De held en de slechterik: elkaars tegenpolen gedurende het hele verhaal. Dat levert de nodige spanning op. Maar het kan ook interessant zijn om een slechterik in je verhaal te schrijven die in een enkele scéne alles op zijn kop zet door een weerspiegeling te zijn van een duister verhaalthema.
Held en slechterik: elkaars tegenpolen
Een goede basis voor een held en een slechterik in een verhaal is niet alleen dat de held voor het goede strijd en de slechterik voor het slechte of het goede dwars wil zitten. Ze zijn vaak ook elkaars tegenpolen. Dus de een is een gezondheidsfreak, en de ander eet wat lekker is. De een stemt links, de ander rechts, enzovoorts. Dat is de eerste stap, maar als je het daarbij laat dan loop je het risico op clichés. Een goed verhaal is niet zo zwartwit als het gaat om wie ‘goed’ is en wie ‘slecht’. Voor je verdere uitwerking is het verstandiger om naar een verhaalthema te kijken wat je uit wil schrijven.
Thematisch een held en slechterik schrijven
Als je held en slechterik elkaars tegenpolen zijn, dan heb je het over twee zijden van dezelfde medaille. Als je held rijk opgroeit en de slechterik arm, gaat dat in wezen in beide gevallen over geld. De een heeft het veel, de ander heeft het te weinig. Daar kan je heel veel over schrijven, maar dan blijf je aan de oppervlakte. Kijk eens wat je thematisch over deze medaille kan schrijven. Staat geld bijvoorbeeld voor macht en hebzucht, of juist voor vrijgevigheid en overvloed? Als je op deze manier een verhaalthema kiest, zijn je held en slechterik misschien nog steeds tegenpolen, maar dan is je verhaallijn al wat meer dan alleen een oppervlakkig gegeven.
Kies een themamoment in je verhaallijn
Als je een verhaalthema kiest, doe je dat niet zomaar. Waarschijnlijk wil je daar iets mee zeggen. Veel geld hebben leidt tot macht, en macht is gevaarlijk, bijvoorbeeld. Kortom: je geeft er in meer of mindere mate een moraal aan je thema. Je hoeft dit moraal niet uitgebreid uit te werken, dat kan verkeerd uitpakken. Want je wil niet op de preekstoel zitten. Maar dat moraal wat je kiest is vaak wel een deel van de heldenreis van je held. Of het komt in ieder geval terug in een obstakel of een clue.
En die clues, obstakels of climax zijn vaak ook momenten waarop de held moet stilstaan bij dit moraal of thema. Er gebeurt iets anders dan het dan het alledaagse, wat om zelfreflectie vraagt. Er is een ruzie, waardoor een relatie verandert of eindigt… Dat moment, die scène kan dienen als een moment om een ‘slechterik’ te introduceren die een thema weerspiegelt en de vinger op de zere plek legt. Voor het personage of voor het plot. Dat is dan niet een slechterik die het hele verhaal meedraait, maar iemand die simpelweg laat zien waar het in je boek thematisch nou eigenlijk om draait. Deze slechterik kan een kleine rol hebben, of bijna een figurant zijn.
Voorbeeldcasus: voorrechtsvlogger
Wil je het thema echt een moment geven? Dan kan daar de thematische slechterik om de hoek komen. Die figurant die in een enkel moment je thema uit kan lichten op zo’n manier dat je personage niet anders kan dan erdoor veranderen, en het plot daardoor ook een andere wending en meer diepgang van krijgt.
Yannick en Luca zijn tieners. Luca kijkt op tegen Yannick, die veel geld en een grote schare volgers heeft op zijn vlogkannaal. Yannick draagt alle dure en populaire kleren. Luca is niet zo populair en is meer de gemiddelde tiener. Hij heeft het zeker niet slecht, maar moet wel in de supermarkt werken om die dure kleren te kunnen betalen die Yannick gewoon zo van zijn ouders krijgt. Puber Luca is stikjaloers en probeert te zijn zoals Yannick. Maar, belangrijk voor deze casus: ze trekken niet vaak met elkaar op. Het zijn klasgenoten die elkaar af en toe spreken.
Op het eerste gezicht kan Yannick de ideale tegenstander lijken. Hij is de andere kant van de medaille van Luca en Luca zal heus ook wel eens jaloers zijn. Tadaa. Niks meer aan doen. Laat Luca maar op een afstandje verlangend kwijlen naar het voorrecht dat Yannick heeft zomaar om te kopen wat hij wil.
Maar deze relatie en de dynamiek daarvan is als gegeven voor het verhaal redelijk vaststaand en feitelijk. Tenzij een van de twee jongens door een speling van het lot met een heel andere financiële situatie te maken krijgt, gebeurt er niet veel. Je kan die verandering wel inzetten, maar dat wordt dan wel meteen een groot deel van je hele verhaal.
Yannick is aan het vloggen in het winkelcentrum over zijn nieuwste ‘haul’ van dure kleding en Luca is een geinteresseerde toehoorder die hem voor een keer vergezeld. Gedurende je verhaal heb je al het thema ‘voorrecht’ in het plot verwerkt. Dus Luca is daar al over na aan het denken. Bewust of nog iets meer op de achtergrond.
In de vlog staat Yannick op het punt om een dure sneakerwinkel binnen te gaan. Vlak voor de winkel zit een bedelaar en Luca merkt op dat die geen schoenen of sokken aan heeft. Hij blijft een momentje staan om te kijken, waarna Yannick vraagt waarom hij zich drukmaakt om een simpele bedelaar. “Kom, we gaan de sneakers halen.”
Maar Luca knoopt een kort gesprek aan met de bedelaar en geeft wat geld. Vanaf dat moment ziet hij de ontzettend grote kloof in inkomen tussen niet alleen Yannick en hemzelf, maar ook tussen hem en de bedelaar. Vanaf dat moment heeft hij een heel ander begrip bij het woord ‘voorrecht’.
Die ene scène tussen Luca en de bedelaar kan als het gaat om groei en duidelijk maken van thematiek soms beter werken en meer indruk achter laten dan een ‘traditionele’ verhouding tussen de held en de slechterik die het hele verhaal tegen elkaar ‘op moeten knokken’ om verschillen of een thema maar verder uit te diepen.
Foto door David Guliciuc verkregen via Unsplash.










