De observerende schrijver: Ik zie… donderwolken en zonneschijn

Observeren is een belangrijke vaardigheid van schrijvers. Maar met alleen iets opmerken ben je er nog niet. Je moet ook weet hebben van associaties die bij je waarnemingen opkomen en hoe je daar een mooie verhaalopzet mee kan maken of clichés kan voorkomen. Deze week in de serie: ‘De observerende schrijver’: Ik zie… donderwolken en zonneschijn.

Het zonnetje in huis en daarbuiten

Ken je het verschijnsel dat alles en iedereen mooi, lief en goedgemutst is als je vrolijk bent, maar dat de wereld vol lijkt te zijn met gemene, lelijke en chagrijnige mensen als je zelf ook niet in je beste doen bent? Dat effect noem ik het spiegeleffect. 
Wat kan je met het feit dat een vaststaand gegeven (je humeur of het weer) de manier kleurt waarop je dingen observeert?

Heerlijk weertje vandaag, hè?

Het is niet voor niets zo dat in boeken de reünie met de verloren gewaande vriend een fantastisch zonnetje als achtergronddecor heeft. Als het alsnog met bakken uit de lucht valt, dan kan je er de donder op zeggen dat die vriend in de tussenliggende jaren van alles en nog wat uitgevreten heeft en nu ineens komt opdagen om je held iets af te troggelen. Het weer is een effectieve manier om snel een sfeer duidelijk te maken een soort algemeen gereedschap om het spiegeleffect te bewerkstelligen. In het echte leven gaat het ook op.  

Natuurlijk is iedereen vrolijk als de zon schijnt na vier maanden regen en zoekt men massaal een plek om te schuilen bij een plotselinge stortbui. Maar wat zie je bij meer ‘neutrale’ weerdagen, zoals een doodgewoon buitje in het wisselvallige Hollandse weerbeeld? Of bij iets als sneeuw, waarbij kinderen uit hun dak gaan vanwege de sneeuwpret, maar de zure buurman klaagt over de kou? In hoeverre is het weer dan nog van invloed op de algemene gemoedstoestand? Kijk eens wat je opmerkt. Daar kan je een testje aan koppelen: bedenk hoe een willekeurige voorbijganger op straat zou reageren als het plotseling zou gaan waaien of er een regenboog zou verschijnen.

Als je op deze manier het meteorologische weer kan ontleden, helpt dat met het observeren van je eigen buien en zonnige momenten. Of om die van anderen te zien of te raden.  

De donderwolk boven je hoofd

Als je zo’n dag hebt waar het alles en iedereen lelijk, gemeen en vies is, is het een hele kunst om nog iemand te zien lachen in een menigte. En als je dat doet, denk je waarschijnlijk iets als: wat valt er te grijnzen, jolige flierefluiter? De laatste mooie trui in de uitverkoop is net voor mijn neus weggegrist en iemand sneed me op weg naar de parkeerplaats. Dat zal jij wel geweest zijn, allebei de keren…

Of het tegenovergestelde idee, als je supervrolijk bent.

Als je niet vies bent van mindfulness, zijn zowel je slechtste als je mooiste momenten ideale gelegenheid om daarmee te oefenen, vanwege het uitgesproken spiegeleffect wat dan speelt. Is dat niet zo je ding, probeer om dan in een meer neutrale bui in een mensenmassa te ontdekken wie er op dat moment een ‘versterkte spiegel’ heeft. Waar zie je dat aan? Aan iets duidelijks als: ‘het breed grijnzende meisje groet de winkelbediende zeer hartelijk’ of: ‘de boos telefonerende passagier snauwt de buschauffeur af’ of zie je het óók aan iets relatief kleins als de manieren van lopen, lichaamshouding of de gefronste wenkbrauwen waarmee iemand naar diens telefoon kijkt?

Op deze manier oefenen met het spiegeleffect helpt je om neutraler te leren observeren, meer oog voor detail te krijgen en de waarheid van je personage goed op papier te krijgen.

Dit artikel verscheen eerder op Schrijven Online.

Foto van Niklas Weiss verkregen via Unsplash.

De observerende schrijver: Ik zie… opoffering

Observeren is een belangrijke vaardigheid van schrijvers. Maar met alleen iets opmerken ben je er nog niet. Je moet ook weet hebben van associaties die bij je waarnemingen opkomen en hoe je daar een mooie verhaalopzet mee kan maken of clichés kan voorkomen. Deze week in de serie: ‘De observerende schrijver’: Ik zie… opoffering.

Opofferen: maar al te graag of omdat het moet?

Opoffering kan op twee manieren voorkomen. Je doet het maar al te graag – je werkt over zodat je dat speciale cadeau voor je geliefde kan kopen – of je doet het omdat je gedwongen wordt en het alternatief alleen maar erger is: je geld of je leven!
Welke van de twee ook van toepassing is, het feit blijft dat:
* als je de keuze had je het liever anders had gezien: liever een hoger salaris of geen beroving 
* het vaak een mate van onzelfzuchtigheid toont of anders moed om met de de vervelende situatie te leven. 

