De crisis als grootste kracht: de Gewonde Heler

Iedere held maakt een groeiproces door. Maar er is een type held dat achter de schermen al heel krachtig is geworden. Hoe schrijf je over zo’n personage?

Het archetype de Gewonde Heler

De term Archetypes komt uit de psychologie, maar het begrip archetype is in creatief schrijven ook prima te gebruiken om ervoor te zorgen dat je bij het ontwerpen van je personages niet het wiel hoeft uit te vinden. Archetypen delen typen mensen op in bepaalde groepen. Held heeft als doel het beste uit zichzelf te halen, De Wijze is goed in het bieden van empathie, de Heerse zoekt structuur, enzovoort.

Als je een held wil die al het nodige heeft meegemaakt en dat in het boek kan uitdragen om anderen te helpen, denk je waarschijnlijk aan de Wijze, maar die is al gauw cliché. Kijk in plaats daarvan eens naar de Gewonde Heler. Die heeft veel trauma’s meegemaakt en die niet alleen overwonnen, maar zet ze in om anderen te helpen hun eigen trauma te overwinnen.

De echte donkerte van een crisis

De crisis is het punt in de heldenreis waarin je held helemaal bevriest en even niet verder kan. Uiteindelijk komt die er weer uit, maar dan heeft een verhaal te neiging om de crisis te laten waar die was. De ridder heeft uren in de grot gebibberd, zijn ergste persoonlijke demonen onder ogen gezien en komt er uiteindelijk achter dat hij verder kán, dat de draak verslagen móet worden. De moed wordt verzameld, de ridder gaat op pad en de rest van het verhaal loopt goed af. De ridder wordt als held onthaald, zonder dat het enge moment in de grot nog een keer genoemd wordt. Je zou kunnen zeggen: de crisis is hier tijdelijk. Maak die crisis, hetzij op de achtergrond, altijd aanwezig in de beleving van je held en je hebt een heel interessante heldenreis om te volgen.

Spijt en pijn

Hoewel volgens de structuur van een roman de crisis veel later komt, wil dat natuurlijk niet zeggen dat je held in een andere levensfase geen crisis doorgemaakt kan hebben.

Als die crisis zo groot is dat de held die niet kan vergeten, is daar pijn in het spel en vaak ook spijt. Vooral dat laatste is interessant, want dat maakt dat je lezer zich met een pageturnereffect kan afvragen: waar heeft hij dan spijt van en hoe heeft die zo kunnen groeien dat dat zoveel jaren later nog altijd aan dit personage vreet?
Of het nu alleen pijn of ook spijt betreft, voor je (huidige) verhaal gaat een van deze twee dingen op als je van dit trauma een belangrijk punt in het verhaal wil maken: je held wordt erdoor verteerd, of komt er weer bovenop.
Je hebt Gewonde Heler als die deze twee dingen combineert. Dan volgt een credo dat je zou kunnen samenvatten als:


Mijn pijn was heftig en ik kom er nooit meer (volledig) van af. De gebeurtenissen kan ik soms plaatsen, soms niet. Ik kan ze hoe dan ook niet (meer) veranderen. Daarom zet ik me ervoor in dat anderen dit niet overkomt. Dan dient die/ mijn ervaring nog ergens toe, zodat een zodanig grote crisis anderen bespaard blijft. Zo verzacht ik mijn eigen pijn alsnog.

Zo is een Gewonde Heler dus een held die de pijn van zichzelf en anderen probeert te verzachten. Maar zoals gezegd zijn deze pijnen dus wel van zodanige aard dat het held in potentie op kan vreten, als die even niet oplet. Dat is waar de crsis veel groter moet worden dan normaal.

De crisis van: Weet je nog, die keer dat…?

De Gewonde Heler heeft een heftig verleden, dat vaak maar net onder de oppervlakte sluimert. In zijn innerlijke voice dialogue staat waarschijnlijk een onverbiddelijk en onvergeeflijk streng persoontje aan het roer. Die fluistert op zwakke momenten: “Weet je nog die keer dat…?’

  • Jij het ‘goed bedoelde’ en een week daarna de hele familie uit elkaar viel?
  • Jouw laksheid ervoor zorgde dat een kind zwaargewond raakte?
  • Toen je ziek was, geen enkele vriend had die zich genoeg zorgen maakte om te vragen hoe het met je ging?

De Gewonde Heler weet dat maar al te goed, maar heeft ervoor gekozen om dat in zijn voordeel te gebruiken. In zijn denken, doen en laten, krijgen deze vragen antwoorden als:

  • Als iemand zijn mond per ongeluk voorbij praat en dat in een butterfly effect eindigt, oordeel ik niet, maar probeer ik met die ander de schade te beperken
  • Daarom werk ik nu als monteur bij een bedrijf van speeltoestellen, om herhaling te voorkomen
  • Ik zal een eenzaam persoon nooit als een mislukkeling zien, ook al is die op het eerste gezicht misschien een lomperik, inderdaad wat vreemd of niet per se mijn type. Als ik wéét dat iemand eenzaam is, bied ik altijd een praatje aan.

Is een gewonde heler uitgegroeid?

Met de bovenstaande innerlijke dialoog kan het lijken alsof je gewonde heler ‘uitgegroeid’ , een Mary Sue is of een overschot aan power fantasy heeft. Het is een valkuil om dat zo uit te werken. Maar onthoud dat deze innerlijke dialoog zich niet ergens diep vanbinnen schuilhoudt, maar op een achtergrond die zodanig zichtbaar is en blijft voor je held dat deze manier van handelen en denken is als balanceren op een smal koord. Even je concentratie verliezen of een verkeerde stap zetten en je kan een (tijdelijke) terugval krijgen naar het volle crisismoment, of in een slachtofferrol vallen, in plaats van de heldenrol.

Een gewonde heler leent zich goed als mysterieus personage. Fop je lezer door het te laten lijken alsof je Heler is uitgegroeid(die heeft alles al door in het leven…) en later het tegendeel te bewijzen en het achtergrondverhaal te onthullen. Of laat Heler juist in eerste instantie bitter overkomen. Laat Heler zien op momenten dat er actief gevochten wordt tegen die innerlijke pestkop, (Hoe kan iemand nou kinderen redden en dan nog af en toe met zo’n chagrijnig hoofd rondlopen? Aha…)

Foto door Max Muselmann verkregen via Unsplash.

Het verhaalthema en de heldenreis samenvoegen

Het verhaalthema is het overkoepelende onderwerp dat de verschillende personages op verschillende manieren meemaken, of waar ze naartoe groeien. Dat groeien is dan weer een belangrijk vereiste van een held met een heldenreis. Als je deze twee elementen samenvoegt, kan je de heldenreis inhoud geven door het thema aan een stelling te onderwerpen.

