Zo blijft het plot spannend: wat staat er op het spel?

Een plot in een verhaal moet altijd vaart houden, zoveel is iedere bij schrijver bekend. Een van de manieren, zeker bij spannende verhalen, is om ervoor te zorgen dat er iets op het spel staat.

Hoe blijft een plot lopen?

Om bij het begin te beginnen: een plot loopt en blijft lopen doordat er steeds iets blijft lopen. Er is altijd iets aan de gang, waarover de lezer meer wil weten dus door blijft lezen. Dat kan je bereiken door de actie-reactieregel, of door wat en waarom-vraag te stellen. Als er iets aan de hand is en de personages daarop reageren, heb je in ieder geval steeds iets nieuws of spannends te vertellen. Dit kan je versterken door het vanuit het perspectief van het personage te bekijken. Hoe moet dit voor het personage voelen? Wat heeft het personage hier te halen?

Als het erop aankomt…

Je personages zijn degene die het plot beleven, dus ook degene die de acties in gang zetten. Zelfs als een externe factor de oorzaak is van een gebeurtenis, zijn de personages het die ‘besluiten’ wat er vervolgens met het grote geheel gebeurt. Als het regent, worden de personages nat. Het weer kunnen ze niet sturen, maar op ze vervolgens een paraplu gebruiken, dat is aan hen. En dat kan dan bepalen of ze later in het plot kouvatten of niet.

Om het plot vlot te houden, kan je kijken naar de personagebiografie. Zoek dan vooral naar zaken die je kan rangschikken. Het zinnetje “als het erop aankomt, dan…[ verkies ik dit boven dat]” kan je daarbij helpen:

* Als het erop aankomt, verkies ik vrienden boven familie
* Als het erop aankomt, verkies ik de sportschool boven een avondje op de bank
* Als het erop aankomt, verkies ik veiligheid voor zekerheid.

enzovoorts.

Als je ervoor wil zorgen dat je plot altijd iets interessants heeft, kan je een situatie in je verhaal verwerken dat je personage dwingt deze vraag te stelllen.

Wat staat er op het spel in het plot?

Jezelf een held noemen in een boek is makkelijk, maar die titel moet je wel verdienen door in actie te komen. En het plot moet weer iets aan het personage geven om in actie te kúnnen komen. Voor het de vraag is of je je paraplu opsteekt, moet er wel sprake zijn van regen. Dit vormt een mooi samenspel: het personage moet handelen, wil er überhaupt een plot ontstaan en dat plot moet zaken aan het personage voorleggen zodat het kan blijven handelen.
Maar het wordt pas echt interessant als er ook iets voor het personage op het spel staat. Dat is het moment waarop het plot aan het personage lijkt te vragen: nu komt het erop aan, dus wat ga je doen? Je hebt iets te halen, te winnen of verliezen, afhankelijk van de keuze die je maakt.

Als je die vraag centraal stelt, heeft een plot altijd een fatsoenlijke drijfveer en voorkom je ermee dat het altijd maar voortsleept. ‘Wat staat er op het spel?’ is zeker in thrillers en horror een belangrijk en ook vanzelfsprekend als voorwaarde voor spaninng, maar je kan het ook veel kleinschaliger bekijken:

Een kleuter krijgt de keuze: buiten spelen of binnen blijven voor een snoepje? Buiten speelt een vriendje, binnen wacht wat lekkers. Als het kind binnenblijft, kan het zijn dat het vriendje later niet meer met het kind wil spelen. Dat zal misschien niet het hele plot ondersteboven keren, maar als er inderdaad voor het snoepje wordt gekozen, kan het plot wel een andere kant opgaan.

Persoonlijke keuze bepaalt het plot

Hoewel de gevolgen van zo’n persoonlijke keuze niet altijd wereldschokkend zullen zijn, is het wel belangrijk dat het personage die gevolgen ondervindt als gevolg van die keuze. Dat geeft het personage een reden om niet vanaf de zijlijn toe te kijken en het plot wordt er spannend door, omdat het de indruk wekt dat wat je personage kiest, het verhaal ook stuurt: de persoonlijke keuze bepaalt. Hiermee wordt je held vanzelf ook unieker: zet een ander personage in dezelfde situatie en het verhaal loopt misschien wel anders.

Maak de inzet groot of aanwezig

Als er iets op het spel staat, kan dat het plot gaande houden. Maar je kan het ook bloedstollend spannend maken door het al dan niet handelen van je held een leven af te laten hangen. Daarbij geldt dat hoe meer er van de keuze afhangt, hoe spannender het is. Zeker in een losse scène kan dat de nodige vruchten afwerpen. Denk dan aan het moment dat de vijand al het mes op de keel van de geliefde heeft staan.

Soms is een inzet niet meteen duidelijk, of direct aanwezig. In het hier en nu is er niets aan de hand. Dat is voor even niet erg: soms is het ook tijd voor een sfeeromschrijving. Maar als je merkt dat het plot stokt, kijk dan eens hoe lang het geleden was dat er sprake was van een duidelijke inzet. De kans is groot dat je plot is ingezakt omdat er te lang geen sprake is geweest van een duidelijke inzet.
Loop je daarop vast, kijk dan eens op je een tussentijdse kleine inzet toe kan voegen. Of laat je prersonges anders bewust zijn van dat er in het ‘daar en straks’ iets gebeurt dat zaaien en oogsten vergt. Met andere woorden: het is tijd om nu in actie te komen om later de gewenste uitkomst te kunnen behalen. Als je nu niet begint studeren, vergeet het dan maar om straks nog cum laude te kunnen afstuderen.

In een verhaal is er altijd wel iets te winnen of te verliezen voor je held, al is het maar op de langere duur, of op kleine schaal. Speel daar zoveel mogelijk op in en laat daarin het karakter van je personages waar je kan een rol spelen. Dan zal je lezer zich alijd af blijven vragen wat het plot of je held gaat doen. Weer een reden om de volgende bladzijde om te slaan!

Foto door Riho Kroll verkregen via Unsplash.

Hoe schrijf je een nuttige Mac Guffin?

Ieder plot heeft een beat, een moment nodig waarop het een andere weg inslaat, er een hint wordt ontdekt of waar er belangrijke informatie wordt meegedeeld. Het is niet ongewoon om dat te verpakken in een Mac Guffin: een voorwerp dat al die benodigde informatie heeft en waar je personages uitgesproken naar op zoek gaan. Dat kan verschrikkelijk saai zijn: omdat je een simpel gegeven te lang rekt of omdat je alleen daar de focus op houdt. Maar er zijn manieren om een relatief simpele zoektocht als podium te gebruiken voor een verdieping van je personages of je verhaalthema.

Wat is een Mac Guffin en waarom is die zo link?

Als je hem als zodanig herkent, is de Mac Guffin zo cliché als wat. Het is de schatkaart naar de heilige graal, het superdrankje om het monster te verslaan… Dat voorwerp dat gezócht moet worden, omdat anders alles (het Grote Plan, de Saamhorigheid van de Groep) aan diggelen valt. Dat voorwerp, of die kennis van die ene tovenaar, dat iets wat lijkt te schreeuwen: “een verhaal bestaat uit drie akten, geen twee. Dus moet er iets tussendoor komen om de spanningsboog te behouden of zelfs te maken. Een andere reden is er eigenlijk niet.”
En ondertussen kletsen de personages tijdens hun queeste maar door en door over hoe legendarisch dat voorwerp of die persoon is die hen verder op weg gaan helpen.
Je ziet het misschien al: het risico van een Mac Guffin is dat je verhaal helemaal niet meer gaat om de heilige graal en de dromen van je held om het eeuwige leven, macht, liefde of… te vinden en wat die zoektocht met de heldenreis doet. Het gaat dan alleen nog maar om het statische gegeven van een voorwerp vinden. Dan heb je geen verhaal meer, maar een gegeven en heeft de lezer niet veel meer te lezen…

Op zoek naar de Mac Guffin

Net als bijna alles in creatief schrijven is ook de Mac Guffin van zichzelf niet meteen een slecht idee, maar gaat het erom hoe je die inzet, net zoals bij iedere andere trope of schrijftechniek. Maar denk er ook eens aan om de Mac Guffin niet alleen dat doel, maar ook een middel te maken en je komt er al een heel stuk verder mee. Bijvoorbeeld:

Je groep personages is op zoek naar een kist magische munten: dat is hun einddoel. Niet alleen maakt deze schat je rijk, maar je wordt er ook nog eens geliefd van. Bij degene waar je een heimelijk oogje op hebt. Of door je baas: waar die eerst niet eens leek te zien dat je voor zijn bedrijf werkte, ben je na het vinden van deze schat een collega die waardering, promotie en meer zeggenschap krijgt: je wordt meer geliefd binnen het bedrijf. Kortom: je wordt geliefd(er) op een manier die het meest aansluit bij jouw willen en nodig hebben.

