Schrijfoefening: test de stabiliteit van je plot

Een verhaal blijft spannend als er altijd iets op het spel staat. Dat kan iets heftigs zijn, zoals het leven van je held. Maar ook iets relatief kleins, zoals iets waar je personage zich op verheugt wat misschien niet doorgaat. Zo is je plot het liefst altijd met allerlei belangen gevuld. Maar de kans bestaat dat je omwille van een spanningsboog te veel van dit soort spannende dingen in je verhaal verwerkt. In deze schrijfoefening gaan we kijken of een bijzondere gebeurtenis inderdaad een plot kan dragen zoals je hoopt, of dat het eigenlijk gewoon onnodig gebruik van papier is.

Hoe kan een spanningsboog het plot vertragen?

Als je personage iets moet leren of de wereld waarin die leeft op zijn kop komt te staan, levert dat spanning op. Het is het bescheiden begin van een pageturnereffect. Ook kunnen het zaadjes zijn om een latere plottwist mee te maken. Een héél goede schrijver – iemand die wereldwijde gerenommeerde prijzen wint- doet dat relatief makkelijk op een manier waarbij al deze factoren min of meer hand in hand gaan. Ben je echter een beginnend of gemiddeld getalenteerde schrijver, dan is de kans groot dat je in je enthousiasme allerlei subplots of conflicten gaat bedenken die misschien wel aansluiten bij het thema en de heldenreis van je personage, maar het plot vertragen. Om dat te voorkomen kijk je nog eens goed naar de beats in je plot.

De functie van beats in een plot

Beats zijn de afzonderlijke punten in de drieaktenstructuur: de momenten die je kan gebruiken om te controleren waar je plot of je verhaal nu voornamelijk de focus op moet leggen. Moet er nu een conflict komen, of juist een moment van relatieve rust? Hoewel er vaak meer scènes zijn dan beats, is het voor nu wel handig om ze als losse scènes te behandelen. Een goede scène kan een miniverhaal op zichzelf zijn. Zo kan je voor deze oefening een beat ook zien om erachter te komen wanneer een spannend element eerder kwaad dan goed doet. Een aantal voorbeelden:

* In het eerste obstakel komt je personage erachter wat het kan en wat nog niet
* In de crisis moet de held erkennen dat zijn manier van handelen niet ideaal is geweest

Uiteraard kan je deze algemene benoemingen vertalen naar je unieke verhaal door er invulling aan te geven:
* In het eerste obstakel komt de arrogante bolleboos uit VWO 6 erachter dat het op de universiteit aanpoten is en dat hij niet zo alwetend is als hij eerst dacht.
* Bolleboos ontdekt in de crisis dat hij kennis als competitie heeft beschouwd en daarmee vijanden heeft gemaakt die met een betere of andere aanpak vrienden hadden kunnen zijn. Nu heeft Bolleboos helemaal geen vrienden.

Wat moet een beat vertellen?

Als het de bedoeling is dat Bolleboos tijdens het eerste obstakel achter zijn beperkingen komt, kan je dat gegeven verder aankleden door een klasgenoot – nog van de middelbare school of een medestudent van de universiteit- soortgelijke karaktertrekken of overtuigingen te geven. Dat kan diepgang geven en een zaadje zijn voor een later subplot. Je gaat echter de mist in als je omwille van die latere plotelementen of invulling van de spanningsboog de aandacht ook, zo niet voornamelijk vestigt op dingen als:
* Ik wil met Klasgenoot laten zien hoe arrogantie zich ook op een andere manier kan uiten, als aanvulling van die van Bolleboos.
* Bolleboos probeert in het eerste obstakel Klasgenoot af te troeven. Hij moet in plaats daarvan voornamelijk bang zijn voor zijn eigen ‘onkunde’.

Afdwalen in een spanningsboog voorkomen

Dit kan je doen om te voorkomen dat je te ver afdwaalt van datgene wat de aandacht hoort te krijgen.
* Controleer of je niet een ander verhaal schrijft dan je denkt.
* Schrijf al je plotlijnen op en rangschik ze naar relevantie. Je hoofdplot moet in zekere mate altijd in je verhaal zichtbaar zijn als de spreekwoordelijke rode draad.
* Ga na of je subplot niet ‘onzichtbaar diepgaand’ is.