Waarom laat een verhaalthema personages groeien?

Een verhaalthema is zoiets als: eenzaamheid, loslaten, de vergankelijkheid van het leven, zelfliefde vinden…Het zijn dingen die personages over zichzelf en anderen kunnen leren of als obstakel of gebeurtenis in hun leven voorkomen. In een mensenleven, buiten een boek om, kun je duizend-en- een van zulke thema’s meemaken. Maar omdat je een boek overzichtelijk en afgebakend moet houden, kies je als schrijver per verhaal een hoofdthema en een aantal subthema’s. Afbakenen is dus noodzakelijk. En van de verhaalthema’s die dan overblijven, daar moet je dan ook een compleet ‘echt leven’ aan verhaalthema’s of emotionele beleving in stoppen. Anders wordt je verhaal doodsaai en krijg je iets als: ‘He, heldin! In jouw verhaal word jij zelf niet eenzaam, maar zie jij een onbekende op een afstandje eenzaam zijn terwijl jij de hele dag niets anders doet dan kleedjes haken.’
Niks daarvan, Heldin moet aan de bak. Dus eenzaam worden zal ze. En ze zal daarvoor zichzelf leren kennen, proberen die eenzaamheid te ontvluchten, anderen leren kennen. Kortom: daar groeit ze van.

Meer belevingen mogelijk bij een verhaalthema

Het mooie van verhaalthema’s is dat ze in de narratieve zin het over precies hetzelfde kunnen hebben, maar toch een compleet ander verhaal teweeg kunnen brengen. Neem verslaving, dat heeft vaak soortgelijke symptomen, maar het kan zich compleet anders uiten en ook (daardoor) een compleet andere oorzaak hebben.
Zo kan een gokverslaving thematisch staan voor iemand die zich altijd maar een verliezer voelt in de hoop dat hij ooit iets wint. Een gameverslaafde is dan weer iemand die symbool staat voor het willen ontsnappen van de werkelijkheid door zich in de digitale wereld te verliezen.

Kies de themabeleving

Als je de persoonlijke beleving van een verhaalthema vertaalt naar een ervaring geeft dat een heel concrete houvast om een interessant en consistent centraal conflict bij te kunnen schrijven. Kijk daarbij naar een mogelijke ervaring en een mogelijke levensles. Dat kan je opschrijven in een of twee enkele zinnen wat je held precies moet meemaken of leren van het verhaalthema. Daarbij is het dus handig om als kanttekening in je achterhoofd te houden dat een andere (extreem tegenovergestelde) ervaring dus ook mogelijk is. Dan weet wat je held juist niet moet meemaken om diens eigen weg consistent te houden. Of kan je die andere ervaring aan een vriend of de tegenstander geven.

Een aantal voorbeelden van deze zinnen zijn:
– Het ouderschap leert je wat opoffering betekent
– Rijkdom brengt verantwoordelijkheid met zich mee
– Vertrouwen staat aan de basis van een gezonde vriendschap

Dan krijg je dingen als:

verhaalthemabeleving of ervaringheldenreiseventuele tegenhanger
ouderschapsociaal leven wordt minder omdat de opvoeding meer tijd kosteen gezonde balans vinden tussen gezin en vriendenhet kind wordt bij opa en oma gedumpt en later ziet het kind de ouder niet meer als figuur dat gezag heeft of verdiend
rijkdomIk deel mijn voorspoed met anderen, omdat ik de wereld ten goede dien te veranderen als ik die middelen hebDe echte vrienden van de ‘vrienden’ onderscheiden die slechts op je geld uit zijn. Een Dagobert Duck die juist moet leren verantwoording te nemen door wat guller te zijn.
vriendschapik moet erop vertrouwen dat mijn vrienden oprecht aardig zijn trauma’s uit het verleden onder ogen zien en het begrip vertrouwen herdefiniërenals ik belazerd word, door mijn vrienden, moeten zij bewijzen dat ze weer/ alsnog te vertrouwen zijn, willen ze mijn vrienden blijven.

De tegenhanger is ter verduidelijking extreem gemaakt in het voorbeeld. Idealiter is het verhaalthema en het bijbehorende groeiproces bij de held duidelijk genoeg om op te vallen, maar niet zo duidelijk dat het irritant wordt. Hetzelfde geldt voor de tegenstander die een ongewenst moraal binnen het thema uitdraagt. Voor de vrienden of andere personages die wel belangrijk zijn, maar het verhaal niet dragen geldt iets anders. Zij hebben het verhaalthema en het groeiproces weliswaar gemeen met de held, maar daar is het wat meer incognito. Zo’n gevalletje: ‘O ja, nu je het zegt, zie ik het wel.’

Mag je van het verhaalthema afwijken in de heldenreis?

Natuurlijk hoef je niet alleen maar over het hoofdthema te schrijven. Net als bij het subplot bij het hoofdplot, zijn subthema’s een fijne aanvulling op het hoofdthema. Houd je het alleen daarbij, dan kan je verhaal alsnog oppervlakkig overkomen. Maar deze benadering is een goede houvast als je merkt dat je een hyperrealistisch personage, zeer rijke verhaallijn of veel personages hebt. Als je veel te vertellen hebt, kan je dat nu eenmaal niet in een boek of zelfs eenzelfde serie passen.

Te veel willen vertellen creëert vroeg of laat de valkuil dat je heldenreis of je thema verandert in iets wat het niet was of zelfs hoorde te zijn. Denk aan hoe een Mary Sue kan ontstaan. Het begint met een wens een lieve vrouw neer te zetten die zorgzaam is voor kinderen en binnen de kortste keren heb je een vrouw die niet alleen de overblijfmoeder is en de hele klas naar de voetbaltraining brengt. Het halve boek later heeft ze een eigen stichting opgericht om kinderen met een beperking te kunnen laten sporten. Doorgeslagen powerfantasy, dus. Of je begint met een doorsnee, alledaagse lastige relatie en even later is daar de dramatische liefdesdriehoek.

Je kan het schema natuurlijk ook gebruiken voor subplots. Blijf in ieder geval alert op waar de grenzen van een thema en een heldenreis liggen als je deze met dit format samenvoegt. De mogelijkheden zijn eindeloos en dat is zowel het voordeel als het grote nadeel.

Foto door Marcos Paulo Prado verkregen via Unsplash

Zo schrijf je een personage dat niet kan groeien

Een held moet altijd groeien en beter worden. Dat is een van de eerste lessen die je leert als je gaat schrijven. Maar soms zijn er personages die gewoon niet kunnen groeien. Ze staren zichzelf ergens blind op, of zijn simpelweg bedoeld om te dienen als de slechterik die geen groei hoeft te hebben: die gewoon slecht moet zijn. Hoe schrijf je dat personage, zonder dat ze lezen als een lui stereotype?