Hiermee heb je al een iets vlotte invulling van de Mac Guffin. In plaats van dat iedereen in de groep ‘gewoon’ rijk wil worden, kan je de afzonderlijke karakters van de personages makkelijker in de schijnwerpers zetten door ze elk met een andere motivatie op pad te sturen. Dat voorkomt dat de groep de zoveelste wordt die een queeste te voltooien heeft. Zo lees je niet zes keer over mensen die rijk willen worden, maar zowel over iemand die zichzelf onaantrekkelijk vindt op romantisch gebied, en een ander laat een gebrek aan zelfvertrouwen binnen het eigen kunnen zien. Daarmee krijgt je verhaalthema al wat meer vorm.

De spoorloze Mac Guffin

Als je hele verhaal om een groot deel ervan gebaseerd is op een zoektocht naar iets specifieks, schrijf dan ook eens een scène in je opschrijfboekje waar de personages erachter komen dat dit voorwerp (misschien) niet vindbaar is. En nu? Dat is een vraag voor je personages, maar zeker ook voor jou als schrijver. Want wat gebeurt er nu met:
– De motivatie van je personages om verder te gaan? Proberen ze andere methoden te bedenken om het einddoel te bedenken of draaien ze om? Het antwoord leert je veel over hen en ook wat je nog aan plotwendingen kan inzetten.
– Het plot? Komen je personages erachter dat ze eigenlijk iets anders na (zouden) moeten jagen dan de schat? Gaan ze dat ook doen? Zo ja, hoe dan? Heb je met die nieuwe methode misschien nu hoofdstukken ervóór die niet meer belangrijk zijn voor het grote geheel? Zo nee: wat doen ze dan? Je kan niet zomaar een verhaal plotsklaps eindigen. Kijk nog eens goed naar je algemene plot of denk anders heel goed na over een logische wrap-up.

De waardeloze Mac Guffin

Stel dat je groep helden naar een sleutel zoeken voor op de schatkist en dan een sleutel vinden die niet past. Da’s flink balen. En nu? Tja, nu niks. Maar nu we er toch zijn: dit is een goed moment om te kijken naar hoe en waarom de personages naar elkaar toe zijn gegroeid. Pas wel op: dit kan je te letterlijk doen:
“Goh, Frodo, nu we zoveel hebben meegemaakt, kan ik wel zeggen dat ik jou best een goede hobbit vind..”
Probeer in plaats daarvan – bijvoorbeeld- een show don’t speak in de tekst te schrijven.
Als je groep avonturiers verder willen zoeken naar een andere of de goede sleutel, let er dan wel op dat je dat volgens een goede opbouw doet: bedenk een reden, of een goede nieuwe tactiek voor de groep om verder te zoeken. Anders val je snel in de herhaling.

Kortom: een Mac Guffin wordt vaak gezien als een informatie die je personages moeten vinden om verder te gaan met het verhaal. Als je een beetje creatief hiermee bent, kan je in de zoektocht daarnaartoe ook informatie voor je lézer meegeven. Een interessant middel, niet alleen voor dat ene einddoel, maar ook om je verhaal wat meer persoonlijkheid en kleur te geven.

Foto door Immo Wegmann verkregen via Unsplash.



In dialoog met je personage: voice dialogue

Voice dialogue is het principe dat iedereen innerlijke stemmen heeft met een bepaald karakter. Spreek je jezelf streng toe? Dan is dat de stem van Politieagent. Heb je een stem die zegt dat je goed bezig bent? Dan is dat de stem van Lieve Juf. Gebruik dit principe om de heldenreis goed af te stemmen en levendig te maken.

Wie staat er aan het roer in je hoofd?

De innerlijke stem die zegt dat je geweldig, een watje, of te perfectionistisch bent. Of die zegt dat je je klein moet houden, wat meer op je grote mond moet letten… Je gedachten schieten soms alle kanten op. Het kan helpen om die gedachten te groeperen en daar personages van te maken. Dat is het globale idee van Voice dialogue. Zo kan je makkelijker naar een/ je groeiproces kijken. Merk je dat de strenge stem die je Politieagent hebt genoemd wel erg vaak aan het woord is? Besluit dan dat Lieve Juf Politie van de preekstoel haalt. Dan hoor je weer even een aanmoedigend woord van jezelf.

Voice Dialoguepersonages maken

Kijk eens of je al voice dialoguepersonages hebt. Die vind je in gedachten als:
* Ik zeg vaak tegen mezelf dat…
* Inwendig heb ik vaak gedachten die vinden dat ik ….. ben/moet zijn
* Soms kom ik over als een … Dat is op momenten wanneer ik…

Gedachteovertuiging/ innerlijke stem mogelijke naam voice dialoguepersonage
Ik ben lui….. dus ik moet meer sportenTrainer Loopband
Ik doe mijn best…… en dat is goed genoeg Coach Pieter
Ik ben af en toe wel erg filosofisch…… dan ik lijk wel dertig jaar ouder Oma Sofie
Ik ben niet goed genoeg…en hoor daarom nergens echt bij Siem

Merk op aan de namen van deze personages dat je daarmee iedere kant op kan. Je kan je een bijna cartooneske naam geven, de naam associëren met die van iemand anders, woordspelingen gebruiken of ‘gewoon’ een naam verzinnen. Alles mag als het voor jouw beleving klopt.

Het is handig om dit principe eerst bij jezelf uit te proberen om iets bekender te raken met het idee. Je kan het oppervlakkig houden, maar je kan ook diep psychologisch graven. Ook hierbij geldt: kijk wat je lukt, wat voor je werkt en wat nog houdbaar is. Probeer het dan uit voor je personages.

Aandeelhoudersvergadering

Als je de voice dialoguepersonages voor je held hebt bedacht, kan je een aandeelhoudersvergadering gaan houden met hen. Niet in de economische zin, maar iets letterlijker: wie van deze personages heeft het grootste aandeel in het leven/ hoofd van je held? Iemand die erg onzeker is, zal vaker bezoek krijgen van Trainer Loopband en Siem. Waarschijnlijk zijn die vooral aanwezig in het begin: onzekerheid is in boeken vaak een mooi thema om in te kunnen groeien, om als comfortzone te verlaten. Je zou dan kunnen zeggen dat het personage als doel kan hebben om Coach Pieter de overhand te laten krijgen. Maar als dat het gewenste resultaat is, wie kan daar dan bij helpen? Oma Sofie? Misschien: filosofisch zijn kan zorgen voor een goede introspectie. Maar als je personage zich daardoor oud en versleten voelt, kan Siem met haar in discussie gaan. Dan heeft hij misschien daarin te veel de overhand. Mis je misschien nog een personage? Wat dacht je van Stan? Hij twijfelt continu. Niet zozeer aan zichzelf, maar wat de beste oplossing of manier van handelen, of überhaupt waar is. Hij kan dus vertegenwoordigen hoe je held zot wordt van dat continue heen en weer van Coach Pieter naar Trainer Loopband.

Hoe vind je de voice dialoguepersonages?

Als je in de fase bent beland dat je personage al levensecht is geworden voor je geestesoog, dan kan je je personage vragen wie er allemaal in het hoofd aan het kletsen is. Ben je nog niet zover, lees de personagebiografie dan nog eens door. Tussen de regels door kan je waarschijnlijk wel wat personages vinden.