Een onzichtbaar diepgaand subplot

Je verhaal als geheel en daarmee ook je subplots hebben een thema. Een van de manieren om die wat meer kleur en vorm te geven is door symboliek te gebruiken. Dan kan het gebeuren dat je symboliek in een poging tot meer diepgang een duidelijke verwijzing verliest.
Stel dat je schrijft over een slechterik die je als de spreekwoordelijke bloedzuiger weg wil zetten. Dan kan je hem fan maken van de legende van Dracula. Maar dat ligt er wel erg dik bovenop. Dus ga je verder denken. Dracula woont in Transsylvanië, in Roemenië. Dus wordt de slechterik een Roemeen die met zijn connecties in de onderwereld onschuldige burgers van hun geld berooft. O ja, en hij heeft natuurlijk als dekmantel een eigen slagerij, om bloed en slachting nog te symboliseren. Goed opgelost, toch? Wel in een verhaal dat al gaat over de onderwereld, of in een horrorverhaal waar alles en iedereen afgeslacht wordt. Niet als die eerdere bloedzuiger de vervelende oom is die elk kerstdiner zit te pochen over zijn succesvolle bedrijf waar hij schathemeltjerijk van is geworden, maar wel door zijn werknemers uit te buiten. Dan kan Oom toch beter fan zijn van Bram Stoker…
Dit voorbeeld is extreem, maar het laat wel zien dat als je een rijke fantasie en de wil om diepgaand te schrijven hebt, je nog niet eens zo heel veel sprongetjes nodig hebt om van goedgevonden diepe symboliek naar een warboel van onbegrijpelijke ideeën en verwijzingen te gaan. Heb je zo’n rijke fantasie? Je kan die in de hand houden door:

* een bewuste keuze te maken tussen symboliek en plot. Het is het een, of het ander…
* een proeflezer uit je doelgroep te vragen of die jouw gedachtengang bij kan houden.
* te controleren of eventuele persoonlijke symboliek al een voldoende basis heeft in je verhaal.

Als je al deze punten nagaat, heb je na wat oefenen en controleren een verhaal dat diepgaand en toch recht voor zijn raap blijft in het plotverloop. Iedere scène voegt iets toe en blijft spannend. Zei daar iemand pageturner? 🙂

Photo door charlesdeluvio verkregen via Unsplash.

Het inciting incident als kern voor je hele verhaal

Een goede start van je boek is essentieel om je lezer voor je te winnen en ook te houden. Vooral dat laatste is belangrijk. En het inciting incident kan daarin een grotere rol spelen dan je misschien denkt. Na een goede start van het verhaal kan je daarmee een basis leggen die het hele verhaal verder kan worden uitgewerkt en relevant blijft.

Wat zit er in een goede start van een verhaal?

Een goede introductie van een verhaal laat duidelijk merken wat de regels fictieve wereld zijn en schets een duidelijk beeld van je hoofdpersonage. Vooral in het begin is het belangrijk dat datgene wat je schrijft niet alleen een situatie schetst, maar ook later in het verhaal een gevolg kan hebben. Schrijf niet over een ochtendroutine of een dialoog over het weer, maar over hoe Bob boos is op de secretaresse omdat een bepaalde taak nog niet af is. Dat laat zien dat hij ongeduldig is en anderen makkelijk de schuld geeft. De casus Bob is hier uitgebreid terug te lezen, daar gaan we in deze post verder mee.

Nu gaat het echt beginnen: het inciting incident

In het allereerste begin heb je eigenlijk de lezer alleen maar kennis van een aantal zaken gegeven. Bob heeft een kantoorbaan, is snibbig en gevoelig voor status. Het inciting inncident is het punt waarop je echt aan het verhaal gaat beginnen. Het is het deel in het verhaal waar je held uit de comfortzone moet stappen, of die dat nu wil of niet. Er moet dus iets gebeuren wat de normale gang van zaken op zijn kop zet. Dat kun je interessant maken door middels een show don’t tell iets te laten gebeuren wat een personage tegenstaat. Het liefst maak je ook nog duidelijk waarom, want dan heb je de formule van een pageturner te pakken.

Bob krijgt te horen dat een promotie aan zijn neus voorbij gaat. Frans is de gelukkige. Bob kan dit niet uitstaan en geeft Sonja de secretaresse de schuld: als zij de laatste week sneller had gewerkt, had hij die aantekeningen beter door kunnen kijken en zich beter kunnen voorbereiden op die belangrijke opdracht.

Dat is het ‘wat’ waarmee het inciting incident én het verhaal verder gaan. Bob en zijn temperament kennende, gaat dit een hoop lawaai geven. En is dat niet zo, dan moet je dat ernaar maken. Wat je in het allereerste begin van het verhaal gegeven en aanloop van het verhaal aan de lezer schept bepaalde verwachtingen, waar je niet omheen kunt. Het is als Chekhov’s gun, maar dan voor je hele plot in plaats van voor een detail. Want waarom zou je een geweer in beeld brengen als in het hele verdere verhaal geen geweergeweld of jagers voorkomen?

Waarom is dit een verhaal waard?

