Vanuit welke inspiratie start je jouw verhaal?

Inspiratie kan uit allerlei hoeken komen: observaties, schrijfprompts, gesprekken…Maar een enkel woord of gegeven maakt nog geen verhaal. Daarvoor moet je meer informatie zoeken, in een personagebiografie, verhaalthema, een plot of zelfs een sfeer of emotie. Zoveel manieren van schrijven, zoveel mogelijkheden. Wat zijn de aandachtspunten voor de verschillende startblokken waarmee je een verhaal kan beginnen?

Algemene manieren van schrijven: plannen of ontdekken

Er zijn grofweg twee soorten schrijvers als het gaat om hoe die de structuur het schrijven aanpakken. De planners en de ontdekkers. De planners zijn degenen die Chekhov’s gun en het schrijfonderzoek zeer ter harte nemen in hun voorbereiding. Zij schrijven eerst (vrijwel) alles uit in hun losse documenten, opschrijfboekjes en bloknotes, zodat als ze dan gaan schrijven, alles uit het toetsenbord komt rollen. Al het werk is in zekere zin al gedaan, het moet alleen nog uitgewerkt worden. Deze schrijvers moeten vooral onthouden dat ze hier en daar nog een beetje ruimte overlaten voor als er toch nog iets belangrijks komt bovendrijven om mee te nemen. Als je door een extra scène je hele boek om moet gooien omdat je planning en uitwerking zo minutieus is, maak je het jezelf erg lastig.

De ontdekker kijkt al schrijvend waar het verhaal eindigt. Met als gevolg dat er zes hoofdstukken worden besteed aan de kennismaking van een personage. Of dat scène zes eerst wordt geschreven, omdat daar nu inspiratie voor is. Maar vervolgens klopt scène vier dan niet meer, of moet de schrijver zich in allerlei bochten wringen om alles nog kloppend te maken. De ontdekker moet genoeg discipline kunnen opbrengen om uiteindelijk de technische zaken aan de slag te gaan en die te dubbelchecken (Hoe staat het met de spanningsboog? Is dit subplot wel nodig?) in plaats van maar te schrijven, schrijven, schrijven…

Als je weet wat voor schrijver je bent, houd dan deze valkuilen in gedachten: ze kunnen al opduiken vanaf het moment dat je van een heel breed idee een echt verhaal wil schrijven, wat het dan ook is dat je inspiratie geeft.

Schrijven vanuit een plot

Soms is een enkele zin al het begin van een echt verhaal, met een plot dat zich al bijna kant-en-klaar aandient.
* De braaf ogende vrouw ontvoert haar minnaar naar een donker, verafgelegen oord
* Tijdens een storm op zee redt de knappe jongeman het leven van een kind, waar hij noodgedwongen de voogd van wordt.
* De arrogante rijkaard wordt gearresteerd voor corruptie.

Dat klinkt al als een potentiële bestseller, toch? Helaas, het zijn slechts tropes. De reden dat schrijven nog altijd een kunst is en niet een lijstje van acties om af te vinken, is omdat bij creatief schrijven de uitwerking ervan het moeilijk(st)e is. Om ervoor te zorgen dat deze trope zich daadwerkelijk zou kunnen ontpoppen tot een bestseller kijk je naar het schema van save the cat. Staar er niet willekeurig naar, maar probeer grofweg de volgende volgorde aan te houden:
* Bepaal eerst de drie akten en hou dat heel banaal.
1) Er is een arrogante rijkaard
2) Hij wordt opgepakt en er volgt een proces
3) Hij wordt veroordeeld en rot weg in de gevangenis
* Bepaal je hoofdpersoon en diens comfortzone, vervolgens het willen en nodig hebben.
* Kijk wat bijhorende interessante obstakels zijn.
(Deze laatste twee stappen kan je ook omdraaien)

Als je dat duidelijk hebt, heb je een goede basis en een goede kans dat de kop eraf is: nu zullen meer ideeën zich gaan aandienen.

Schrijven vanuit een personage

Als je vanuit een personage een verhaal wil bedenken, maak je natuurlijk eerst een personagegebiografie en begin je met de belangrijkste elementen daarvan. Zowel voor de planner als voor de ontdekker geldt: weet wanneer je moet stoppen met uitwerken. Je kan letterlijk honderden zaken opschrijven, maar slechts een handvol daar van is echt van nut voor het naslagwerk wat de biografie hoort te zijn.
Een personage is niets zonder zijn geliefden. Of het nu degene is waarop je held verliefd is, of de geliefde ‘sidekick’ je personage staat er nooit alleen voor. Het kan helpen ook een kleinschalige(!) biografie voor de belangrijkste medepersonages te maken als je vanuit een persoonlijke beleving met een verhaal wil beginnen. Als je meeleeft met de perceptie van anderen door hun waarheid serieus te nemen, ontvouwt zich al snel een heel mogelijk epos aan verhalen.