Is je personage onzeker, kritisch en gevoelig voor groepsdruk? Dan is de kans groot dat Scarlett regelmatig opduikt en je heldin vertelt dat ze toch echt meer aandacht aan haar uiterlijk moet besteden, voordat ze als enige in haar klas vol zestienjarigen straks geen vriendje heeft die haar mee naar het schoolfeest vraagt.

Heb je al bedacht dat het je personage wraak gaat nemen? Dat is nogal heftig. Ergens zit daar waarschijnlijk een niet genezen psychologische wond. Wat is dat? Verdriet, woede, schaamte? Je kan dit onzichtbare, weggestopte deel van je ook een naam (Onno) geven. Dat kan helpen om dit belangrijke deel niet vergeten mee te nemen. Als je in je opschrijft in je opschrijfboekje ‘Onno moet nog een keer in een scène voorkomen’ is dat concreter en makkelijker uit te werken en onthoud je dat beter dan ‘Ooit moet Geert nog eens zijn verleden onder ogen zien.’

Balans in voice dialogue, balans in je plot

Als je de aandeelhoudersvergadering hebt, kan het handig zijn om te noteren hoe vaak ieder voice dialoguepersonage grofweg aan het woord komt, of waarvan je denkt die vaak in het verhaal terug moet komen. Turven kan hierbij erg overzichtelijk zijn. Zo voorkom je dat je alsnog met je plot afdwaalt, of van het hoofdplot een subplot maakt, of andersom.
Als je personage ernaartoe moet groeien dat coach Pieter het meest aan het woord is, dan zullen Siem en trainer Loopband het vaak met elkaar eens zijn. Toch maakt het voor het centraal conflict veel uit wie van de twee het is. Als je personage vooral van de bank af komen, heb je meer scènes nodig waarin Trainer Loopband aan het roer staat. Siem kan namelijk ook een veel breder of zelfs een ander verhaal met zich meebrengen, zoals onzekerheid over het sociale voorkomen. Verdeel op die manier de rollen en het aandeel van de voice dialoguepersonages over je plot en dan krijgt dat een stevige basis. Hoewel deze interne personages niet zichtbaar aan het woord hoeven te komen, kunnen ze je achter de schermen enorm helpen om je held levendiger te laten lezen.

Zo koppel je in een verhaal: eerst samen, dan alleen

Een stelletje in een verhaal: het is lastig om een boek zónder te vinden. Volgens een ongeschreven regel lijkt er altijd wel iemand verliefd te moeten worden. Dat uitgangspunt kan een verhaal ontzettend schaden, omdat het vaak zo geforceerd gaat. Maar hoe koppel je dan op een manier die wel prettig leest?

Schrijver als geforceerde Cupido

Romanceverhalen zijn ontzettend populair: het genre beslaat een groot deel van de fictiemarkt. Maar je hoeft niet eens een zwijmelverhaal te schrijven om personages te ‘moeten’ koppelen. Worden ze achtervolgd door een T-rex? Dan kunnen ze elkaar tussendoor nog wel even diep in de ogen kijken. Einde van de wereld? Ach, gun ze dan nog een laatste pleziertje. Oorlog op komst? De soldaat heeft nog wel een liefje nodig om naar te schrijven voor hij zijn leven op het spel zet en de lezer de granaten in het rond ziet vliegen.
Als een liefdesrelatie je enige manier is om de sfeer te verlichten, de inzet te verhogen of empathie te kweken bij de lezer dan gaat het mis. Die doorziet al snel dat je het dáár om doet en ziet jou als schrijver dan vooral optreden als een geforceerde Cupido.

Romance in een verhaal: een checklist

Om te voorkomen dat je koppelt omwille van het koppelen, denk je eerst goed na over waarom je uitgesproken (over) een romance wil schrijven. Onderstaande tabel heeft je handvaten om te bedenken of een romance geschikt is voor een verhaal en hoe die betrekking heeft op de betreffende trope.

Voorbeeld van een plotDit is het uitgangspunt van de romancePast de romance dan in je boek zonder cliché te worden?Waarom?
Verliefde tienersHormonennee(!)Hormonen gaan over lust, niet over liefde. Je moet liefde aanwakkeren voor je boek.
Verliefde tieners die eenzelfde probleem meemakenSteun vinden bij elkaarjaSteun vinden is een fijn uitgangspunt voor een groeiproces, dus ook voor een heldenreis
Het achtergebleven liefje van SoldaatHoop houden in tijden van oorlog. Voor iemand willen vechten. neeJe kan het cliché vermijden en Liefje vervangen door een broertje, oma, een dorp, principes (Niet alleen liefjes hebben brievenbussen…)
Het achtergebleven liefje van SoldaatHet liefje moedigt Soldaat aan, zorgt ervoor dat die zijn eigen normen en waarden niet vergeet . (Lees: liefje schrijft meer dan de tekst: ‘Ik mis je zo!”) Ja (Dorothy uit Hacksaw Ridge is een mooi voorbeeld hiervan)De lezer leert via Liefje de soldaat beter kennen op een natuurlijke manier.

Twee is een plus een

Een plus een is twee: twee individuen maken een koppel. Dat is het uitgangspunt van de meeste koppelpogingen in fictie. Een koppel dat vervolgens samen verliefd kan zijn, groeien, elkaar kan aanvullen en zo het plot kunnen vullen. Maar draai het eens om: Twee is een plus een. Oftewel: je hebt twee individuen die op zichzelf al een verhaal in zich hebben, voordat ze een koppel zijn. Neem als uitgangspunt dat de personages elk hun eigen heldenreis hebben, en laat op geen enkele manier uit het plot blijken dat het doel lijkt om de personages te koppelen. In plaats daarvan zaai je details als zaadjes om later te kunnen zeggen: als het toch zo uitkomt, dan kan de lezer daar alsnog een romance of flirt in zien. Zo gebruik je ‘daar’ bijna zoals een puzzelstukje van een plottwist. Daarmee kan je dan alsnog koppelen.

Casus: Mulan en Shang

In de 1998 film Mulan gaat Mulan het leger in, vermomd als man. Wordt ze ontmaskerd als vrouw, dan wacht haar de doodstraf. Shang is de kapitein van haar troepen. Uiteindelijk worden ze een koppel, maar pas in de wrap-up, als Mulan China al heeft gered. Het plot helpt: er is geen tijd voor romance, want er dreigt een invasie van de vijand. Mulan is veel te druk bezig om niet als vrouw ontmaskerd te worden en te leren hoe ze zich als man moet gedragen en Shang moet zijn troepen trainen. Anders gezegd: er wordt simpelweg geen tijd of gelegenheid gegeven om de personages te laten voelen of nadenken over een mogelijke romance met de ander. Dat wil niet zeggen dat dat onder de oppervlakte niet sluimert: velen zien Shang als biseksueel die Mulan (al) ziet zitten als ze vermomd is en Mulan kijkt toch wel met enige verwondering naar Shang als ze zijn gespierde, blote bovenlijf ziet.
Maar daar gaat de film niet al te veel op in, want die weet dat dat een complete ommezwaai van het plot zou betekenen als de focus naar de romance zou verschuiven. Gaan we ter plekke beslissen of deze (eventuele) liefde verboden is als we ieder moment vermoord kunnen worden? Eh, dat is niet echt handig…
In plaats daarvan geeft de film zowel Mulan als Shang alle ruimte om als individu/ personage te groeien. Om dan vervolgens, als alles veilig is en de personages gegroeid zijn te concluderen dat ze goed bij elkaar passen. Dan is het heimelijke momentje van Mulan (Wauw, dat is wat ik noem een wásbordje!) en de gevoelens van Shang voor zowel Mulan als Ping (haar schuilnaam) een resultaat van zaaien en oogsten

Wat ‘Mulan’ heel goed begrijpt is dit:

In een niet-romantisch verhaal zou geen enkele plotlijn, klein of groot, moeten veranderen door de aan- of afwezigheid van een romance

Wil je een koppel niet forceren, dan moet je beseffen dat een geloofwaardige liefdesrelatie ruimte nodig heeft om uitgewerkt te worden, vanuit de wil of de groei van de personages en/of het plot. Dat maakt een romance dus onderdeel van het (sub)plot, geen simpel gegeven dat de lezer maar ‘gewoon moet geloven’. Behandel een liefdesrelatie in je boek serieus. Geef het een aanloop, een reden en laat het ook bij je personages passen. Bedenk: als het echte mensen waren, dan zou je ze zowat uithuwelijken als het ‘moet’. Je ziet toch liever een liefdevol huwelijk tussen mensen/ personages die je respecteert dan een doodongelukkig koppel dat kan wachten om het uit te maken zodra de laatste bladzijde van het boek door de lezer is dichtgeslagen?