Nu je het ‘wat’ hebt duidelijk hebt gemaakt, moet je het waarom nog meenemen. Het antwoord daarop heeft twee ‘lagen’ De eerste is de wat meer oppervlakkige vraag: ‘waarom reageert Bob zo woedend op dit nieuws?’ Op deze vraag heeft de lezer al een gedeeltelijk antwoord: je hebt eerder al een karakterschets van hem gegeven. Maar karakter is méér dan alleen een keer ergens op reageren, daar kan je veel meer mee. Iemand die vaak uit zijn slof schiet, kan nog heel wat vaker in benaderde situaties komen. Welke situaties dat dan (gaan) weet de lezer niet, en dat houd de nieuwsgierigheid naar het verdere verhaalverloop levend.

De meer diepgaande waaromvraag is: ‘Waarom belooft wat er in deze scènes gebeurt een compleet en interessant verhaal te worden en te blijven?’ We weten dat snibbige Bob een promotie heeft misgelopen, dat is op zichzelf nog steeds niet meer dan een gegeven, nog geen verhaal. Daarom moet je ervoor zorgen dat de wereld van Bob op zijn kop komt te staan en de lezer weet of aanvoelt dat je hier nog heel veel aan het zaaien bent en gaat in deze scènes. Doe dat dan ook en zorg voor zoveel mogelijk zaadjes. Je kan het karakter van Bob natuurlijk ook nog meer gaan verkennen met de lezer. Dus hij is snibbig en gevoelig voor status? Misschien is hij wel doodsbang om ergens mee door de mand te vallen. Zo heeft hij Sonja ooit zwijggeld toegestopt toen zij zag dat hij een geheimhoudingsverklaring had geschonden. Dat maakt hem als vanzelf alerter (op wat Sonja zegt en doet.) Maar ja, als hij snel uit zijn slof schiet…

Zo kan je kennismaking met je personage combineren met plotpunten en zo de wat- en waaromvraag combineren. Schrijf bijvoorbeeld een paar regels over hoe Bob wel erg achterdochtig naar Sonja kijkt op het moment dat hij haar een brief ziet lezen die Bob om wat voor reden dan ook verdacht of onbekend voorkomt.
Vergeet ook niet dat Sonja met dat zwijggeld een bepaalde machtspositie over Bob heeft. Als ze tenminste daar het karakter voor heeft. Misschien is ze juist veel te bang om haar mond nog tegen Bob open te trekken. Op deze manier kan je in het inciting indicent heel veel zaaien. Bijna alles tot alles wat vroeg of laat een grotere rol krijgt in het verhaal, kan hier zijn zaadje krijgen. Het is handig om eens goed te kijken hoe je de puzzelstukjes al vast kan plaatsen. In je plottwist, of gewoon in je verhaallijn met de bijbehorende subplots.

Het inciting incident, met de belofte van een comfortzone die verlaten wordt, is meer dan welk punt dan ook in het verhaal het punt dat veelbelovend is. Natuurlijk zijn er ook de clues, maar dan weet de lezer min of meer al wat er komen gaat. In dat opzicht is het inciting indicent dat heerlijke punt van avontuur: riemen vast, maar waarvoor… Daar moet de lezer nog heel eventjes op wachten. Maar als je het goed doet, klikt de lezer de riem vast met plezier, spanning en een glimlach op het gezicht.

Wil je een kennismaking met een boek goed laten verlopen, geef dan je inciting incident de nodige aandacht.

Photo by Kiana Bosman on Unsplash

Met deze aanloop blijft je hele verhaal stevig: introductie

Een verhaal heeft een introductie. Als die wankel is, is de rest van je verhaal dat ook. Tijd om daar eens goed naar te kijken, dus. Deze week beginnen we met de allereerste introductie van je boek en je held.

Hoe verloopt de introductie van een goed boek?

In de eerste fases van een boek heb je een aantal belangrijke dingen te doen. Je moet duidelijk maken wie de held is en waarom die de held is. Wie de held is, wordt helemaal aan het begin duidelijk. Is het een kantoormedewerker of een president? Een tovenaar of een medicijnman? Je vertelt daarbij ook wat deze held onderscheidt van alle andere kantoormedewerkers of tovenaars. Je laat zien hoe diens individuele wereld eruit ziet: je stelt de comfortzone vast. Dat doe je door te introduceren hoe het alledaagse leven van de held eruit ziet. Dat lijkt makkelijk, maar is een van de dingen die het vaakst misgaan. Introduceren is namelijk iets heel anders dan dat laten zien…

Infodump als snelle, vervelende start

‘Bob was een gewone kantoormedewerker en liefhebbende vader die verder niemand lastig viel. En toch stond daar plotseling een man voor zijn deur die een pistool op hem richtte en zijn kinderen ontvoerde.’
Dit klinkt erg spannend, maar in de praktijk is dit een grote valkuil bij beginnende schrijvers, omdat de uitwerking ervan makkelijk misloopt. De eerste pagina’s staan vol van Bobs o-zo-gewone uiterlijk, baan en leventje, vaak middels een infodump als: ‘Bob stond op en keek ontevreden naar zijn bruine piekhaar in de spiegel, voor hij onder de douche stapte en bedroefd naar zijn kippenborst keek. Zijn vrouw Margje en hij hadden de vorige avond naar een actiefilm gekeken. Margje had gezwijmeld bij de sixpack van de held. En dan was er Bob, met zijn Toyota Aygo voor de deur, naast hun keurig onderhouden tuintje.’ De volgende zaterdagavond staat er dan plotseling iemand met een pistool aan de voordeur.
Zie je hoe hier duidelijk sprake is van expositie? Zodra die zichtbaar wordt, gaat er iets mis. Je kan dit voorkomen door een snuffelstage te lopen bij je personage.