Schrijven vanuit observatie

Of het nu een mooie kleur is, een vreselijke ervaring of flard van een gesprek: soms merk je iets op waarbij je onmiddellijk denkt: daar zit een heel verhaal achter! Hier is je eerste stap: woordwebben maken tot je erbij neervalt. Schrijf ieder woord op dat in je opkomt als je aan deze observatie denkt. Doe dat tot je minstens twintig à dertig woorden hebt opgeschreven. Het is de bedoeling dat je tot de kern komt van je ‘inspiratiemoment’ komt, anders blijf je steken bij ‘interessant’ en dat is ontzettend nietszeggend als het daarbij blijft.
Vroeg of laat kom je bij woorden uit die ‘kriebelen’ of die van zichzelf al een bepaald gewicht hebben. Denk aan de titels van de veelbelovende blockbusters: de brave vrouw is hier een veelzeggend woord, want wie verwacht van haar dat ze iemand gaat ontvoeren, of überhaupt een minnaar heeft? Als je zo’n woord tegenkomt, geef die dan een kleurtje, zodat je ze eventueel in categorieën kan onderverdelen.
Deze manier van inspiratie uitwerken is in eerste instantie een zooitje, maar als de puzzelstukjes dan in elkaar vallen, voelt dat des te beter!

Sschrijven vanuit sfeer of toon

Als je een verhaal wil schrijven met een uitgesproken sfeer of toon, moet je je bovenal beseffen dat er emoties of sferen zijn die heel erg breed zijn. Een ‘nare’ sfeer, kan honderdduizend dingen betekenen. Probeer dat concept wat te vernauwen naar iets als gestrest, onuitgeproken woede, de sfeer bij een sterfbed…. Wat dan ook. Kortom: verdiep je vooral in de vele nuances van emoties die er zijn voordat je je om iets anders druk maakt. Anders bestaat de kans dat je boek vanaf het begin gedoemd is te mislukken, omdat je de opzet ervan zelf niet goed begrijpt. Zodra je in de emoties gedoken bent, komen er meestal wel herinneringen of verhaalelementen in je op die bruikbaar zijn voor het verder oriënteren voor je verhaal.

Volgende week volgen er nog meer potentiële startpunten voor je verhaal.

Foto door Mediamodifier via Unsplash.

Hoe schrijf je een goed begin van je boek?

Ga aan de gang! Dat is de gouden regel voor een goed begin van je boek. Of beter gezegd: zet iets in gang. Als je dat in je achterhoofd houdt, ontwijk je al een hoop valkuilen voor een slecht begin. Wat zijn die valkuilen en hoe schrijf je wel een goed begin van je boek?

Wat zijn slechte introducties van verhalen?

Er is een aantal dingen die erop wijzen dat je verhaal met een cliché of een storende schrijfwijze start:
* Een (pagina’s lange) infodump;
* Een personage dat zijn dag begint (en daarbij in de spiegel kijkt, waardoor zijn uiterlijk duidelijk wordt);
* Alledaagse gesprekjes met andere personages, zoals over het weer;
* Een personage wakker laten worden uit een droom die bol staat van de symboliek.

Elk van deze manieren zorgt op een bepaalde manier voor een onnodig langzame start van je verhaal.

Hij mag langzaam zijn, de start van jouw verhaal niet.

De introductie-infodump

De infodump is zowel voornamelijk bekend als berucht omdat hij vaak komt opdagen in de eerste pagina(‘s). Wat maakt zo’n infodump eigenlijk zo fout? Het is alsof je dit tegen je lezers zegt: ‘Oké, dit is de eerste bladzijde, dus het verhaal gaat beginnen. Maar voordat het verhaal gaat beginnen, moet je eerst drie pagina’s lezen, voordat de échte eerste pagina begint. Verwarrend, nietwaar? Zo leest een infodump eigenlijk ook: een lezer denkt aan het verhaal te beginnen, terwijl die zich eigenlijk eerst door een aantal pagina’s informatie over het personage heen moet worstelen. Wanneer begint het verhaal dan? Waar gaat het verhaal dan over, of waar gaat het heen?
Daarom werkt een introductie-infodump zo slecht. Als je de lezer belooft met een verhaal te beginnen, moet je dat ook doen. En dat doe je niet door informatie te geven. Daarvoor moet je je verhaal in gang zetten.