De door en door slechterik

Om met deur in huis te vallen: deze blogpost gaat over slechteriken die aan het begin van je verhaal al zo verdorven, slecht of gemeen zijn dat je héél erg je best zou moeten doen om uit te leggen waarom het nog mogelijk is dat de slechterik het goede pad kiest. Zodanig dat dat het hele verhaal moet zijn en zelfs dán nog geforceerd kan lijken.
Dat druist misschien in tegen je gevoel als je al wat langer schrijft. Ieder personage heeft toch beweegredenen die interessant genoeg zijn als je de waarheid van een personage maar meeneemt? En vanuit dat uitgangspunt is iedereen tot in staat te groeien? Zorg gewoon dat de omstandigheden in het plot daarvoor groeien…

Vaak wel, maar niet altijd. Soms staart je personage zich zodanig blind dat de objectieve oplossing zou zijn, juist gevaarlijk lijkt voor je slechterik. Of is het personage zo ver heen dat het gewoon niet meer voor rede vatbaar is en de waarheid gaat verdraaien, of niet kan of wil zien, ook al kan het daarmee diens eigen leven redden. Dit is dus niet de schaduwkant van de slechterik die op de achtergrond speelt en die je moet uitwerken. Je moet weten wat die is die aanwezigheid duidelijk maken. En nog een keer. En nog een keer….

Gewoon geen grens

Deze slechteriken hebben simpelweg geen grens in hun slechtheid. Als je deze slechteriken langzaam aan slecht maakt, dan zijn het eerder mensen met een achtergrond die nog goed hadden kunnen zijn of worden. Dat wil je bij de door en door slechterik niet, dus die moeten in de eerste pagina’s of zelfs alinea’s waarin ze verschijnen meteen ronduit duivelachtig zijn. In de rest van het verhaal moeten ze die acties en karaktertrekken keer op keer demonstreren. Het helpt als de personages om hen heen om wat voor reden dan ook de slechterik niet kan stoppen. Uiteindelijk moet de lezer zich afvragen: ‘Kan het nog erger?’ waarop het antwoord keer op keer is: ‘ja’.
Of anders gezegd: als je deze slechterik zou zeggen: ‘dat kan je niet maken’ antwoordt die: ‘Moet jij eens opletten…’ Hier volgen enkele voorbeelden. Merk op dat ze op een later moment niet alleen niet van gedachten zijn veranderd, maar er gewoon een schepje bovenop doen.

Percy Wetmore (The green mile) Vernederen in de eerste seconden van zijn schermtijd, twee minuten later de vingers breken van iemand die hem uitlacht. Uiteindelijk verbrand hij diegene levend, om precies dezelfde reden.

Claude Frollo (De Klokkenluider van de Notre Dame) doet het volgende binnen twee minuten: een onschuldige vrouw achtervolgen en vermoorden, dan probeert hij haar kind te verdrinken. Als hij gedwongen voogdij krijgt over dat kind, sluit hij het op en hoopt hij het later voor eigenbelang nog te kunnen gebruiken, als gereedschap. Uiteindelijk is Frollo bereid om een hele stad in brand te steken als dat betekent dat hij de vrouw waar hij ongezonde lust voor voelt, voor zichzelf kan opeisen.

Vertel mij eens hoe je iemand van zijn slechtheid af wil helpen als diegene in de eerste anderhalve minuut van de introductie een onschuldige vrouw vermoordt en dat ook met een baby had gedaan als hij niet was tegengehouden… Dat gaat gewoon niet.

Extreem egoïsme als slechtheid

Deze slechteriken hebben een gevoel voor moraal zoals de rest van de wereld dat heeft. Het is er wel, alleen dan op een unieke en extreem egoïstische manier: het is niet zozeer dat zij zien dat zij geen gevoel voor moraal hebben. In hun ogen hebben zij dat wel. Alleen zien ze niet dat zij zichzelf bijna of helemaal als een god centraal zetten binnen dit moraal of deze regels. Zo zien ze bijvoorbeeld niet dat niet zozeer dé regels, als wel hún regels worden opgevolgd, op straffe van de dood of marteling. Is orde en netheid de norm, dan moet het hun orde zijn die niet wordt verstoord. En het uitdrijven van iets ongewensts is niet per se echt iets naars, maar iets dat zij zo ervaren. Als zij het vinden dan is dat zo: er is totaal geen ruimte voor waarheden of perspectieven van anderen.

De echte door en door slechterik zie zichzelf als enige op de wereld die een bepaalde waarheid in pacht heeft. En de rest van de wereld zit er gewoon naast. Deze grootheidswaanzin leidt vaak tot hypocrisie. Bovendien kan dit personage de objectieve waarheid onder de neus geschoven krijgen dat het fout zit. Nog steeds zal het dan een zondebok vinden of in ontkenningsmodus gaan. Dit is waar je je op moet concentreren. Waar je normaalgesproken een personage zou laten groeien door het verhaal heen, laat je zien hoe ver de waanzin van dit personage gaat. Groeien gaat hier niet op voor het personage zelf, maar wel voor de mate waarin de slechte daden slechter worden.
Om ervoor te zorgen dat de of diens wereld inderdaad om de slechterik blijft draaien zal die steeds minder schuwen om ene volgende, nog ergere gruweldaad uit te voeren. Laat samen met die gruweldaad de waanzin groeien en je hebt een slechterik om echt bang van te worden.

Laat de spanning van de lezer de groei voor dit personage zijn. De spanning waarin je lezer zich constant afvraagt hoe het nu weer uit de hand gaat lopen door de hypocrisie en het uitzonderlijke egoïsme van je slechterik, wetende dat dat moment vroeg of laat gaat komen. Nu maar duimen dat er ooit iemand is die die cyclus kan stoppen…

Foto door Max Kleinen via Unsplash.

Zo schrijf je een heldenreis die verkeerd loopt

In een boek heeft het hoofdpersonage altijd een doel dat het nastreeft of waar het naartoe groeit. Je hoopt dat dat streven uiteindelijk slaagt, maar dat gebeurt niet altijd. Dat is een slechte afloop. Maar het kan ook zijn dat het personage er achteraf achter komt dat de heldenreis onderweg al gestrand was, zonder de mogelijkheid er was om dat nog te fixen. Hoe schrijf je daarover?