Snuffelstage lopen bij je personage

Bij een snuffelstage loop je maar een beetje achter de stagebegeleider aan. ‘Kijk en leer’ is daarbij het uitgangspunt. Daarom zal je begeleider niet al te veel moeite doen om de werkzaamheden stil te leggen om uit te leggen waar hij mee bezig is.
Tijdens een snuffelstage noteer je niet de details, maar bekijk je vanaf een afstandje wat het grote geheel is van het werk dat Bob doet of het leven dat hij heeft. Wat wil je over drie maanden nog weten van je stage(begeleider?) Welke auto hij rijdt of met wie Bob sprak over de invoer van het nieuwe administratiesysteem, waar jij later vast ook mee gaat werken? En was het interessantste koffieautomatengesprek dat waarin het weer werd besproken of waarin het duidelijk werd wat de de hiërarchie was binnen het bedrijf?
Schrijf bijvoorbeeld op hoe Bob tegen zijn baas praat, en hoe zijn baas terugpraat. Dan weet je ook hoe je later al dan niet in dit werkveld het kan maken om de baas een vriendschappelijke klap op de schouder te geven.
En de knappe secretaresse, wat is haar rol? Blijkt zij later de vrouw van de ontvoerder, laat haar dan een praatje maken met Bob, waarin duidelijk wordt dat er iets niet helemaal lekker zit. Of laat de onschuldige vrouw toevallig iets zeggen over belangrijke papieren, waarna Bob haar afwimpelt in een moment van stress. Kortom: ga zaaien. En als zij niets met het plot te maken heeft, laat haar dan weg. Dus ook als Bob haar aantrekkelijk vindt, maar daar verder niets mee doet.
Als Bob naar huis gaat, geldt hetzelfde uitgangspunt. Leg niet uit wat er speelt, maar kijk vanaf een afstandje mee. En noteer wat er belangrijk is, ook drie maanden na afloop van je stage, als de clues aan de beurt zijn.

De aantekeningen delen met de lezer: kijken van een afstand

Je snuffelstage is voorbij: op naar de tekentafel. ‘Bob kan snibbig zijn tegen zijn collega’s’. ‘Het administratiesysteem heeft kuren gehad.’ ‘Bob wil hogerop komen en kijkt met afgunst naar de dure auto van zijn baas.’ Hoe maak je die losse aantekeningen duidelijk voor je lezer?
Als je vanaf een afstandje kijkt, ga je dus niet in op de details, of expliciete uitleg geven. Net als bij een studie kan je de details van iets belangrijks later terugvinden in je studieboeken. Als je het grote geheel maar begrijpt.
Schrijf dus niet:
“Ik ga vandaag niet naast Bob zitten in de kantine,’ fluisterde Gerard tegen Frans. “Het administratiesysteem crashte, waardoor hij nog snibbiger is dan anders. Bovendien heeft hij een overleg met Baas. Hij zal wel willen hielenlikken.”
Maar liever iets als:
Bob liep statig de kantine in, ging naast Baas zitten en rechtte zijn rug. Hij keurde zijn collega’s Frans en Gerard geen blik waardig. Toen zij hem groetten, trok hij een geïrriteerde wenkbrauw op.
“Is het probleem met het administratiesysteem al opgelost?” vroeg Baas aan Bob.
Bob kreeg een kleur: “B-bijna, ik heb Sonja gevraagd ernaar te kijken.”
Verdomme, dacht hij. Als ze het straks nog niet opgelost heeft…

Een onderliggende boodschap recyclebaar maken

Leg niet de details, maar juist de onderliggende boodschap onder het vergrootglas. Dan worden er een aantal dingen duidelijk(er):
* Bob raakt snel geïrriteerd
* Bob is gevoelig voor status
Dat is voor het verhaalthema en het algemene plot tien keer belangrijker dan wat Frans en Gerard tegen elkaar zeggen. Deze twee observaties kan je namelijk ‘recyclen’: op talloze andere manieren kan je laten terugkomen dat Bob snel geïrriteerd raakt. Collega’s die niet met je willen eten in de kantine, is niet voor herhaling vatbaar, als je het verhaal interessant wil houden.

Als je zo met een verhaal begint, kan een inciting incident, vlak na de start van je verhaal het al helemaal op zijn kop zetten! Daarover volgende week meer.

