Hoe lang moet je een heldenreis introduceren?

Het introduceren van een heldenreis is ontzettend belangrijk. Als je lezer weet wat voor persoon je personage is en waar het voor gaat strijden of van gaat groeien, blijft het verhaal spannend, omdat de vraag ‘wat gebeurt er nu’ blijft hangen. Maar dat ‘blijven hangen’ kan ook een probleem worden als er niet iets moet blijven, maar juist iets in actie moet komen.

Het belang van een goede kennismaking met een verhaal

Een verhaal dat te snel start, zegt zoveel als: ‘Oké, deze held bevindt zich in een benarde situatie en gaat daartegen vechten. Voor de mensenrechten die in het eigen leven ontbreken. Mensenrechten gun je iedereen, toch? Mooi. Oké, nu juich je voor de held en maakt het verder niet uit of die ook een fatsoenlijke personagebiografie heeft en eigen wensen en angsten. Dat helpt niet, dan maak je van zowel je verhaal als je held een dertien in een dozijn. Maar als je de heldenreis te lang introduceert, krijg je hetzelfde effect.

Een goede kennismaking is goed genoeg

Als je weet waar je personage grofweg (!) voor gaat vechten of van gaat groeien, is dat goed genoeg voor de eerste akte van je verhaal. Het willen groeien is niet hetzelfde als dat doen. En daar zit de kern van het potentiële probleem dat ervoor kan zorgen dat je verhaal nooit op gang komt.

Onze held van deze week wil zich inzetten voor een zee zonder plastic. Omwille van het klimaat, en voor een goede leefbaarheid van mens, dier en koraal. En omdat deze held het groots aan wil pakken, moet iedereen het weten: dit blijft niet bij een buurtactie om plastic in te zamelen. Er wordt een heel plan gemaakt. Eerst gaat de aandacht naar de vissen, in het tweede stadium komt het koraal onder de aandacht en dan volgt de mens. Waar het in deze casus fout gaat, is dat de introductie, de vissen, het hele verhaal overnemen, waar het verhaal interessant was gebleven als het verhaal verder was gegaan.

Casusuitwerking te lange introductie: ‘alles behalve Nemo!’

Ken je Finding Nemo? Deze animatiefilm heeft ervoor gezorgd dat generaties kinderen zijn opgegroeid met het idee dat een clownvis een ‘Nemovis’ heet. Dus kan onze held prima een campagne starten met als uitgangspunt dat Nemo in levensgevaar is. En dat gebeurt dan zo:

  1. Held besluit de campagne te starten
  2. Nemo/ de clownvis wordt de mascotte
  3. Mensen gaan de campagne opmerken
  4. Mensen willen met zijn allen clownvissen gaan beschermen
  5. Held krijgt een tegenslag
  6. De tegenslag wordt overwonnen en besproken door anderen.

Dan komt er een kantelpunt. Als alles goed gaat, krijgt de clownvissencampagne nog een laatste zetje en dan gaat Held verder met aandacht te vragen voor het koraal en zo verder. Maar bij een verhaal dat te graag empathie wil winnen van de lezer, gaat het eerder zo verder:

7. “Wat goed, Held, dat je de clownvis probeert te redden.”
8. “Dank je wel. Maar dat moet ook, want we kunnen de volgende generatie het plezier van ‘de Nemovis’ niet ontzeggen.”
9. “Ja, ik heb zulke goede herinneringen aan ‘Finding Nemo’ kijken met mijn kinderen.”
10. “Denk eraan mensen, het gaat om Nemo!”
11. “Wat is Held toch geweldig!”
12 De buurt praat over de held, maar de buren zeggen dat ‘de hele wereld het over de Nemocampagne heeft’, terwijl er nooit een scène buiten de eigen stad afspeelt. Hoogstens wordt er even in een krantenkop gemeld dat Nemo’s thuis in Australië er ook aandacht voor de campagne is. Het is slechte expositie.
13. Er staat plotseling een Australische journalist voor de deur en de wrap-up zegt: en toen was de campagne een wereldwijd succes.

Een verhaal dat geen verhaal meer wordt

Een verhaal is interessant omdat er beweging in zit. Deze campagne en dit verhaal heeft geen kans van slagen omdat het slechts de eerste akte als een compleet verhaal beschouwd. Een keer vallen en opstaan maakt geen verhaal. Net als een verhaal met soortgelijke conflicten dat zich blijft herhalen. Als Held hier een leuke mascotte voor koraal vindt, wordt dat niet veel anders dan bij Nemo.
Dit is geen verhaal meer, omdat er niets (meer) gebeurt. Kijk nog eens goed naar alle bovenstaande punten. Punt 1 tot en met 6 kan – zoals het hoort – in enkele zinnen kan worden samengevat: Held start een campagne voor het redden van de clownvis, die na een hikje onder de aandacht komt bij het grote publiek.
Dat is een verhaal in het klein, ook al is het dan nog niet af.
Maar vat eens samen wat er in punt 7 t/m 13 gebéúrt? Eigenlijk niets. Het is een soort heen en weer een dialoog die meer wegheeft van een welles-nietes discussie in plaats van de diepte die die moet hebben om effectief te zijn.
Tot er plotseling een einde aan het verhaal wordt gebreid. Maar dat maakt het geheel geen verhaal meer. Het is een opeenvolging van een paar feiten, in dit geval met een gigantisch gat in het plot/ de drieaktenstructuur.

Zodra je bij punt zes bent aangekomen, moet je verder met het verhaal. Als je dan nog een keer herhaalt wat er allemaal aan de hand is, zet je een val voor jezelf, van dan is de kans groot dat je in een vicieuze cirkel belandt met je plotpunten.