Vallen en opstaan in een heldenreis

Als je een heldenreis schrijft, moet je ervoor zorgen dat je held valt en opstaat. Dat betekent dat je held dingen moet proberen, die dingen moeten mislukken en dat je held datzelfde opnieuw probeert, of op zijn minst een andere insteek zoekt om het doel alsnog te bereiken. Dat laat zien dat je held niet van suiker is, zeker niet als dat proces meerdere keren gebeurt. Zo blijft een verhaal ook spannend, als die het na een enkele keer al opgeeft, strandt het verhaal voortijdig bij de eerste clue. Bovendien is het een stuk interessanter als je mee kan leven/ lezen met iemand die laat zien dat die wil groeien: een doel heeft om beter te worden. Denk bij beter aan dingen als: slimmer, vrijgeviger, sterker, minder zelfzuchtig, aardiger, dapperder, energieker… De lijst van dat doel is eindeloos. Als je personage maar het idee heeft dat het iets goeds doet. Dat geldt zelfs voor een verdorven slechterik. Want het is toch beter voor de wereld dat zijn regime aan de macht komt? Objectief gezien niet, maar zodra een personage zich eenmaal blindstaart, is er van alles te verantwoorden.

Stapje voor stapje naar het einddoel?

Met vallen en opstaan zal je held zich stapje voor stapje naar het einddoel bewegen, met het bijbehorende vallen en opstaan. Het personage zal altijd een idee hebben van zijn heldenreis, onthoud goed dat het dat nooit zeker kan weten. Net zoals jij als echt mens van vlees en bloed ook nooit zeker weet wat het leven voor jou in petto heeft. Dat kan ertoe leiden dat je hoofdpersonage een ‘verkeerde’ heldenreis najaagt. Niet zozeer in termen van moraal, maar de manier waarop je personage dat probeert. Zo gaat het personage op weg naar het gewenste einddoel dat nooit komt, omdat het personage de heldenreis verkeerd aanpakt, of – zo je wil- verkeerd begrijpt. Niet zozeer omdat de weg verkeerd is, maar de manier waarop het personage die weg bewandeld het doel nooit kan bereiken.

Denk aan een recept waarbij je een oven nodig hebt omdat je iets moet bakken. Je personage heeft de goede ingrediënten gekocht, heeft de juiste messen voor het snijden daarvan, maar kookt dan uiteindelijk alles in water in plaats van dat het in de oven bakt. Het was heel goed op weg, maar een of meerdere (uiteindelijke) keuzes maken dat het resultaat hoe dan ook gedoemd is om te mislukken, hoe goed je bedoelingen of voorbereidingen ook zijn.
Dat principe is wat ik bedoel met een heldenreis die verkeerd loopt.

Gewoon het recept volgen?

Dacht je bij het lezen van de bovenstaande metafoor: volg gewoon het recept, hoe moeilijk kan het zijn? Of: wilde je soms een hamburger kóken? Dat is wel echt heel erg… In zo’n voorbeeld ligt het er wel erg dik bovenop dat de oplossing een eitje zou moeten zijn, of op zijn minst dat het niet zó erg fout zou moeten kunnen gaan.
Maar bedenk dan:
Wat als jij en je omgeving nooit vlees eten en dat nooit hebben gedaan en je dus echt niet weet hoe je dat klaar moet maken? En tot overmaat van ramp heb je wel een recept, maar ja…: バターを入れたフライパンでハンバーガーを炒める. Als je dat niet kan lezen, schiet het ook niet op.
Voor dit personage wordt het dus onmogelijk gemaakt. Maar voor iemand die graag vlees eet, de basis van koken kent of Japans kan lezen, zou de hamburger niet moeten mislukken.

Anders gezegd: ‘doe gewoon wat logisch is,’ ‘denk gewoon even na’ is een uitgangspunt dat op papier prima is, maar dat het echte leven of omstandigheden kunnen dat zomaar eens veranderen.

Wat stuurt een heldenreis de verkeerde kant op?

Het voorbeeld van het recept is misschien wat geforceerd, een vegetariër met een Japans recept voor de neus is wel erg vergezocht. Maar nog buiten het feit dat het een – hopelijk- duidelijk voorbeeld is om van te leren, is dat ‘vergezochte’ ook iets wat je mee moet nemen als de heldenreis van een personage de verkeerde kant op gaat.
De kern van dat idee gaat terug naar de waarheid van je personage. Waar een zakenman talloze keren per jaar vliegt, is (de eerste keer) vliegen voor iemand met vliegangst helemaal niet zo simpel, bijvoorbeeld.
“Stap gewoon dat vliegtuig in!”
“Dat doe ik wel ‘even’, mijn levenslange angst overwinnen…”

Daar begint het: een heldenreis is niet altijd even simpel. Hij kan te eng zijn, er kan geen kant-en-klare handleiding voor zijn… En toch zal je held moeten, want het is de comfortzone uit, er moet een verhaal op gang komen. Dus gaat het personage roeien met de riemen die het heeft. En soms is dat gewoon niet genoeg. Voor de een staat schaamte in de weg, de ander heeft niet de goede middelen, overtuigingen die tegenwerken, of het personage heeft geleerd iets aan te pakken met een methode die niet effectief is. Je zal in je personagebiografie terugvinden wat het is dat je personage op deze manier precies tegenwerkt. Probeer er wel voor te waken dat het niet lijkt of je personage alsmaar blundert: je boek wordt interessanter als het lijkt alsof de heldenreis wel gewoon gaat slagen. Maar een anticlimax ligt dan wel op de loer. Geef daarom genoeg puzzelstukjes, bijvoorbeeld door te laten doorschemeren dat personages met eenzelfde uitdaging het anders aanpakken en wel slagen, of het in ieder geval makkelijker afgaat. In dat opzicht moet je een verkeerd lopende heldenreis zien en uitwerken als een plottwist.

Foto door Mahdi Bafande verkregen via Unsplash.

Op drie manieren personages laten groeien door te kijken naar medepersonages

Je hoofdpersonage groeit door zijn heldenreis. Binnen die heldenreis groeit hij ook door de omgang met anderen. Haal het beste uit je hoofdpersonage én elk personage waar hij mee omgaat. 

1. Ken je personage

Als je schrijft, moet je je personage heel goed kennen. Wat is zijn achtergrond betreft plaats in het gezin, cultuur, economische milieu of religie? Je moet weten wat je personage voor persoon is. Is hij verlegen, of juist brutaal? Is hij doodsbang voor falen en droomt hij van roem? Wat zijn zijn kernwaarden? Kortom, je moet zijn personagebiografie kennen. Zo kan je voorspellen hoe hij op bepaalde zaken gaat reageren en hoe hij groeit in het centrale conflict. Bovendien kan je zo voorspellen hoe hij met andere personen omgaat. Zou hij een drugsverslaafde willen helpen of juist niet? Dat antwoord maakt veel uit voor het verhaalverloop zodra zijn beste vriend wordt opgenomen vanwege een heroïneverslaving. 