Photo by Alex Harmuth on Unsplash

Zo schrijf je een goed wraakverhaal

Bij een wraakverhaal denk je aan spanning, intriges en uitspattingen. Een echt recept voor een pageturner dus. Als je een wraakverhaal goed schrijft, zit de lezer inderdaad op het puntje van de stoel. Doe je het fout, dan komt het verhaal eerder slap over dan het stevige verhaal dat je voor je ziet.

Wraak begrijpen om een wraakverhaal te schrijven

Om een goed wraakverhaal te kunnen schrijven, moet je begrijpen wat wraak is. Zowel als wat het met je doet als waarom je personage op wraak uit is. Dat moet allebei helemaal kloppen, anders is het verhaal al snel wankel. En een wankel wraakverhaal is gedoemd om te mislukken. Laten we eens beginnen wat wraak met je doet, of wat je doet als je wraak gaat nemen. Dit is maar een globale schets, natuurlijk kunnen er veel meer meer emoties meespelen die ook genuanceerder kunnen zijn dan wat ik hier samenvat.

* Je bent boos
* Je voelt je tekort gedaan
* Je gaat (snode) plannen smeden om het de antagonist betaald te zetten.

Als je boos bent en je tekort gedaan voelt, dan vreet dat energie. En de tijd die je in je plannen steekt, had je liever aan een hobby besteedt. Als je wraak wil, is er iets gebeurt waarvan je niet wilde dat het was gebeurd. Met andere woorden: wat het ook is dat is voorgevallen, je personage denkt: dit had niet zo moeten zijn. Daar kan je bij laten, maar dat doet je wraakzuchtige personage niet, ondanks de tijd, woede en stress die het oplevert om wraak te nemen. Er moet dus wel iets heel ergs zijn gebeurd, wil je personage al die pijn en moeite van het wraaknemen ondergaan.

Dat brengt ons bij het tweede punt. Wat is er gebeurd en waarom is dat zo erg voor je personage? Specifieer dat ‘zo’:
* Kan je personage niet meer slapen door traumatische nachtmerries?
* Durft je personage niet meer onder bepaalde mensen te komen en wordt de vrijheid daarmee ingeperkt?
* Ziet je personage de zin van het leven niet meer in omdat de vijand iets essentieels van je protagonist heeft afgenomen?
Kortom: hoe heeft dat invloed (gehad) op het leven van je personage? Het is belangrijk om dat goed uit te werken, want zo leert je lezer de held kennen. Dat kweekt begrip voor de situatie. Ook al is de hele familie van de held vermoord, je mag er niet zomaar op rekenen dat je lezer daardoor met het hoofdpersonage meeleeft.

Het gevaar van wraak voor een verhaal

Wraak nemen is van zichzelf al iets groots: het heeft veel meer voeten in de aarde dan je onvrede en woede uitschreeuwen met je gezicht in een kussen geduwd. Het is niet gek of ongewoon dat het een leven helemaal kan overnemen. Zowel in de emotionele zin – je voelt alleen nog maar die wraakzucht en boosheid en blijdschap vervaagt daardoor- als dat je nog maar weinig aandacht hebt voor andere dingen in het leven, zoals bijvoorbeeld je baan of je sociale leven. Daarom is een wraakverhaal een van het soort waar je altijd goed op moet passen: voor je het weet, gaat het plot over niets anders dan de snode plannen, of lees je alleen maar over een woedend personage. In dat opzicht heeft een wraakverhaal een aantal raakvlakken met de liefdesdriehoek. Pas dus op die valkuilen!

Effectief wraak nemen in een verhaal

Een wraakverhaal heeft wel een aantal aanzienlijke voordelen ten opzichte van de liefdesdriehoek die je in je voordeel kan gebruiken.
* Bij een liefdesdriehoek is verliefdheid de oorzaak. En verliefdheid is een gegeven: dat gebeurt gewoon. Als je wraak wil nemen, doe je dat niet om een simpel gegeven. Daar gaat altijd al een verhaal aan vooraf. Van bedrog, onrecht… Dat zijn complete verhaalthema’s. Heel wat diepgaander dan het simpele gegeven: voltreffer van Cupido.
* Wraak nemen gaat in stappen. De wil om het te doen, het besluit om het te doen, het smeden van de uitvoering, de uitwerking daarvan… Wraak nemen geeft veel mogelijkheden om scènes te spreiden en de spanningsboog van je verhaal een oppepper te geven op het moment dat er in de volgende scène wel erg volgende scène wel erg veel op het spel staat. Speel met tempo, toon en spreiding, daar wordt en blijft wraaknemen spannend van, in plaats van een klusje dat moet worden afgevinkt in het vullen van een plot.
* Wraak nemen kan alleen. Of juist niet. Waar kiest je personage voor? Op allerlei manieren vergt wraaknemen afwegingen. Dat biedt veel mogelijkheden om in het hoofd van je personage te duiken en diens logica verder te ontdekken. Let op: logica: dus wat je personage bedenkt, logisch vindt of bepaalde oorzaken aan gevolgen koppelt. De logica van een personage ontdekken is altijd interessant: het heeft een actie-reactie element in zich.
Ter vergelijking met de liefdesdriehoek: ‘Ik voel me hoteldebotel.” Dat is wederom eerder een gegeven dan iets waar je uitgebreid op in kan gaan: verliefdheid an sich omschrijven is óf zo gedaan, óf je besteedt er zodanig veel woorden aan dat je bijna niet anders kan dan een cliché schrijven. Doe er met een wraakverhaal je voordeel mee dat je de diepte in kan duiken.

Wat deed de antagonist eigenlijk?

Degene die je held iets heeft aangedaan, heeft iets gedaan. Maar wat eigenlijk? Belangrijker nog: had de antagonist het kunnen voorkomen? Was het met voorbedachte rade? Of heeft je held door de emotionele klap de schuld in de schoenen van de antagonist geschoven om maar niet naar de eigen pijn – ja, misschien zelfs een (deel) eigen schuld!- te hoeven kijken? ‘Waar twee vechten hebben twee schuld’ hoeft niet altijd waar te zijn, maar het is zeker iets om te onderzoeken. Een wraakverhaal is een genre waar je held gebaat kan zijn bij het hebben van een blinde vlek. Dat kan een extra manier zijn om je wraakverhaal echt dat verhaal te maken waar je lezer van gaat smullen!

Foto door Niranjan _ Photographs verkregen via Unsplash

/


Kiezen tussen symboliek en plot in een boek

Een verhaal met eindeloze symboliek en zonder plot gaat geen kant op en blijft steken in eindeloze, onnodige beschrijvingen. Maar een plot zonder de nodige verhaalthema’s of symboliek is vreselijk oppervlakkig en leest daardoor enorm saai. Balans het toverwoord. Balans vinden tussen plot en symboliek is vaak een kwestie van intuïtie, maar het helpt als je weet wat de functies van het plot en de symboliek ten opzichte van elkaar zijn.

