Een autobiografie schrijven om ervaringen te delen

Veel mensen beginnen hun schrijversreis met het opschrijven van hun levenservaringen. Om een taboe te breken, een eigen beleving te delen met gelijkgestemden, of om de kinderen te kunnen vertellen wat jarenlang te moeilijk was om ter sprake te brengen. In tegenstelling tot therapeutisch schrijven worden deze autobiografische verhalen dus wel door anderen gelezen. Deze blogpost gaat in op hoe je de balans vindt tussen eigen ervaringen met anderen delen en zomaar je ziel en zaligheid aan iedereen te laten lezen.

Een autobiografie is niet alles delen — de kluis

Zoals je misschien al weet is het schrijven van een autobiografie niet helemaal vrijblijvend. Je hebt niet alleen rekening te houden met de privacy van anderen, maar ook met die van jezelf. Grenzen stellen is erg belangrijk.
Sociale wetenschapper Brene Brown doet veel onderzoek naar zaken als kwetsbaarheid en vertrouwen. Als het gaat om het bewaken van grenzen, noemt zij regelmatig het principe van de kluis.
Als ik jou over iets persoonlijks in vertrouwen neem en ik zeg dat het in de kluis moet, mag je het onder geen beding doorvertellen, aan niemand. Ook niet om te ‘overleggen’ hoe je dit probleem samen met mij op kan lossen. En als je mijn kluisinhoud gebruikt om te roddelen, is dat een reden voor mij om je niet meer te vertrouwen. Maar jij iets uit de kluis van een gezamenlijke vriend aan mij vertelt, vertrouw ik je ook niet meer. Als je zijn kluis kraakt, hoe weet ik dan dat je dat niet met de mijne zal doen?

Bedenk bij het schrijven van een autobiografie om te beginnen wat je in je kluis wil houden of wat voor informatie van een ander bestaand persoon ethisch gezien of gewoon fatsoenshalve in de kluis moet blijven. Wat is zodanig persoonlijk dat het niet nodig of aan jou is om te delen?

Als delen en stilhouden samen moeten gaan

Als je ervaringen wil delen, dan is het laatste wat je wil doen, zaken stilhouden. Maar er zullen momenten zijn waarop dat toch moet. Dit kan de ethische kluis betreffen, maar ook de hevigheid van bepaalde zaken.
Als jou iets gruwelijks is overkomen, zal je daar misschien alle misselijkmakende details nog van weten, omdat je er nog altijd van wakker ligt. Als je die heel minutieus beschrijft, kan dat twee grote nadelen hebben.
* Het is niet meer zozeer delen om te verwerken, als wel ‘delen om het eruit te gooien’
* De gruwelijke details kunnen overkomen als dramatisch, in de literaire zin van het woord (“Je dikt dit aan voor het romanelement dat een audiobiografie moet hebben.”), terwijl ze echt gebeurd zijn.

Soms gaan die twee nadelen ook hand in hand.

Delen om het eruit te gooien

Als je merkt dat je bepaalde dingen opschrijft om het maar eruit te gooien, bedenk dan of je deze feiten, dit detail of zelfs deze hele scène niet uit je boek moet laten. Autobiografisch schrijven kan het complete tegenovergestelde zijn van therapeutisch schrijven. Een klein experimentje om dit te bewijzen:
Bedenk waar je je het allerergst voor schaamt. Dat komt in een boek dat iedereen kan lezen, verspreiden en waar iedereen over kan praten. En dan heeft ook nog eens iedereen daar een uitgesproken mening over èn je komt je continu op straat tegen. Die opsomming is wat extreem, als informatie echt te persoonlijk of heftig is, wil je niet dat Jan en alleman daarvan weet. En die mogelijkheid bestaat zodra je het opschrijft. Misschien krijg je niet meteen duizenden lezers, maar je zal net zien dat net tante Bep die normaalgesproken nooit leest en je toch al graag zwartmaakt jouw boek wel van voor tot achteren kent… Straks weet het hele dorp waarvan jij door de grond zakt.
Ook als je je schaamt voor iets waar je zelf niets aan kan doen, gaat dit op. Je hebt niet in de hand wie of wat voor mensen je boek lezen. Bespaar jezelf pijn, schaamte, boosheid en verdriet en filter wat uiterst pijnlijk is gewoon weg uit je boek. Al is het maar omdat lezers doorgaans een onverwacht goede neus hebben voor wat ‘opschrijven’ is en ‘eruit gooien’ is. En dat laatste vinden ze nooit interessant…