Onzelfzuchtigheid, moed en een keuze om voor iets te staan? Jawel, elementen die bij een held(enreis) niet kunnen ontbreken! 

Opoffering observeren kan je helpen om je held beter te begrijpen en ook uniek en realistisch vorm te geven. 

Wat is opofferen precies?

Om het te kunnen observeren, moet je opofferen zowel erg groot als erg klein kunnen zien. 
Zodra een opoffering klein lijkt, is het vaak iets dat in ons alledaagse leven veel terugkomt. Je associeert het al vaker met ‘maar dat moet nou eenmaal’ of ‘dat doe je gewoon, dat is normaal of je menselijke plicht.’ Is het iets groters, dan is het vaak iets dat we scharen onder iets dat superhelden in films doen en we zelf niet kunnen of durven.

Kleine opofferingen zijn dingen als:

  •    Eerder opstaan zodat je op tijd kan werken, ook al heb je geen zin om je warme, knusse bedje te verlaten.
  •    Die twee euro die je op straat vindt aan een zwerver geven in plaats van er zelf een kaneelbroodje van te kopen.
  •    (Meer) werken zodat je je kinderen kan opvoeden met (iets meer) materiële luxe

Dat lijkt nutteloos om op te merken, tot je je bedenkt dat er mensen zijn die op de zak van hun rijke ouders teren en nooit werken, of met uitkeringen frauderen om dat niet te hoeven en nooit iets aan anderen geven. Kortom: als je meerdere kleinere opofferingen bij elkaar optelt, kan je uitkomen op de normen en waarden van je personage: wat die doet of nooit zou doen, ten koste van iets anders. 

De grote opofferingen zijn bijna altijd tekenen van grote moed. Ook die heeft je held nodig, anders verlaat die de comfortzone nooit en kan een verhaal niet beginnen. 

Zonder normen en waarden en moed – wat dat dan ook specifiek voor je held mag betekenen -, heb je een held op sokken. 

Opoffering en waardering

De opoffering van de een is een waardering van de ander. Heb je ooit in de vroege ochtend van een belangrijke sollicitatie in stromende regen op de bus staan wachten? Dan was je vast blij dat de buschauffeur de kleine opoffering had gemaakt om die dag op tijd op te staan. Zo kwam jij warm en droog op je sollicitatiegesprek aan en heb je nu een geweldige baan. 
Kijk eens op wat voor manieren je deze kleine wisselwerkingen van opoffering en waardering kan opmerken. Dan zie je ook hoe iemand heldhaftig kan zijn zonder meteen een superheld te hoeven zijn. Dat is dan weer erg handig voor het maken van een herkenbaar personage. 

Dit artikel verscheen eerder op Schrijven Online.

Foto door Joel Muniz via Unsplash.

De observerende schrijver: ik zie…liefde

Observeren is een belangrijke vaardigheid van schrijvers. Maar met alleen iets opmerken ben je er nog niet. Je moet ook weet hebben van associaties die bij je waarnemingen opkomen en hoe je daar een mooie verhaalopzet mee kan maken of clichés kan voorkomen. Deze week in de serie: ‘De observerende schrijver’: Ik zie… liefde.

Liefde definiëren

Laten we eerst onderscheid maken tussen romantiek en liefde. Romantiek is namelijk erg makkelijk op te merken. Dat is simpel gezegd alles wat je ziet en vervolgens denkt: verliefd stel. Kussen, hand vasthouden, wijntjes bij de haard… Maar liefde is heel wat moeilijker om concreet te observeren.  Omdat het zich op verschillende manieren uit en omdat er ook niet echt een duidelijke definitie bestaat die alles omvattend is: die is namelijk vreselijk moeilijk te geven (Probeer maar eens…).

Om liefde te kunnen observeren moet je het voor jezelf kunnen definiëren. Niet in de letterlijke zin, want dat is dus vreselijk moeilijk. Maar probeer wel een globaal idee te krijgen van wat jij wel liefde vindt en wat niet. Vind jij dit liefde, of juist niet, omdat het meer naar vriendelijkheid neigt voor je? Of zou je iets eerder ‘moed’ ‘opoffering’ ‘seksuele aantrekkingskracht’ ‘kinderlijk onschuld’ of ‘menselijkheid’ noemen?
Liefde is zo moeilijk te definiëren omdat het vaak eerder een soort optelsom is van meerdere goede en fijne of soms zelfs pijnlijke dingen, dan het van zichzelf duidelijk is afgebakend.

