Het woordenaantal van een boek is een belangrijkere houvast dan je misschien zou denken. Het kan je behoeden voor allerlei valkuilen van creatief schrijven en als je weet hoe je de houvasten moet lezen, kan je je hele boek en schrijftechniek er inhoudelijk mee verbeteren.
Wat is een goed woordenaantal voor een boek?
In absolute aantallen geldt het volgende voor diverse soorten boeken:
* 20.000 tot 55.000 woorden voor een kinderboek.
* 70.000 tot 80.000 woorden is klein maar fijn voor een roman.
* 80.000 tot 100.000 woorden voor een gemiddelde roman.
* meer dan 100.000 is veel voor een roman, maar normaal voor een genre waar worldbuilding noodzakelijk is, zoals bij fantasy en science fiction.
Maar het draait er tijdens het schrijven vooral om dat je weet hoe je een woordenaantal kan inzetten of moet bewaken. Daarvoor moet je weten hoe een redacteur naar een verhaal kijkt en wat een lezer wil beleven. Die combinatie levert een verhaal op waar iedereen van gaat smullen.
Een redacteur wil een ‘nuttige’ tekst
Denk als schrijver tijdens aan de tekentafel al aan de slush pile. Niet alleen omdat je die straks moet overleven als je naar een uitgever stapt, maar ook omdat je in je eerste 1500-2000 woorden ook een vlotte introductie wil hebben om je verhaal mee te starten dat zaaien en oogsten belooft. Schrijf dus:
- liever een situatieschets dan een personageschets
- geen routineschets, maar een eerste aanzet voor latere actie
- liever over een mogelijk ‘waarom?’ of ‘hoe?’ dan een feitelijk ‘wat?’
- meteen wat er op het spel staat, expliciet of tussen de regels door.
Kortom: mik op liefde op het eerste gezicht, niet op lust op het eerste gezicht.
Doe je het bovenstaande allemaal goed, dan is een redacteur daar erg blij mee. Die kijkt namelijk niet naar een tekst zoals een lezer dat doet. Om het heerlijk duidelijke cliché van de ridder en de draak maar weer eens te gebruiken: zo kijkt een lezer en een redacteur naar dat verhaal..
| Dit schrijf je | dit vind de lezer leuk | hier let een redacteur op | dit interesseert een redacteur |
| de boerenknecht gaat in riddertraining | als hij knap, klungelig of grappig is. | of duidelijk is of wordt waarom juist deze knul in training gaat. Wat maakt hem in het grote geheel van het verhaal daar geschikt voor? | of de training laat zien wat het groeiproces gaat worden |
| Vrouwe Catharina kijkt geïnteresseerd toe | als hier een koppel van komt. | of vrouwe Catharina geen sexy lamp is. | waarom vrouwe Catharina, en niet vrouwe Agatha? |
| Help, drakenvuur! | als Ridder stoer is | of Ridder zijn getrainde technieken toepast. | waarom dit gevecht ondanks de training nog steeds een uitdaging is voor Ridder |
| Nog een draak! | als er Ridder het gevecht even dreigt te verliezen | waarom het mogelijk is dat Ridder dit gevecht inderdaad kan verliezen | waarom deze draak überhaupt nog tevoorschijn komt |
| Ridder wordt als held onthaald | als Ridder wordt beloond | of zijn heldenreis een logisch geheel vormt. | of je wrap-up en einde een passende conclusie vormen. |
Kortom: zorg dat je schrijft voor verdieping (van de personagebiografie, bijvoorbeeld) of antwoord kan geven op de vraag: komt dit later ergens terug op een manier die zich vertaalt naar een element in de drie-aktenstructuur of een subplot? Lees: is het belangrijk voor het verháál, of werk je alleen naar een oneliner of geforceerd moraal toe?
Zo kan je een woordenaantal in een boek afkaderen
Als je naar je verhaal kijkt zoals een redacteur dat doet, heeft dat een aantal positieve effecten voor je woordenaantal. Dat komt omdat je bij het toepassen van dezelfde blik, bijna als vanzelf gaat merken dat iets héél lang in woorden, scènes of hoofdstukken voortsleept. En als alles even belangrijk is (lees: het woordenaantal past in verhouding bij dat wat je wil zeggen), heeft dat een aantal bijkomende pluspunten:
- Je verspilt in dialogen geen honderden woorden aan koetjes en kalfjes.
- Die dialogen hebben het nodige conflict.
- Als je weet wat het nut of doel van een scene is, weet je ook of deze scène naar verhouding wat langer mag zijn in je verhaal.
- Wat je kort en krachtig schrijft, komt ook echt binnen
- Je weet wanneer sfeeromschrijving eerder 100 dan 25 woorden nodig heeft, of juist andersom. Anders gezegd: je weet hoe je effectief een toon kan zetten.
Een redacteur kijkt bijna, soms zelfs helemaal volledig naar de tekst volgens de methode van Chekhov’s gun. Die kan voor een schrijver heel erg vermoeiend zijn om continu aan te houden. Dat hoeft ook niet, want dat kan de schrijversflow verstoren. Maar als je tijdens het schrijven of bij een eerste revisieronde merkt dat je bij de eerste van je twintig hoofdstukken al op 8000 woorden zit, kan het handig zijn om toch op deze manier naar je tekst proberen te kijken. Al is het maar omdat zeker het begin en de comfortzone naar verhouding rapper moeten worden afgewerkt.
Spijker desnoods je kennis bij van de losse elementen van de drie-aktenstructuur om zo wat meer fingerspitzengefühl te krijgen bij waar je kort en krachtig moet zijn en waar je juist langer bij zaken stil mag staan, ook wat betreft woordenaantal.
Blijf schrijven voor de lezer
Uiteraard moet je ook nog schrijven op zo’n manier dat het verhaal voor de lezer aantrekkelijk blijft. Een redacteur pakt een verhaal in verhouding veel te systematisch aan, waar een lezer een boek eerder gevoelsmatig beoordeeld. Daarover hoef je niet te veel na te denken. Dat is schrijven zoals je het intuïtief aan zou pakken. Daarvoor stel je jezelf vragen als:
is het verhaal nog spannend? Is er een reden om voor de personages te juichen? Een beetje zoals de lijst met vragen voor proeflezers. Maak je wat dat betreft niet te druk om het woordenaantal. Je kan later nog woorden verwijderen of toevoegen als het nodig is.
Negen van de tien keer is een ongebalanceerd woordenaantal de oorzaak van een mindere beheersing van bepaalde schrijftechnieken, of onbegrip van een goede verhaalstructuur. Maak je wat woordenaantal betreft dus niet te druk om wat de lezer daar inhoudelijk van gaat merken.
Foto door Aedrian Salazar, verkregen via Unsplash.