Plot: basis en verdieping

Als je een verhaal bedenkt, begin dan altijd met het uitwerken van het plot, ook al wordt je geïnspireerd door iets symbolisch. Als je bij het zien van een zwangere vrouw denkt aan een groeiproces, ga dan niet meteen denken hoe iemand op allerlei symbolische manieren kan groeien. Begin heel algemeen:
Mijn hoofdpersoon is een zwangere vrouw die door het moederschap gaat groeien, door de nieuwe verantwoordelijkheid die ze krijgt als ze er alleen voor komt te staan.
Dan kan je iets specifieker gaan kijken. Wat overkomt alleenstaande moeder (en kind) wat het verhaal noemenswaardig maakt?
* Wordt een van beide ernstig ziek?
* Is de vader gewelddadig?
* Weet de moeder niet wie de vader is en gaat haar verhaal om het groeiproces van gezonde relaties aangaan?

Stel zulke zaken vast voordat je je druk maakt over dingen als hoe de navelstreng ook symbool kan staan voor het kind dat gehecht aan de moeder en dat het een (symbolisch) groeiproces is om je kind los te laten. Ook al heb je een ware gedachtenexplosie aan inspirerende symboliek, je moet eerst van details een algemeen geheel maken voordat je die verder kan uitwerken.

Symboliek: noodzaak en toegevoegde waarde

Symboliek heeft een belangrijke functie in een verhaal. Het helpt de lezer bewust of onbewust verbanden te leggen tussen belangrijke zaken in het plot. Zo zal het in een onheilspellende scène eerder regenen dan stralend weer zijn. Het is een kunst op zich om symboliek zodanig in je verhaal te verweven dat het geen cliché wordt. Maar doorzichtig of niet, symboliek is wel het verschil tussen de eerste kop koffie naast het bureau om maandagochtend negen uur (‘Waar is mijn energie? Ik heb cafeïne nodig na een lang weekend…’) en de verder niet gespecificeerde kop koffie die je personage op ieder moment van iedere dag kan drinken.
Kortom: zonder symboliek is het heel moeilijk, zo niet onmogelijk om (prettige) sfeeromschrijvingen mee te nemen in je verhaal zonder je toevlucht te zoeken tot continue infodump. Daarnaast heeft goed uitgewerkte symboliek het enorme voordeel dat het erg bevredigend leest voor de lezer. Er is een samenhang, zonder dat die door de strot wordt geduwd. Het spreekwoordelijke cirkeltje is rond, alles is zoals het ‘hoort te zijn.’ Goede symboliek kan ervoor zorgen dat je lezer het boek uitgesproken tevreden dichtslaat. Het heeft dus zeker toegevoegde waarde.

Voorbeeld: zwangere vrouw bij de Seattle Starbucks

Als je op deze manier met plot en symboliek aan het experimenteren bent, kan het lastig worden om te kiezen tussen goede symboliek en het plot aan de gang houden. Een voorbeeldcasus:

Onze (toekomstig) zwangere heldin moet ‘ontgiften’ van schadelijke relaties. Gedurende het verhaal maakt ze daarin een groeiproces door. Zo, zeer algemeen plot vastgesteld. Koffie is in zekere mate giftig voor een foetus, dus laten we gebruik maken van ironische symboliek: ze ontmoet de aankomende vader in de allereerste vestiging van Starbucks, in Seattle. De man die haar later in het verhaal vreselijk (lees: symbolisch giftig) gaat behandelen.
De Starbucks is natuurlijk een koffiegigant, maar die eerste vestiging in Seattle geeft de symboliek nog een extra laagje: het begin van iets groots. Mensen staan daar letterlijk in de rij, niet zozeer vanwege de koffie die daar wordt geschonken zoals in iedere Starbucks, maar ómdat het de allereerste Starbucks is. Toch het blijft een Starbuckskoffiezaak, zoals er wereldwijd tienduizenden meer zijn. Oftewel: deze man draait vooral om buitenkant, en/of is er een zoals zovelen en is niet zo speciaal als hij lijkt te zijn. Laat deze man ook nog eens een echte koffiekenner zijn die de vrouw alles kan vertellen over de verschillende koffies/ menu-items in Seattle Starbucks en je hebt een hint dat deze man op allerlei manieren schadelijk is of gaat worden. Prima, niks meer aan doen!

Maar dan komt het plot zich ermee bemoeien:

  • “Als je vóór bladzijde honderd de eerste akte wil afronden, is er geen tijd voor twintig koffiebeschrijvingen! Dit betekent absolute stilstand!”
  • “Moeder drinkt alleen koffie bij zeldzame gelegenheden. Wat maakt dat ze nu al met deze man koffie wil drinken? Ze zijn net op twee dates geweest… Het is nog geen tijd voor het eerste obstakel.”
  • “Seattle is een pokkeneind hiervandaan. Waar haalt Moeder überhaupt de tijd en het geld vandaan om naar die Seattle Starbucks te gaan? Ze was toch druk bezig om haar eigen zaak te starten? Daar draaide het hele verhaal om! Gaan we dat nu uit het raam gooien omdat ze een willekeurige vent tegenkomt?”

Als symboliek het plot of de plotopbouw dreigt te verstoren, kijk dan eens of je de symboliek nog kan behouden in de brede zin van het woord. Misschien lukt het om de symboliek zodanig aan te passen dat het niet alleen oppervlakkig symbolisch is, maar ook nog toegevoegde symbolische waarde heeft: jouw heldin is geen dertien in een dozijn en gaat dus ook niet naar de massale, alledaagse Starbucksketen. Deze onafhankelijke vrouw spreekt af in een koffiezaakje dat zelfstandig wordt gerund. Dáár gaat de slechte, koffiekennende ober haar verleiden. Zie je wat ik doe met de dikgedrukte woorden? De symboliek is er nog, maar is een stuk subtieler. Misschien merkt niemand het nog als symbolisch op, maar het zal je plot in ieder geval niet op slot zetten. Kijk eens wat je kan verzinnen of juist los kan laten als je het begrip symboliek wat breder interpreteert. Bedenk: symboliek is mooi en kan een verhaal verrijken, maar het kan nooit de basis van een plot vormen.

Uiteindelijk gaat het bij het kiezen tussen plot en symboliek erom dat:
* Het plot voorrang krijgt op symboliek.
* Symboliek zich óf onopvallend op de achtergrond moet afspelen óf opvallend het plot kan verrijken.


Expositie schrijven vanuit het perspectief van een personage

Expositie is de manier waarop je informatie deelt met de lezer. Vaak is daar een voorwerp bij betrokken. Maar je kan ook je personage aan het woord laten, door vanuit diens perspectief te vertellen wat het weet. Dat kan een struikelblok zijn, maar als je het goed doet, hangt de lezer aan je lippen.

De basis van expositie

Ik schreef al eerder over de basistechnieken en valkuilen van expositie. Samenvatting van de valkuilen die de blogpost benoemt:

  • Je personage vertelt letterlijk aan een ander wat er in het verhaal gebeurt: een gevaarlijke mix van infodump en tell.
  • Er is een enkel personage dat alles weet: het personage komt op de preekstoel
  • Een voorwerp wordt als cliché gebruikt om een aankomende onthulling te verklappen. Een voorbeeld is de verstopte liefdesbrief op zolder.

De paradox van expositie

Expositie kan erg lastig zijn om goed te schrijven. Het is immers broodnodig om bepaalde informatie met je lezer te delen, zodat die kan leren over relaties tussen personages onderling, nieuwswaardige gebeurtenissen in je fictieve wereld, enzovoorts. Maar als je personages altijd die informatie delen of daar zelf achter komen op het exacte moment dat de lezer die informatie ook hoort te weten, dan gaat dat erg geforceerd overkomen. Zo kan je al snel in een paradox belanden: je moet informatie delen op het moment dat je lezer het hoort te weten, maar niet op dat exacte moment dat je niets anders kan doen dan informatie delen op het moment dat het plot met informatie aangevuld moet worden.

Het perspectief van een personage bij expositie

Als je expositie niet geforceerd wil laten overkomen, helpt het uitgangspunt : ‘Zie het feit dat je personage überhaupt iets aan een ander uitlegt als een cliché’ en ga het dan clichébestendig maken. Het uitgangspunt en resultaat draaien dan om de intrinsieke motivatie van je personage om die krant aan te geven waar het verschrikkelijke nieuws in staat, om nu alle kaarten op tafel te leggen, een geheim te verklappen waardoor een mysterie wordt opgelost…

Je kan jezelf verschillende vragen stellen die je helpen om te bepalen hoe je personage de expositie kan inzetten en waarom.
* Waarom besluit je personage uitgerekend nu iets te vertellen?
– Heeft het eindelijk voldoende informatie verzameld om te delen?
– Kan het het gewicht van een geheim niet meer dragen?
– Voelt het zich in dit moment enorm eenzaam en zegt je personage dus iets om maar gehoord te worden?
– Is er sprake van acute noodzaak?