Gruwelijke details

Ook als je iets al echt verwerkt hebt, kan het verstandig zijn bij gruwelijke zaken niet al te veel in detail te treden. Het gekke van een autobiografie is dat een lezer er meestal het volgende verwacht:
* Het leest als een boek/roman
* Weinig of niets is verzonnen
* Het is authentiek en daarom niet dramatisch(er dan het hoeft te zijn)

Maar dit spreekt elkaar tegen. Want ‘echte boeken’ zijn per definitie dramatisch (of groter dan ‘in het echt’, zo je wil.) omdat die verzonnen zijn en een goede schrijver weet dat er bij een goede spanningsboog een zekere mate van ‘groot’ en ‘drama’ komt kijken die je in het echt zelden tot nooit tegenkomt. Hoe vaak is er iets als een complete fanfare betrokken bij een huwelijksaanzoek, bijvoorbeeld? In romantische comedy zowat altijd. In het echt… een op de miljard keer? Het gekke is dat de lezer dat ook weet, al is dat onbewuster. Als jou iets is overkomen dat zo ‘groot’ of gruwelijk is dat je onwillekeurig laat denken: toen leek mijn leven oprecht een horrorfilm of ‘dat zou je niet verzonnen krijgen’, dan kan je die details het beste:
* weglaten. Dat ene detail, of drie van de vijf, om niet ‘te veel van het slechte’ te krijgen.
* uitdunnen, dus van een schaal van een op tien de tien terugbrengen naar de acht. Een andere sfeeromschrijving bij hetzelfde feit kan dan soms al het verschil maken.
* geen detail meer maken. Ook al zou je schrijven over het leven in een letterlijke martelkamer, zorg er dan voor dat ieder element daarvan uitgebreid worden beschreven, ook al zijn het er tien. Omschrijf de sfeer, de omstandigheden, de zintuigen… Dan moet je mikken op het ‘zo bizar dat het wel waargebeurd moet zijn’-effect.

Foto door Kelly Sikkema op Unsplash.

De autobiografie en je eigen beleving

In een autobiografie schrijf je je eigen levensverhaal. Daardoor kan het lijken alsof je alles over je leven op mag of op moet schrijven voordat het interessant is. Dat is niet zo: je moet een goed verhaal hebben. Hoe werkt dat met een autobiografie?

Het onderwerp van je autobiografie

Ik schreef in deze blogpost al dat je bij een autobiografie je onderwerp moet kiezen. In zekere zin is iedereen namelijk meerdere mensen tegelijk. Je bent bijvoorbeeld niet alleen een leraar, maar ook een broer, echtgenoot en een immigrant. Zodra je over je leven als leraar gaat schrijven, geeft dat heel andere dingen om over te schrijven dan wanneer je schrijft over je ervaringen met migreren. Bepaal je hoofdonderwerp dus voordat je begint met schrijven.

Jouw waarheid of jouw beleving?

Als je autobiografisch schrijft, doe je dat vanuit jouw beleving. Je schrijft hoe jij iets hebt meegemaakt, of hoe het is om zijnde X in het leven te staan. Bedenk vooraf of jij voornamelijk je ervaringen wil delen met de wereld, of ook (subtiel) wil laten doorschemeren dat jij iets weet wat anderen niet weten. Dat hoeft niet meteen iets te zijn als: “Ik weet hoe ik een bedrijf moet runnen, in mijn levenswerk zet ik mijn werkwijze uiteen.” Soms kan het zo subtiel zijn dat je het zelf niet eens beseft. Je kan de proef op de som nemen door jezelf de volgende vraag te stellen:
Is de volgende stelling op mijn autobiografie van toepassing?


Ik heb X meegemaakt, dus ik weet hoe het is om….

Zo nodig kan je ‘meemaken’ vervangen door ‘zijn’ of ‘hebben’. Je krijgt dan voorbeelden als:

* Ik heb de oorlog meegemaakt, dus ik weet hoe het is om honger te lijden;
* Ik heb een universiteitsdiploma, dus ik weet wat hoe het is om hard te studeren;
* Ik ben gehandicapt, dus ik weet hoe het is om lichamelijk zwak te zijn.

Als je deze stellingen afzonderlijk leest, dan neem je waarschijnlijk aan dat dat wel moet kloppen. Maar hoe zit het dan met:
* de hoge pief die vanuit zijn ivoren toren de oorlog gade kan slaan, zonder ooit op voedselbonnen over te hoeven gaan?
* een uitzonderlijke studiebol zoals Stephen Hawking, die zelfs een zeer ingewikkelde studie met twee vingers in de neus kon volgen?
* de gemiddelde paralympiër?