Zet het verhaal in gang

Er zijn verschillende manieren om een verhaal in gang te zetten. Zo kun je al dan niet een in medias res schrijven. Je kan net iets meer aandacht besteden aan de gedachten van je personage dan aan de situatie waarin hij zich bevindt, of andersom. Hoe dan ook moet er een aantal dingen snel duidelijk worden. Hier volgt een aantal dingen waar je uit kan kiezen om als leidraad te volgen. Niet alles hoeft (of kan!) in een keer worden uitgewerkt, maar het is wel verstandig om een aantal van deze opties te combineren. Zo is je verhaal meteen vanaf het begin interessant.

Wat is je personage voor iemand?

Zodra je begint met schrijven, heb je waarschijnlijk al een (begin van) een personagebiografie gemaakt. Daarin staan talloze dingen over wat je personage doet vindt, kan en wenst. Het ene is voor jou als schrijver handig om als ‘extraatje’ te weten, andere dingen vormen je personage tot wie hij is en wat hem uniek maakt. Het werkt goed om een aantal van deze elementen vroeg in je verhaal te verwerken. Als het essentieel voor het verhaal is dat je personage erg bang is aangelegd, laat hem zich dan bijvoorbeeld een hoedje schrikken bij het minste of geringste geluid of laat haar zes keer haar tas controleren voor ze deur uitgaat: heeft ze alles wel bij zich? Ze zweet al bij het idee dat ze iets vergeet. Merk op dat deze voorbeelden erg van elkaar verschillen. Je moet weten wat voor jou(w personage) een bepaalde karaktertrek precies inhoudt. Onthoud dat het extra belangrijk is om in deze eerste pagina’s met show don’t tell te schrijven. Als je hier niet meteen laat zien dat je beeldend kan schrijven, zal je lezer je boek na die eerste paar pagina’s waarschijnlijk wegleggen.

Is dit wat je bedoelt met angstig, of bedoelde je iets heel anders? Maak dat meteen duidelijk, anders heeft je lezer een te vaag beeld van je personage.

Wat is de comfortzone en hoe wordt die bedreigd?

In elk verhaal wordt een personage uit zijn comfortzone gehaald; het is een voorwaarde om het centraal conflict in gang te zetten. Het centrale conflict levert de spanning van het verhaal en de groei van je personage. Daarom is het verstandig in in het begin van je boek te schrijven wat de comfortzone is, zodat de lezer een duidelijk ‘startpunt’ heeft. Je personage voelt zich prima bij de rol als eeuwige single. Als hij dan onder druk wordt gezet om op Tinder te gaan of gewoon verliefd wordt, weet de lezer dat dat een uitdaging voor hem vormt.

Verklap al iets over het mogelijke conflict

Met het vaststellen van de comfortzone kan je niet meteen het centrale conflict starten. Dan klopt je schema van save the cat niet meer en wordt het tempo te snel. Je kan echter wel al enkele hints geven. Als je personage absoluut niet wil denken dat zijn auto ingenomen wordt door schuldeisers, laat dan blijken dat dat misschien toch kan gebeuren. Laat een grote stapel onbetaalde rekeningen op de tafel zien aan de lezer of een dierbare zorgen uiten over de financiële situatie. Let wel op: dit soort onthullingen zijn gevoelig voor foreshadowing.

Wat, waarom en hoe wordt er iets in gang gezet?

Neem bovenstaande punten en je bevindingen daarvan mee in de uitwerking van je begin. Zorg ervoor dat je weet waarom je voor bepaalde uitwerkingen hebt gekozen. Je weet wat je ermee duidelijk wil maken: wat je personage voor iemand is, waar hij door uitgedaagd wordt en wat hij moet doen om zijn heldenreis te starten. Als je iets geschreven hebt, kijk of je dan antwoord krijgt op de volgende vragen:
* Wat gebeurt er?
* Waarom gebeurt (uitgerekend) dit (op dit moment)?
* Hoe zet dat andere dingen in gang?
Je moet op al deze vragen antwoord kunnen geven. De lezer hoeft alleen op de eerste vraag antwoord kunnen geven, niet op de andere twee. Dan geef je te snel te veel weg. Maar jij als schrijver moet het weten om zo een duidelijk begin en structuur aan je verhaal te geven.