Wat mist er voor echte empathie bij een te lange introductie?

Een verhaal dat te veel naar empathie vist, slaat op een aantal manieren de plank mis:

  • Held is te oppervlakkig: “indrukwekkend” vult geen personagebiografie.
  • Het verhaal blijft te dicht op de huid van de eigenlijke beleving van de held zitten, terwijl het om het groeiproces gaat.
  • Het denkt vaak ten onrechte dat het verhaal als vanzelf rauw is, als het onderwerp maar heftig genoeg is (mensenrechtenschending, misbruik, enzovoorts)
  • Het gelooft dat de lezer (bijna) niet in staat is tot empathie en treedt als moraalridder om op dat ‘op te lossen. ‘

Vertrouw erop dat je empathie kan winnen door goed te schrijven, in plaats van dat je dat moet forceren.

Foto door Christian Lue verkregen via Unsplash.

De persona van je personage: de praktijk

Als je personage een masker heeft dat het hele verhaal mee moet gaan, moet je goed kijken naar de invulling van de drie-aktenstructuur en hoe vlot je held de heldenreis kan voltooien. In hoeverre bepaalt een persona de het tempo waarin je held zich door het verhaal beweegt?

De reis van twee helden?

In de inleiding op deze post kon je al lezen dat een personage met een persona bijna twee verschillende levens lijkt te leiden. Als je de heldenreis dan uit wil werken, is de vraag: in hoeverre moet je het leven van de persona, dat masker uitwerken? Wordt je verhaal een verslag van een façade met twee verhaallijnen, waarin elk hoofdstuk de naam van ofwel je personage ofwel van het persona krijgt? Hou je het masker als geheim achter voor de lezer, of verklap je dat juist meteen, zodat de lezer weet wat er voor je personage op het spel staat?
Dat zijn allemaal mogelijkheden en creatieve keuzes waar jouw voorkeur bepalend is.

Let op: het uitgangspunt blijft dat je over één held schrijft en dat die ook centraal blijft staan. Je schrijft dus altijd met Cythia uit de inleiding als leidraad voor de basis. Niet over Cynthia en Cindy als afzonderlijke personen: dat zijn ze immers niet. Daar wordt je verhaalstructuur alleen maar rommelig van. Maar nog steeds is Cindy onlosmakelijk verbonden met Cynthia: dat vormt het centrale conflict, of op zijn minst een zeer belangrijk subplot. Waar en hoe geef je dat dan vorm?

Geef voorrang aan het masker

Als je personage een zeer hardnekkige persona heeft, moet je ongeacht je creatieve keuze in ieder geval het masker zelf introduceren en daar de nodige aandacht aan te besteden. Uiteindelijk bestaat de heldenreis in dit geval voornamelijk uit het principe van afpellen, dus dan moet de lezer wel weten wat er voor het personage af te pellen valt.
Neem dus de tijd om dat masker te introduceren en doe het ook goed.
In termen van de drie-aktenstructuur: als het proces van afpellen het verlaten van de comfortzone is, dan moet je daarvóór het personage al heel goed hebben uitgewerkt.

Maar dan is daar het probleem dat de comfortzone stap twee van de vijftien is. Je krijgt een enorm dikke pil als je eerst uitgebreid op je personage in moet gaan zoals het zich voordoet met het masker op en je daarna pas obstakels en clues mag introduceren… In dit verhaal is de drie-aktenstructuur dus niet zo strak als gewoonlijk. Of liever: het heeft een heel apart tempo en zelf ook meerdere laagjes.

Het eerste, langzame laagje

Als eerst werk je het masker zelf uit. Schrijf dus over hoe ‘Cindy’ zichtbaar is: wat doet Cynthia om zich uit de vuurlinie te houden? Welke vrienden verzamelt ze om zich heen? Wat zegt ze? En wat vreest ze dat ontdekt wordt?
Neem dat als apart drie-aktenstructuurschema mee en neem daar relatief alle tijd van de wereld voor. Laat in die periode zien hoe Cynthia zegt dat ze van haar lang zal ze leven niet in een hostel zou willen overnachten. Beneden haar stand, natuurlijk. In een stapelbed slapen met vreemden in dezelfde zaal? Nee! Terwijl ze dat eigenlijk dolgraag wil: wat een avontuur! Het is belangrijk om dat wel degelijk tussen de regels door te laten blijken, anders maak je van Cynthia en Cindy twee personen, in plaats van een vrouw met een masker op.
Werk op deze manier een complete, maar compacte structuur uit. Laat de clues terugkomen, zorg voor obstakels, de crisis.. Maar werk het dus zodanig kort en klein uit dat de situatie als geheel dan wel ongemakkelijk mag zijn, hij is voor Cynthia nog wel in stand te houden. Denk bijvoorbeeld aan een mogelijkheid voor Cynthia om te gaan backpacken. Diep in haar hart schreeuwt ze van ja, maar het nee zeggen is alsnog relatief makkelijk: dat is nu eenmaal de gang van zaken en ze gaat er niet dood van als die trip niet doorgaat. Zo je wil: dat masker draagt ze al zo lang dat op die manier liegen niet moeilijk meer is.