Om je op weg te helpen volgen hier een aantal videoclips. Schrijf eens op waarom je wat je ziet liefde zou noemen of niet en wat het anders/nog meer is. Is het liefde als…

  • je een geliefde ophaalt van het vliegveld met een knuffel of een kus? – Love Actually
  • je jezelf voor schut zet ten behoeve van je dochter/zusje, zodat zij kan blijven dansen op een podium waar ze hard voor geoefend heeft? – Little miss sunshine
  • een psycholoog een patiënt de ruimte geeft om je te omhelzen, op een moment dat een trauma na een leven lang vast te hebben gehouden, eindelijk wordt verwerkt? – Good Will Hunting
  • een gevangenisbewaker als laatste woorden voor een onschuldige gevangene heeft “Wij haten je niet.” voordat de gevangene wordt geëxecuteerd? – The green mile

Zie je dat deze voorbeelden waarschijnlijk niet per se de eerste dingen zijn waar je aan denkt bij het woord liefde? Liefde zit in zekere zin zowel overal als nergens – of in ieder geval op plaatsen waar je het niet meteen verwacht. Goed opmerken en observeren van liefde kost waarschijnlijk tijd, omdat je, wil dat lukken, je iets heel groots en persoonlijks waarschijnlijk moet (her)definiëren.

Liefdestalen

Iedereen heeft een eigen manier om liefde te tonen en te uiten. Die manieren worden liefdestalen genoemd. Het zijn er vijf:

  • positieve woorden
  • aanraking
  • dienstbaarheid
  • cadeautjes geven
  • tijd en aandacht

Het is voor het observeren van liefde handig als je weet van deze talen hebt, zodat je ook kan opmerken wat andere manieren van liefde uiten kunnen zijn, ook al zijn het niet de jouwe. En ook: waarom sommige mensen niet snappen dat hun gebaar van liefde niet wordt gewaardeerd. Maar als je iemand bent die niet van aanraking houdt, terwijl jouw voornaamste liefdestaal aanraking is…?

Dat gaat al verder dan observeren, maar zulke observaties kan je gebruiken voor goed uitgewerkte personages of plotwendingen.

Dit artikel verscheen eerder op Schrijven Online.

Fotoo doorTyler Nix via Unsplash

De observerende schrijver: Ik zie…magie

Observeren is een belangrijke vaardigheid van schrijvers. Maar met alleen iets opmerken ben je er nog niet. Je moet ook weet hebben van associaties die bij je waarnemingen opkomen en hoe je daar een mooie verhaalopzet mee kan maken of clichés kan voorkomen. Deze week in de serie: ‘De observerende schrijver’: Ik zie… magie.

Hoezo “Ik zie magie”?

Bijna iedereen heeft wel een hobby of onderwerp waar je maar niet over uitgepraat raakt en er veel van weet, gewoon omdat je het zó prachtig vindt.  Zo praten lezers misschien eindeloos over de kick van het bemachtigen van een eerste druk van een boek, andere mensen houden maar niet op over modeltreintjes, actiefiguren, porseleinen beeldjes, alles-met-katten-erop of…

Dit artikel gaat over het enthousiasme dat specifiek daarmee gepaard gaat. Dus niet het algemene enthousiasme dat kan gaan over uitkijken naar het dagje dierentuin of de enthousiaste reactie op de wel hele leuke foute kersttrui van je vriend, maar enthousiasme van het ‘ik word nou echt blij van het bladeren door een oud boek en de muffe geur die daarbij hoort.’-soort. Het soort magisch enthousiasme dat mensen die datzelfde enthousiasme delen he-le-maal begrijpen en waarvan andere mensen denken: het is maar net waar je blij van wordt…  

Zoek de magie

Vraag een enthousiasteling eens over zijn interesse en waarom die zo speciaal is. Ongetwijfeld zal je een uitgebreide toelichting krijgen. Kijk niet alleen naar de twinkelende ogen, maar vraag ook vooral de grote zaken of details die je niet kent of waarvan je niet begrijpt dat juist dat het verschil maakt tussen ‘dit is gaaf’ en ‘dit is gewoon magisch!’

Als je een globaal antwoord krijgt, kan dat je blik verruimen of weer iets laten beseffen: Natuurlijk kan tuinieren fantastisch zijn, als je al die moeite die je ervoor doet letterlijk en figuurlijk later tot bloei ziet komen.
Als je een heel specifiek antwoord krijgt: “Als ik het zand onder mijn vingers voel en ik de zwaarte in mijn lijf voel van de fysieke inspanning, besef ik dat ik iets verzet, iets doe wat in verbinding staat met iets groters,”  kan je je gaan bedenken waar je dat nog meer ziet. In een andere context, zoals de muzikant die weet dat vele fans van zijn muziek gaan genieten als het muziekstuk eenmaal is gecomponeerd en misschien wel op bruiloften gedraaid gaat worden. Of in het opzicht dat je inziet dat als er geen schoonmakers waren op de treinstations, jouw treinreis dan een stuk minder aangenaam zou verlopen en dat je dus erg blij bent dat er schoonmakers zijn, ook al zullen ze je leven niet meteen veranderen. Een soort ‘alles is verbonden en alles valt op zijn plaats’-gevoel.
Je ziet op dat moment iets groters, magisch, mooiers omdat je er nu ineens oog voor hebt, omdat de enthousiaste tuinman je daar op wees.

Wat heb je eraan om magie te observeren?

