Je boek uitgeven bij een uitgever

Als je je boek wil uitgeven kun je zelfstandig uitgeven of je kan bij een grote uitgever terecht. Het is allebei een aparte manier van werken, met bijbehorende voor-en nadelen.
Welke manier van uitgeven past het beste bij jou? In deze blogpost: de gang van zaken bij een reguliere uitgeverij.

Traditioneel uitgeven bij een uitgeverij

Als je ervan droomt om schrijver te worden, is de kans groot dat je het proces van uitgeven voor je ziet zoals dat gaat bij een traditionele uitgeverij. Je stuurt je manuscript in dat geaccepteerd wordt en de uitgever zorgt ervoor dat je boek in de boekhandel komt te liggen. Dat is de het gedroomde pad, maar zo eenvoudig is het niet. Er komt veel meer bij kijken.

Je manuscript opsturen is op veel dingen letten en veel afwachten…

Je manuscript aanleveren bij een uitgever

Het lijkt een open deur intrappen, maar er zijn veel aspirant schrijvers die het vergeten: hun manuscript goed aanleveren bij de uitgever. Meestal heeft de uitgever de richtlijnen daarvoor wel op de website staan, maar in ieder geval moet je ervoor zorgen dat je regelafstand 1.5 aanhoudt. Zo kan een redacteur je manuscript uitprinten en tussen de regels aantekeningen maken met een pen. Meestal vraagt de uitgever ook om een synopsis mee te sturen. In het begeleidend schrijven van je mail kun je een samenvatting van een paar regels meesturen en jezelf kort voorstellen. Om teleurstelling te voorkomen, moet je eerst goed uitknobbelen of je manuscript past bij het fond van de uitgever.

Wachten op antwoord: de slush pile

Na het opsturen van je manuscript volgt de slush pile. Dat is verreweg het moeilijkste van het uitgeefproces bij een reguliere uitgever: je komt er namelijk lastig doorheen. De slush pile is het postvak in van een uitgever. En die zit altijd boordevol. Daarom moet je op twee dingen rekenen:
* Je krijgt niet altijd (persoonlijk) antwoord als je manuscript wordt afgewezen: er is simpelweg te veel aanwas om iedereen een bericht te sturen;
* Als je al antwoord krijgt, duurt dat maanden: ga uit van ongeveer een half jaar.

Dat wachten is vervelend: op een bepaald moment weet je niet of de uitgever op het punt staat contact met je op te nemen met goed nieuws, of dat je bent afgewezen. Dat is je eerste proef.

Aan de slag met de redacteur

Als je goed nieuws hebt gekregen, is het nog steeds niet zover. Je uitgever zal met je om de tafel willen gaan zitten, omdat niet alles is geschreven zoals de uitgever het graag ziet. Omdat de uitgever aan jouw boek moet gaan verdienen, kan het zijn dat bepaalde plottwists, personages andere zaken niet optimaal verkoopbaar lijken voor de uitgever. Het zou zomaar kunnen dat je nog relatief veel aan je verhaal zal moeten veranderen. Wees voorbereid op een kritische redacteur: ook al is je verhaal in principe in jouw ogen af, je zal nog een en ander moeten schrappen of herschrijven. De redacteur heeft het beste met je voor: samen met jou wil hij of zij kijken hoe je eruit kan halen wat erin zit. Maar deze fase van uitgeven gaat vooral om feedback verwerken.

Het is belangrijk dat je open staat voor feedback, maar je moet ook beseffen dat een redacteur dingen niet weet die jij wel weet. Denk aan de details uit een personagebiografie. Ken je verhaal goed. Weet wat je aan je verhaal kan veranderen zonder dat het in elkaar zakt, en ook wat je uit je verhaal kan verwijderen zonder dat het gevolgen heeft. Ken je belangrijkste oorzaken en gevolgen, wat een butterfly-effect in de hand kan werken. Deel dat eventueel samen met een redacteur, zodat jullie samen tot het beste resultaat kunnen komen.

Je kan overwegen om voordat je naar de uitgever gaat, een redacteur in te huren, zodat je weet of je kans maakt bij een uitgever, om te zien hoe je met feedback omgaat en hoe het werken met een redacteur in zijn werk gaat. Ik kan je daar ook bij helpen. Kijk eens in de verhaal en taal webshop voor mijn werkwijze en tarieven.