2. Maak iedereen de held van zijn eigen verhaal

In een boek is er altijd een hoofdpersoon. Maar je personages weten niet dat ze in een boek leven. Daarom zijn ze zich ook niet bewust van de rolverdeling binnen dat verhaal. 

Harry Potter is de hoofdpersoon van de gelijknamige boekenreeks, maar Hermelien Griffel is zich daar niet bewust van. Het verhaal draait om Harry. Hermelien staat hem bij in zijn heldenreis: ze helpt hem door benarde situaties en is zijn vriendin. Maar vanuit Hermeliens gezichtspunt heeft zij een eigen leven waar juist Harry de beste vriend is. Haar leven draait voornamelijk om goede cijfers halen en haar eigen weg vinden in de toverwereld. Niet om Voldemort verslaan. Anders gezegd: zou de boekenreeks om Hermelien zijn gegaan, dan kreeg je titels als Hermelien Griffel en het doldwaze jaar met de tijdverdrijver, in plaats van Hermelien Griffel en de gevangene van Azkaban.

Als je in je opschrijfboekje ieder personage de held van zijn eigen verhaal maakt, kom je veel te weten over je andere personages. Daarom moet je ieder belangrijk personage net zo goed kennen als je hoofdpersoon. 

3. Denk: actie-reactie

Zodra je weet hoe elk personage vanuit zijn eigen gezichtspunt handelt, kun je kijken naar het principe van actie-reactie. Stel je een hoofdpersonage voor dat verkering wil vragen. Omdat hij zich ziet als de hoofdpersoon van zijn eigen verhaal, gaat het in zijn fantasie zoals hij wil: hij gaat verder als partner van die droomvrouw. Maar dan loopt hij een blauwtje. De droomvrouw gaat namelijk geen relatie aan met iemand die ze niet zit zitten. Zij is vanuit haar gezichtspunt de hoofdpersoon van haar eigen verhaal, niet een ‘partner van’ in het verhaal van het hoofdpersonage. Zij heeft dus niet als doel om zijn verhaal op gang te houden. Dat heeft gevolgen voor het verhaal van je hoofdpersoon. Hij dacht een verhaal te hebben met hem als charmeur, nu is het een verhaal over een afgewezen man. Zo kan hij groeien.
Acties-reacties kunnen van alles en nog wat zijn. Van omstandigheden waarop moet worden ingespeeld tot communicatie met een ander. Kijk wat de omgang met anderen met een personage doet en wat dat voor gevolgen heeft betreft zijn handelen, het vormen van een mening of misschien zelfs een levensvisie. 

Dit artikel verscheen eerder op Schrijven Online.

Zo maak je van meerdere verhaallijnen een mooi geheel

Elk verhaal heeft een rode draad, maar ook subplotten. Als je een verhaal tot een mooi geheel wil maken, moet je deze integreren. Dat kun je doen door een subplot in je opschrijfboekje net zo belangrijk te maken als de rode draad. We gaan eerst kijken hoe je die rode draad stevig maakt. Als je dat kan, kan je dat ook voor de subplots.

Let hierop als je een rode draad schrijft voor een verhaal

Als je een rode draad voor het verhaal bepaalt, moet je een aantal dingen in de gaten houden:
* Wat is mijn protagonist voor iemand? (Gebruik daar je personagebiografie voor);
* Wat is het centraal conflict? Hoe groeit of beweegt mijn hoofdpersoon zich daarin?
* Welke andere mensen komt hij tegen? Wat voor invloed hebben die mensen op hem?

Wat is mijn personage voor iemand?

Je kon in mijn post over de personagebiografie lezen hoe je de kennis van je personage inzet om een wankel plot of niet-passende beslissingen van je personage te voorkomen. Maar ook in een meer basale vorm is je personagebiografie erg belangrijk. Aan schijnbaar heel eenvoudige of vanzelfsprekende dingen kun je al zien hoe bepaalde dingen tot stand komen. Als je personage als favoriete land Frankrijk heeft en dol is op nieuwe talen leren, kan dat verklaren waarom ze docente Frans is geworden. Als docente Frans wordt ze verliefd op een collega, waardoor er een roddel op de school ontstaat….
Kortom, in je personagebiografie kan je vaak tussen de regels door al een mogelijk butterfly-effect (van een verhaal) vinden.
Als je weet dat je personage het fijn vindt om op de voorgrond te staan weet je ook dat hij eerder zanger wordt dan archivaris. En als je personage niet voor zichzelf op kan komen, zal hij makkelijker over te halen zijn slechte dingen te doen dan iemand die niet bang is zijn mond open te trekken.

Wat doet het centraal conflict met mijn personage?

In het centraal conflict moet je personage obstakels overwinnen, vallen en opstaan: zo leert hij dingen. Dat verandert je personage. Uiteindelijk komt hij zo als een ander persoon uit het verhaal. Als held, als verliezer, als moeder, slimmer, mooier, wraakzuchtiger, verdrietiger… Hoe je verhaal ook loopt, je personage is niet de persoon die hij was voor het verhaal begon. Bekijk goed wat er in dat centraal conflict verandert en wat dat met je personage doet. Wordt hij een dappere grote broer in plaats van een bang klein jongetje? Een klusjesman in plaats van de bankdirecteur?

Wie komt mijn personage tegen?

Mensen zijn sociale wezens die andere mensen om zich heen nodig hebben of willen. Zelfs een afgezonderde monnik in de bergen van Tibet heeft nog collegamonniken in zijn klooster. (En mocht hij zich echt honderd procent afzonderen, dan wordt hij daar of op een bepaald moment gestoord van of heeft hij herinneringen aan mensen die ooit in zijn leven waren). Andere mensen doen iets met je personage. Dat kan iets fijns zijn of iets vervelends, maar de omgang met anderen zorgt ervoor dat het leven, de overtuigingen en de relaties van je hoofpersoon veranderen.
Denk dingen als:
* door de omgang met deze man verandert deze vrouw van een single dame in een getrouwde vrouw;
* doordat zijn lerares hem onderwijst, wordt jouw personage slimmer;
* een meisje wordt gepest door een ander persoon waardoor haar eigenwaarde verandert.
Kortom: omgang met anderen brengt altijd actie-reactie teweeg. Als jij gaat voetballen en je schopt de bal weg (actie) neemt een ander de bal over (reactie). Welke actie-reactie brengt de omgang met elk ander personage teweeg bij je hoofdpersoon?