Het is goed voor je humeur als je in een bui bent waarin je magie opmerkt, maar het is ook nuttig voor je schrijversvaardigheden. Waar de enthousiaste tuinman helemaal rustig wordt van tuinieren, wordt zijn buurman daar alleen maar chagrijnig van: “Zit je daar aan het eind van de dag met een kromme rug en kramp in je stoel…” Het laat je beseffen dat iedereen hetzelfde heel anders kan beleven. Dat leert je om vanuit verschillende invalshoeken te kijken naar de wereld en daarmee uiteindelijk ook naar de geheel eigen wereld van je personages, die je daardoor extra uniek en realistisch kan schrijven.

Dit artikel verscheen eerder op Schrijven Online.
Foto door Almos Bechtold verkregen via Unsplash.


De observerende schrijver: Ik zie…een wachtrij

Observeren is een belangrijke vaardigheid van schrijvers. Maar met alleen iets opmerken ben je er nog niet. Je moet ook weet hebben van associaties die bij je waarnemingen opkomen en hoe je daar een mooie verhaalopzet mee kan maken of clichés kan voorkomen. Deze week in de serie: ‘De observerende schrijver’: Ik zie… een wachtrij.
De wachtrij wordt een voorbeeld om het observeren van iets abstracts wat concreter te maken.  

Wat de situatie ook is, wachten tot je weer verder kan is nooit leuk. Het is een ding om op te merken dat iedereen al dan niet iets rustig afwacht, het is het volgende om daar iets bruikbaars van te maken voor een sfeeromschrijving of aanzet voor een scène.

Waar wachten we met z’n allen op?

Als je maar lang genoeg ergens op moet wachten, zoals in een wachtrij, wordt de situatie op een bepaald moment ongemakkelijk en wordt je geduld op de proef gesteld. Kijk eens hoe je dat aan mensen kan zien. Je kan kijken wat mensen individueel doen, zoals zuchten of mopperen, maar dat is vaak heel specifiek. Voor tips voor die observaties kan je de tipartikelen lezen over het observeren van geduld en ongemak.

Observeren is niet altijd alleen iets concreets zien, het kan soms juist erg waardevol zijn om iets abstracts op te merken. De wachtrij is daar een goed voorbeeld van. Of het nu de wachtkamer in de huisartsenpraktijk is, de rij voor de achtbaan, of gewoon het wachten tot de trein ein-de-lijk weer gaat rijden als er een rood sein is gegeven. Als je de insteek neemt dat we ergens op wachten, in plaats van ieder voor zich, let je meer op de algehele sfeer.
Ik zit misschien ongeduldig met mijn voet te tikken, maar mijn buurman reageert zijn woede af aan de telefoon; zijn gesprekspartner weet nu ook dat de trein voorlopig niet gaat rijden…
Zo kan je de sfeer samenvatten als bedrukt, of onaangenaam. Waarschijnlijk zou je die meteen voelen als je als de conducteur de coupé binnen komt lopen. Daar hoef je niet elk afzonderlijke persoon voor aan te kijken.  

Observeren van iets abstracts

Iets abstracts kun je in zekere zin niet observeren, net zoals je de wind niet kan zien, alleen de bladeren aan de boom ziet bewegen. Maar toch kan het waardevol zijn om een abstracte observatie op te schrijven, zoals de sfeer in de trein is onaangenaam, omdat iedereen zijn geduld verliest bij de oplopende vertraging. Daar moet je wel een aantal stappen voor doorlopen om er iets nuttigs uit te halen:

  1. Maak een mentale foto (Ik zie….)
  2. Bepaal de sfeer
  3. Bepaal een mogelijk doel
  4. Bedenk een mogelijk middel
  5. Bedenk hoe dat aan zou slaan (of juist niet!)
  6. Maak van de foto een scène

Een voorbeeld aan de hand van een wachtrij voor de achtbaan:

  1. Ik zie mensen knarsetandend, zwetend en zuchtend in de wachtrij voor de achtbaan staan.
  2. Moordend. (Zie je dat stap 1 en 2 de eigenlijke observatie vormen?)
  3. Dat moet vrolijker; iedereen moet de Efteling levend verlaten.
  4. Iemand in de wachtrij perst zich langs iedereen heen om snoepjes uit te delen.
  5. Iedereen wordt vrolijk van dit lieve gebaar/ de mensen komen straks nog misselijker dan normaal de achtbaan uit.
  6. Opa vertelt aan zijn kleinkinderen hoe hij oma ontmoette in de rij voor de achtbaan omdat zij snoepjes uitdeelde/ de pretparkmedewerker staat een halfuur lang schoon te maken bij de uitgang van de achtbaan om het vele, plotselinge braaksel op te ruimen, waardoor de achtbaan tijdelijk sluit en er verontwaardiging ontstaat bij de pretparkbezoekers. 

Kortom: als je iets abstracts wil observeren, wees dan niet bang dat je bevindingen niet concreet genoeg zijn. Schrijf een bevinding globaal op, gewoon zoals je die opmerkt. Bedenk dan vervolgens wat daarmee kan gebeuren en wie weet is daar zomaar een inzicht in een personage of een idee voor een scène!

