Zo kan je infodumps makkelijker schrappen: de praktijk

Een infodump ontstaat als je informatie wil delen voor een bepaalde context, maar daarin uiteindelijk doorslaat. De kunst is om te weten waar die scheidingslijn zit tussen nodige en overbodige informatie. Daarvoor moet je het doel van de scène kennen, in kunnen schatten waar de interesse van je lezer op dat moment ligt en of en hoe eventuele andere zaken tussen de regels door (al) iets duidelijk maken.

De laagjes van een infodump

Een infodump bestaat als het ware uit een stel laagjes informatie. De eerste informatie is belangrijk voor beeldvorming, maar hoe meer laagjes je tegenkomt, hoe groter de kans is dat je in details verzandt. Er is geen vuistregel voor een cijfer dat aangeeft wanneer iets van informatie naar een dump overgaat. Uitzondering daarop zijn opsommingen met bijvoeglijke naamwoorden: houd idealiter twee, maximaal drie stukjes informatie aan in een lopende tekst: De jonge, blonde, slanke, vrouw. Rijk, lomp, wat er dan nog meer achter mag komen, moet je dan maar voor een volgende beschrijving bewaren.

Vertel eens wat je de lezer wil laten beleven…

Wat je bij de laagjes van een infodump moet bedenken is wat je ermee wil vertellen, in plaats van wat je wil laten zien of bewijzen. Daarbij moet je het grote plaatje van je verhaal in het achterhoofd kunnen houden Kijk eens naar de tabel:

Bewijs/ laat zien dat…ResultaatVertel eens…Resultaat
Dit een mooie man isHij had vrolijke ogen, een zelfverzekerde uitstraling een goede bouw en gespierde armenWaarom je personage deze man mooi vindt (schoonheid is subjectief!)Zijn vrolijke ogen leken op die van zijn opa en die spieren… Kreeg Arnoud maar zo’n resultaat van al die uren in de sportschool!
Dit huis oud isDe planken kraakten als je erover liep, de ramen waren kapot, en het behang was gescheurdWaarom je personage in dit oude huis moet zijnDie krakende vloer en al die spinnenwebben…Valerie zou blij zijn als ze de mysterieuze brief had gevonden
Een douche verkwikkend isJe huid is zacht, je ruikt fris, en je bent weer alertwaarom je personage zich zo vies voelt of extra fris wil zijn en de douche daardoor een uitgesproken verkwikkend moment wordt, in plaats van een routineHeerlijk, die zachte huid na wat luxe douchegel. Erika was benieuwd of Freddy de geur ervan lekker zou vinden en of hij zou merken hoe zacht haar huid was als hij die zou aanraken
deze oorlog gruwelijk isEr waren duizenden doden, overal was paniek en geweld was aan de orde van de daghoe de gruwelen van deze oorlog je personage persoonlijk rakenAlex voelde zijn maaginhoud naar boven komen na het zien van de stapel lijken. Toen hij dichtbij een geweerschot hoorde, maakte hij zich uit de voeten.

Merk op dat je een aantal schrijftechnieken in de ‘vertelkolom’ kan terugvinden, zoals show don’t tell en sfeeromschrijvingen. Maar het kan je ook iets vertellen over dingen die je in de personagebiografie hebt staan, zoals de doelen of angsten van je personage. Arnoud is misschien bang om slap te zijn, of anders heeft hij gewoon als doel om spieren te kweken en als vrolijke ogen hem aan opa doen denken, is zijn grootvader waarschijnlijk belangrijk voor hem. Andere keren worden dingen uit het plot duidelijk: Valerie heeft een mysterie op te lossen en Erika is verliefd en/of verheugd zich op een romantische dag. Met dit uitgangspunt schrijf je meer over een belevenis dan over feiten, en dat leest altijd prettiger.

Vergis je niet: je hoeft niet alle ‘droge informatie’ meteen in een show don’t tell te gieten of weg te laten. Stukjes informatie zijn ook gewoon nodig om een snel beeld van de situatie te schetsen. Zie je dat die er nog steeds staan bij de resultaten van de vertelkolom? Maar als je gaat nadenken waarom je informatie überhaupt opschrijft is het makkelijker te herkennen wanneer je van info naar dump gaat.

‘Dump’ voorkomen

Vul de bovenstaande tabel zelf eens in voor je scène of je zin. Stel jezelf daarbij de volgende vragen:

* Waarover moet deze informatie vooral iets zeggen: het plot, het personage, de omgeving, de omstandigheden…?
Probeer de informatie uit de categorieën die niet gelden in deze zin of scène te verwijderen of te verminderen.
* Wat weet de lezer al? Lees: heb je al vaker genoemd dat deze held mager is? Of misschien is je informatie gewoon algemene kennis: ‘de hoofdstad Amsterdam’. Tenzij echt benadrukt moet worden dat Amsterdam de hoofdstad van Nederland is, mag ‘hoofdstad’ weg.
* Moet de lezer dit per se weten? Is het essentieel dat de lezer weet dat je held zwarte haren heeft, of mag de haarkleur aan de verbeelding van de lezer worden overgelaten? Is het niet belangrijk, schrap het dan, of zorg ervoor dat je de informatie zoveel mogelijk spreidt. Is het wel belangrijk, bedenk dan:
– Moet de lezer dit ook (allemaal) nú weten? (Lees: in deze zin?) Zo ja, zet die informatie dan vooraan in je opsomming. Zo niet, spreid de informatie dan in je tekst of zet de informatie verder achteraan.
– Hoeveel context is er nog nodig of heb je al gegeven?
* Wat is belangrijk vanuit de beleving van je personage op dit moment? Je lezer kijkt door de ogen van je personage naar de wereld in het boek. Als het personage dan iets niet (meer) registreert, of opmerkt, hoeft de lezer dat meestal ook niet te weten. Als ik jou vraag om je bank te beschrijven, doe je dat waarschijnlijk ook met twee of drie bijvoeglijke naamwoorden. Personages zijn geen magische wezens wiens zintuigen zes keer meer registeren dan die van echte mensen. Dus ook daarom hoef je een bank niet met zeven kenmerken te omschrijven. Zie het zo:


Infodump op papier voor de lezer is hetzelfde als zintuigelijke overprikkeling in het hoofd van een personage

Zo zou je een heel eind moeten komen met het herkennen en zelfstandig schrappen van infodumps. Succes!

Foto door Clarissa Watson verkregen via Unsplash.

Plaats een reactie