Doe nu hetzelfde voor een ander personage

Zo simpel is het eigenlijk. Als je ook voor andere (belangrijke) personages een personagebiografie maakt, leer je ze ook kennen. Dan weet je ook wat hun heldenreis is. Net als je hoofdpersonage hebben andere personages bepaalde gevoelens en doelen. Ook zij hebben actie-reactie op datgene wat om hen heen gebeurt. In je opschrijfboekje moet je doen alsof elk personage de held van het verhaal is.
Zo maak je elk personage even diepzinnig en zorg je ervoor dat de actie-reactie altijd voor je personages kloppen. Niet alleen dat, zo komen verhaallijnen ook samen.
Stel dat je schrijft over twee generaals in oorlog: Generaal Goedzak en Generaal Gemeen. Als schrijver werk je toe naar een goede afloop voor generaal Goedzak. Maar om Generaal Gemeen realistisch te portretteren, moet je hem laten handelen volgens zijn eigen waarden, overtuigingen en karakter en op basis daarvan zijn actie-reactie bepalen.

Schrijf ‘achter de schermen’ alles zodanig uit dat je aan de hand van je aantekeningen niet ziet wie de hoofdpersoon is.

Gemeen is erop uit (vanuit het gezichtspunt dat hij de held is van zijn eigen verhaal en niet de ondergeschikte in het verhaal van Goedzak) om macht te vergaren. Je weet dat hij verlies niet zal accepteren, dus zal hij tot doorvechten tot zijn laatste laatste soldaat is gesneuveld. Als je Gemeen op dit punt minder belangrijk maakt dan Goedzak, zal het verhaal erg kort worden: Goedzak moet winnen en dus is het onbelangrijk wat Gemeen denkt of beweegt. Als je Gemeen als de held van zijn eigen verhaal maakt, doe je er alles aan om hem in zijn volle slechtheid als personage naar voren te laten komen: Gemeen is er zo op gebrand dat hij gaat winnen dat hij zijn tegenstander steeds twee stappen vooruit is.
Zo hebben de acties van beiden generaals invloed op elkaar als persoon (hoe ze op de acties van de ander reageren) en daarmee ook invloed op het verhaal, in dit geval de oorlog.

Samengevat: als je verhaallijnen goed in elkaar wil laten overlopen:
* moet je ervoor zorgen dat alle belangrijke personages goed zijn uitgewerkt (in je opschrijfboekje);
* moet je elk personage laten handelen volgens zijn eigen heldenreis, niet volgens die van de held;
* moet je je heel bewust zijn op de actie-reactie die tussen personages ontstaan en wat dat met de verhaallijn doet. Verandert die daardoor? Kunnen verhaallijnen elkaar daardoor doorkruisen?

Met deze zeven stappen maak je van je personage een held

Helden zijn geweldig: de lezer juicht voor ze en noemt ze bewonderenswaardig. Dat zijn prachtige complimenten! Hoe krijg je dat voor elkaar voor jouw personage?

1 Bedenk wat jij heldhaftig vindt

Een held hoeft geen laserogen te hebben om zo genoemd te worden. Sterfelijke, alledaagse mensen kunnen dat ook zijn. Bedenk wat voor mensen in het echte leven jij bewonderenswaardig vindt. Geef je personage dezelfde kenmerken mee.

2 Bepaal de superkracht

Als je advocaten bewondert omdat ze voor ieders recht opkomen, ben je er nog niet. Je kan advocaat worden om een hoger doel te dienen of om rijk te worden. Bedenk daarom wat een mooie kwaliteit precies laat zien. Als je onbaatzuchtig voor iemand opkomt, kan dat bijvoorbeeld ontstaan vanuit:
* de behoefte om te beschermen;
* plichtsbesef naar je medemens;
* verbondenheid met degene die je helpt.

Deze dingen komen uit dezelfde waarde voort, maar hebben een ander gezicht. Ga dus eerst je eigen waarden na. Wat betekent een bepaalde karaktertrek of manier van handelen voor jou? Wat roept precies die bewondering op?

3 Schrijf je superheld

Je weet nu dat de ‘superkracht’ van jouw held plichtsbesef is.  
Bepaal vervolgens wie je held is. Een voetballer blijft ondanks een blessure spelen omdat hij zijn team niet in de steek wil laten. Een onderwijzer draait overuren om de kinderen goed te begeleiden. Dezelfde superkracht, zeer verschillende verhalen. Schrijf wat je zelf leuk of interessant vindt. De lezer zal niet voor de held juichen als de schrijver het zelf al oninteressant vindt.  

4 Bepaal wat er op het spel staat

Je ruilt je comfortzone liever niet in voor een conflict. Datzelfde geldt voor je personage. Er moet iets belangrijks op het spel staan, wil hij een conflict aangaan.
Iemand met ernstige pleinvrees gaat echt niet naar buiten als je hem tien euro geeft. Wordt zijn geliefde voor zijn deur mishandeld, dan zal hij het ‘comfort’ van zijn huis waarschijnlijk wel verlaten. Hij verliest immers gezelschap, liefde en misschien ook waardigheid als de geliefde aan haar wonden zou overlijden.

5 Maak het conflict onontkoombaar

Als je je personage een held wil maken, moet je hem dwingen zijn comfortzone te verlaten. Laat een conflict ontstaan dat je personage niet kan negeren en zelf op moet lossen. Ga maar na: Batman is niet langer de superheld als hij alle klusjes aan Robin zou overlaten.

 6 Zet de superkracht in

Als je geen pleinvrees hebt, is je huis verlaten geen conflict. Bedenk wat bij jouw personage voor ongemak, angst of narigheid zorgt. Pas dan kan je personage daadwerkelijk heldhaftig worden. Zet de superkracht van je personage in om het conflict aan te gaan. Tenzij je personage laserogen heeft, spreekt de superkracht meestal niet voor zich. Als het kwetsbaarheid is, laat een patserige machoman dan flink huilen in het bijzijn van zijn vrouw. Door verdriet te laten zien verlaat de man zijn comfortzone: hij moet toegeven dat hij niet onaantastbaar is. 
Je hebt pas een conflict als je personage ergens moeite voor moet doen of als hij iets moet doen waar hij bang voor is. Een bodybuilder kan 300 kilo heffen en voor het eerst 350 kilo proberen te tillen. Als hem dat lukt zonder extra trainingsuren is dat geen conflict, eerder een uitdaging.

7 Laat de held vallen en opstaan

Je personage wordt een held door vallen en opstaan. Daar hoeft hij niet eens voor te slagen. Zolang je personage conflicten aangaat, blijft hij interessant. Ook als de herstellend alcoholist opnieuw verslaafd raakt. Je lezer is dan al emotioneel betrokken bij het programma van de A.A. Betrokkenheid is het sleutelwoord: je personage is een held als de lezer betrokken genoeg is om voor je personage te gaan juichen.

Dit artikel verscheen eerder op Schrijven Online.

