De grootste angst van je personage: de grootste schat

Iedereen is ergens bang voor, dus personages ook. Soms is dat een bewuste angst – zoals voor slangen-, maar daar kan je in een verhaal niet veel mee. Als je de diepliggende angst van je personage weet, kan je ook diepzinnig gaan schrijven. Een angst van je personage wordt zo een echte schrijversschat.

Een angst houdt een verhaal draaiende

Een belangrijk uitganspunt bij schrijven is dat je verhaal nooit helemaal stil mag staan. Het fijne van een angst is dat je personage (bewust of onbewust) dingen doet of laat om te voorkomen dat de angst bewaarheid wordt.
* Als je bang bent om arm te worden, zal je altijd werk willen hebben of zoeken;
* Als je vreest alleen te zijn, zal je vaak (nieuwe) vriendschappen sluiten;
* Als je inbrekers vreest, loop je een extra rondje om het huis om alle sloten te controleren voor het slapengaan.

In de actie(s) die je personage onderneemt, beschrijf je de inhoud van een scène, een verhaalthema of het karakter van je personage. Allemaal belangrijke ingrediënten voor een goed verhaal.

Waar komt een angst vandaan?

Als schrijver moet je ook een beetje de psycholoog kunnen spelen. Denk aan de wat clichéachtige uitspraken als:
* Omdat ik vroeger ben gepest, is het als volwassene nog steeds lastig om nieuwe mensen te vertrouwen;
* Ik ben opgegroeid in een gewelddadig gezin, dus ik heb geleerd zelfstandig te zijn, maar ik kan daardoor lastiger mensen binnenlaten in mijn leven;
* Omdat ik als baby een auto-ongeluk heb overleefd, ben ik doodsbang voor harde knallen of het geluid van piepende autobanden.

Zoals je ziet zijn dit heel diepgaande uitspraken. Soms zo diepgaand dat je personage ze eigenlijk niet zou kunnen doen. Zo’n vergaande zelfkennis is niet realistisch. Of in ieder geval niet handig of prettig leesbaar voor een boek.
Maar als het gaat om informatie die jij als schrijver niet kan missen, is het erg belangrijk dat je de angst van je personage zo goed mogelijk uitpluist.

Wees niet bang om te gaan graven bij je personage 😉

Waar zit de angst (niet)?

Kun je deze vraag beantwoorden?: ‘Waar zit de angst van het personage in ieder geval niet?’ Het woord zegt het al: in de comfortzone. Daar waar alles in ieder geval op een vertrouwde manier gaat en de angst dus op afstand blijft. Maar je weet waarschijnlijk wel dat het personage de comfortzone moet verlaten, wil een verhaal kunnen starten. Lees dat anders nog maar eens na in het save the cat schema.
Dat klinkt misschien vreemd: je personage moet een veilige haven achterlaten om de angst aan te gaan? Hoezo? Bekijk het dan eens van een andere kant, die wat logischer zal klinken: eigenlijk gaat het niet om een angst, maar om een pijn. En je personage moet de comfortzone uit om die wond te helen door als persoon te groeien. Groeien klinkt al wat meer aansluitend op de standaard heldenreis, of het centraal conflict, nietwaar?

Angst en pijnpunt als starter van het verhaal

Als je de pijn van een personage weet, kan je de angst ook bepalen. Daarmee heb je de start en een groot deel van je verhaalverloop vaak al te pakken. En het fijne is dat het vaak logisch in elkaar overloopt. De uitwerking interessant maken is niet makkelijk, maar de samenhang is zelden een echte hersenkraker.

Annie is vroeger om haar uiterlijk gepest. Dus nu heeft ze standaard goed verzorgde make-up op, gaat ze vaak naar de kapper en houdt ze haar nagels bij om haar (zogenaamde) lelijkheid te verbergen. Als ze maar mooi is, dan zal ze er wel bij horen en niet meer worden buitengesloten. En omdat ze een echt make-uptalent is, klopt dat ook. Annies pijn is buitengesloten zijn. Dat resulteert in de angst dat ze er niet langer bij hoort als ze niet mooi is. Maar dan moet er om het verhaal te beginnen een comfortzone worden uitgestapt. Om de een of andere reden wordt Annie alsnog in de steek gelaten, terwijl de oorzaak daarvan, -let op: niet!- haar uiterlijk betreft.
Onbewust zal Annie hier wel de link naar leggen. Dan gaat ze dus haar comfortzone uit omdat ze de oorzaak van haar angst, die ze opgelost wil zien, buiten haar comfortzone (als ik mooi ben, word ik niet in de steek gelaten) zoekt.
Dat belooft een spannend verhaal. Omdat ze de oorzaak op een verkeerde plek zoekt, zal Annies zoektocht naar het oplossen van angst en pijn vallen en opstaan vergen. Inderdaad, dan heb je een centraal conflict.

Verder met willen en nodig hebben

Willen en nodig hebben is ook iets wat steeds terugkomt. Dat kan je bij Annie ook zien. Wat ze wil, is erbij horen, wat ze nodig heeft is: geaccepteerd worden om wie ze is. Haar comfortzone gaat haar dwingen richting haar noodzaak te gaan, maar ze wordt gedreven door wat ze wil.
Omdat ze niet – zomaar- krijgt wat ze nodig heeft, omdat haar wil niet het sterkste kompas oplevert, gaat Annie vallen en opstaan. Maar personages zijn geen ezels die zich spreekwoordelijk twee keer aan dezelfde steen stoten. Annie leert van het vallen, gaat daar conclusies uit trekken haar plan van aanpak veranderen. Als vanzelf verandert haar wil daar langzaam maar zeker ook door. “Ik hoef niet mooi te zijn, als ik maar een maatje heb dat me onvoorwaardelijk liefheeft.’
Zo leidt de heldenreis van een personage alsnog vaak naar het oplossen van de pijn die in het begin van het verhaal ter sprake kwam.

Psycholoog spelen

Natuurlijk is in een goed verhaal het niet zo zwartwit als bij Annie en liggen angst- en pijnpunten stukken ingewikkelder. Daarom moet je echt tot de kern gaan en ook echt een beetje psycholoog gaan spelen. Een goed uitgewerkte personagebiografie helpt je daarmee al een heel eind op weg. Als je iets weet of een antwoord op een vraag hebt, vraag dan dóór. Is bang lelijk gevonden te worden. Hoezo? Omdat ze is gepest. Wat deed ze toen? Was daar een herleidbare aanleiding voor? Dan kom je al een heel eind.

Plaats een reactie