De razendsnelle hoofdlaag

Maar er komt een moment dat het masker definitief van het gezicht van je personage valt en het geen mogelijkheid heeft om zich nog te verstoppen. Het nieuwe begin, tijd voor een nieuw drie-aktenschema.
Op dit moment valt de grond onder de voeten van je personage vandaan. Vergelijkbaar met het moment waarop je personage de grootste leugen eindelijk onder ogen ziet. Dan is de situatie voor je personage even niet meer te overzien, omdat die zo overweldigend is. Vertaald naar de aktenstructuur betekent dat zoiets als: nog voor je personage weet waar en hoe het zo ooit heeft kunnen beginnen, krijgt het meerdere obstakels te verduren en valt het alweer als het nog maar half lijkt te zijn opgestaan. Dit gaat in vergelijking met het eerste laagje dus razendsnel.

Waak ervoor dat alles duidelijk blijft: houd de structuur wel (enigszins) aan. In de acending action mag het ene obstakel wel vliegensvlug op het andere volgen, maar zorg wel dat ze niet door elkaar heen gaan lopen. Ook hier: zorg ervoor dat het geheel geen rommeltje wordt. Verwar snelheid ook zeker niet met een klein(er) woordenaantal. Denk eerder iets als: waar het tempo in het eerste laagje relatief voortkabbelde, moet ik nu een pageturner schrijven, waar de wet van actie-reactie de hoogste stand bereikt.
In dit gedeelte verdwijnt Cindy volledig uit beeld. Dat zou ergens een opluchting moeten zijn voor Cynthia, maar dat betekent waarschijnlijk ook dat ze vrienden gaat verliezen, misschien wel noodgedwongen en halsoverkop een nieuw huis moet zoeken (op een krappe huizenmarkt), haar baan kwijtraakt… dus er zijn genoeg obstakels, cues en dieptepunten te bedenken.

Maar als de climax van deze structuur dan is geweest, geef de lezer (en Cynthia) dan genoeg tijd om uit te drijven in de descending action. Zo kunnen zowel de lezer als Cynthia aan het einde opgelucht ademhalen dat aan het einde van de strijd er een ton aan gewicht van de schouders afvalt.

Foto door Julio Rionaldo verkregen via Unsplash

Drie-aktenstructuur: de derde akte

In de serie ‘Drie-aktenstructuur’ leer je ieder verhaalelement van het drie/aktenstructuurschema beter te begrijpen. Alle afzonderlijke elementen zijn al aan bod gekomen. Maar ook de aken zelf kunnen je een beter begrip van je verhaal geven. Wat zijn de belangrijkste aandachtspunten per akte? Deze week de derde akte, waarin het verhaal wordt afgerond.

3 aktenstructuur

Wat moet deze akte vooral doen?

Deze akte moet afronden en naar een einde toewerken. Dat laatste woord is het toverwoord. Afsluiten doe je geleidelijk aan. Dat houdt twee belangrijke dingen in:

  • Na de climax is het verhaal niet plotseling over.
    Onthoud dat je een hele akte hebt om iets af te ronden, niet slechts een enkel verhaalelement. Dat is niet voor niets zo.
  • Je introduceert geen nieuw idee.

Het moment van introduceren ligt inmiddels ver achter je. Dat geldt niet alleen voor nieuwe verhaallijnen op zich. Ook een nieuwe draai aan een verhaal geven is hier niet meer op zijn plaats. Het bekendste en duidelijkste voorbeeld is koppelen: ga niet op het laatste moment nog redenen aanvoeren waarom deze mensen een mooi stel (zouden) zijn.

Wat moet je vooraf weten voor deze akte?

De toon van je einde kan het verloop van je verhaal bepalen. Je kan een ‘lang en gelukkig’ immers niet uit de lucht laten vallen. Vul deze zin voor jezelf in: “Als mijn lezer het boek dichtslaat, wil ik dat die X voelt.” Bedenk hoe je dat warme gevoel, schuld, verdriet, opluchting…  gedurende je hele verhaal naar voren laat komen. Dat kan met thema´s, onderlinge relaties tussen personages, subplots, symboliek… Wat je maar kan bedenken. Je verhaal hoeft niet in zijn geheel in het teken te staan van het einde, maar je moet wel genoeg hebben om naar te kunnen herleiden.

Wat moet voor de lezer duidelijk worden?

Wat jij wil. Je staat zelf voor de keuze of je een open einde schrijft of niet en daarmee ook wat je aan de fantasie van de lezer overlaat. Daarvoor moet je wel het nodige afwegen, ook al in eerdere delen van het verhaal. Uitzondering hierop is het centraal conflict. Je moet wel een duidelijk antwoord geven op de vraag of de heldenreis slaagt of niet. Als je heldenreis geen uitgesproken ja/nee antwoord heeft (“Wordt de draak verslagen?”) geef dan wel aan in welke ‘richting’ het verhaal verder gaat: “Hoe gaat het leven als huisrouw verder?” “Niet zo fantastisch, nu ze vrienden is kwijtgeraakt door haar zelfzuchtige gedrag.” Of deze vrouw dan naar verloop van tijd ook haar huwelijk op de klippen ziet lopen of na een flinke tijd van egoïsme weer vrienden maakt, dat mag de lezer dan bepalen.

Wat mag je openlaten in deze akte?

Alles of niks, het is maar net hoe je het bekijkt en of je een open einde schrijft of niet. Zolang het centrale conflict maar beantwoord wordt, je niets nieuws introduceert en je het verhaal geleidelijk laat aflopen en niet plotseling stopt, kan je niet zo snel te veel open laten aan het einde van je verhaal.