Schrijfoefening: dat doe je toch gewoon (niet)?

Er zijn dingen waarvan we het er allemaal over eens zijn dat die veel voeten in de aarde hebben of aan de extreme kant zijn. Naar de andere kant van de wereld vliegen voor een bruiloft, veel geld lenen aan een vriend… Zo’n situatie uit zich vaak in een van twee uiterste overtuigingen. ‘Geen denken aan!’ of juist: ‘Dat doe ik zonder erbij na te denken!’ Dat contrast vormt een goede schrijfoefening om je personage beter te leren kennen en je verhaal beter vorm te geven. Zo zal je ontdekken dat er achter een enkele acties soms complete drijfveren, subplots, verhaalthema’s en karaktertrekken te vinden zijn. En je zal zien: met een beetje morrelen aan de elementen die meespelen zou je personage zomaar eens van ‘Ammenooitniet!’ naar ‘Al is het het laatste wat ik doe’ kunnen gaan. Met deze schrijfoefening kan je veel ontdekken over je held en je verhaal.

Wat is belangrijk voor je?

Er zijn van die dingen die sommige mensen absoluut niet doen, maar waar anderen juist alles voor over hebben. Honderden euro’s voor een concertkaartje betalen bijvoorbeeld. Als superfan van de artiest die maar eens per drie jaar naar Nederland komt, doe je dat, natúúrlijk! De sporter reageert: “wie gaat er nou in hemelsnaam honderden euro’s neertellen voor een concert? Weet je wel dat je daar een jaarabonnement voor de sportschool kan betalen?”
Waarop de concertganger dan zegt: “Honderden euro’s voor de sportschool? Een blokje om wandelen is gratis, dan heb je je beweging ook gehad…” Het is maar net waar je waarde aan hecht.

Het wordt iets anders als je naar voorbeelden kijkt die niet zozeer met een afgebakende voorkeur of hobby te maken hebben. Bijvoorbeeld: zou jij naar de andere kant van de wereld vliegen, voor anderhalve week om zo een keer met je goede vriend die daar woont uit te kunnen gaan eten?
“Ben je gek of zo? Nee!” versus: “Dat zou ik absoluut doen! Ik waardeer onze vriendschap enorm, ik word horendol van steeds dat scherm tussen ons in tijdens het videobellen. En als ik op bezoek ga, plak ik er een korte vakantie aan vast. Kan ik meteen een nieuwe stad ontdekken. Kort maar superkrachtig.”

De reiziger die de vriend wel op zou zoeken ziet waar die het voor doet en hoe die denkt er méér uit te halen dan in het eerste, eigenlijke doel. Het is interessant om te kijken wat je personage zou doen, als die ‘extremere acties’ aan bod komen. Die staan namelijk nooit op zichzelf: er is altijd wel een subplot, thema, karaktertrek of zelfs een misschien zelfs een achterliggende angst te bespeuren. Anders is er ook voor deze held te ‘weinig’ uit te halen.

Waarom zou je het niet doen?

Vergeet ook niet als je zo’n extreem scenario bedenkt waarom je personage iets niet zou doen. Je kan aan simpele dingen denken als: heeft het geld niet voor zo’n stunt, of vliegangst. Sorry, vriend in Verweggistan… Maar je kan ook bedenken wat er zou moeten of kunnen veranderen om je personage over de streep te trekken. Is het een nee als het Vera betreft, maar een ja als het om Sasha gaat, bijvoorbeeld? Schrijf dat op: dat is op zichzelf al waardevolle informatie. In de rest van de post gaan we echter uit van een personage dat wel bereid is tot een extremere ‘Dat doe ik zonder aarzeling’ actie. We houden het voorbeeld aan van het bezoek aan de verre vriend.

Wie zijn hier de spelers?

Als je wil kijken waarom je personage door iets wordt aangezet, kijk dan eerst eens wie de spelers zijn. In dit geval je held en de vriend. Schrijf afzonderlijk op wat zij doen of betekenen in je verhaal. Mix and match naar hartenlust! Bijvoorbeeld:

HeldVriend
leeft uit een koffer en is sowieso altijd op pad heeft net diens wederhelft verloren
is eenzaamwoont in de droombestemming van Held
staat bij Vriend in het krijtkan een (vrijwel) gratis vliegticket voor Held ritselen

Wat zijn andere factoren?

Kijk daarna/ook eens naar de factoren die er meespelen om dit extreme voorval (relatief) normaal te laten lijken. Dat vertaalt zich vaak naar iets dat je breed of concreet kan vertalen naar een groter element van je verhaal.

