Een gemene deler als stevige verhaalbasis

Er zijn verhalen die zo absurd zijn in hun plot of in hun personages dat ze alleen in hun opzet al gedoemd lijken om te falen. En toch werken ze soms nog steeds en leveren ze juist fantastisch vermaak op. Hoe kan dat en wat is de basis waar het verhaal stevig van blijft?

Gemene deler van de personages

Je kan allerlei kanten op met je plot of je centraal conflict: laat olifanten rondvliegen, een oude dame karatekampioen zijn… Iedereen weet dat verhalen in de meeste gevallen fictief zijn. Als vanzelf krijg je ook een bepaalde artistieke vrijheid mee: ‘ Ach, het is maar een boek. ‘ Dat gebeurt alleen in een film.’ Bij fantasyverhalen moet je worldbuilding goed op orde zijn, maar voor elk (ander) verhaal waarin gekke dingen gebeuren is het belangrijk om je personages een gemene deler te geven. Dat geeft de lezer een houvast. En het fijne is: meestal is die voor de gemiddelde lezer onzichtbaar. Je hoeft dus niet moeilijk te gaan doen met symboliek.

De onzichtbare houvast van een verhaal

De onzichtbare houvast is een combinatie van het verhaalthema en het willen en nodig hebben van je personages. De basis van je verhaal wordt enorm versterkt als je personages allemaal binnen eenzelfde thema iets willen, maar elk een andere manier vorm geven aan die zoektocht, of spreekwoordelijk op een ander punt in diezelfde zoektocht zitten. Stel dat het verhaalthema moed is. Dan zou je de volgende personages kunnen schrijven:
* Degene die zegt nergens bang voor te zijn, terwijl hij later met een grote angst wordt geconfronteerd;
* Het kind dat nog moet leren wat moed betekent en dat nog alleen aan superhelden kan koppelen;
* Iemand die voor een zeer moeilijke keuze staat en de moed moet opbrengen om de knoop door te hakken, ook al weet hij dat de beste beslissing niet de makkelijkste is en anderen hem niet zullen begrijpen.

Moed is niet alleen maar extreme dingen durven.

Personage 1 heeft een verkeerd beeld van moed, (moed betekent niet dat je geen angsten hebt: iedereen heeft angsten en het vergt moed om dat onder ogen te zien) personage 2 moet zijn beeld ervan nog vormen, en personage 3 weet wat moed is, maar moet het nog in de praktijk brengen.
Zo op het eerste gezicht is dat misschien overduidelijk, maar verwerf dat in een plot en het is al een stuk subtieler:

Vader is directeur van een miljardenbedrijf en zo machtig dat hij denkt dat hij een soort god is en hem niets meer kan overkomen. Hij koopt mensen wel om, regelt wel een dealtje… Hij hoeft nergens meer bang voor te zijn. Zijn oudste zoon van twintig moet later het bedrijf overnemen. Zijn jongste zoon is acht, dol op Spiderman en ziet papa als superheld. Maar de oudste zoon wil het bedrijf helemaal niet overnemen. Hij besluit het uiteindelijk aan vader te vertellen, die daardoor woedend op hem wordt. Die woede is een masker om niet te laten zien dat hij bang is wat er met de familienaam en het bedrijf kan gebeuren. Als je de gemene deler van de personages, hun willen en nodig hebben en het verhaalthema in het achterhoofd blijft houden en die bij elkaar houdt, dan kan je een verhaal zo absurd maken als je wil.

Little miss sunshine

Little miss sunshine is een perfect voorbeeld van een film die van absurde en extreme situaties aan elkaar hangt, zonder dat hij zijn eigen draad kwijtraakt of overdreven wordt.
Olive is een mollig en muizig meisje. Ze doet mee aan Little miss sunshine, een schoonheidswedstrijd voor meisjes van zeven. Olive lijkt in de verste verte niet op haar concurrenten, hieronder op de foto.

Beeld uit de film. (Ik weet het… Ieuw!) Bron: shemazing.net.

De reis naar de wedstrijd is het plot van de film. Er gaat tijdens die reis van alles en nog wat mis. En sowieso is Olives familie ook niet de meest normale: haar vader is geobsedeerd met zijn werk, moeder is gestrest, oom is suïcidaal, haar tienerbroer weigert te spreken en opa is uit een ontwenningskliniek weggestuurd omdat hij stal en zich misdroeg tegenover het personeel. Hij snuift nu nog steeds. Enkele voorbeelden die niet te veel verklappen voor als je de film nog wil kijken (zeker doen!) die de absurditeit van de film onderstrepen.
* De auto krijgt panne en ze kunnen hem weer aan de gang krijgen door met zijn allen keer op keer te duwen als ze wegrijden;
* Pa rijdt midden in de nacht nog veertig kilometer met een scooter in de hoop een zakendeal te redden;
* Opa adviseert zijn kleinzoon om toch vooral seksueel actief te worden voordat hij 18 wordt: zolang jullie allebei nog minderjarig zijn kan er niemand jullie iets maken en onder de 18 zijn jullie nog jong en fris. (Ik zeg dat nog netjes, geloof me, opa doet dat niet ;))
* Als de familie staande wordt gehouden door een agent worden ze gered door de aanwezigheid van een stel seksblaadjes.
Laat het duidelijk zijn: deze film is bizar, maar op een leuke manier. Maar als je bovenstaande voorbeelden afzonderlijk leest, denk je misschien: hoe krijg je dit ooit in één logisch, kloppend plot, narratief gezien?

Het thema in de film is een mix van ‘winnaar zijn’ en ‘goed genoeg zijn’. Alle personages willen winnaars zijn. Dat is bij iedereen het ‘willen’. Hun ‘nodig’ is ook hetzelfde: ze moeten weten dat ze goed genoeg zijn om geaccepteerd te worden, dan wel door henzelf dan wel door hun familie. Het enige echte verschil zit in hun eigen persoontjes en bijbehorende karaktertrekken en heldenreizen.
Vergelijk vader maar eens met opa:
Vader is zo bang om te falen dat hij niet van opgeven weet, zelfs als er geen hoop meer is. Hij vertikt het om een verliezer te zijn. Opa zegt daarentegen: ‘Een verliezer is iemand die zo bang is om niet te winnen dat hij het niet eens probeert.’ Vader worstelt nog met zijn heldenreis rondom winnen, waar opa die al geaccepteerd heeft.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s