Dit artikel verscheen eerder op Schrijven Online

Foto door Madeleine Maguire verkregen via Unsplash

De observerende schrijver: Ik zie…een feeststemming

Observeren is een belangrijke vaardigheid van schrijvers. Maar met alleen iets opmerken ben je er nog niet. Je moet ook weet hebben van associaties die bij je waarnemingen opkomen en hoe je daar een mooie verhaalopzet mee kan maken of clichés kan voorkomen. Deze week in de serie: ‘De observerende schrijver’: een feeststemming.

Een feest of een feestje waard?

Een feeststemming komt voor in de feestdagen: alles wordt versierd voor Sinterklaas, kerstmis of iets anders waarvan we collectief besloten hebben dat het het vieren waard is. Kleinschaliger is iets dat een feestje waard is: niet het hele land, maar wel je hele kring van geliefden viert dat je een kindje hebt gekregen, trouwt, of geslaagd bent voor je eindexamen.
Het verschil is dat een collectief feest van alle kanten op je af komt en meestal ook langer duurt en een persoonlijk feest veel korter, maar vaak ook intiemer is. Kijk eens of je ziet hoe die verschillen effect hebben op de gemoedstoestand. Denk aan: je krijgt even een tintelend gevoel van binnen door alle lampjes in de winkelstraten tijdens de donkere dagen, maar je ontploft zowat urenlang van blijdschap als je eindelijk je trouwjurk mag passen.

Wat valt er te vieren?

Of het nu een feestje of een feestdag is, wat vieren we eigenlijk? Een verbond van liefde, zoals bij een huwelijk? Weten we dat überhaupt nog wel? Het zal niet de eerste keer zijn dat een kind denkt dat we met Pasen de verjaardag van de paashaas vieren. En weet jij nog waar Pinksteren om draait?
Let er eens op in hoeverre de mensen zich bewust zijn van wat er nu eigenlijk gevierd wordt en in hoe dat de manier van een feestdag of een feest vieren verandert.
Om Kerstmis als voorbeeld te nemen: de meeste mensen gaan tegenwoordig vaak met Kerstmis naar de kerk als een soort familietraditie, niet zozeer omdat ze nog (intensief) met hun geloof bezig zijn. Dan is een bezoek aan de kerk routine, waar de gelovige nog echt naar Kerstmis uit kan kijken als een van de belangrijkste dagen van het jaar.

Kijk ook vooral hoe de dynamiek verandert of kan veranderen als mensen denken dat iedereen met dezelfde intentie iets viert, maar er heel verschillende ideeën zijn die uiteindelijk botsen. Neem Bridezilla: iedereen denkt een feest van liefde te gaan vieren, maar de bruid ziet het als een excuus om het duurste feest van haar leven te kunnen geven, waar het er alleen om gaat dat zij het middelpunt van de aandacht is.
Hoe zie je die dynamiek veranderen? Stress? Ongemakkelijke momenten? Onhandige verzoenpogingen? Onverschilligheid omtrent het hele feest? (“Als het zo moet, laat dan maar…”)

Waarom vieren we dit (niet)?

Dat brengt ons bij de vraag: waarom vieren we dit?
Wat en hoe uitgebreid je viert, kan iets zeggen over je normen, waarden en overtuigingen. Je viert het niet voor niks, dus je vindt er iets van. Of je vindt ergens juist iets van omdat je het niet viert. Kijk en vergelijk:

“Wij vieren verjaardagen altijd met onze vriendenkring. Anders zien we elkaar vanwege de drukke schema’s nog minder dan we al doen.”
“Ik vier mijn verjaardag niet. ‘Ik heb weer een jaar overleefd.’ Nou nou, wat een wereldprestatie.”
“Kerstmis is een feest om met je familie bij elkaar te komen, dus dat doen we.”
“Ik vier geen Kerstmis: het levert altijd alleen maar familiedrama op.”
“Wij trouwen gratis voor het gemeentehuis. Wij weten dat we van elkaar houden, daar hoeven we geen duizenden euro’s voor uit te geven om dat te bewijzen.”
“Onze bruiloft wordt gigantisch: die ene keer dat we kunnen uitpakken, mag het hele dorp onze liefde meevieren!”

Schrijf op wat je opmerkt aan hoe en wat iemand iets viert en hoe dat aansluit bij zijn karakter of overtuigingen. Je hebt misschien meer papier nodig dan je in eerste instantie verwacht!

Dit artikel verscheen eerder op Schrijven Online.

Foto door Adi Goldstein via Unsplash.

De observerende schrijver: ik zie… geduld

Observeren is een belangrijke vaardigheid van schrijvers. Maar met alleen iets opmerken ben je er nog niet. Je moet ook weet hebben van associaties die bij je waarnemingen opkomen en hoe je daar een mooie verhaalopzet mee kan maken of clichés kan voorkomen. Deze week in de serie: ‘De observerende schrijver’: geduld.

Situatie of persoon?