Bij de vraag: ‘Waarom nu?’ is het belangrijk dat je het antwoord een aanloopje geeft of dat het wat ‘aangekleed’ wordt in de scène, soms zelfs in de meerdere scènes die eraan voorafgaan. De mate daarvan is afhankelijk van hoe belangrijk de expositie is. Denk bij ‘aankleding en aanloopjes’ aan dingen als:

  • Als je personage een geheim gaat vertellen, laat dan in eerdere scènes wat geruchten gonzen, geef hints naar het geheim en maak het personage een paar momenten voor het vertellen van het geheim bloednerveus.
  • Een goede sfeeromschrijving. Dat doet wonderen: is de kamer al bedompt of donker voordat het eenzame personage de kamer betreedt?
  • Andere belangrijke medepersonages wachten met smart op de informatie die ze gaan krijgen van de hoofdpersoon. Dan voorkom je dat vergadervoorzitter op een slaapverwekkende infodumppreekstoel komt te zitten. Als andere personages horen of ze ontslagen worden of promotie krijgen -lees: als er voor hen iets persoonlijk op het spel staat- is de informatie geen droge kost meer.

Vraag jezelf ook af met welk personage je te maken hebt en welke karaktertrekken het heeft. Die vind je in de personagebiografie. Stel dat de partner van je hoofdpersoon een rommelige chaoot is. Dan kan je personage het wereldnieuws van die dag horen op het achtuurjournaal. Maar ’s ochtends vroeg is de partner bij het ontbijt rustig de krant aan het lezen, kijkt vervolgens op de klok, schrikt zich dood en vertrekt in alle haast, waarbij de krant op de grond valt. Je hoofdpersoon ziet de schreeuwende kop dan al als die de krant op wil rapen.
Dit trucje is wel een grijs gebied; als je het te vaak toepast of het er duimendik bovenop legt, dan kan het alsnog een deus ex machina lijken. Maar het is sowieso genuanceerder dan het recht voor zijn raap cliché: “Heb je het al gehoord?!”

De overbodige schrijver

In zekere zin gaan deze tips voor vlotte expositie uit van het principe dat de schrijver overbodig zou moeten zijn.
Als jij een plot hebt wat ergens heen gaat of heen moet, en je personages hebben eigen drijfveren en willetjes, dan gaan zowel het plot als de personages niet ‘wachten’ tot de lezer iets snapt. Het plot moet verder en de personages gaan ook verder met hun leven, want die hebben niet door dat ze geschreven worden, dat ze fictief zijn. Probeer het verhaal en de personages visueel voor je te zien als een film die zich als vanzelf ontvouwt. Wat zou er dan gebeuren als jij als schrijver niet ingrijpt of iets stopzet omwille van verduidelijking voor de lezer? Probeer dingen die je daar als een ‘show don’t tell’ ziet gebeuren te gebruiken als middel voor expositie.

Spreid de informatie

Soms ontkom je er niet aan en moet je veel informatie delen. Probeer die zoveel mogelijk over je boek te verspreiden. Mocht het dan zo zijn dat je bij de onvermijdelijke ‘verklarende expositiemonoloog’ beland, waar alle informatie op een rijtje komt te staan, dan voelt het niet meer als een grote brok aan informatie, maar als een hoop puzzelstukjes die ineens in elkaar passen. Dat leest heel fijn voor de lezer en als schrijver is het heel bevredigend: daar komt al je harde werk mooi bij elkaar op een rijtje: dat heb je toch maar goed voor elkaar gekregen!

Als creatieve vrijheid dreigt te botsen met het plot: de praktijk

Je kan een onmogelijk of onlogisch lijkend verhaal geloofwaardig en leesbaar houden. Deze week kijken we naar de praktijk.

Hoe schrijf je iets ongeloofwaardigs geloofwaardig op?

Je kan allerlei zaken in je voordeel gebruiken om iets ongeloofwaardigs realistisch te laten lijken. Ik gaf vorige week al al een aantal voorbeelden. Je kan ook zelf wat meer experimenteren en bedenken. Maar je creativiteit en je talent geven uiteindelijk de doorslag, er is niets wat je moet gebruiken als het om uitschrijven gaat. Maar als het gaat om de manier waarop je schrijft, zijn er wel een aantal dingen doorslaggevend.
* eigenlijke gebeurtenissen
* de waarheid van je personage
* sfeeromschrijvingen

en wel in die volgorde. Oftewel: er gebeurt iets, dat beleeft je personage op diens eigen manier, waardoor er een bepaalde sfeer ontstaat.

De beleving van je hoofdpersonage moet kloppen

Hakim wordt ontvoerd door een T-rex. Hij is doodsbang, dus de sfeer wordt angstig en grimmig. Vast en zeker beschrijft de volgende scène hoe de woeste T-rex Hakim bijna gaat oppeuzelen.
Maar Imran is een T-texfluisteraar. Die zal het dus supertof vinden dat hij eindelijk weer eens zo’n wezen tegenkomt. De scène zal vrolijk of tragisch verdergaan, al naargelang wat de T-rex bezighoudt in het leven. Sowieso ga je niets bloedstollends meer lezen; Imrans perspectief en de vaststaande gebeurtenissen zijn er niet naar.

Bang voor Rex of niet, in beginsel zijn beide verhalen over Hakim en Imran ongeloofwaardig; je kan überhaupt geen T-rex tegenkomen. Maar houd je aan de eigenlijke fictieve of ongeloofwaardige feiten van je boek, borduur verder op de waarheid van je personage en zet vervolgens de bijpassende sfeer of toon voor het verhaal. Dan is het alsnog makkelijk voor de lezer om zich over het absurde van het verhaal heen te zetten en zal die ‘geloven’ dat dinosaurussen nog bestaan.
Een lezer beleeft het verhaal altijd vanuit het perspectief een personage en wat dat meemaakt of overkomt. Zolang het idiote of onwaarschijnlijke plot aansluit bij hoe het personage dat beleeft, gelooft de lezer je vaak, hoe absurd het verhaal ook is.

Casus: de verliefde nazisoldaat

Wat als er veel meer en ingewikkeldere, diepgaandere zaken spelen dan levende T-rexen?
Casus: een nazi wordt verliefd op een Jood en later trouwen ze. Dit gegeven begon als een idee voor een casus, maar toen ik ging googelen, scheen dat ook daadwerkelijk gebeurd te zijn. (Om ‘te gek om te geloven’ maar weer even te ontkrachten.) Ik baseer mijn voorbeeld echter niet op de waargebeurde casus.

Bedenk als eerste wat de geloofwaardigheid van het verhaal in de weg staat.
* Je hebt de tijd niet om verliefd te worden als je iemand binnen een tel dood hoort te schieten.
* Je wordt ook niet verliefd op iemand als je die vanwege indoctrinatie niet eens als menselijk beschouwt.
* Je valt niet op iemand als je denkt dat diegene aankijken alleen al je dood kan betekenen.
enzovoorts, enzovoorts.

Bedenk dan wat de makkelijke weg is om die lastige omstandigheden te omzeilen. Dat gebeurt meestal met behulp van:
* Schadelijk overromantiseren: ‘de Jodenvervolging was niet zo erg als wordt beweerd, want er waren ook soldaten die niet elke Jood doodgeschoten die ze zagen…’ ‘Liefde op het eerste gezicht overwint alles!’
* Enorm toeval/ Deus ex machina 10.0: De Nazisoldaat kent iemand die iemand kent die alles geheim kan houden. Die persoon staat ook nog eens in contact met degene die de Jodin haar onderdakadres heeft bezorgd. Zo blijft alles veilig en geheim.
* Een buitengewoon machtige Pixie: de collega van de soldaat heeft in het geheim ook een relatie met een Jodin. Daarom voert hij allerlei dingen in het geheim uit, om de liefde van zijn collega óók mogelijk te maken. Zodanig veel, dat er voor het aankomende koppel zelf relatief niets meer is om zich zorgen om te maken.
Zoals je waarschijnlijk ziet, zijn is er vaak een combinatie van bovenstaande factoren in het spel.

