Dobbelstenen: schrijfprompt en anti-writersblock

Een schrijfprompt is een zinnetje, woord of gegeven dat je hoort te inspireren of een idee kan geven om ergens over te schrijven. Dobbelstenen zijn daar een goed middel voor. Ze geven je namelijk veel meer ideeën dan het aantal zijden die een dobbelsteen heeft.

Hoe werk je als schrijver met dobbelstenen?

Ik kwam de dobbelstenen als schrijfprompt voor het eerst tegen toen ik nog logopediste was. De praktijk waar ik werkte had story cubes. Dat zijn dobbelstenen met plaatjes. Je rolt de dobbelstenen, legt ze in een volgorde en gaat dan een verhaal maken aan de hand van de plaatjes die je ziet. Een beetje alsof je een stripverhaal moet bedenken. Een uitgebreidere uitleg vind je hier.

Zelf dobbelstenen maken

Je kan de story cubes kopen om je op weg te helpen, maar dat vind ik persoonlijk niet nodig en bovendien ook een beetje te makkelijk 😉
Schrijf zelf ideeën op, geef ze een nummer en rol een dobbelsteen. Op deze website kan je een of meerdere digitale dobbelstenen rollen. Onder het kopje non conventional dice roller kan je elk gewenst getal invullen, zodat je je niet hoeft te laten beperken door de zes zijden van een traditionele dobbelsteen.

Hoeveel dobbelstenen heb je nodig om een verhaal te maken?

Om een verhaal te kunnen maken, heb je minstens drie dobbelstenen nodig, voor het begin, midden en einde van een verhaal.
1: er was eens (een kikker)
2 toen (vond een vriendje)
3 einde. (nu is hij blij)

Of zoals de story cubes het aanpakken:
1) brief (er was een mysterieuze brief)
2) alienhoofd (die van een alien zou zijn)
3) smiley (maar dat bleek een grap)

Als je een uitgebreidere schrijfprompt wil, heb je meer dobbelstenen nodig. Een limiet van aantallen is er niet, maar houd wel de volgende regel aan: voor iedere extra dobbelsteen gebruik je een voegwoord om alles aan elkaar te breien.
Denk aan:
* maar (toen../ dan…)
* want
* terwijl
* omdat

Stel dat je één dobbelsteen wil toevoegen aan het voorbeeldje van de storycubes. Je houdt in gedachten dat het woord ‘maar’ de vierde dobbelsteen vormt en je krijgt:
4) krant (maar toen verscheen een foto van een UFO in de krant)

Wat zet je op de dobbelstenen?

Je kan alles wat je maar wil op de dobbelstenen zetten, zoals woorden of afgebakende begrippen/onderwerpen. Die kan je weer onderverdelen in categorieën zoals:
* beroepen
* karaktereigenschappen
* nare gebeurtenissen
* plaatsen

en allerlei andere dingen die onderdeel kunnen zijn van een personagebiografie, verhaalthema, of centraal conflict.

Je kan ook zinnen gebruiken. In dat geval is het handig als je die zinnen per ‘setje’ van dobbelstenen bepaalt. Bijvoorbeeld de eerste voor personage-introductie of plaats, de tweede voor een gebeurtenis en de derde voor een opzet voor een start van een conflict. Dan krijg je een dobbelsteenschema zoals dit:

Cijfer Dobbelsteen 1 Dobbelsteen 2Dobbelsteen 3
1Een schooljufgaat in een sjieke keuken werkendan gaat het stormen
2Een jongetje van zeskomt op de kermismaar heeft geen telefoon
3Een pratende zebramaakt een kampvuuren valt plotseling in slaap
4Een stewardesszit bij de kapperin het buitenland
5Een chemicuskoopt een videospelletjeen verdwaalt onderweg naar huis
6Een groenteboerontvoert een multimiljonairen komt daarmee in de krant

Dat is de basis van het werken met dobbelstenen als schrijfprompt. Maar je kan er nog wat mee.

Dobbelstenen gebruiken bij een writersblock

Soms krijg je een (klein) writersblock omdat je op een obstakel stuit waar je niet op had gerekend. Dan kan je dobbelstenen gebruiken om erachter te komen wat de precieze oorzaak is van de blokkade.
Hiervoor moet je wat geduld hebben; je zal vaak met de dobbelstenen moeten rollen, de dobbelstenen soms moeten herzien en bij sommige uitkomsten veel moeten opschrijven en uitwerken in je opschrijfboekje om tot de nodige conclusies te komen.

Het principe is gebaseerd op het idee dat je soms moet weten wat niet werkt, om zo langzaam maar zeker erachter te komen wat wel werkt. Daar zijn dobbelstenen uitermate geschikt voor, omdat ze door hun willekeurigheid soms bizarre resultaten opleveren. Een casus laat dit het beste zien.
Stel dat je een stelletje maar niet gekoppeld krijgt en je niet weet waarom. Neem dan drie dobbelstenen:
1) personage
2) gegeven
3) omdat/daardoor

Vul hier alleen ‘echte’ gegevens in. Dus: zaken uit de personagebiografie die vaststaan, waar jij wil dat het plot naartoe gaat, of elementen uit het centraal conflict (of die je daar graag in zou willen zien). Dit levert dan het volgende dobbelsteenschema op:

Cijferdobbelsteen 1dobbelsteen 2dobbelsteen 3
1Donald is moe en wil daarom niet uit gaan eten
2Donaldis bluten voelt zich daardoor onzeker
3Donaldweigert zijn/haar ongelijk toe te gevenen geeft daardoor nooit complimentjes
4Katrienis ijdelen is daarom egocentrisch
5Katrien is kieskeurigen heeft daarom geen tijd voor de ander
6Katriendurft niet in het openbaar gezien te wordenen heeft daardoor bindingsangst


Onherroepelijk krijg je een aantal belachelijke resultaten als je dit probeert. Donald is moe en heeft daardoor bindingsangst. Tuurlijk…
Maar iets als Katrien is ijdel en heeft daardoor bindingsangst kan minder vergezocht klinken als het lijkt of is. Wie weet is ze wel bang dat Donald haar verlaat op het moment dat hij haar niet meer mooi vindt. Daar is je aha-momentje!
Stel, je rolt: Donald is kieskeurig en wil daarom niet uit gaan eten. Je denkt: dat is meer iets voor Katrien, want die wil altijd bij de vergulde vork gaan eten. Oordeel niet te snel! Katrien lijkt het kieskeurigste omdat zij altijd luxe uit eten wil gaan, maar zeg tegen Donald dat het etentje meer dan twintig euro gaat kosten en hij zal zich ook twee keer bedenken. Zeg je in eerste instantie “Dat past beter bij het andere personage” bedenk dan vooral waarom je dat denkt voordat je deze optie als onzin bestempelt of het op een ander personage schuift. Je kan zomaar eens op een blinde vlek zijn gestuit…

Foto door Ugo Mendes Donelli op Unsplash.



Plaats een reactie