Samenhang met andere akten

De derde akte moet vooral laten zien wat er ten opzichte van de eerste akte is veranderd. Aan het eind van het verhaal heeft je personage een heel ander leven, visie of leefomstandigheden. Daar is het centrale conflict immers voor bedoeld.
Daarnaast is de derde akte niet alleen het einde van het verhaal, maar ook een slot van de tweede akte.
Het is geen glasharde regel, maar het kan je wel wat houvast bieden: de eerste helft van de derde akte kan je gebruiken om terug te blikken op de tweede akte, de laatste helft is bedoeld voor de afronding van je verhaal.

Dit artikel verscheen eerder op Schrijven Online.

Foto door Aaron Burden op Unsplash.

Drie-aktenstructuur: de tweede akte

In de serie ‘Drie-aktenstructuur’ leer je ieder verhaalelement van het drie-aktenstructuurschema beter te begrijpen. Alle afzonderlijke elementen zijn al aan bod gekomen. Maar ook de aken zelf kunnen je een beter begrip van je verhaal geven. Wat zijn de belangrijkste aandachtspunten per akte? Deze week de tweede akte, waarin vrijwel alle actie in het verhaal plaatsvindt.

3 aktenstructuur

Wat moet deze akte vooral doen?

Dit is de akte van actie. Van vallen en opstaan, van het centrale conflict, van de subplots van… bijna alles, in zekere zin. Alles wat het verhaal interessant maakt, waar de spanning zit en waar een lezer een boek voor pakt, zit in de tweede akte. Je kan in het schema ook zien dat er veel verschillende zaken aan bod komen. Dat laat zien wat belangrijk is: prikkel je lezer en blijf prikkelen, met verschillende technieken, verhaallijnen en plottwists. Wissel die ook voldoende af, dan kan de lezer ook altijd op het puntje van de stoel blijven zitten.

Wat moet je vooraf weten voor deze akte?

Omdat er zoveel in deze akte gebeurt en er ook zoveel verschillende dingen gebeuren, moet je een globaal beeld hebben van welke dingen elkaar wanneer op gaan volgen. Oftewel: hoe je zaken spreidt. Je ziet het ook terug in het schema. Soms volgen obstakels elkaar op, soms komt er een clue tussendoor. Een soortgelijk idee heb je nodig voor de spreiding van introducties van nieuwe personages, het onthullen van geheimen en wanneer je een subplot uit gaat werken of wanneer het juist tijd is voor de hoofdlijn van het verhaal. Of het nu een mysterie is of een introductie van een nieuw personage, iets helemaal van a tot z uitwerken voor je doorgaat naar het volgende werkt niet.

Wat moet voor de lezer duidelijk worden?

Je lezer moet vooral kunnen zien hoe je held groeit in zijn heldenreis, niet alleen dat die dat doet. Dat geldt ook voor medepersonages. Iemand zien winnen als je niet weet wie het is, is lang niet zo interessant als iemand zien winnen die je kent. Je leert personages kennen door hun groeiproces. Besteed daar dus de nodige aandacht aan met details die je personage en diens omstandigheden uniek maken.

Wat mag je openlaten in deze akte?

Omdat dit de akte van actie is, moet je hier alles laten gebeuren. Je moet dus eerder alles verklappen dan iets openlaten. Waak er wel voor dat je niet alles dichttimmert. Je mag echt wel iets aan de verbeelding overlaten. Ga in een subplot dus geen honderden woorden besteden aan de vraag of een aantal figurantachtige medepersonages elkaar nou wel of niet zien zitten. Je mag een eigen afweging maken van wat je vindt dat de lezer echt moet weten, maar doe dat niet met elk stom feitje of subplotje. Een lezer leest ook omdat daar eigen fantasie bij komt kijken. Neem die alsjeblieft niet af.

Samenhang met andere akten

De tweede akte is het midden dat het begin van de eerste en het einde van de derde akte met elkaar verbindt. Zorg er dus ook voor dat je daar zo nu en dan vooruitblikt naar wat de held wil bereiken of waar die vandaan komt. Doe dat niet te uitgebreid, daar zijn de andere akten zelf voor bedoeld. Maar waak ervoor dat je al die interessante actie van de tweede akte niet volledig op zichzelf laat staan.

Dit artikel verscheen eerder op Schrijven Online.

Photo door Mason Kimbarovsky op Unsplash.

Drie-aktenstructuur: de eerste akte

In de serie ‘Drie-aktenstructuur’ leer je ieder verhaalelement van het drieaktenstructuurschema beter te begrijpen. Alle afzonderlijke elementen zijn al aan bod gekomen. Maar ook de aken zelf kunnen je een beter begrip van je verhaal geven. Wat zijn de belangrijkste aandachtspunten per akte? Deze week de eerste akte, waarin je de start van het verhaal schrijft.

3 aktenstructuur

Wat moet deze akte vooral doen?

Deze akte laat de lezer kennis maken met het verhaal. Het geeft dus een aanloop, maar gaat niet meteen in de actie. Dat komt pas de akte hierna. Bedenk: als je midden in een zwaardgevecht zit, ga je geen handen schudden om jezelf voor te stellen aan je mederidders. In de eerste akte draait het om verkennen: nu is het de tijd om de held en de basis van het verhaal te leren kennen. Hier moet de basis voor het conflict worden gelegd. En omdat elk personage en ieder verhaal anders is, moet je hier duidelijk maken wat conflicten in het verhaal vormen en waarom.

Wat moet je vooraf weten over deze akte?