Schreeuw het van de (digitale) daken

Een traditionele uitgever zal de promotie van je boek op zich nemen. Je hoeft dus niet bang te zijn dat je het risico loopt om een roepende in de woestijn te worden met je gedrukte boek, dat is een risico dat je wel loopt met zelfstandig publiceren. Desondanks zal de uitgever wel van je verlangen dat je naar voren treedt met je verhaal. Als je de kans krijgt om te worden geïnterviewd, zal je die moeten pakken. En in het digitale tijdperk is het belangrijk dat je ook een online aanwezigheid hebt. Maak de mensen vast warm voor je boek. Kondig aan dat je boek wordt uitgegeven, deel de stappen van het uitgeefproces en laat vooral weten hoe goed de verkoop gaat, waar je signeersessies houdt…

Het is je gelukt om je spreekwoordelijke kindje op de wereld te zetten. Nu is het tijd om er schaamteloos mee te pronken! Wees gewaarschuwd: als je het er niet zo op hebt om de (online) publiciteit op te zoeken of moeite voor de promotie te doen, zal je dat waarschijnlijk wel te horen krijgen van je uitgever…

Je moet hard durven schreeuwen in het grote oerwoud van schrijvers en boeken 😉


Het werkt enorm in je voordeel als je veel volgers hebt op sociale media. Dan ziet de uitgever dat je een groot aantal potentiële lezers (kopers, dus) hebt zonder er al te veel voor te doen. Zodra je het goede nieuws hebt gehoord dat je bij een reguliere uitgever binnen bent, is het dus verstandig om je sociale media actiever bij te gaan houden of om ermee te starten als je dat nog niet gedaan hebt.

Als je je boek wel gedrukt wil zien, maar niet per se veel tijd en moeite in de verkoop wil steken (bijvoorbeeld omdat je het verhaal alleen aan bekenden wil laten lezen) is zelfstandig publiceren waarschijnlijk geschikter voor je.

Slushpile: het postvak in van een uitgeverij

Zodra je je manuscript naar de uitgever stuurt, ben je razend benieuwd wanneer je antwoord krijgt. Maar dat duurt sowieso altijd even en je krijgt het niet altijd. Dat komt door de slushpile.

Wat is een slushpile?

Omdat veel mensen een schrijversdroom hebben, komt er elke week een stortvloed aan manuscripten bij een uitgever binnen. Zie het als een overvol postvakje dat de uitgever leeg moet maken.

Dit is een goed beeld van een slushpile: de inbox is altijd overvol en maar heel weinig manuscripten halen de outbox.

De slushpile als mailbox

Zie de slushpile van een uitgever als je eigen mailbox. Waarschijnlijk krijg je ook tientallen mails per dag. Ik denk niet dat je elke mail leest, aangezien er vaak berichten of nieuwsbrieven tussen zitten die je niet (langer) interesseren.
Een uitgever moet alles lezen. Als die willekeurig manuscripten ongelezen laat, bestaat de kans dat een goudmijntje onontdekt blijft. Als er een onbekende auteur aanklopt bij de uitgever, heeft de uitgever geen idee hoe goed of slecht die auteur is.

Werkwijze van de slush pile

Omdat een uitgever dus wel alles wil lezen, maar dat postvakje overvol blijft, is er de werkwijze van de slushpile. De uitgever leest jouw manuscript zoals jij een nieuwsbrief leest die af en toe iets leuks te melden heeft: je blijft erop geabonneerd omdat er zo nu en dan iets boeiends in vermeld staat. Maar als de eerste aanblik niets interessants biedt, lees je de nieuwsbrief niet verder uit. Als auteur wil je een ‘nieuwsbrief’ hebben die opvalt tussen alle andere en die uitnodigt tot lezen. Als je ‘de slushpile uit bent’ is dat net als in het plaatje: jij bent in het postvak uit belandt, waarmee de kans dat je uitgegeven wordt groter is.

De slushpile niet uitkomen

De tientallen nieuwsbrieven die jij per dag niet leest, geef je verder geen aandacht. Je gaat niet elke website mailen waarom je de artikelen niet interessant vond. Helaas geldt dat ook bij uitgevers. Je kan er het best van uit gaan dat je niets meer van de uitgever hoort.