Ja, dit zijn eerder uitzonderingen dan de regel. Maar je moet wel beseffen dat je altijd van de waarheid van je personage uit moet gaan, en niet van een algemene aanname. Zeker niet bij een autobiografie. Je kan beter deze stelling nastreven:

Ik heb X meegemaakt. Zo is dat voor mij (geweest).

Je staat niet onder ede, dus je hoeft ook niet dé waarheid te verkondigen.

De risico’s van waarheid als uitgangspunt

Als je je persoonlijke ervaringen als de zuivere waarheid beschouwt kan je arrogant gevonden worden. Maar wat vanuit schrijversperspectief misschien nog wel belangrijker is: je verhaal wordt er vreselijk saai van. Of beter gezegd: dan heb je geen verhaal. Tenzij je iemand als Elon Musk of Jeff Bezos bent, zullen je lezers je niet geloven als je beweert dat je dé waarheid in pacht hebt als je schrijft over het runnen van een succesvol bedrijf. Ze zullen je waarschijnlijk arrogant vinden. (En zelfs als je Musk of Bezos bent, is dat laatste niet uitgesloten…)

Ik heb geen boeken over deze mannen gelezen, ook al weet ik dat ze er zijn. Maar ik kan me voorstellen wat er in die boeken staat, om ze interessant te maken:
* een deel van de jeugd;
* hoe de liefde voor uitvinden / zakendoen is ontstaan;
* de eerste stappen van het bedrijf;
* de tegenslagen die zijn doorstaan (het centraal conflict).

Deze elementen moeten betrekking hebben op de persoonlijke omstandigheden of belevingen van Musk of Bezos.
Anders hou je het bij feiten en dan heb je geen boek, maar eerder een artikel met een titel als: ‘Met deze tien stappen bouwde Bezos zijn Amazonimperium.’ of een zakelijk rapport.

Een boek wordt niet interessanter door de hoofdpersoon zelf, maar vanwege de belevenissen die de hoofdpersoon meemaakt. Dáárom wordt om het even welk boek waarin een persoon/personage centraal staat (met plezier) gelezen.

Je hoeft niet hier geen imperium van te hebben voordat je iets interessants te melden hebt.

Waarom lezen we?

Lezen over een ander persoon geeft een kijkje in een andere wereld. Je kan met een persoon meeleven, emoties voelen en in spanning zitten, zonder dat jou iets overkomt. Zo ga je met ridder mee op avontuur om een draak te verslaan. Je voelt dezelfde adrenaline vóór het gevecht en dezelfde trots als de draak is verslagen. Maar je loopt niet het risico om geroosterd te worden. Lezen is dus eigenlijk emoties beleven zonder fysieke of doorlopende risico’s. Maar om die emoties te voelen, moet je wel met een personage mee kunnen leven. En daarvoor moet je hem eerst leren kennen. En dat lees je altijd in een goede (auto)biografie. Want daarin zitten altijd:

* belangrijke elementen van de personagebiografie;
* een centraal conflict, en het verlaten van een comfortzone;
* het wordt duidelijk wat de angst is van je personage

enzovoorts.

Zo kan je met een persoon mee gaan leven en wordt iemand als Musk in plaats van een soort onsterfelijke God plotseling ook weer een gewoon mens. Dan gaan lezers zich meer identificeren met mensen die mijlenver van hen en hun manier van leven afstaan. Precies zoals je ook al voorkomt dat je hoofdpersonage een Mary Sue wordt. Zo wordt een biografie over Jeff Bezos veel meer en veel interessanter dan dat eerder genoemde korte artikel. En daarom worden dat soort (auto)biografiën ook daadwerkelijke bestsellers. Mensen weten diep vanbinnen best dat het lezen van zo’n (auto)biografie je niet meteen een handleiding voor absurd rijk worden geeft. Nee, ze willen de spanning en sensatie van een verháál.

Dat betekent dus ook dat je geen Bezos of Musk hoeft te zijn om genoeg materiaal te hebben voor een autobiografie. (Gelukkig maar 😉 ) Je moet er alleen voor zorgen dat je lezers met jouw persoonlijke beleving gaan meeleven.

Autobiografisch schrijven: hoe schrijf je over jezelf?