Bij deze akte is het belangrijk om de rode draad van je verhaal en heldenreis scherp voor ogen te hebben en te houden. De toon die je zet in het begin van het verhaal heeft invloed op hoe je verhaal wordt gelezen. Een droevig verhaal kan vrolijk aflopen of andersom, maar een verhaal over een zenuwachtige held zal altijd een onrustige toon behouden. Ook voor het inhoudelijke verhaal maakt dat verschil. Vergelijk een thriller over verraad met een verhaal over iemand die door waanzin wordt gedreven. Dat leest heel verschillend. Bovendien bepaalt de toon ook of je verhaal wel helemaal wordt gelezen. Niemand geeft een boek van driehonderd bladzijden tot bladzijde tweehonderdtwintig de tijd om te zien of het wel interessant is. En om een verhaal interessant te houden, moet je weten wat een personage drijft. Dat wordt in deze akte duidelijk.

Wat mag je openlaten in deze akte?

Schrijf de exacte aard van de aankomende confrontaties en obstakels liever niet uit. Als je schrijft over de carrière van een topsporter, is het onvermijdelijk dat die een aantal blessures oploopt, wedstrijden verliest of zich ergens niet voor kan kwalificeren. Maar als je beter kijkt, zie je daar vaak iets diepzinnigers onder schuilt. Gaat het echt om die ene wedstrijd, of gaat het over een grotere droom om de beste te worden, waar heftige faalangst de oorzaak van is? Schrijf over de ‘oppervlakkige’ uitdagingen die je held te wachten staan om het enthousiasme voor je verhaal aan te wakkeren, maar laat nog niet doorschemeren wat de held echt kan of gaat nekken. Anders heb je later geen echte obstakels meer om over te schrijven.

Samenhang met andere akten

Je zou het misschien niet denken, maar de eerste akte is vooral van belang voor de derde akte. Daarin ga je afronden en terugblikken. Dat terugblikken betreft niet alleen de climax. Juist niet, zelfs. Het is niet: ‘Hé kijk mijn spierballen eens: die hielpen mij zonet in de climax de draak te verslaan.’ Eerder: ‘Ik begon als boerenknecht en heb nu een draak verslagen. Wat ben ik toch veranderd.’   
Om die terugblik van de derde akte effectief te schrijven, moet je een duidelijke basis van je verhaal hebben. Als je niet duidelijk schrijft hoe je verhaal of je personage is gegroeid, dan is de pay-off niet interessant. Een oninteressante pay-off heeft als gevolg dat het voor de lezer voelt alsof je een anticlimax schrijft, terwijl dat niet zo is. Een stevige basis in het begin zorgt ervoor dat je lezer op het einde het boek tevreden dicht kan slaan.

Dit artikel verscheen eerder op Schrijven Online.
Foto door Nick Morrison op Unsplash

Dit artikel is ook de driehonderdste schrijftip op mijn blog. Hoera! Alle deelnemers van de schrijfwedstrijd 300, bedankt voor jullie inzendingen. Ik mail jullie zo snel mogelijk de uitslagen.
Deelnemer of niet, winnaar of niet, laat het me weten als je een idee hebt voor een volgende blogpost!

Drie-aktenstructuur: het einde

In de serie ‘Drie-aktenstructuur’ leer je ieder verhaalelement van het drieaktenstructuurschema beter te begrijpen. Waar in het schema staat een verhaalelement? Maar belangrijker nog: waarom is dit verhaalelement in het schema opgenomen en wat is de meerwaarde daarvan? Deze week: het einde.

3 aktenstructuur het einde

Waar staat dit verhaalelement?

Het einde is het echte einde van het verhaal. De aanloop daarvoor is al gegeven in de wrap-up, het vorige element. Daarom is het einde echt heel kort: het zijn de laatste zinnen van het verhaal. Doorgaans de laatste vijf tot echt de allerlaatste. Is je einde langer dan dat, dan ben je waarschijnlijk ongemerkt nog de warp-up aan het schrijven.  

Wat weet de lezer al op dit punt in het verhaal?

De lezer weet alles van het verhaal, want het is in de wrap-up eigenlijk al afgelopen. Het verhaal dat doorgaat na het dichtslaan van het boek, is ook al duidelijk. Het einde heeft dus inhoudelijk weinig meer met het verhaal te maken. Het is niet veel meer dan een laatste slotconclusie die je de lezer nog mee wil geven, niet zozeer iets wat de inhoud van het verhaal nog moet verdiepen.

Wat moet er in dit verhaalelement gebeuren of duidelijk worden?

In de wrap-up sluit je het verhaal met een bepaalde sfeer af. De eigenlijke laatste zinnen onderstrepen wat de wrap-up duidelijk moet maken. Als de wrap-up moet samenvatten waar het boek over gaat, dan moet het einde samenvatten waar de wrap-up over gaat. Stel dat je een romance schrijft. In de wrap-up schrijf je hoe het stel gelukkig is samen en uitkijkt naar de aankomende bruiloft. Het einde is dan de beschrijving hoe het stel elkaar innig zoent, om die liefde te onderschrijven.

Wat moet je weten over je verhaal als je dit verhaalelement gaat schrijven?

Je moet weten of je je verhaal een open einde wil geven of niet. Het einde is de uitgeschreven plaats om nog bepaalde vragen onbeantwoord te laten, open te laten voor een volgend deel in een langere serie, of toch echt duidelijk te maken.

  • ‘Laten we contact houden.’ Soms meen je dat, soms is het een beleefde manier om  te zeggen dat je genoeg gezien hebt van de ander. Het is dan aan de lezer en diens interpretatie van het boek om te bepalen wat er buiten het boek om nog gaat gebeuren.
  • Ik laat de moordenaar in de laatste regels ontsnappen. Mijn fans weten dat ik een serie schrijf. In het volgende boek gaan we verder en op alle details in.
  • Nee, dit stel eindigt niet met elkaar, daarom laat ik ze als vrienden de handen schudden en voorgoed afscheid nemen.