Uit de slushpile komen

Mocht je wel dat felbegeerde plekje in het ‘postvak uit’ halen, dan moet je alsnog veel geduld hebben:
* Je bent sowieso niet de enige in het ‘postvak uit’. Je bent dichterbij, maar nog niet bij de finish;
* De uitgever moet ruimte hebben om je verhaal uit te geven;
* Je genre/verhaalthema moet op dat moment op de prioriteitenlijst van de uitgever staan.

Hoe succesvol een uitgever ook is, niet alle boeken uit het ‘postvak uit’ kunnen ineens worden uitgeven. Om ervoor te zorgen dat de boeken die uitgegeven worden ook goed verkopen, moet er voldoende tijd aan ieder boek worden besteed. Daarom kan het even duren voordat jouw boek aan de beurt is.

Iedere uitgever heeft een zogenoemd fonds. Dat wil zeggen dat ze bepaalde genres al dan niet uitgeven. Een uitgever met meerdere genres in zijn fonds zal misschien jouw feelgood even laten liggen, omdat ze net een feelgood hebben uitgebracht en het nu tijd is om een thriller de wereld in te sturen. Ook bij uitgevers die zich specialiseren in één genre kunnen verhalen rouleren. Bouquetverhalen lopen volgens een redelijk strakke formule. Maar toch zul je zien dat de hoofdpersoon van het verhaal nu een oliesjeik moet zijn. Daarna is het pas de beurt aan jouw westerse multimiljardair.
De vuistregel is dat je een halfjaar na het insturen van je manuscript eventueel goed nieuws krijgt van de uitgever.

Vergroot je kans om de slush pile door te komen

Als je je kans wil vergroten om de slush pile door te komen, is er een aantal dingen die je kan doen.
* Controleer of je verhaal bij het fonds van de uitgever past.
* Voeg een overzichtelijke en boeiende synopsis toe in je e-mail.
* Schrijf in de begeleidende tekst van je e-mail een samenvatting van twee zinnen.
* Het helpt als je online actief bent op sociale media. Dat geeft aan dat je al een potentieel lezerspubliek hebt.

Sowieso is het verstandig om proeflezers in te schakelen. Met de slush pile in het achterhoofd, is het verstandig om hen te vragen of ze meteen vanaf het begin af aan geïnteresseerd zijn. Een redacteur inhuren kan ook helpen om je manuscript aantrekkelijk(er) te maken voor een uitgever. Kijk hiervoor eens in mijn webshop.

De uitgever meteen prikkelen: de slushpile overleven

Een uitgever kan dus niet veel lezen. Daarom is het ontzettend belangrijk dat je de uitgever meteen weet te prikkelen. De eerste anderhalve pagina van je manuscript wordt gelezen, dan wordt er al een oordeel over geveld.
Bij een zeer grote uitgever kan dit zelfs aanzienlijk korter zijn. Enkele alinea’s of zelfs een paar regels aan leestijd komen dan ook voor. De uitgever kan in zo’n korte tijd zien of je schrijfstijl al dan niet goed genoeg is. Daar hoef je niet op te letten. Als daar de fout ligt, moet je je persoonlijke schrijversstem nog vinden, of meer oefenen met schrijven.
Inhoudelijk moet je op twee dingen letten. In pakweg de eerste pagina moet je:
* een conflict of actie beloven;
* aantonen dat je kort en krachtige actie kan schrijven.

Het conflict of de verandering hoeft niet meteen het centrale conflict te zijn, maar wel iets wat de lezer doet afvragen: “Wat is er aan de hand?” of “Hoe gaat dit verder?“. Dit kan al zo simpel zijn als: “Waarom huilt dit personage?”. Kom dan niet met iets simpels als: Ze stootte haar teen. Laat zien wat het karakter van het personage weggeeft. Bijvoorbeeld dat ze bang is aangelegd. Langzaam maar zeker kan je dan gedurende je verhaal onthullen waarom dat zo is. Kort en krachtige actie hoeft evengoed geen explosies of een gigantisch drama te betekenen. Eerder: kun je (middels show don’t tell) binnen enkele regels of alinea’s duidelijk maken dat je personage bang is? Doe je dat op een spannende manier en met een prettig tempo? Gebruik je geen vijf pagina’s waar vijf regels zouden volstaan, of laat je juist cruciale informatie achter, waardoor je de lezer verwart?