Wees vervolgens eerlijk: draai die makkelijke manieren om en kijk wat er aan harde realiteit overblijft. Word een historicus en psycholoog. Het centrale conflict in jouw verhaal met de bijbehorende harde realiteit is nu eenmaal ingewikkeld, dus daar moet je ook de nodige verdieping over geven. Doe schrijfonderzoek en vraag je dingen af als:

*Hoe moeilijk en eng moet het zijn om verliefd te worden als iemand je daarom kan vermoorden, zodra dat naar buiten komt? Als je weet dat cupido je personages niet zomaar redt, hoe ga je er dan over schrijven?
* Hoe gaat de soldaat zijn contact met de Jodin verklaren, als zijn meerdere hem vraagt waarom de vrouw nog steeds niet is geëxecuteerd? Wat zouden historisch gezien de gevolgen zijn? Hoe denken de geliefden daarover en hoe handelen ze daarnaar?

Ook als je verhaal niet per se duister van toon is, maar wel onmogelijk lijkt, is de realiteit ‘hard‘. Stel dat je schrijft over een stel dat in gelukkige omstandigheden bij elkaar komt, maar de kans een op de miljard is dat ze bij elkaar blijven. Ook al is dood en verderf daar niet de oorzaak van, dan nog moet je gaan onderzoeken -net als je personages dat zullen doen- wat er moet gebeuren om die nihile kans alsnog te laten slagen? En omdat dat zoeken is naar een speld in een hooiberg ter grootte van de Mount Everest, zullen ze daar echt wel moedeloos van worden. Het centrale conflict is gewoon per definitie moeilijker als de kans van slagen kleiner is. De ‘vrolijke en makkelijke’ overvloeden aan Deus, Cupiodo’s en Pixies hebben in een realistisch verhaal wat dat betreft weinig tot niks te zoeken.

Ga als laatste het rijtje van eigenlijke feiten, persoonlijke beleving en sfeeromschrijvingen af. Voor de nazisoldaat zou dus gelden dat:
Door het regime zijn liefde onmogelijk en verboden wordt geacht. Hij is zelf al niet de dapperste, dus waar hij sowieso dag en nacht op zijn hoede was door de oorlog, is hij nu al helemaal op zijn scherpst. Dat zou een duistere, beklemmende sfeer aan je tekst geven. Misschien wordt je soldaat met vlagen wel paranoïde. Dan zou je dus een surrealistische, enge horrortoon kunnen schrijven. En omdat het realistisch is dat de soldaat zich zo zou voelen, wordt het onwaarschijnlijke element in het verhaal als vanzelf niet meer waar het verhaal van valt of staat.

Heel simpel samengevat moet je dus ervoor zorgen dat niet het onwaarschijnlijke feit zelf, maar al het realistische eromheen je verhaal gaat dragen.
Succes!

Foto door by Giorgio Trovato op Unsplash.

Als creatieve vrijheid dreigt te botsen met het plot: inleiding

Schrijven is heerlijk om te doen, omdat in je creativiteit de mooiste dingen kan vertellen. Maar die creativiteit heeft grenzen: om plezierig te lezen, moet een verhaal logisch blijven. Maar soms bedenk je een plot wat in eerste instantie niet logisch is. Gelukkig hoef je dan niet meteen je hele verhaal te parkeren. Als je verhaal niet realistisch is of lijkt, dan moet je het realistisch maken met een logica die passend is voor het verhaal. In deze post gaan we kijken wat je dan kan doen.

Wat is realistisch in een verhaal?

Ik schreef eerder dat je verhaal in de basis logisch moet zijn om nog te kunnen volgen. Toch valt niet te ontkennen dat er vele goede verhalen zijn, die in beginsel niet logisch of realistisch zijn of lijken. Denk aan:
* het complete fantasygenre
* verhalen met extreme vormen van toeval waar géén deus ex machina het werk lijkt te zijn
* waargebeurde verhalen waarvan je het plot niet zou geloven als je niet zou weten dat het echt gebeurd was.

De geloofwaardigheid binnen het fantasygenre is vrij makkelijk te verklaren: de lezer weet dat het genre aan elkaar hangt van dingen die niet kunnen, dus verwacht die er ook geen verklaring voor. Bij de andere twee punten is het resultaat logisch omdat het logisch wordt gemaakt. Daar gaat deze blogpost verder op in.

Je kan het zo gek niet bedenken…

…of het is al eerder bedacht of gedaan. Je zou ervan schrikken hoe vaak dit waar is. Bedenk een werkelijk idioot wereldrecord en het blijkt daadwerkelijk bestaan. Daar is het Guinness World Book of Records een mooi voorbeeld van. Of als je denkt de mens toch niet zó slim, vredelievend, wreed of…. kan zijn: die waren er.
* Denk aan mensen als Einstein, Gandhi, of de traditie om zoutzuur in het gezicht van je vrouw te gooien. Ja, als traditie… (In deze trailer van Woman krijg je het te zien en te horen. Waarschuwing: het is geen prettige aanblik…)

In zekere zin kan je zeggen: niets is te gek om geloofwaardig te zijn. Nogal een paradox, omdat sommige dingen toch te mooi/gek/ eng… blijven om waar te lijken. Als je een ‘te gek’ moment in je plot wil verwerken, dan kan dat dus vrijwel altijd, maar moet je dus zorgen dat dat om wat voor reden dan ook niet meer te gek lijkt.

Iets te geks logisch maken

Een te gek gegeven kan je logisch maken door goed gebruik te maken van verschillende factoren zoals:
* eigenlijke gebeurtenissen
* het karakter van je personage
* beweegredenen van je personage
* sfeeromschrijvingen
* een samenhang van dingen die vaststaan
* een butterflyeffect

meestal vormt een optelsom van deze factoren een verklaarbaar resultaat.

Laten we een veelgebruikte trope van de onmogelijke/verboden liefde eens bekijken. Die klinkt waarschijnlijk ontzettend cliché en zoetsappig. Dat komt omdat die trope vaak voorkomt in het romantische genre en dat dat genre eist dat het stel met elkaar eindigt. De reden dat die verhalen vaak flinterdun zijn, is omdat die eis het enige doel van het boek lijkt te zijn. “Logica? Laat maar. Het moet een verhaal zijn wat lekker wegleest. De logica zou dat verpesten.” Dat is niet waar, maar de romantische verhalen worden vaak geschreven met kwantiteit boven kwaliteit als devies. En dan moet logica helaas sneuvelen.
Kortom: als je iets geks of zeer onwaarschijnlijks schrijft, is het de bedoeling dat je je kop erbij houdt en je schrijfkwaliteit voorop stelt om te voorkomen dat het verhaal flinterdun, cliché, ongeloofwaardig of dertien-in-een-dozijn wordt.

Laten we zeggen dat een jonge Nazisoldaat verliefd moet worden op een jonge Jodin die hij op straat tegenkomt en daardoor de wapens neerlegt. Niet echt geloofwaardig, omdat hij haar al moet arresteren voordat hij daar de kans toe krijgt. Het romantisch genre heeft dat snel opgelost: de Jodin is een prachtige vrouw, de pijlen van Cupido doen hun werk en na enkele worstelingen is de rest geschiedenis. Ik vind het idee van liefde op het eerste gezicht schadelijk voor een fatsoenlijke verhaalopbouw, zoals je hier al kon lezen.

Je zal veel van de eerder genoemde factoren moeten gebruiken om het verhaal nog enigszins leesbaar en niet suikerzoet te maken. Daarover schrijf ik in blogpost van volgende week; die uitleg verdient meer dan een vlugge honderd woorden.