Een goede tegenstander schrijven: versterk de heldenreis en je verhaal

Om een goede heldenreis te maken, heeft je protagonist tegenstand nodig. Het is minstens zo belangrijk om de tegenstander goed uit te werken als de held. Hoe doe je dat?

Wat maakt de tegenstander van de held?

De tegenstander van de held:
* is de tegenhanger van de held (in bepaalde opzichten);
* stopt de groei van de held (al dan niet bewust);
* heeft vaak -volgens de protagonist- aanstootgevende normen, waarden of plannen;
* heeft aanhangers, systemen, argumenten of meevallers die met hem meewerken. Daardoor heeft hij macht (over de protagonist);
* En, heel belangrijk: de tegenstander van de held is er niet per se op uit hem onderuit te halen. Daarom vermijd ik de term slechterik.

De held en de tegenstander zijn elkaars spiegel

Je protagonist en tegenstander zullen elkaar tot op zekere hoogte moeten spiegelen. Ze zijn de andere kant van dezelfde medaille. Dus je moet een tegenstander minstens net zo goed uitwerken als je held; samen dragen ze het verhaal. Ze balanceren twee uitersten. Als je je held overdreven goedhartig maakt, heb je een zoetsappig verhaal met eenhoorns en luchtkastelen waarin alles goed komt zolang we allemaal vriendjes zijn. De andere kant is dat de tegenstander het overmachtige evenbeeld is van Satan. Geen eenhoorns hier, maar wel elke dag zes doelloze moorden na uren van zware marteling. Geen van beide uitersten werkt voor een stevig verhaal.
Als je de held en de tegenstander in de vergelijking van zwart versus wit ziet, moeten zowel je held als de tegenstander allebei een beetje van de tegengestelde kleur in zich hebben. Zoals je ziet in het ying-yangsymbool.

De vijanden moeten altijd iets van de ander in zich hebben.

Waarom moet de tegenstander een spiegel zijn?

Er zijn verschillende redenen waarom de tegenstander een spiegel van de held moet zijn. Om dit te verduidelijken gaan we nog even terug naar het ying-yangsymbool. Het witte puntje in het zwarte veld en vice versa zijn essentieel: als de ander óók een deel van jou in zichzelf heeft, wordt dat confronterend en daarmee interessant.

Het essentiële punt van het verhaal

Dat puntje in het ying-yangsymbool (“de andere kant is er ook nog”) is vaak het essentiële punt van het wat het verhaal in de brede zin spannend houdt. De personages, het conflict, de afloop…

De roep tot avontuur

Voor (met name) de held is het zwarte puntje interessant. Iedereen streeft ernaar om een zo goed mogelijk mens te worden. Dit ‘goed’ kan vrijwel alles zijn en ligt aan het verhaal en de motivatie van het personage. Maar het is altijd een overtreffende trap van iets. Het personage wil méér van iets zijn: rijker, slimmer, nuchterder, knapper, vrijer, beroemder et cetera.

Dat gebrek aan méér vormt de roep tot avontuur. Bijvoorbeeld: een nieuwe studie beginnen als de heldin slimmer wil worden. Op de opleiding komt ze iemand tegen die de studie met twee vingers in haar neus doorloopt. Daar heb je de tegenstander. De heldin kan jaloers op haar worden, proberen tegen haar op te boksen, ze kan proberen vrienden met haar te worden ten koste van haar eigen persoonlijkheid…
Een tegenstander is niet per se een dictator. Die moet alleen iets of iemand zijn die de held uitdaagt, afleidt van zijn persoonlijke groei, die in de weg staat of groeien (actief) moeilijker maakt.

Daarvoor moet de heldin dat ‘zwarte puntje’ hebben. Daar kan ze zich bewust van zijn, maar dat hoeft niet. Zolang jij hem als schrijver maar kent. Dat puntje komt het best tot zijn recht als de tegenstander die spiegelt. Let er wel op dat je niet overboord gaat met extremen of symboliek.

Versterk het goede middels het zwarte puntje

Laten we Mary Sue nu eens een keer in ons voordeel gebruiken. We geven haar een ‘zwart puntje’. Onze Miss Beverly Hills is doodsbang dat iemand erachter komt dat ze onzeker is over haar talenten. Stiekem denkt ze dat ze haar glorie slechts te danken heeft aan haar -vergankelijke- schoonheid.
Dan is het al logischer dat ze niet drinkt en vrijwilligerswerk doet in het kinderkankerziekenhuis. Ze vreest dat ze door de mand valt en wil daarom haar goede punten benadrukken. Als ze een keer op dronkenschap zou worden betrapt, ziet een scout misschien wel dat er iemand die is die nog mooier is dan zij…
Nu heeft ze een conflict (lukt het haar om niet door de mand te vallen?). Nu gaat de lezer misschien duimen dat ze daarin slaagt. Dan heeft ze nog steeds een geweldig goede inborst, maar niet meer zodanig dat die alleen maar ergert. Door het zwarte puntje wordt de rest van haar witte veld versterkt, in plaats van verzwakt. Let op: als het over de cliché Mary Sue hebben, moet ze wel een groter zwart punt (meer dan één gebrek) hebben om haar heel grote witte veld mee te compenseren.

Roep vragen op met het witte puntje

Andersom: het zwarte personage met de witte stip. Een soldaat komt in een klein dorp de schutter tegen die hem de dag ervoor op een haar na had gedood. Een overduidelijke tegenstander. Maar nu aait de schutter een straatkat en geeft hij het laatste beetje eten dat hij heeft aan het beestje.
De schutter is dus niet door en door slecht of moordzuchtig. Hij is zelfs onzelfzuchtig en behulpzaam door zijn laatste eten te voeren aan een hopeloos dier. Dit kan vragen oproepen bij de soldaat. Als hij geen moordlustig monster is:
* kan ik dan misschien een staakt-het-vuren met hem afspreken? Al is het maar dat we elkáár niet doodschieten?
* moet ik hem dan wel proberen te vermoorden, nu ik de kans heb en hij mij nog niet gezien heeft? Hij is immers niet door en door slecht…
* zou ik hem kunnen betrappen op zijn goede daad, vriendschap met hem proberen te sluiten en zo proberen om als spion zijn leger binnen te komen…?

Oftewel: als je ruimte overlaat voor het witte puntje, laat je veel opties open of ontstaan. Hierdoor blijft de lezer benieuwd naar het verloop van het verhaal en zal hij blijven lezen.

Het centraal conflict: de heldenreis van een verhaal

Elk verhaal heeft een hoofdpersonage, ook wel de held genoemd. Net als een echte superheld moet je protagonist een conflict oplossen. Maar hoe schrijf je een heldenreis als er geen supercape in je verhaal voorkomt?