Dit speelt er (nog meer) dat uit zich inen dat vertaalt zich naar
Held wil het leven van Vriend reddengaat naar het ziekenhuis in thuisstad van Vriend om als nierdonor op te tredenverhaalthema: ziekte en gezondheid/ onvoorwaardelijke vriendschap
Held is op de vlucht en veilig bij Vriend: emotioneel gezien en vanwege de afstand met Achtervolgereen hoofdstuk over vluchten en plannen maken voor de nabije toekomsteen (sub)plot waarin Achtervolger Held en Vriend de stuipen op het lijf jaagt
Held is depressief en wanhopig op zoek naar troost en een fysieke knuffel van de anders altijd ‘digitale vriend’. Vriend biedt een luisterend oorverdere blootlegging van de personagebiografie van Held: wat schuilt er achter die depressie?
Onuitgesproken romantische gevoelens tussen Held en Vriendhet dilemma tussen die twee: zal ik het zeggen, of niet? Ik wil onze vriendschap niet riskeren, maar ik ben wel verliefdhet vinden van de juiste puzzelstukjes om de spanningsboog in balans te houden, of om er een plottwist van te kunnen maken

Extra prompts

Wil je nog wat meer oefenen met dit idee? Hier zijn wat meer prompts. Waarom zou je…

  • Twee jaar een studie volgen naast een fulltime baan?
  • Een uur per dag toewijden aan het leren van een nieuwe vaardigheid die je niet meteen zal kunnen gebruiken?
  • Al je verjaardagsgeld weggeven (als vervolgvraag: aan wie of wat?)
  • Veel geld uitgeven aan iets dat status uit moet stralen?
  • De spreekwoordelijke dag plukken en helemaal uit je dak gaan als een relatief rustig leven je er langer van laat genieten (of andersom: waarom een lang willen leven als dat betekent dat het relatief saai zou zijn?) Kijk eens welke van de twee overtuigingen het beste bij je held past en waarom: een leuk onderzoekje naar de personagebiografie!

Foto door Kamil Pietrzak verkregen via Unsplash.

De persona van je personage: de praktijk

Als je personage een masker heeft dat het hele verhaal mee moet gaan, moet je goed kijken naar de invulling van de drie-aktenstructuur en hoe vlot je held de heldenreis kan voltooien. In hoeverre bepaalt een persona de het tempo waarin je held zich door het verhaal beweegt?

De reis van twee helden?

In de inleiding op deze post kon je al lezen dat een personage met een persona bijna twee verschillende levens lijkt te leiden. Als je de heldenreis dan uit wil werken, is de vraag: in hoeverre moet je het leven van de persona, dat masker uitwerken? Wordt je verhaal een verslag van een façade met twee verhaallijnen, waarin elk hoofdstuk de naam van ofwel je personage ofwel van het persona krijgt? Hou je het masker als geheim achter voor de lezer, of verklap je dat juist meteen, zodat de lezer weet wat er voor je personage op het spel staat?
Dat zijn allemaal mogelijkheden en creatieve keuzes waar jouw voorkeur bepalend is.

Let op: het uitgangspunt blijft dat je over één held schrijft en dat die ook centraal blijft staan. Je schrijft dus altijd met Cythia uit de inleiding als leidraad voor de basis. Niet over Cynthia en Cindy als afzonderlijke personen: dat zijn ze immers niet. Daar wordt je verhaalstructuur alleen maar rommelig van. Maar nog steeds is Cindy onlosmakelijk verbonden met Cynthia: dat vormt het centrale conflict, of op zijn minst een zeer belangrijk subplot. Waar en hoe geef je dat dan vorm?

Geef voorrang aan het masker

Als je personage een zeer hardnekkige persona heeft, moet je ongeacht je creatieve keuze in ieder geval het masker zelf introduceren en daar de nodige aandacht aan te besteden. Uiteindelijk bestaat de heldenreis in dit geval voornamelijk uit het principe van afpellen, dus dan moet de lezer wel weten wat er voor het personage af te pellen valt.
Neem dus de tijd om dat masker te introduceren en doe het ook goed.
In termen van de drie-aktenstructuur: als het proces van afpellen het verlaten van de comfortzone is, dan moet je daarvóór het personage al heel goed hebben uitgewerkt.

Maar dan is daar het probleem dat de comfortzone stap twee van de vijftien is. Je krijgt een enorm dikke pil als je eerst uitgebreid op je personage in moet gaan zoals het zich voordoet met het masker op en je daarna pas obstakels en clues mag introduceren… In dit verhaal is de drie-aktenstructuur dus niet zo strak als gewoonlijk. Of liever: het heeft een heel apart tempo en zelf ook meerdere laagjes.