Als je geduld wil observeren, moet je eerst afbakenen welk soort geduld je probeert op te merken. Het geduld voor een situatie of het geduld voor een bepaald persoon.
Denk bij geduld voor een situatie aan dingen als: geduld bewaren bij de eindeloze rij in de achtbaan, wachten tot je de cijfers terugkrijgt bij een belangrijk examen. Geduld bij personen is bijvoorbeeld de leraar die voor de zoveelste keer iets moet uitleggen aan een leerling die iets niet snapt, of de vriend die zijn kameraard voor de zesde keer moet helpen en waarbij het de vraag is of en wanneer de spreekwoordelijke zevende sloot op zich laat wachten.

Bij geduld voor een situatie is het meestal zo dat je het wachten gewoon zal moeten uitzitten. Je kan persoonlijk niets doen om iets sneller of anders te laten gaan. Als er een mens bij betrokken is, kan je er soms nog iets aan veranderen. Je kan de ander aansporen tot verandering, zodat die zevende sloot uitblijft, proberen te schreeuwen, zodat de ander van schrik en angst je gaat helpen, een luisterend oor bieden om de ander te kalmeren waardoor de gespannen situatie weer wat behaaglijker wordt…

Mensen die je geduldig zou noemen, tonen vooral geduld, begrip en warmte als het geduld andere mensen betreft. Blijven ze rustig als een situatie tegenzit, dan zijn ze eerder ‘rustig’ of ‘geen stresskip’, maar dan komt het woord geduld meestal niet ter sprake. Let daar maar eens op. Ongeduldige mensen tonen daarentegen vaak weinig tot geen geduld bij mensen en zijn ‘overspannen’ of ‘hebben een kort lontje’ als het wachten geblazen is vanwege een situatie.

Maar om mensen zomaar als geduldig of ongeduldig te bestempelen is niet helemaal eerlijk als je geen weet hebt van het meespelende belang.

Het meespelende belang

Een vertraagde trein op een doodgewone werkdag of een treinvertraging wanneer je een intercontinentale vlucht naar de bruiloft van je beste vriend dreigt te missen? Het waarom van het behoud of verlies van geduld is misschien niet direct te observeren, maar wel belangrijk om mee te nemen voor een goede omschrijving ervan.
Wat je wel kan observeren is wat mensen doen om hun geduld te bewaren als ze dat dreigen te verliezen. Diep ademhalen? Boos kijken en afleiding zoeken? En wat doen ze als dat niet lukt? Schreeuwen tegen anderen? Grommen? Zich terugtrekken? Waar lijkt de scheidingslijn te liggen tussen bijvoorbeeld brommen en schreeuwen?

Geduld op lange termijn

Geduld kan je observeren op een enkel moment, maar ook op de ‘lange termijn.’ Daarbij kijk je niet zozeer naar direct gedrag om geduld te tonen of te bewaren, zoals hierboven beschreven, maar waar de grens van geduld ligt als steeds hetzelfde zich blijft voordoen of als er geen schot in de zaak zit. Dus ben je niet geïrriteerd omdat je werknemer een keer te laat is gekomen, maar omdat dat steeds weer gebeurt. Dan is die irritatie er nog steeds, maar zal je naar een oplossing gaan zoeken. Zelfs als de situatie niet te sturen is. Kijk eens wat mensen dan doen. Willen ze alles alleen oplossen, of zoeken ze hulp? Maken ze eerst een plan, of zijn ze van het aanpakken? Als er op de lange termijn een beroep wordt gedaan op geduld, geeft dat een mooi kijkje in de middelen die een persoon (of personage) heeft of durft aan te spreken om uit een benarde situatie te komen.

Dit artikel verscheen eerder op Schrijven Online.
Foto door Aaron Burden verkregen via Unsplash

De observerende schrijver: Ik zie…dankbaarheid

Observeren is een belangrijke vaardigheid van schrijvers. Maar met alleen iets opmerken ben je er nog niet. Je moet ook weet hebben van associaties die bij je waarnemingen opkomen en hoe je daar een mooie verhaalopzet mee kan maken of clichés kan voorkomen. Deze week in de serie: ‘De observerende schrijver’: dankbaarheid.

Dankbaarheid is een mooi gevoel. Om te hebben, maar ook om de ontvanger van te zijn. Misschien denk je bij dankbaarheid tonen aan het geven van een cadeautje, kaartje of andere kleine attentie, maar dankbaarheid kan veel verder gaan en veel andere vormen aannemen. Houd je ogen dus goed open.

Waarvoor ben je dankbaar?

Dankbaarheid uit zich op verschillende manieren, maar begint bij het besef dat datgene wat je hebt, iets is wat niet vanzelfsprekend is. Vaak merk je gebrek aan vanzelfsprekendheid (pas) op als je iets bijna verloren hebt, of niet gehad hebt, maar nu (weer teruggekregen) hebt.
Denk aan dankbaarheid voor eten op tafel als je op vakantie hongerige bedelaars hebt gezien. Of je energie is weer op peil na een week van koorts, vermoeidheid en snotteren.