Wat moet je geheimhouden of niet doen in dit verhaalelement?

Kijk uit voor clichéachtige one-liners, zoals: “Ik ook van jou.” “Hij was nog nooit zo gelukkig geweest.” “En daarmee keerden ze de middelbare school voorgoed de rug toe.”
Bedenk dat het einde dan misschien geen complete alinea’s mag bedragen, je hebt wel een handvol zinnen tot je beschikking. Gebruik die dan ook voor een show, don’t tell voor wat je met een one-liner wil bereiken. Dan leest je einde alsnog als een echt slot, maar komt het al heel wat minder geforceerd over.

Dit artikel verscheen eerder op Schrijven Online.

Foto door Markus Spiske op Unsplash

Drie-aktenstructuur: de wrap-up

In de serie ‘Drie-aktenstructuur’ leer je ieder verhaalelement van het drieaktenstructuurschema beter te begrijpen. Waar in het schema staat een verhaalelement? Maar belangrijker nog: waarom is dit verhaalelement in het schema opgenomen en wat is de meerwaarde daarvan? Deze week de ´wrap-up´, waar je het echte slot in gaat zetten.

3 aktenstructuur de wrap-up

Waar staat dit verhaalelement?

Dit element staat vóór het einde. Zoals je volgende week zal lezen, is het einde letterlijk de laatste zinnen. De wrap-up vormen de pagina’s of alinea’s daarvoor. Met andere woorden: de wrap-up is de aanloop naar die allerlaatste laatste zin(nen) waar staat: en nu is het verhaal echt uit.

Wat weet de lezer al op dit punt in het verhaal?

Bij dit verhaalelement moet je bedenken wat de lezer niet weet. En dat is hoe het verhaal na de laatste bladzijde verdergaat. In zekere zin is een verhaal namelijk nooit echt afgelopen. Als een verhaal over de studieperiode op de universiteit eindigt, heeft je personage nog een heel leven voor zich. Als het geneest van een dodelijke ziekte, geldt dat nog sterker. En in dat leven gaat genoeg gebeuren.
Zelfs als je hoofdpersonage sterft, gaat het leven nog gewoon door. Als is het maar omdat je personage kinderen heeft, of andere medepersonages waarvan je je zou kunnen afvragen hoe het hen verder zal vergaan.  

Wat moet er in dit verhaalelement gebeuren of duidelijk worden?

Omdat je in theorie eindeloos over letterlijk alles en iedereen door kan blijven schrijven, moet je duidelijk hebben wat er interessant is en was voor je lezer om over te lezen en voor je personage om mee te maken. In de wrap-up geef je een kort en krachtige samenvatting hoe dat gevolg gaat of kan krijgen op het leven dat na het dichtslaan van het boek in die duizenden ‘onzichtbare bladzijden’ nog doorgaat. Kijk daarvoor nog eens goed naar je centraal conflict, clues en (overwonnen) obstakels. Hoe dragen deze elementen bij aan het nieuwe normaal wat buiten dit boek om zal gaan beginnen of doorgaan?

Wat moet je weten over je verhaal als je dit verhaalelement gaat schrijven?

‘Met welk gevoel moet je lezer het boek dichtslaan?’ Het antwoord op die vraag moet in de wrap-up worden uitgewerkt. Natuurlijk moet je gedurende het boek al meer momenten daarop inzetten om de wrap-up logisch te maken. Er kan geen ‘nog lang en gelukkig’ zijn als er überhaupt nooit een gelukkig moment in je verhaal voorkwam. Dit artikel helpt je verder op weg om de juiste afwegingen te maken. Onthoud: de wrap-up dient vooral als de laatste sfeermaker van je verhaal.

Wat moet je geheimhouden of niet doen in dit verhaalelement?

Ga in de wrap-up niet te lang of te letterlijk herhalen. Je lezer heeft net het hele boek gelezen en als die in de tussentijd nog niet is afgehaakt, betekent dat ook dat er leesplezier is geweest. En dus ook dat de belangrijkste dingen onthouden zijn. Je hoeft dat epische gevecht met de draak dus niet opnieuw uit de doeken te doen. Als je lezer het hele gevecht weer mee wil krijgen, bladert die wel eigenhandig terug naar hoofdstuk zeven. Beschrijf liever hoe er vrede in het land komt, nu het vrij is van het vuurspuwende gevaarte.

Dit artikel verscheen eerder op Schrijven Online.

Drie-aktenstructuur: het laatste obstakel

n de serie ‘Drie-aktenstructuur’ leer je ieder verhaalelement van het drieaktenstructuurschema beter te begrijpen. Waar in het schema staat een verhaalelement? Maar belangrijker nog: waarom is dit verhaalelement in het schema opgenomen en wat is de meerwaarde daarvan? Deze week: het obstakel in de afnemende actie.

Afbeelding

Drie aktenstructuur, het obstakel in de afnemende actie

Waar staat dit verhaalelement?

De climax van het verhaal is net geweest. Dat betekent dat het verhaal nu langzaam maar zeker wordt afgerond. Dat kan je ook zien in het schema: nu begint de ‘descending action’, de afnemende actie. Het vierde obstakel is daarvan de eerste stap.

Wat weet de lezer al op dit punt in het verhaal?