Het eerste, langzame laagje

Als eerst werk je het masker zelf uit. Schrijf dus over hoe ‘Cindy’ zichtbaar is: wat doet Cynthia om zich uit de vuurlinie te houden? Welke vrienden verzamelt ze om zich heen? Wat zegt ze? En wat vreest ze dat ontdekt wordt?
Neem dat als apart drie-aktenstructuurschema mee en neem daar relatief alle tijd van de wereld voor. Laat in die periode zien hoe Cynthia zegt dat ze van haar lang zal ze leven niet in een hostel zou willen overnachten. Beneden haar stand, natuurlijk. In een stapelbed slapen met vreemden in dezelfde zaal? Nee! Terwijl ze dat eigenlijk dolgraag wil: wat een avontuur! Het is belangrijk om dat wel degelijk tussen de regels door te laten blijken, anders maak je van Cynthia en Cindy twee personen, in plaats van een vrouw met een masker op.
Werk op deze manier een complete, maar compacte structuur uit. Laat de clues terugkomen, zorg voor obstakels, de crisis.. Maar werk het dus zodanig kort en klein uit dat de situatie als geheel dan wel ongemakkelijk mag zijn, hij is voor Cynthia nog wel in stand te houden. Denk bijvoorbeeld aan een mogelijkheid voor Cynthia om te gaan backpacken. Diep in haar hart schreeuwt ze van ja, maar het nee zeggen is alsnog relatief makkelijk: dat is nu eenmaal de gang van zaken en ze gaat er niet dood van als die trip niet doorgaat. Zo je wil: dat masker draagt ze al zo lang dat op die manier liegen niet moeilijk meer is.

De razendsnelle hoofdlaag

Maar er komt een moment dat het masker definitief van het gezicht van je personage valt en het geen mogelijkheid heeft om zich nog te verstoppen. Het nieuwe begin, tijd voor een nieuw drie-aktenschema.
Op dit moment valt de grond onder de voeten van je personage vandaan. Vergelijkbaar met het moment waarop je personage de grootste leugen eindelijk onder ogen ziet. Dan is de situatie voor je personage even niet meer te overzien, omdat die zo overweldigend is. Vertaald naar de aktenstructuur betekent dat zoiets als: nog voor je personage weet waar en hoe het zo ooit heeft kunnen beginnen, krijgt het meerdere obstakels te verduren en valt het alweer als het nog maar half lijkt te zijn opgestaan. Dit gaat in vergelijking met het eerste laagje dus razendsnel.

Waak ervoor dat alles duidelijk blijft: houd de structuur wel (enigszins) aan. In de acending action mag het ene obstakel wel vliegensvlug op het andere volgen, maar zorg wel dat ze niet door elkaar heen gaan lopen. Ook hier: zorg ervoor dat het geheel geen rommeltje wordt. Verwar snelheid ook zeker niet met een klein(er) woordenaantal. Denk eerder iets als: waar het tempo in het eerste laagje relatief voortkabbelde, moet ik nu een pageturner schrijven, waar de wet van actie-reactie de hoogste stand bereikt.
In dit gedeelte verdwijnt Cindy volledig uit beeld. Dat zou ergens een opluchting moeten zijn voor Cynthia, maar dat betekent waarschijnlijk ook dat ze vrienden gaat verliezen, misschien wel noodgedwongen en halsoverkop een nieuw huis moet zoeken (op een krappe huizenmarkt), haar baan kwijtraakt… dus er zijn genoeg obstakels, cues en dieptepunten te bedenken.

Maar als de climax van deze structuur dan is geweest, geef de lezer (en Cynthia) dan genoeg tijd om uit te drijven in de descending action. Zo kunnen zowel de lezer als Cynthia aan het einde opgelucht ademhalen dat aan het einde van de strijd er een ton aan gewicht van de schouders afvalt.

Foto door Julio Rionaldo verkregen via Unsplash

Zo kan je gaten in het plot van je boek voorkomen

Je hebt een prachtig verhaal geschreven en nu ligt het in de winkel. Dan hoor je ineens van een lezer: er zitten gaten in je plot. Ai… Waar moet je rekening mee houden om dat te voorkomen?

Chronologisch schrijven

Als je de grote lijnen van een boek hebt uitgedacht, is de kans erg groot dat je niet begint hij hoofdstuk 1 en zo chronologisch doorschrijft tot aan het einde van je verhaal. Het is als goede voornemens voor nieuwjaar. Meestal hou je het wel vol tot ergens in januari, misschien zelfs juni, maar helemaal tot aan december, dat komt zelden voor.
Het goede nieuws is dat je dit ‘goede voornemen’ niet zo streng hoeft aan te houden als je schrijft. Sterker nog, het werkt doorgaans zelfs beter als je schrijft waar op dat moment inspiratie voor hebt. Anders duurt het zes maanden voor je hoofdstuk 2 hebt geschreven, terwijl je in de tussentijd misschien hoofdstuk 1,4, 8 en 12 had kunnen schrijven. Het nadeel van schrijven waar je inspiratie voor hebt, is dat je kan vergeten wat een lezer of een personage op dat moment al weet.
Je schrijft over een reis naar Frankrijk. In elk hoofdstuk legt je personage vijftig kilometer af. Als hij start in Amsterdam, is het vreemd als hij in hoofdstuk 2 al Frans begint te spreken. Hij is nog niet in Frankrijk en ook nog niet in het Franstalige deel van België. Maar als je een deel van hoofdstuk 10 hebt geschreven, zit je met je hoofd misschien nog halverwege een Franse vertaling. Dan volgt je lezer (of je personage) het verhaal niet meer, omdat je op de feiten vooruit loopt. Of iets klopt gewoon niet: iemand wordt opgesloten en even later loopt hij zonder sleutel diezelfde deur uit.