Superman: de makkelijkste heldenreis ooit

Om te begrijpen wat een held een held maakt, gaan we eerst eens kijken naar wie dat eigenlijk niet zijn: traditionele superhelden. Zij vertonen namelijk veel gelijkenissen met een man die een magic pixie dream girl als partner heeft. Alleen hebben Superman en co geen vrouw, maar laserogen. De superkracht neemt alle èchte conflicten weg. Even een potje knokken, mensen redden en voilà, het conflict is opgelost. Maar… was er eigenlijk wel een conflict? Meestal is er bij een superheld eerder sprake van een probleem.

Superman vindt zichzelf eigenlijk veel te makkelijk de stoere held

Probleem versus conflict in een verhaal

Stel dat je de tafel wil dekken, maar er een grote doos met breekbaar goed op tafel staat. Nu kun je de borden niet op tafel zetten en heb je een probleem. De oplossing ligt echter voor de hand en kost geen tot weinig moeite: je tilt de doos gewoon van de tafel af.
Maar nu staat diezelfde doos op tafel en heb je beide armen in een mitella. Nu heb je een conflict, want dit is niet zo makkelijk op te lossen. Je moet je creativiteit aanspreken en ergens serieuze moeite voor doen. De oplossing en hoe die tot stand komt, is iets waar je later over kan vertellen (of schrijven… 😉 ). Vooral omdat een conflict nog iets anders met zich meebrengt: een onbehaaglijk gevoel. Je zal nu als stoere bodybuilder moeten toegeven dat jouw perfecte lijf nog steeds gebreken kan hebben. Ga er maar aanstaan, macho, nu moet je een deuk in je ego zien te herstellen.
Is er een overbezorgde moeder die haar kinderen alle zorgen uit handen wil nemen? Nu moet ze vragen of de kinderen een keer iets voor háár doen…

Als een overbezorgde moeder aan dit plaatje gewend is, ontstaat er een conflict als daar iets aan verandert.

Voorwaarden voor een interessant narratief conflict

Als je een interessant conflict wil schrijven, moet het aan de volgende voorwaarden voldoen:

* Je personage wordt uit zijn comfortzone gehaald.
* De nieuwe situatie is voor je personage ongemakkelijk, gevaarlijk, naar of eng.
* Je personage heeft iets te verliezen.
* De omstandigheden dwingen je personage om het conflict zelf aan te gaan.

Nu zie je waarom superhelden zelden een conflict hebben: voor hen gaan niet alle punten op. Ja, Superman kan doodgaan, maar met zijn superkrachten wordt die kans wel erg verkleind. Zodanig zelfs dat de dreiging te klein is om nog bang voor te zijn. En gevaarlijke situaties zijn zo ongeveer de comfortzone van mensen met superkracht…

Van conflict naar heldenreis in een verhaal

Een conflict dat moet uitgroeien tot de heldenreis is sterk afhankelijk van je verhaalthema, maar nog meer van je personage zelf. Kijk nog eens naar de voorwaarden van een conflict. Steeds staat het personage centraal. Dat is ergens ook logisch.
Neem het voorbeeld van een toespraak houden: Malala Yousafzai doet dat zonder zenuwen en strooit de ene parel na de andere de zaal in. Maar voor veel mensen betekent publiekelijk spreken dat er plankenkoorts overwonnen moet worden. Het ligt dus helemaal aan je personage wat een conflict vormt en wat een probleem is. Om erachter te komen wat er speelt, moet je je personagebiografie raadplegen.

Voorwaarden van een goede heldenreis in een verhaal

Zodra je een conflict hebt bepaald, kan je de heldenreis in elkaar gaan zetten. Die heeft ook een aantal belangrijke voorwaarden:

* Allereerst en het belangrijkst: je personage moet het conflict zélf aangaan;
* Je personage doet meerdere pogingen doen om zijn doel te bereiken (lees: hij faalt minstens één keer);
* Het doel uiteindelijke doel is altijd: groeien als persoon. Soms weet het personage dat, soms niet.

Het groeiproces van je personage

Je personage moet dus groeien door zijn heldenreis. Maar wat betekent groeien precies? Je kan het samenvatten als: alles waarvan hij een beter mens wordt en/of iets van leert. Denk aan dingen als:
* minder egoïstisch worden;
* (betere) relaties aan kunnen gaan;
* uit een dal klimmen;
* inzichten krijgen;
* leren vergeven;
* zingeving vinden;
* zelfvertrouwen krijgen;
* een gezondere relatie hebben met geld of gezondheid;
* nieuwe vaardigheden leren.
enzovoort, enzovoort.

Dat groeien is geen finishlijn. Sterker nog: juist gedurende het verhaal zal je personage groeien. Maar op het einde van de heldenreis kan je personage (of kunnen andere betrokkenen) zien wat dat groeiproces teweeggebracht heeft.

Held of lafaard?

Het proces van de heldenreis is nu duidelijk, waarmee ik hoop dat het ook duidelijk is dat er maar een ding is dat de held onderscheidt van de lafaard. De held is niet degene die superkrachten heeft en de lafaard is niet Jan-met-de-pet met een saaie kantoorbaan. De held is degene die na het vallen weer opstaat en bereid is om te groeien, ondanks alle worstelingen en risico’s. De lafaard is de persoon die zijn problemen niet aangaat, zijn problemen aan ander overlaat of na één keer vallen niet meer opstaat.
Malala roept onmiddellijk het woord ‘heldin’ op. Ze is daar het schoolvoorbeeld van omdat ze eindeloos vaak de ‘conflictvoorwaarden’ heeft doorstaan. Ze heeft dat wereldpodium dubbel en dwars verdiend (lees: ze heeft het niet zomaar gekregen).

Wie zijn echte helden?

Niet alleen uitzonderlijke mensen als Malala zijn helden. Je vindt ze verrassend vaak ook dichter bij huis. Kijk maar eens om je heen naar je vrienden, familie en geliefden. Wie bewonder je? Het antwoord op die vraag geeft je een voorbeeld van een echte held. Bewonderen is namelijk een groot woord en als iemand dat woord verdient, durf ik er gif op in te nemen dat de persoon waar je nu aan denkt hindernissen heeft overwonnen, iets heeft opgeofferd… na het vallen keer op keer weer is opgestaan.
Daarom zijn perfecte personages als Mary Sue en Joe Sixpack niet interessant: hun wereld is zo perfect dat er nooit een conflict op gang komt. Lezers willen zichzelf of hun helden uit het echte leven terug zien in verhalen. En in goede verhalen is het altijd knokken. Niet met een supercape en stalen spieren, maar net als in het echte leven om te groeien en een beter mens te worden.