Nu de grote strijd van het verhaal in het vorige element is gestreden is, weet je lezer in zekere zin hoe het verhaal afloopt. De grote vraag op de achterflap (“Eindigen ze samen?” “Wordt de oorlog gewonnen?”) is beantwoord. In theorie kan je daarop met ja of nee antwoorden en daarmee je laatste woord schrijven. Maar dat voelt als een veel te plotseling einde, misschien zelfs als anticlimax. Dat komt omdat de lezer heeft geïnvesteerd in je personage. Stiekem maakt het die niet meer zoveel uit wat de uitkomst is van de ‘grote vraag’ van je boek. Wat je lezer wél uitmaakt, is hoe je personage zich daarbij voelt. Dat is nog onbekend zo vlak na de climax, dus dat moet je in dit verhaalelement gaan uitwerken.

Wat moet er in dit verhaalelement gebeuren of duidelijk worden?

Gebruik dit element om je personage op het verhaal terug te laten kijken.
Je personage heeft na de climax een strijd gestreden en daaruit komt een resultaat waardoor het leven nu nooit meer hetzelfde is, of waardoor je personage heel anders naar het leven kijkt. Door de climax, maar zeker ook door de obstakels die overwonnen zijn. Hier bedoel ik met obstakels zowel de eerdere verhaalelementen met die naam als het woord in de eigenlijke zin.
In dit verhaalelement kijkt je personage daar op terug. Hoewel dit verhaalelement obstakel heet, is het niet zozeer een echt obstakel als wel een moment waarop je personage op andere obstakels terugkijkt, nu alles achter de rug is.

Wat moet je weten over je verhaal als je dit verhaalelement gaat schrijven?

‘Waar ging het nou echt om?’ In het begin van het verhaal lijkt het duidelijk te zijn wat het doel is van je personage, maar vrijwel altijd is dat antwoord relatief oppervlakkig en is het werkelijke antwoord in wezen veel diepzinniger. Maar dat antwoord kom je pas te weten door de ervaring en kennis die zowel je personage als je lezer door het verhaal heen opdoen. In dit verhaalelement moet je weten waar het echt om ging in het verhaal. Dáár moet je je personage vervolgens op laten reflecteren. Enkele voorbeelden:

Afbeelding

Tabel

Wat moet je geheimhouden of niet doen in dit verhaalelement?

Het is relatief makkelijk om je personage overdreven wijs of sentimenteel te laten terugblikken op het verhaal, of dat terugblikken te letterlijk te nemen. Laat je personage niet letterlijk zeggen “Ik zie nu hoe…” of laat het – als het eindelijk een kind heeft- niet tegen het kleintje zeggen: “Wat ben ik toch blij met jou.” Let hier goed op je gebruik van show, don’t tell en probeer een scène of een setting te schrijven waarop je personage kan terugblikken terwijl het leven op de nieuwe, normale manier  doorgaat.

Dit artikel verscheen eerder op Schrijven Online.

Foto door Michael Rosner-Hyman op Unsplash.

Drie-aktenstructuur: de climax

n de serie ‘Drie-aktenstructuur’ leer je ieder verhaalelement van het drieaktenstructuurschema beter te begrijpen. Waar in het schema staat een verhaalelement? Maar belangrijker nog: waarom is dit verhaalelement in het schema opgenomen en wat is de meerwaarde daarvan? Deze week is het moment van de waarheid: de climax!

Drie aktenstructuur, de climax

Waar staat dit verhaalelement?

De aftrap voor derde akte was hiervóór met de derde clue gegeven en na de climax gaat de spanningsboog geleidelijk aan weer naar beneden. Je weet waarschijnlijk wel wat dat betekent: dit is het punt van actie. Niet zomaar actie, maar de actie waar je het hele verhaal al naartoe aan het werken bent.  

Wat weet de lezer al op dit punt in het verhaal?

In dit verhaalelement mag je de lezer verwennen. Die hoeft nu even geen verbanden te leggen met wat is, wat was of wat gaat gebeuren en waarom dingen zo gelopen zijn. Laat de lezer gewoon van de zich ontvouwende actie genieten. Zoals gezegd: dit is het punt van actie, actie, actie! In zekere zin moet je het ook niet gecompliceerder maken dan dat. Laat de actie zijn werk doen.

Wat moet er in dit verhaalelement gebeuren of duidelijk worden?

Dit is waar je hoofdpersonage al die tijd naartoe geleefd heeft. Dat is het uitgangspunt. Soms maakt dat de climax makkelijk om te schrijven: als je topsporter eindelijk op de Olympische Spelen staat, in welk verhaalelement van het drie-aktenstructuur zou de race om de gouden plak dan toch moeten komen…?
Maar soms loopt het leven van je personage niet zoals verwacht, of ontvouwt het zich anders dan je personage hoopte. Bedenk dan: vanaf hier gaat het leven van je personage onherroepelijk veranderen. Wat maakt dan dat onherroepelijke moment? Dat is de passende actie passend bij de climax. Dat klinkt nu misschien nog wat vaag, maar in de laatste verhaalelementen zal duidelijk worden dat na een climax het leven van je personage altijd en onherroepelijk verandert ten opzichte van het oude leven.

Wat moet je weten over je verhaal als je dit verhaalelement gaat schrijven?

Net als de lezer hoef jij als schrijver hier ook niet over talloze dingen je nek te breken of zaken onnodig ingewikkeld te maken. Schrijf gewoon met het idee dat de actie van de pagina’s af moet spatten. Bedenk echter wel wat voor actie passend is bij je verhaal. Knallende geweren zijn niet passend voor een verhaal over een zwangerschap. En in een verhaal over een veelbelovende loopbaan zal je niet over de uitkomst van de laatste blind date gaan schrijven.  
Als je twijfelt wat passende actie is, kan je verhaalthema een fijne houvast bieden. Om je op weg te helpen is hier nog een vraag die je jezelf kan stellen: is de nodige actie vooral fysiek, emotioneel of mentaal van aard?