Hou goed in de gaten waar op de weg je bent in de reis van je verhaal

Meestal ontstaan dit soort fouten omdat je je verhaal al in zijn geheel voor je ziet, weet wat er gaat komen en je daar als het ware zin in hebt. Je verheugt je op die ene onthulling waarin het plot echt op gang gaat komen. Op die ene date waar het stelletje na jaren eindelijk de liefde aan elkaar verklaart. Bijna alsof je de lezer bent die een pageturner aan het lezen is. En dan kan je enthousiasme het nogal eens overnemen. Je kan een aantal dingen doen om dit te voorkomen:
* Proeflezers inschakelen. Meestal zien zij zulke fouten meteen, omdat ze het verhaal niet helemaal kennen. Een redacteur doet dit ook en geeft meteen feedback op de inhoud;
* Je eigen tekst teruglezen. Dit is echter riskant: op een bepaald moment ontwikkel je een blinde vlek voor je eigen tekst;
* Een tijdlijn maken. Je kan meerdere tijdlijnen maken. Een korte voor een enkel hoofdstuk en/of een grotere voor je hele verhaal. Kijk waar je zelf bang bent een mogelijk steekje te laten vallen.

Rode haring

De rode haring is een term voor een schrijftechniek die wordt gebruikt om de lezer af te leiden. Al het bewijs wijst erop dat Gijs de moordenaar is, en de lezer gelooft dat zo’n beetje voor driekwart van het verhaal. Dan blijkt John op het eind van verhaal de moordenaar te zijn. Gijs is dan de rode haring. Een rode haring is moeilijk om te schrijven, omdat je veel uit moet werken en goed moet weten wat je lezer wanneer te weten krijgt, of wat niet. Er is zoveel om rekening mee te houden dat je makkelijk de fout in kan gaan. Gijs mag dan de rode haring zijn, uiteindelijk moet wel te herleiden zijn dat John inderdaad de moordenaar is.
Als je een rode haring wil schrijven is het verstandig om veel, zo niet alles uit te schrijven wat Gijs verdacht moet maken, waar John mee wegkomt en later op gepakt kan worden en welke raakvlakken deze personages al dan niet hebben. Een hint meer of minder kan het verschil maken tussen een logische onthulling of een einde dat niet samenhangend is. Dat is fijn voor de lezer, maar ook voor jou als schrijver, omdat je niet eindeloos moet herschrijven. Misschien kan Chekhov’s gun je hierbij helpen.

Expres gaten in het plot laten

Soms kun je expres gaten in het plot laten, zodat je de karaktertrekken van een personage goed naar voren kan laten komen. Dit past meestal het best bij de archetypen relschoppers, nar en held. Zij zoeken naar gaten in de wet zodat ze kunnen doen wat ze willen. Soms zijn deze regels (of gaten in het plot) een kwestie van een beetje knutselen met taal, zelf je grapjas aandoen of creatief met bestaande regels omgaan. Meestal is dit helemaal in het straatje van de nar:
* mag ik geen oliebol opeten van mama? Dan neem ik er gewoon drie hapjes van. Hé, ik heb niet de hele oliebol opgegeten….
* mag ik niet op het gras lopen? Prima, dan stuiter ik er met mijn skippybal overheen.
* is de karaokebar plotseling gesloten als ik daar met mijn vriendengroep aankom? Dan gaan we terug naar de auto op de parkeerplaats, gooien we de volumeknop van de radio open en houden we een karaokeavond in de auto.

Ik ga spelen met het plot. Doe je mee? Afbeelding: lobbes.nl

Andere keren zijn gaten in het plot essentieel voor het verhaalverloop om de held heldhaftig te laten lijken.
De held moet onmiddellijk van A naar B omdat een bom dreigt te ontploffen. De hele stad ziet echter zwart van de auto’s… Dan is het erg handig als je held een step heeft om toch nog wat sneller dan met de benenwagen op zijn bestemming aan te komen. Er is waarschijnlijk geen verkeersregel die je verbiedt om binnen een bebouwde kom met een step tussen een verkeersopstopping door te racen… Het is meestal niet de bedoeling dat een stad ontploft omdat de held niet op tijd bij die bom kan komen. Bedenk wel dat je op moet passen voor Deus ex machina bij dit soort gaten in het plot.