Als je autobiografisch schrijft, kan het lijken alsof je alleen maar hoeft op te schrijven wat er is gebeurd. Met deze drie tips maak je je eigen verhaal prettig leesbaar door juist een beetje met de waarheid te spelen.


1. Mix fictie en waarheid

Niemand heeft een leven dat continu bol staat van actie. Ook al sta je voor je werk in uitverkochte stadions, af en toe heb jij ook een avondje bankhangen. Je moet je dus niet te veel aan de zuivere waarheid houden, want dat gaat ten koste van een spanningsboog, of überhaupt van een interessant verhaal. Als je in werkelijkheid een ingeving kreeg bij een kopje koffie dat je alleen dronk, mag die ingeving in je verhaal gerust laten komen op moment dat je net een heftige discussie had met je werkgever. Overdrijf de actie echter niet. Je moet wel onthouden dat je autobiografisch schrijft, geen fictieve actiethriller.

2. Kijk terug naar je verleden met je kennis van nu

Als je een levensverhaal schrijft, kijk je ergens op terug. Het is vaak zo dat je later op iets terugkijkt en dan iets beseft wat je eerder niet kon begrijpen. Als kleuter vond je je moeder stom omdat je ze nooit een hele zak snoepjes gaf als je daar zin in had. Als volwassene weet je wel beter: ze was niet stom, maar gaf om je gezondheid. Zo kun je ook anders kijken naar het verloop van je leven, invulling van relaties en hoe je je mening vormde. Ben niet bang om jezelf (in vele opzichten) eens goed onder de loep te nemen. Je kan er kennis mee opdoen die goed te gebruiken is om een stevige verhaallijn mee op te bouwen.

3. Wie speelt er nog meer mee in je verhaal? 

Je bent niet alleen op de wereld. Als je schrijft over jezelf, ga je uiteindelijk ook over andere mensen schrijven. Bedenk goed wie een plaats in je verhaal krijgt en waarom. Vergelijk het met een klas op school. Je zat met dertig kinderen in de klas, maar je kan niet over al die klasgenoten schrijven, want dan wordt je verhaal rommelig. Bedenk wie er daadwerkelijk een rol in je leven heeft gespeeld, voordat je diegene een rol in je verhaal geeft. Bedenk vervolgens goed wat je over die persoon schrijft. Schrijf niet zomaar privégevoelige informatie van iemand anders in je boek. Pas het desnoods een beetje aan, zodat je niemand onnodig voor het blok zet.

Dit artikel verscheen eerder op Schrijven Online.

Autobiografisch schrijven: vrijblijvend schrijven?

Als je autobiografisch schrijft, schrijf je over je eigen leven. Dan kan het lijken alsof je alles kan schrijven wat je maar wil. Het is jouw leven, dus je deelt wat je wil, en je schrijft over jezelf zoals je wil. Dus autobiografisch schrijven is vast een eitje, toch? Helaas is het niet zo simpel. Waar moet je op letten als je autobiografisch schrijft?

Autobiografisch schrijven: je wordt een personage

Als je autobiografisch gaat schrijven, is er één ding dat je goed moet onthouden. Als je autobiografisch schrijft, krijg je een persona(ge). Dat betekent ook dat je leven de vorm van een fictieverhaal moet krijgen om prettig leesbaar te zijn (tenzij je een soort encyclopedie over jezelf wil schrijven, maar dat is waarschijnlijk niet je bedoeling). Een autobiografie schrijven heeft daardoor veel gemeen met het schrijven van elk ander verhaal waarin de lezer met een personage mee gaat leven. Je wordt meegenomen in de leefwereld van een persoon op papier.
Daarom moet je voordat je aan je levensverhaal begint goed weten wat jij straks ‘als personage’ laat zien of doormaakt. Net zoals bij fictieve personages zal je onderzoek moeten doen.

Autobiografisch schrijven: ken jezelf

Onderzoek naar jezelf kan klinken als een spirituele reis of een afspraak bij de psycholoog. Geen zorgen, zo extreem hoeft het niet te worden. Maar bedenk wel dat als je autobiografisch schrijft je dus een persona(ge) krijgt. Zoals je waarschijnlijk al weet als je al een tijdje oefent met schrijven, betekent dat dat je hoe dan ook een personagebiografie moet maken om een personage realistisch en narratief kloppend verhaal te kunnen schrijven.
Daarom moet je dus heel goed gaan kijken welke dingen er in je leven gebeurd zijn of welke keuze je maakt(e). Alleen dan kun je van een afstandje naar je eigen leven kijken om het te zien als een verhaal, niet als een reeks dingen die je hebt meegemaakt.
Soms kan zoiets als je favoriete vakantieland al iets over je zeggen. Vergelijk:
Jij gaat graag naar een zonnig strand om daar lekker te kunnen luieren. Heb je wel eens bedacht dat dat ontspannen gevoel iets gemeen heeft jouw nonchalante manier van doen? Of dat je juist liever naar bergachtig gebied gaat omdat je dan veel en intensief kan wandelen een actieve vakantie hebt. Geen wonder voor een sportpersoon als jij.