Hoe meer je iets gemist hebt, of hoe heftiger je ‘dat was op het randje’-moment was, hoe langer die dankbaarheid doorgaans aanwezig blijft. Plaats die dankbaarheid eens op een schaal van een tot tien en kijk hoe mensen daar een draai aan geven. Heb je honger geleden? Bid je dan voortaan voor het eten? Ga je vrijwilligerswerk doen voor de voedselbank? Deel je met iedereen die je kent die anti-voedselverspillingsapp? Zo kan dankbaarheid op een grotere schaal je leven invulling geven. Kijk eens of en hoe je dat terugziet bij mensen die je kent.

Dankbaarheidsspier

Dankbaarheid is te trainen, bijvoorbeeld door een dankbaarheidsdagboek bij te houden. Mensen die zulke dingen doen zijn vaker dankbaar: het is een vicieuze cirkel. Als je dingen opmerkt om dankbaar voor te zijn, merk je er steeds meer op en sta je dankbaarder in het leven. Dat doet je algemene gemoedtoestand ook weer goed. Mensen die daarentegen nooit ergens dankbaar voor zijn, zijn doorgaans vervelender dan degenen die een wasbordje aan afgetrainde dankbaarheidsspieren hebben. Observeer eens in hoeverre je deze stelling ook terug ziet komen in het echte leven en kijk wat voor conclusies je daaraan kan verbinden. Welk verhaal zit erachter dat deze persoon altijd dankbaar lijkt of het juist nooit lijkt te kunnen zijn?

Uitwisseling van dankbaarheid

Bij een uiting van dankbaarheid komt er vaak een gever en ontvanger bij kijken. Iemand geeft een cadeautje, de ander neemt het aan (of niet!). Interessant om bij de ontvanger te bedenken: waarom kan die een mooi gebaar al dan niet accepteren? Zijn het de omstandigheden, of zit het in het karakter? En bij de gever: hoe uit die diens dankbaarheid? Met cadeautjes, complimenten, voor de ander in de bres springen, goede energie sturen? Wat degene ook doet om iets liefs – of dankbaars, in dit geval – te doen of te weerspiegelen, je kan het scharen onder een van de liefdestalen. Daar kan je meer over lezen, maar je kan ook leren door te kijken. Wat zie jij mensen (al dan niet in een bepaalde categorie van liefdestaal) doen dat van dankbaarheid en liefde – want daar is vaak een overlap aanwezig, let daar maar eens op – getuigt?  

Dit artikel verscheen eerder op Schrijven Online.

Foto van Donald Giannatti verkregen via Unsplash.

De observerende schrijver: Ik zie…lekker eten

Observeren is een belangrijke vaardigheid van schrijvers. Maar met alleen iets opmerken ben je er nog niet. Je moet ook weet hebben van associaties die bij je waarnemingen opkomen en hoe je daar een mooie verhaalopzet mee kan maken of clichés kan voorkomen. Deze week in de serie: ‘De observerende schrijver’: lekker eten.

De smaak van lekker eten

Lekker eten is een van de weinige dingen waarbij je minstens twee, zo niet drie zintuigen moet omschrijven voordat het ook als iets heel smakelijks wordt gezien, in plaats van alleen iets dat je in je mond stopt. Ga maar eens na: een croissantje dat er perfect gebakken uitziet, nodigt meer uit dan eentje die voor je ogen lijkt te verschrompelen. Net zoals je waarschijnlijk meer honger krijgt van de geur van versgebakken appeltaart dan wanneer de gekookte aardappels die niet zoveel geur hebben.
De smaak spreekt voor zich, dat maakt de beleving af.

Maar ook andere dingen kunnen je laten watertanden. Het geluid van krakende chips bijvoorbeeld. Als je je zintuigen goed gebruikt zijn er eindeloos veel observaties die een verborgen show, don’t tell vormen en die je kan gebruiken om je tekst naar meer te laten smaken. Let de komende tijd eens op je eten en schrijf meer op dan alleen wat je proeft.

De sfeer van lekker eten

Is het je al eens opgevallen dat exact hetzelfde voedsel veel lekkerder smaakt als je het in een fijn gezelschap kan nuttigen, of als de algehele sfeer goed of speciaal is? Gebruik dat in je voordeel bij het observeren en ga op zoek naar de figuurlijke smaakmakers. De kaarsen op tafel, een lang verloren gewaande geliefde als tafelgenoot, de hamburger bij de anders zo standaard en saaie fastfoodketen vlak voor de allereerste stapavond van een stel tieners.
Andersom kan natuurlijk ook: had je een overheerlijke beenham een heel uur in de oven gezet en dan zit iedereen met het bord op schoot voor een blèrende televisie, zonder te merken wat ze eten…

Met andere woorden: ga eens na wat ieder gerecht, wat het dan ook mag zijn, in een klap tot een feestmaal of een flop kan maken.

De omgang met eten observeren

Natuurlijk kan je schrijven hoe iemand van het eten geniet door het tempo van het kauwen, kreuntjes van genot of het sluiten van de ogen. Beschrijf daarbij de smaak en het kan niet meer mis. Vergeet dat zeker niet, voor wat extra pit in je tekst! Maar dan observeer je wel alleen de smaak van het eten. Ga nog een stap verder en kijk hoe iemand eten of het maal op zichzelf behandelt.

