Schrijfoefening: ik zie, ik zie wat jij niet ziet…

Deze week gaan we een spelletje uit onze kindertijd omtoveren tot een bruikbare schrijfoefening. ‘Ik zie ik zie wat jij niet ziet en het is…’ En dit keer niet: rood, of rond, maar: dieptriest, ongemakkelijk, hartverwarmend en allerlei andere abstractie dingen. Abstract, tot je er de juiste woorden aan geeft en je een scène zo tot leven wekt.

Welk moment wil je vastleggen?

Als je schrijft, komt er op een bepaald moment een scène waar je uitgebreid bij stilstaat, omdat er een emotionele climax aankomt. Denk aan een liefdesverklaring, een afscheid op een sterfbed, aankondiging van een scheiding of een gesprek wat je personage om wat voor reden dan ook moeilijk vindt om te voeren. Als je de sfeer dan wil omschrijven is, het makkelijk om je toevlucht te zoeken tot woorden als ‘ongemakkelijk’ ‘ondraaglijk’, ‘verwachtingsvol’ of ‘dolbij’, maar die zijn vrij globaal, en daarmee enigszins onpersoonlijk, zo niet cliché. Deze schrijfoefening gaat in op dat moment en verkent wat er zo speciaal aan dat moment is en hoe je dat kan omschrijven.

De eerste stap daarbij is net zoals bij het spelletje ik zie ik zie wat jij niet ziet een specifiek moment, voorwerp, gezichtsuitdrukking… in gedachten te nemen en daar een denkbeeldige foto van te maken, zodat je het aan kan wijzen:
Ik zie, ik zie… dit. ‘Dit’ is dan het moment, voorwerp of onderwerp waar je over gaat schrijven.
Bedenk dus eerst wat het precieze aanwijsbare moment of ding is waar je over wil gaan schrijven.

En het is….

Dus niet rood of rond, maar iets abstracters. Dit abstracte kan je bij deze schrijfoefening op twee manieren gebruiken
– Geef het een woord waar je bepaalde (emotionele) waarde aan kan hechten die past bij de context.
Deze foto hieronder kan je bijvoorbeeld het woord ‘familie’ geven, in plaats van het meer contrere ‘avondeten’.

Met een beetje fantasie is het woord ‘familie’ wel in deze foto te zien. Vader, moeder en kind zitten samen te eten, een typisch alledaags moment wat je als famlie samen beleeft. Ook stralen het lachende gezickt van het meisje en de vader liefde voor de anderen uit. Dat zou je dan kunnen vertalen naar die emotionele waarde achter het woord ‘familie’: als een geliefde eenheid alledaagse dingen met elkaar delen.

Foto door National Cancer Institute verkregen via Unsplash

– Of je schrijft met een woord waarmee je al verklapt wat er achter de schermen speelt, zonder dat dat duidelijk van de ‘foto’ af te zien is. Onderstaande foto zou je dan ‘ontslag’ kunnen noemen: het was dat moment in het park waarop Chelsey besloot ontslag te nemen. Ze kijkt naar iets buiten de foto wat haar het ‘aha’-moment bezorgde.

Foto door Caleb George verkregen via Unsplash.

Aan de slag! De ‘familiefoto’

Je hebt je ‘foto’ en je hebt je woord. Om deze momentopname goed uit te werken, maak je een woordenweb. In het geval van een foto als die van ‘familie’, schrijf je die zoveel mogelijk met twee kanten. Schrijf bijvoorbeeld links vlakken met woorden die je je concreet ziet -vader, eten, lachende gezichten- en aan de andere kant de woorden die waarden met zich meebrengen. Familie, samenzijn. Daar kan je dan verder gaan ‘vertakken’ Familie is geborgenheid, liefde…
Kijk vervolgens naar de concrete woorden aan de andere kant van het woordenweb. Als daar ‘groente’ staat, kijk dan of je die met de kennis die je hebt van je verhaal als geheel dingen aan elkaar kan koppelen. Groente en liefde bijvoorbeeld: De groente die moeder klaarmaakt, zijn de lekkerste van de wereld, die worden met liefde bereid en gegeten.
Van daar is de stap naar een goede en persoonlijke sfeeromschrijving nog maar klein: schrijf over de vertrouwde geur van moeders kookkunst, hoe ze lachend in de keuken staat, en hoe dit kleine meisje geborgenheid vindt in dit dagelijkse ritueel.

Aan de slag: de foto ‘ontslag’

Bij een meer ‘abstracte’ foto kijk je vooral naar het plot en de heldenreis van het personage tot dan toe. Dat kan je dan mixen door naar de details op de foto te kijken.
Chelsey is bijvoorbeeld al tijdenlang ongelukkig in haar kantoorbaan waar ze zittend aan haar bureau maar weinig zonlicht ziet. Op deze foto is het een zonnige dag en heeft ze koffie bij zich: dat snelle bakkie in de pauze. Viel haar blik buiten de foto op een straatartiest die karikaturen van toeristen aan het schetsen was en besloot ze de sprong te wagen haar droom om tekenares te worden serieus te nemen?
Hoe zou dat moment gevoeld hebben? Vlinders in de buik van opwinding? Grote kans als ze zich een typische kantoorslaaf voelt.
Of ziet Chelsey juist een advertentie voor een dienst of een artikel dat gouden bergen belooft? Een cruise over de oceaan, waarbij ze werk even achter zich kan laten? Of een baan die een miljoen per jaar belooft, maar later een scam lijkt te zijn? Hoe dan ook, het aha- moment van Chelsey brengt in het daar en dan emoties met zich mee, waar je op dat moment uitgebreid bij stil kan staan. Je hebt dit moment gekozen om een foto van te maken, dus het is belangrijk in het algehele plot. Kijk naar de personagebiografie om na te gaan hoe Chelsey zich op dat moment zou voelen, wat ze al heeft meegemaakt en wat haar aanzet tot handelen, al dan niet in relatie tot het plot in het algemeen.
Zo kan je ook een mooie sfeeromschrijving neerzetten door goed te kijken wat je ziet, wat er speelt en hoe zich dat uit in het moment.
Misschien gooide Chelsey haar koffie die je op de foto ziet direct hierna wel in de vuilnisbak: ‘de groeten, ik ga voortaan over van koffie naar tropische vruchtensap tijdens die cruise.’ De zon leek voor haar wel extra mooi te schijnen!

Kortom: probeer aan abstracte woorden of beelden eens te zoeken wat die letterlijk of figuurlijk (in de context van je verhaal) betekenen en je kan van een specifiek moment in je verhaal mooie sfeeromschrijvers maken.

Omslagfoto door Tim Mossholder verkregen via Unsplash.

Plaats een reactie