Wat moet je geheimhouden of niet doen in dit verhaalelement?

Het klinkt misschien als een open deur, maar houd de afloop van het verhaal geheim. Let op: van het verhaal, niet van de climax. Uiteindelijk wint je generaal de veldslag of niet. En dat gebeurt allemaal in de climax. Daar valt dus niet veel te sjoemelen. Maar je kan wel op allerlei manieren gaan verklappen wat een bepaalde uitkomst van dit gevecht voor het verhaal heeft. “Als we winnen, zal ik dolgelukkig zijn, want dan kan ik mijn zoontje weer zien.” “Als we verliezen, dan betekent dat de ondergang van het koninkrijk.” Niet zo snel, enthousiaste schrijver, we hebben nog drie verhaalelementen te gaan. Die zijn er voor bedoeld om dit soort afrafelingen – of spoilers –  te voorkomen. Beperk je in de climax tot de actie en denk dus niet te ver vooruit.

Dit artikel verscheen eerder op Schrijven Online.

Foto door Caitlin Wynne op Unsplash.

Drie-aktenstructuur: de derde clue

In de serie ‘Drie-aktenstructuur’ leer je ieder verhaalelement van het drie-aktenstructuurschema beter te begrijpen. Waar in het schema staat een verhaalelement? Maar belangrijker nog: waarom is dit verhaalelement in het schema opgenomen en wat is de meerwaarde daarvan? Deze week de derde clue.

3 aktenstructuur de derde clue

Waar staat dit verhaalelement?

Dit verhaalelement komt na het moment dat je held in een crisis heeft gezeten. Nu moet er weer gewerkt worden. Zoals het een clue betaamt, wordt er weer een grote gebeurtenis in gang gezet. Deze keer leidt die naar de climax: het moment van de waarheid. Zorg er dus voor dat de gebeurtenis van de derde clue iets spannends is. Je held moet zich voorbereiden op het allerlaatste gevecht. Hoe kun je daarmee goed uitpakken?

Wat weet de lezer al op dit punt in het verhaal?

Je lezer weet dat je held er echt voor gaat. Als die na de crisis alsnog kan strijden, dan is je hoofdpersonage uit goed hout gesneden. Je hoeft nu niet meer te bewijzen dat je held heldhaftig is. Maar je mag de lezer zeker belonen voor het feit dat die de hoofdpersoon heeft leren kennen. Bedenk een gebeurtenis die het centraal conflict tot op dit punt samenvat.  
Begon je held als boerenzoon en is hij inmiddels uitgegroeid tot een groot krijger? Laat hem dan zijn medestrijders toespreken als ze een wapen in elkaar zetten, net voordat ze naar het slagveld vertrekken. Daarin zie je hoe je held is uitgegroeid tot de krijger die hij is. Daar plukt hij met zijn toespraak de vruchten van. En wordt de lezer eraan herinnerd wat aan de heldenreis vooraf is gegaan.

Wat moet er in dit verhaalelement gebeuren of duidelijk worden?

Je verhaal is inmiddels al een tijdje aan de gang. En nu de crisis is geweest, voelt de lezer ergens intuïtief aan dat het verhaal richting het einde gaat. Het is ook het begin van de laatste akte.
Maak dat ook duidelijk: het is het begin van het einde, de dood of de gladiolen komt er in de climax aan. Wat staat er op het spel als die climax straks start? Bedenk hierbij dat je held is gegroeid en dus waarschijnlijk net iets andere of verfijndere doelen heeft dan in het begin, of gewoon heel anders kijkt naar het proces. Vergelijk het met een zwangere vrouw. Als ze nog helemaal niet zwanger is geweest, kan ze zich van alles voorstellen bij het zwanger zijn, maar echte ervaring daarin heeft ze niet.
Na negen maanden zijn daar dan de weeën (lees: dat is een derde clue). De vrouw weet nog niet hoe het persen (climax) gaat zijn, maar ze heeft al wel een hele zwangerschap achter de rug. Ongetwijfeld denkt ze anders over de aanloop naar de bevalling dan in het begin. Al is het maar omdat ze naar een bevallingscursus heeft gedaan en naar zwangerschapsgym is geweest.

Wat moet je weten over je verhaal als je dit verhaalelement gaat schrijven?

Kijk nog eens goed naar je eerste en tweede clue. Door het groeiproces van de held is de derde clue wezenlijk anders dan de eerste twee. Wees er zeker van dat je de derde clue niet zomaar ‘kopieert en plakt’ van de eerste twee. Je held heeft ontwikkeling doorgemaakt en die moet je goed begrijpen om de derde clue tot zijn recht te laten komen.

Wat moet je geheimhouden of niet doen in dit verhaalelement?

Onthoud dat dit verhaalelement nog altijd een clue is. Alles gaat nu richting de climax en wordt daarop voorbereid. De lezer kan de climax bijna ruiken. Maar dit is niet de climax zelf. Ga hier niet al volop in de actie, die komt later. Je mag hier alleen de actie voorbereiden. Een clue is een verhaalelement waarbij duidelijk blijkt dat er een keerpunt is in het verhaal, weet je nog? Het is een keerpunt, geen actiepunt.

Dit artikel verscheen eerder op Schrijven Online.

Foto door Hanna Morris op Unsplash