Eet je vader omdat hij nou eenmaal moet eten om in leven te blijven? Spring je een gat in de lucht als je lievelingskostje voor je neus staat, of ‘gun je jezelf gewoon eens een keer wat?’ Behandelt degene die je observeert eten als een geschenk (van God) en wordt het een letterlijke of figuurlijke zegen die met eerbied en respect wordt behandeld? Dat is heel wat anders dan iemand die zijn neus ophaalt voor een maaltijd die minder kost dan een bepaald bedrag, puur omdat dat beneden de stand zou zijn.  

Noteer waaraan je meent te zien wat iemands relatie met eten is en je voegt een extra beleving toe aan de manier waarop je lezer van jouw heerlijke fictieve eten kan proeven.

Dit artikel verscheen eerder op Schrijven Online.

Foto door Rachel Park via Unsplash.

De observerende schrijver: Ik zie… opluchting

Observeren is een belangrijke vaardigheid van schrijvers. Maar met alleen iets opmerken ben je er nog niet. Je moet ook weet hebben van associaties die bij je waarnemingen opkomen en hoe je daar een mooie verhaalopzet mee kan maken of clichés kan voorkomen. Deze week in de serie: ‘De observerende schrijver’: opluchting.

De aard van opluchting

Om bij het begin te beginnen: opluchting is het moment waarop je de spanning loslaat die hebt vastgehouden. De reden van die spanning kan erg uiteenlopend zijn. Denk aan leuke spanning, zoals bij het uitpakken van een cadeautje, in bed duiken na een lange dag en eindelijk kunnen rusten, of te horen krijgen dat de buurman die je het leven zuur maakt, eindelijk gaat verhuizen. Gedaan is de dagelijkse buikpijn van de spanning in de ochtend als je naar buiten kijkt om te zien of hij alweer je stoep heeft vies gemaakt.

De mate van opluchting

De opluchting na een kort moment van spanning als je voordeur klemt en je even denkt buitengesloten te zijn is natuurlijk niet te vergelijken met te horen krijgen dat je stalker achter de tralies verdwijnt. Hoe groter de opluchting, hoe meer spanning je hebt vastgehouden. Die spanning slaat zich altijd in meer of mindere mate op in je lijf. Als die hoeveelheid echt heel groot is, kan je lichaam zomaar ‘even alles schoonmaken’ of ‘herstarten’ waardoor je ziek wordt en het herstel dus wat langer duurt. Opluchting is dus zeker niet altijd van korte duur. Neem dat mee bij het bepalen van de mate en de uitwerking van de opluchting die je beschrijft.

Observeren van opluchting

Met het bovenstaande in het achterhoofd, kan je je waarschijnlijk wel bedenken dat opluchting zich niet altijd uit in het welkbekende vreugdesprongetje of de langgerekte zucht. Perioden van boosheid, verdriet en zelfs een stille meditatieve staat kunnen tekenen van opluchting zijn.
Als je het wil observeren, moet je dat doen op het moment dat je weet welk verhaal erachter zit, anders loop je het risico dat je een verkeerde vertaalslag bij de emoties maakt. De vreemdeling in de bus gaat je hierbij niet helpen met zijn voorkomen of lichaamstaal.

Dat is een goed geheugensteuntje voor observeren bij creatief schrijven: het is niet zozeer kijken op het moment dat je naar iets op zoek bent om over te schrijven, maar zodra je iets opvalt dat bruikbaar is, het in je opschrijfboekje noteren voor later. Nieuwsgierig blijven is hierbij het devies.

Opmerken van opluchting

Als je iemand – zelfs jezelf! – kent en opluchting opmerkt, ga dan eens de lichaamstaal en de mate van (zichtbare) opluchting na. Hoe strookt dit met wat je weet dat deze persoon aan spanning of stress los kan laten? En ook: waarom is hier sprake van spanning? Wat zit er achter deze reactie die dat heeft veroorzaakt? Ging het over het verschil tussen wel of niet op vakantie kunnen gaan en daarmee een droom verwezenlijken? (Yes, mijn banksaldo blijkt bij het controleren hoog genoeg om te kunnen boeken!) Ging het om iets waar veel van af hangt? (Ik heb de trein gehaald die me op tijd naar mijn belangrijke sollicitatie brengt.) Of is er gewoon iets fijns gebeurd, waar je misschien een (kleine) teleurstelling had verwacht? (Ja, ik heb het cadeau gekregen wat ik graag wilde, niet zomaar een goedbedoelde cadeaubon!)

Met andere woorden: kijk of er ook mogelijke verwachtingen in het spel zijn geweest. Daar kan je op een later moment gebruik van maken voor je omschrijvingen. Vergeet ook niet dat niet iedereen hetzelfde op situaties reageert: gebruik die verschillen in je voordeel om de situatie van opluchting die je wil opschrijven zowel uniek als passend te maken.

Dit artikel verscheen eerder op Schrijven Online.
Foto door Thomas Le via Unsplash.