Schrijven over een ochtendroutine is een van de ergste dingen die je kan doen aan het begin van een boek. Maar waarom is dat en wanneer vormt dat de uitzondering op de regel? In deze blogpost gaan we daar naar kijken.
Een ochtendroutine is stilstand
Een ochtendroutine beschrijven is een van de meest gangbare en makkelijke manieren om de introductie van een boek meteen te verknallen. Dat komt omdat het verhaal zeker in de eerste pagina’s een verandering moet beloven. Een verandering is namelijk iets waar steeds iets nieuws over te zeggen valt. Per definitie blijft het niet hetzelfde. En een verhaal is dat in zekere zin ook niet. Als je schrijft over een romantisch stelletje en je zegt: ‘Ze zijn verliefd’ is dat een feit, geen verhaal. Het is een vaststaand iets waar geen beweging in zit. Het verhaal zou zijn: ze leerden elkaar op een vakantie kennen en ze werden verliefd toen ze voor het eerst samen naar de zonsopgang keken.” Dat is misschien nog geen spectaculair verhaal, maar er zit beweging in. En dat is belangrijk om te onthouden:
Bedenk dat je aan het begin van het verhaal eerder beweging moet laten zien, dan dat je iets moet introduceren.
In een ochtendroutine mist die beweging. Je beweegt je misschien van je bed naar de badkamer naar de keuken. Maar in de narratieve betekenis is dat stilstand, omdat er niets verandert.
Zo breng je de ochtendroutine in beweging
De ochtendroutine kan interessant worden als je hem in beweging brengt. Daarvoor moet je kort(!) de illusie van een doodnormale ochtend geven. Maar om die omschakeling effectief te maken, moet je net iets anders doen dan je zou verwachten.
Als je een ochtendroutine schrijft die mis gaat omdat die statisch en saai is, zie je daarin vaak dat er dingen worden beschreven waarvan je zou denken: dit leert ons iets over het personage. Bijvoorbeeld: je personage kijkt in de spiegel en ziet een man van middelbare leeftijd die niet tevreden is met zijn alledaagse uiterlijk. Daarna trekt hij zijn vaste outfit aan: een geblokt overhemd. De conclusie die je daarmee hoopt duidelijk te maken aan de lezer: deze man is alledaags en saai.
Als je de ochtendroutine op zijn kop wil zetten, kan je de dag zelf zoals ieder ander beginnen, maar dan focus je je heel kort op de eigenlijke acties van die routines. Acties die iedereen doet, en die niets over het personage zelf zeggen. Laat je held dus douchen en aankleden, zonder dat daar een moment van kijken in de spiegel bij komt kijken, waarbij je lezer iets over je personage kan ‘leren’. Je held stapt gewoon onder de douche vandaan, waarna er plotseling dat ene allesomvattende telefoontje komt. Wees hierbij gewaarschuwd dat dit trucje clichégevoelig is. Maar de regel dat er beweging in een ochtendroutine móet komen om ook maar een kans te kunnen maken om interessant te lijken, is in dit voorbeeld goed zichtbaar. Je kan deze truc minder vatbaar voor een cliché uitwerking maken door in medias res te gebruiken.
Een ochtendroutine is geen kennismaking
Nog een reden dat een ochtendroutine zo slecht werkt, is omdat het geen kennismaking is. In de vorige paragrafen kon je lezen dat je niet zozeer op een introductie moet mikken als je begint met het schrijven van een verhaal. Dat komt omdat je ook daarmee weinig tot niets belangrijks te weten komt over de wereld van je personage of het personage zelf. Denk maar aan het woord introductie, of het zinnetje “introduceer jezelf eens.” Dan wordt er vaak iets gezegd wat erg oppervlakkig is en wat je personage gemeen kan hebben met duizenden andere mensen/ personages:
“Hoi, mijn naam is Personage, ik ben 36 jaar oud, ben gelukkig getrouwd, heb twee kinderen en ik werk als leerkracht.”
Natuurlijk komen al deze zaken in meer of mindere vorm terug in het boek. Er zullen dialogen met de kinderen en wederhelft komen, en ook zal er iets naar voren komen van het leven op school. Misschien speelt er zelfs een groot deel van het plot zich daar af. Maar deze zaken op zich zeggen niets. Je maakt geen kennis met de wereld waarin zich dat allemaal af gaat spelen. Een kennismaking kan de vorm van een show don’t tell aannemen. Laat bijvoorbeeld in een korte scène zien hoe deze leerkracht totaal geen orde kan houden in de klas en daardoor helemaal geen plezier in het werk heeft. Dan maak je echt kennis met de held, de wereld en misschien ook al het verhaalthema:
Dit gaat over een onzeker persoon in het onderwijs, waar ontevredenheid met het leven centraal staat. Dat belooft wat, want als er onvrede in het spel is, zal je personage er alles aan doen om de situatie te veranderen. Hé kijk, verandering, geen stilstaand gegeven, een aanstaand verhaal!
Als je een (ochtend)routine beschrijft, schrijf dus wat daarin verandert ten opzichte van al die andere gewone dagen. En zorg dat die verandering een kennismaking is van iets dat later in het verhaal belangrijk blijkt te zijn. Later kan hiermee betekenen: veel later, zoals bij een puzzelstukje voor een plottwist, of als aanloop naar het verlaten van een comfortzone, vrij vooraan in het verhaal.
Maar eerlijk is eerlijk: het feit blijft dat je het schrijven van een ochtendroutine beter kan vermijden. Het laat een slechte eerste indruk achter. Vergelijk het met het echte leven en dan spreekt het voor zich waarom het niet interessant is. De een drinkt in de ochtend thee, de andere koffie, maar de reden dat we het er zelden tot nooit over hebben is omdat het gewoon een vreselijk saai gespreksonderwerp is. Er gebeurt niets wereldschokkends, je doet het zonder al te veel nadenken… Een heel goede schrijver is misschien in staat om het meest eenvoudige gegeven interessant op te schrijven, maar dan nog zijn er zijn er altijd zaken die je gewoon maar beter kan schrappen. En misschien is het beschrijven van een ochtendroutine daar wel het allerbeste voorbeeld van.
Foto doorJulian Hochgesang verkregen via Unsplash.