Waargebeurde verhalen logisch laten overkomen

Als een verhaal van ongeloofwaardigheden aan elkaar hangt, maar echt zo is gebeurd, dan heb je weinig tot geen creatieve vrijheid als je het verhaal trouw wil blijven.
Ik ben de titel van de film helaas vergeten, maar ik las ooit een filmrecentie die het plot van een op waarheid gebaseerde film samenvatte als:

Zo bizar dat het wel waargebeurd móet zijn.

Lees: dit kun je eenvoudigweg niet verzinnen, omdat het plot uitgaat van een kans op een op de negenhonderdmiljard/ tenzij je een psychopaat bent/ omdat het plot uitgaat van butterfly effect met twintig schakels, waar zelfs ’s werelds grootste fantast er hoogstens veertien zou kunnen verzinnen…
Als van jouw waargebeurde verhaal het woord ‘bizar’ zowel het plot, thema, conflict en titel zou kunnen vormen en je de nieuwe Franz Kafka lijkt te zijn, dan mag je erop rekenen dat de lezer het bizarre in het boek in die extreme vorm gewoon voor lief neemt. Ergens weet de lezer ook wel dat er een moment waarop verklaringen, hoeveel je die ook zou hebben, niet zouden voldoen om het verhaal nog logisch te maken.

Samenhang van logica zoeken

Volgende week ga ik zoals gezegd een uitgebreide casus schrijven om te laten zien hoe je iets zeer onwaarschijnlijks logisch kan laten lijken. Maar dit is alvast een regel: in alle afzonderlijke factoren die je gebruikt, moet iets klein en logisch beginnen, waarna je dat vervolgens langzaam maar zeker groter maakt, zodat het groteske ervan niet uit de lucht komt vallen. Vervolgens bedenk je hoe deze afzonderlijke factoren en dat grote ervan samen een logisch geheel kunnen vormen.

Foto door Nick Fewings op Unsplash.

Wat mag je open laten als je een open einde schrijft?

Als je een verhaal schrijft zonder een duidelijk antwoord op belangrijke vragen in het verhaal, heb je een open einde. Een open einde geeft de lezer de mogelijkheid zijn eigen fantasie op een verhaal los te laten, maar kan het verhaal ook spannend maken. Toch mag je niet zomaar alles open laten in je boek. Hoe weeg je af wat je invult en wat je openlaat?

Invullen of openlaten

Het kan een groot verschil maken of je iets openlaat of invult voor de lezer. Ongetwijfeld heb je zelf eerder een boek met een open einde gelezen waarvan je het gevoel kreeg dat er iets belangrijks nog niet was onthuld. Of het omgekeerde: je kwam in de wrap-up een stukje informatie tegen waarvan je dacht ‘Nou en?’ of ‘Dat is precies het tegenovergestelde van hoe ik het verhaal al die tijd had geïnterpreteerd. Ik vind het niet passen.’ Waarschijnlijk kelderde je leesplezier in die paar laatste minuten enorm. Hoewel je dit niet voor iedere individuele lezer kan voorkomen, kan je de kans daarop wel verkleinen.

Wat moet duidelijk zijn aan het einde van je boek?

Er zijn verschillende dingen die je kan doen om een open einde te rechtvaardigen en in goede banen te leiden. De belangrijkste vraag die je jezelf daarvoor moet stellen is: wat is belangrijk voor mijn verhaal? Denk daarbij aan de basis die een verhaal of een personage überhaupt nodig heeft om interessant te zijn. Hoewel er meerdere dingen te benoemen zijn, zijn de volgende zaken belangrijk om te bepalen hoe je einde eruit gaat zien.
* Het verhaalthema
* Het centraal conflict
* Het willen en nodig hebben van je personage
* De grootste angst van je personage
* De grootste leugen van je personage

Deze elementen zijn belangrijk voor het bepalen van je open einde. Niet alleen omdat ze een belangrijke drijfveer van je verhaal an sich vormen, maar ook omdat deze zaken zich op verschillende manieren kunnen manifesteren. Sterker nog: je hebt verschillende opties die geen van allen het enige juiste antwoord zijn. Stel dat je verhaalthema eenzaamheid is en je personage zowel vrienden wil als die nodig heeft. Dan heb je een narratief acceptabel einde als hij eenzaam en alleen in een gevangenis sterft, maar ook als hij een gezin sticht en een bloeiend sociaal leven krijgt. Beide opties hebben met eenzaamheid te maken, het zijn alleen twee (extreem) andere kanten van dezelfde medaille.

Maatwerk leveren voor het open einde

Je zal vast begrijpen dat je over bepaalde zaken uitsluitsel moet geven bij een open einde. Als de lezer geen flauw benul heeft of de eenzame held ooit nog vriendschappen sluit, is dat geen prettig einde. Maar je kan wel openlaten of er nog een vriendschap in het verschiet ligt als je laat doorschemeren dat de held daar nu in ieder geval de sociale vaardigheden voor heeft aangeleerd. Dan geef je de lezer de mogelijkheid om zelf een einde te bedenken, met een basis om op terug te vallen.

Je lezer kan fan zijn van een open einde of niet, maar als je die echt niets geeft om op terug te vallen, dan irriteert dat altijd.

Omdat ieder verhaal uniek is, is daar een inhoudelijk afvinklijstje daar niet of nauwelijks voor te geven. Wat je wel kan doen is de zaken uit de vorige alinea één voor één terugbrengen naar een enkel kernwoord of korte zin. Dan heb je al duidelijker voor ogen waar het om draait. Als vanzelf kan je ook duidelijker krijgen wat je open mag laten, of waar je echt enig uitsluitsel over moet geven om het einde niet als een groot gat te laten voelen voor de lezer.

Voorbeeld: criteria voor een open einde bepalen

De welbekende ridder gaat op pad om de draak te verslaan en de prinses te redden. Gegeven bij ons verhaal is:
* verhaalthema: moed
* centraal conflict: de ridder moet sterk genoeg worden om de draak te verslaan
* willen en nodig hebben van de ridder: de ridder wil bejubeld worden door het hele land. Hij heeft het nodig dat iemand hem ziet staan
* grootste angst van de ridder: als lafaard worden bestempeld
* grootste leugen van de ridder: ik ben niet bang

De clichéafloop met de prinses als sexy lamp kennen we allemaal. Wat als we bepaalde zaken open laten voor de lezer? Je zou kunnen zeggen dat iedere afloop beter is dan het welbekende cliché, maar dat is niet zo. Als je te veel of de verkeerde dingen openhoudt, heb je alsnog een slecht verhaal. Laten we per criterium eens bekijken wat moet en wat mag bij het einde van dit verhaal.

* verhaalthema: het is al moedig dat de ridder de draak wil verslaan. Kan je er nog iets bij bedenken wat voor de ridder persoonlijk moedig is om te doen? Geef daar dan uitsluitsel over of een duidelijk uitgangspunt voor.
* centraal conflict: maak duidelijk of de draak wordt verslaan. Je mag open laten of de ridder met de prinses gaat trouwen, maar de draak moet al dan niet verslagen worden.
* willen en nodig hebben van de ridder: de prinses en het land mogen hem al dan niet als held bestempelen en je mag openlaten wat zijn (gebrek aan) heldenstatus oplevert. Maak wel duidelijk hoe het zelfbeeld van de ridder aan eind van het verhaal ervoor staat.
* grootste angst van de ridder: komt deze al dan niet uit? Je mag openlaten hoe het letterlijke verhaal verdergaat, je moet duidelijk maken hoe de ridder daarop reageert en hoe dat (grofweg) zijn verdere leven zal beïnvloeden.
* grootste leugen van de ridder: als deze in het plot is uitgekomen, doe je er goed aan om grofweg weer te geven wat voor gevolgen dat heeft of houd. Zo niet, dan kan je hinten dat dat gevolgen heeft en dat open laten, of je kan deze grootste leugen alsnog negeren.

Dit geeft hopelijk wat meer houvast voor het schrijven van een open einde. Volgende week post ik een schrijfoefening om je te helpen de gevolgen van een open einde wat helderder te krijgen.