delen) hondentrainer (liefde voor dieren) en ouder (uit liefde voor hun eigen ouders) worden. De onderliggende redenen zijn ofwel een teken van gezonde ontwikkeling of inherent aan het onschuldige kind-zijn. Waarom wil dan zowel de jonge als de volwassen Argus eerder zorgen voor dan ontdekken? Omdat zorg dragen voor een ander dan net iets hoger in het vaandel staat dan honger naar kennis.
Bij het bedenken van de kinderdroom is nuance dus nodig, maar je kan ook bedenken wat de allerliefste wens of de diepste drijfveer van je is van je personage is of zou zijn als hij maar wist hoe hij dat doel daadwerkelijk kon bereiken. Net zoals een kind nog denkt dat die mogelijkheden er (zouden moeten) zijn. ‘Ja maar’ is iets wat een kind niet zo snel zou zeggen als je naar een doel of wens vraagt.

Waarden in de praktijk

Zodra je deze waarden uit de kindertijd in kaart hebt gebracht, kan je ze vaker gebruiken dan je misschien denkt. Iedere keer als je personage een belangrijke beslissing moet nemen, of twijfelt tussen twee waarden die erg belangrijk voor hem zijn, helpen de waarden uit de kindertijd een wellicht lastige beslissing te nemen. Zodra je de waarden in een versus-constructie naast elkaar moet zetten, geven de kinderdromen misschien net dat zetje dat je nodig hebt:

KinderdroomOptie 1 Optie 2
Geen armoedeEen bedelaar eten geven of geld (met het risico dat het niet aan eten opgaat).Niets aan de bedelaar geven: misschien koopt hij er wel drugs van.
Gerechtigheid voor iedereenJe mond opendoen tegen discriminatie als je het ziet gebeuren.Je mond houden als je denkt: misschien loop ik gevaar of mis ik een deel van het verhaal.
Iedereen is gelukkigIemand uitnodigen voor een feestje als je weet dat die eenzaam isEen eenzaam iemand niet uitnodigen voor een feestje: wat zal de rest van de genodigden zeggen als je deze persoon meeneemt?

Kinderen zouden doorgaans voor optie 1 kiezen, volwassenen voor versie 2.
Ter verdediging van volwassenen: je hebt ratio nodig in het leven, anders kan je evengoed schade aanrichten, roekeloos worden of verkeerde dingen teweegbrengen voor jezelf of voor andere betrokkenen.
Ter verdediging van kinderen: als je niet durft te dromen en daarna wil of kan handelen, verandert er nooit iets. Ook niet wanneer dat nodig is.

Een beslissing op basis van het al dan niet volgen van een kinderdroom kan je vertellen hoe makkelijk een personage weer opstaat na het vallen in een centraal conflict: dat doe je makkelijker met een duidelijk doel voor ogen. Het zegt ook veel over de moed van je personage: je zegt niet snel ‘ja maar’ als je een moedig besluit neemt. Als je personage de moed opgeeft, loopt het verhaal tijdelijk vast. De kinderdroom kan je zo een idee geven over de grootste angst van je personage of wat de crisis en de ramp kunnen vormen uit het save the cat schema.

Plaats een reactie