Hou jezelf een spiegel voor als je autobiografisch gaat schrijven.


Een ander voorbeeld. Stel dat je dol bent op lekker eten en zo nu en dan in een Michelinsterrenrestaurant gaat eten.
Waarom ga je dan graag ook naar dat ene restaurant? Is de chique omgeving vertrouwd voor je en ken je de mensen daar goed? Of wil je aan de rest van de wereld laten zien dat je dat etentje kan betalen?
Dit soort vragen zijn voor jezelf om te beantwoorden en het is belangrijk dat je hier niet meteen een waardeoordeel aan hecht. Als je je leefwereld al aan begint te passen om maar ‘juist’ over te komen nog voordat je verhaal stevig staat, dan ga je vroeg of laat jezelf tegenkomen; het zal de continuïteit geen goed doen. Hoe jij als overkomt als persoon of personage is iets van latere zorg. Je moet er rekening mee houden, maar niet op het moment dat je complete verhaalidee nog op de tekentafel ligt.
Leg je eigen interesses en manier van doen en laten onder de loep. Je moet zodra je jezelf een persona(ge) geeft enige samenhang zien in je interesses of zelfs grotere levensgebeurtenissen, anders kan je geen logisch verhaal schrijven.

Autobiografisch schrijven: wie wil je aanspreken?

Je bent als persoon iemand met veel interesses, bezigheden en je hebt verschillende dingen meegemaakt Waar wil je over vertellen? Als je een personage schrijft, staat in diens verhaal altijd een centraal conflict of specifiek onderwerp centraal. Om een verhaal af te bakenen kun je niet vertellen over een leraar/bioloog die colleges geeft op de universiteit, een gezinsleven heeft, soms onderzoek doet in het Amazonegebied en doordeweeks met haar vrienden naar het café gaat om een wijntje te drinken.
Dat kunnen allemaal verhalen zijn:
* over het universiteitsleven;
* over het het onderzoekersleven in de Amazone;
* over het moederschap;
* over een groepje vriendinnen.
Dat zijn vier zulke verschillende verhalen dat de kans klein is dat je daar veel mensen mee aanspreekt. Iemand die geïnteresseerd is in biologisch onderzoek is niet per se ook geïnteresseerd in het gezinsleven. Probeer daarom je doelgroep te bepalen voor je begint met schrijven. Dat bespaart je een hoop gedoe als je eenmaal met schrijven begonnen bent.

Ethisch autobiografisch schrijven

Als je autobiografisch schrijft, moet je fictie en non-fictie balanceren. Je zal dingen moeten verzinnen die niet gebeurd zijn om het verhaal tot een mooi geheel te maken of om bepaalde dingen privé te kunnen houden. Maar lezers denken -al is het maar onbewust- vaak dat wat in een autobiografie is geschreven, precies zo is gebeurd. Dat kan gevolgen hebben. Een voorbeeld:
Ik ben in Hiroshima geweest en heb daar het vredespark bezocht. Dat is er in Nagasaki ook één. Om fictie en non-fictie te scheiden, bezoekt mijn persona in Nagasaki het vredespark. Als ik dan schrijf dat ze de stad helemaal fantastisch vindt, is het niet onlogisch als iemand me vraagt: “Zou je me aanraden om naar Nagasaki te gaan?” terwijl ik daar nooit ben geweest.

Het kindermonument in het atoombomherdenkingspark in Hiroshima (dus niet in Nagasaki).

Dit voorbeeld zou waarschijnlijk geen spannende gevolgen hebben. Maar je kan al snel iets schrijven wat belangrijke gevolgen kan hebben. Denk daar goed over na. Als je autobiografisch schrijft, moet je een bepaalde ethiek in acht nemen. Je zal privacy van jezelf en anderen in acht moeten nemen en bepaalde meningen moeten nuanceren om geen onnodige problemen te krijgen.